maandag 15 augustus 2011

Vleesetende planten

Aan lang vervlogen herinneringen denken en daarover vaak hardop vertellen, is een ouderdoms kwaal. Niet erg voor het oudje of de oudere in kwestie, hij wilt immers zijn verhalen juist kwijt, maar het kan oervervelend zijn voor diens omgeving. Ik herinner me mijn eigen vader, die niet ophield met anecdotes over de periode dat hij voor het leger in Nederlands-Indië diende. Heel lang geleden. Ik was nog geen elf jaar en hoorde die oeverloze verhalen op saaie zondagmiddagen maar aan. Jaren later en na het overlijden van mijn pa begreep ik dat de Nederlandse krijgsmacht zich alles behalve netjes had gedragen in het tegenwoordige Indonesië. Uit respect voor pa druk ik me zachtjes uit.
Nu ik zelf de vijfig ruimschoots ben gepasseerd, moet ik oppassen niet in dezelfde fout te vervallen. Want ik begrijp het wel. Jaren verstrijken en herinneringen stapelen zich op. Dat archief moet zo nu en dan worden opgeschoond, anders herinnert de mens door de bomen het bos niet meer. Ik heb daarbij een extra hindernis, omdat ik mijn vaderland Nederland eind 2003 voor Brazilië inruilde en sindsdien nooit meer terug ben geweest in den lage landen. Via het web houd ik veelvuldig contact met dierbare Nederlandse vrienden en kennissen, daar ligt het niet aan. Maar herinneringen aan Nederland, herinneringen aan gebeurtenissen in Nederland, die komen helder door. Meer dan nu en dan. In dromen ook, maar eerder drijven ze naar de oppervlakte na een opmerking van een Nederlander via het web, op Facebook, op Twitter. Verrek, denk ik dan, ik weet nog goed dat ik... En daar gaan we weer.
Zoals een goede vriend uit Tilburg mij via Twitter opmerkzaam maakte op een Engels bericht. Over een vleesetende plant, die hele vogel had verschalkt. Dat gebeurde ergens in Somerset, waar ene Nigel Hewitt-Cooper dit soort planten kweekt in het wild. Het is zijn hobby (foto links). Nigel was stomverbaasd. ´´Dit komt haast niet voor. Grotere vleesetende planten kunnen muizen en kikkers vangen, maar een vogel, dat heb ik nog nooit gezien en zeker niet in het wild.`` Vleesetende planten. Daar had ik er één van in de ouderlijke woning in Hilversum, waar ik ben geboren. Ik herinner me goed dat ik tartaar uit de ijskast stal en die voerde aan de plant. En vliegjes voor hem ving. Hoe die plant aan zijn einde is gekomen, weet ik niet meer, maar hij heeft lang, gezond en gelukkig geleefd.
Het is niet de eerste keer in Brazilië dat ik denk aan mijn plantje (foto rechts). Ik heb er eens over gesproken op een feestje in mijn woonplaats Goiãnia. Ongeloof viel mij ten deel. ´´Een plant die vlees eet? Ja hoor. Daar heb ik nog nooit van gehoord.`` In die geest. Dat verbaasde míj dan weer. In een zo groot voornamelijk (sub-)tropisch land gedijen toch ook vleesetende planten? Groeien die hier dan niet? Is het zo onbekend in Brazilië? Reden te over om op onderzoek uit te gaan. Waar herinneringen goed voor kunnen zijn.
Plantas Carnívoras heten ze in het Portugees. En ze zijn zeker in Brazilië te vinden en wel liefst tachtig verschillende soorten. Daarmee staat het Latijns-Amerikaanse land mondiaal op een tweede plek. Alleen in Australië zijn meer soorten te vinden. Welja. In bijna alle van 26 staten wonen vleesetende planten, in overvloed zijn ze aanwezig in de staten Goiás, waar mijn woonplaats de hoofdstad van is, Minas Gerais en Bahia. Blijft vreemd dat de mensen hier er amper weet van hebben. Aan de andere kant, deze planten leven in berg- en heuvelachtige streken en op plateaus. Dat is een verklaring, want Brazilië is enorm uitgestrekt. Minas Gerais is net zo groot als heel Frankrijk en heeft de meeste heuvels van heel het land en die gebieden zijn vaak totaal verlaten (foto links).
Brazilië is sowieso rijk aan diversiteit van planten; meer dan 56.000 soorten, buiten schimmels, zijn er bekend. Dat betekent dat het land bijna negentien procent van de totale wereldflora binnen de grenzen heeft. Enorm. Veel soorten zijn uitgestorven, vanwege onder meer luchtvervuiling. Het Braziliaanse Ministerie van Milieu bemoeit zich met de plant in eigen land en stelt een lijst samen met soorten die dreigen uit te sterven en bescherming verdienen.
De vleesetende planten zijn niet zo populair. Tot heden is weinig onderzoek naar deze soorten gedaan in Brazilië. Waarom ze op hoogten overleven, is duidelijk. Grote schommelingen in de temperatuur verdraagt het plantenbeestje niet. Overdag tussen de 20 en 35 graden Celsius, ´s nachts tussen de vijf en vijftien graden. Dat is ideaal.
Plantas Carnívoras no Brasil e do Mundo is een Braziliaanse site over het wel en wee van vleesetende planten. De samenstellers raden een ieder in hun land aan om eerst contact te zoeken met een particuliere kweker van vleesetende planten voor zelf zaden in een bloempot te stoppen. Dat voorkomt teleurstellingen, want goed kweken en houden van deze soorten vergt aandacht en adequate verzorging. Ze zijn overigens volop te koop in Brazilië, dat valt me alleszins mee. In de metropool São Paulo in grote tuincentra bijvoorbeeld, en een plantje mag dan tegen tien reais kosten. Dat zijn de kosten niet. Ha, zelfs online worden de vleesetertjes aangeboden, via Carnivora Shopping. Het moet niet gekker worden. Een initiatief van Laudio Martins en kornuiten uit Rio de Janeiro, hun site is al zo´n zeven jaar met succes in de lucht. Met heuse aanbiedingen en de rekening is in termijnen te betalen. Is het plantje toch populairder dan ik dacht.
Mijn vleesetend vriendje was een Drosera rotundifolia, beter bekend als de ronde zonnedauw. De plant staat nu op een Nederlandse Rode lijst van planten als algemeen voorkomend, maar zeer sterk afnemend en is daarom wettelijk beschermd. Weten we dat ook weer. En een druppelextract van Drosera is een homeopathisch middel tegen hoest en vastzittende slijmvliezen.
Het nieuws van de Engelse vogeletende plant haalt ook een Braziliaanse versie op het web. Zo onbekend zou het fenomeen niet moeten zijn. Ik zal nadenken en met mijn lief overleggen. Alhoewel. Ik ben niet zo´n planten- en bloemenfreak. In Nederland nooit een plant of bloem in huis, was faliekant tegen. Planten horen buiten, in de natuur, niet binnen en dan nog eens gecultiveerd in een gecultiveerde omgeving. Bloemen afknippen en in een vaas doen totdat ze sterven, vond ik altijd natuurmoord. Bah. Wat dat betreft zit ik goed in Latijns-Amerika. Bijna geen Braziliaan in het overwegend (sub-)tropische deel van het land heeft planten of bloemen in huis. Hoeft ook niet, want de flora groeit in alle weelde vlak buiten zijn deur, de mensen leven buiten en daarbij, planten trekken insecten aan. Ook binnen en daar zijn er al genoeg van. Binnen. Zo is het. Hé, dat is een nuttige opmerking, planten in huis trekken extra insecten aan. Zou goed uitkomen voor een jong vleesetend plantje in mijn woonkamertje in Goiãnia. Mmm, mooi. Kan ik aan iedere bezoeker vertellen dat ik vroeger...

1 opmerking: