zaterdag 13 augustus 2011

Jacy-Paraná weent


Het grootste openlucht bordeel van Brazilië. Minderjarige meisjes bieden hun lichaam aan. Malariamuggen maken overuren en slachtoffers. De handel in allerlei drugs floreert en het geweld neemt toe. Kortom, het is over en uit met de rust in Jacy-Paraná. Eens een landelijk dorpje aan de prachtige rivier Rio Madeira in de nauwelijks bewoonde oerwoudstaat Rondônia, weggestopt in het westen van Brazilië, tussen Bolivia in het zuiden en de Amazone in het noorden (zie kaartje van westelijk Brazilië). Jacy-Paraná ligt op 97 kilometer van de hoofdstad Porto Velho van Rondônia. Die hoofdstad herbergt bijna 430.000 mensen, de gehele staat slechts anderhalf miljoen. Jacy-Paraná zo´n drieduizend. Maar dat was voor 2008. Dat was voor de Braziliaanse federale overheid besloot met de bouw van de eerste van de twee geplande waterkrachtcentrales in de Rio Madeira te beginnen. Nu is het inwoneraantal van Jacy-Paraná meer dan vervijfvoudigd, tot ruim 15.000.
Santo Antônio heet die eerste centrale en komt vlakbij de stad Porto Velho te liggen. De tweede krijgt de naam Jirau (foto onder). De aanleg van deze centrale, op slechts veertig kilometer van Jarcy-Paraná, begint een jaartje later, in 2009. Niet alleen duurzaam oerwoud gaat op de schop, ook het leven van duizenden bewoners in de regio verandert drastisch. Oorzaak? De komst van maar liefst 35.000 arbeiders, bijna allen van het mannelijke geslacht; 20.000 van hen werken aan de realisering van Jirau, de overige 15.000 verdienen hun loon bij Santo Antônio. Uit heel Brazilië reizen ze af naar Rondônia, het merendeel vanuit de staten Rio de Janeiro, São Paulo en Bahia. Grote afstanden overbruggen op zoek naar werk. Om een idee te geven, de afstanden tussen Porto Velho en de steden Rio de Janeiro, São Paulo en Salvador (hoofdstad van Bahia) zijn respectievelijk 3.473, 3.070 en 4.127 kilometer. Over de weg. Vergelijk: Amsterdam-Moskou komt op iets meer dan 2.450 kilometer. De aanleg van de immense en fel bekritiseerde waterkrachtcentrales in Brazilië zijn jammer genoeg bittere noodzaak om in de groeiende vraag naar (schone) energie te voldoen. En Brazilië beschikt nu eenmaal over grote rivieren met stromingen, die zich perfect lenen voor aanleg van dergelijke centrales. Een nader blik op Santo Antônio en Jirau om het een en ander te verduidelijken: zij moeten over zo´n drie tot vijf jaar op maximaal vermogen draaien. Dan leveren beide centrales 6.450 megawatt. Eén megawatt staat voor één miljoen watt en voor 1.359,6 oude paardenkrachten. Santo Antônio en Jirau zullen op hun top goed zijn voor acht procent van de totale electriciteitsproductie in Brazilië. Goed voor ettelijke tientallen miljoenen huishoudens. De federale overheid spreekt dan ook van een zeer belangrijk werk en investeert in de aanleg van beide centrales een bedrag van 21 miljard reais.
De keerzijde. Het milieu, de infra-structuur van de betreffende regio, de mensen. Plannen en realisering van waterkrachtcentrales in Brazilië stuiten immer op groot verzet. Van onder meer milieu-deskundigen, van linkse activisten. Niet zonder reden. Want honderden vierkante kilometers natuur verdwijnen, ten faveure van winning van electriciteit. Rivierlopen veranderen, bewoners worden in hun bestaan bedreigd. Geen vis meer, waar moeten die mensen naartoe? Kappen van hout, de komst van tienduizenden arbeiders, de komst van vervuiling. Ontginning, roofbouw: alleen in beide genoemde centrales wordt één miljoen kubieke meter stenen en klei verwerkt.
Het traject van Santo Antônio is 2,5 kilometer lang, de officiële lengte van het traject van Jirau is nog niet bekend, maar komt minstens op 1,5 kilometer. Natuurlijk is de overheid gebaat bij bouw van waterkrachtcentrales en de inkomsten, natuurlijk zijn de mensen gebaat bij schone en goedkope energie. Maar het lijkt er sterk op dat bij de planning te weinig rekening wordt gehouden met de omgeving, met de gevolgen voor het milieu, met de plaatselijke bevolking. Dom, want er is lering genoeg te trekken uit het verleden en heden. Die ieder keer weer terugkerende felle protesten vallen niet op een donkere dag zomaar ineens uit de hemel. In Jacy-Paraná staat het huilen nader dan het lachen (foto links: het landelijke en eens zo rustige dorp). De oorspronkelijke bewoners klagen steen en been. Het bestaan is al zo hard in dit deel van Brazilië. Met temperaturen die kunnen oplopen tot veertig graden Celsius in de zon. De maximumtemperatuur over een jaar gemeten komt gemiddeld op dertig graden, minimum op 21 graden. Het is er heet en vochtig. Uitstekend, vindt de malariamug. Cijfers: van 2004 tot augustus 2009 worden in Jacy-Paraná 9.020 nieuwe gevallen van malaria geconstateerd. In de hele staat Rondônia in 2008 lijden maar liefst 45.589 mensen aan malaria. Maar ondanks het klimaat, de muggen en het harde werk op het platteland houden de bewoners van hun dorp, van hun Jacy-Paraná, hun hechte en familiaire gemeenschap. De invasie in korte tijd van de duizenden arbeiders van buiten bedreigt echter die hechte gemeenschap. Een deel van hen woont in een nieuwe opgetrokken wijk in Jacy-Paraná (foto rechts). De arbeiders werken dagen achtereen aan de centrale, verblijven in kleine houten barakken en komen voor het weekeinde terug naar het dorp.
Diário da Amazônia is een krant die in 52 gemeentes in Rondônia verschijnt. De krant heeft ook een respectabele website. Daarop verschijnt donderdag 11 augustus 2011 een sfeerimpressie van het nieuwe Jacy-Paraná. Wie het heeft geschreven, is onbekend. Geen naam of namen bij het artikel. Gesproken wordt over een ´equipe van Diário Amazônia, die onderzoek doet`. Een goed artikel. Een ingekorte en in het Nederlands vertaalde versie komt op het volgende neer:
´Wij zijn er op een vrijdagochtend. Het is acht uur, de bars gaan al open. Het is nog betrekkelijk rustig. Dat wordt snel anders als de bussen met arbeiders van de waterkrachtcentrales aankomen. Dan komen de hoeren (foto boven), dan gooien mannen munten in jukeboxen, die elkaar overstemmen met keiharde muziek, dan wordt het op een zuipen gezet. De hoeren ja, telkens worden zij genoemd in alle gesprekken met autoriteiten en bewoners. Nilton Barbosa, een gemeentelijke toezichthouder, zegt: ´We vechten tegen prostitutie, met name als het gaat om minderjarigen. Verdovende middelen worden gebruikt, het verergert de situatie alleen maar. Escalatie van geweld (foto rechts: een lijk zonder hoofd. Moord op een man in april 2011). Wie moet optreden, is de Polícia Civil (burgerpolitie), maar die werkt hier niet meer. Het is een drukte van jewelste in Jacy. Het gaat de hele dag en nacht door. Vind je het gek? Die mannen zitten een week lang opgesloten bij die centrales en komen in het weekeinde hierheen. Tien, twaalf, vijftien volle bussen stoppen in het dorp. Het houdt niet op`. Adriana Soares is directrice van het enige en kleine gezondheidscentrum dat Jacy rijk is. Tegenover dat centrum een klein hotel. Op een bord staat dat het hotel is gesloten. Adriana heeft er een goed zicht op. ´Het is niet gesloten`, zegt ze, ´dat is een facade. Het dient als afwerkplaats voor hoer en klant. Ons centrum is 24 uur per dag open, we werken klokje rond, net als de prostituees. We zien zwangere meisjes lopen, sommigen zijn tien, twaalf jaar (foto links, jonge prostituees nemen zelfs hun kinderen mee naar de bar). Mensen zeggen hier: de waterkrachtcentrales krijgen veel erfgenamen`. Luitenant M. Pontes werkt bij het vijfde bataljon van de Militaire Politie in Porto Velho. Dat bataljon moet voor veiligheid onder de burgers van Jacy-Paraná zorgen. Hij weerspreekt dat minderjarigen zich prostitueren. ´Wij zijn ze op patrouilles nooit tegengekomen. Ze zijn niet in de tientallen bars. De eigenaren van die kroegen kijken wel uit. Een minderjarige binnen, dan gaat de tent dicht`. Over het probleem van de prostitutie in zijn algemeen, zegt Pontes: ´Het is niet zo makkelijk. Vrouwen werken voor pooiers, maar doen geen aangifte. Die vrouwen zijn financieel afhankelijk van die mannen`. Voor zover de reportage van Diário da Amazônia.
De authentieke bewoners van Jacy-Paraná zuchten. Ja, ze zijn blij met de uitbreiding van de voorzieningen. Ze hoeven niet meer in een hete en volle bus naar de hoofdstad voor speciale medicijnen, voor koopwaar. Er zijn nu grotere supermarkten, betere apotheken. Meer straatverlichting ook, pleinen waar kinderen kunnen spelen. Maar al die voorzieningen wegen niet op tegen de misère. Tegen de vechtpartijen, het lawaai, het plassen op straat, de prostituees, het drugsgebruik. ´´Ons dorp is verworden tot het grootste openlucht bordeel van het land``, zeggen ze.
De bewoners komen in opstand (foto rechts), protesteren, blokkeren de belangrijke rijksweg bij het dorp. Ze delen pamfletten uit, dragen borden met teksten: we willen meer veiligheid. Maar volgens hen geeft de gemeente Porto Velho, waaronder Jacy-Paraná valt, niet thuis. ´´Er gebeurt niks.``
Wethouder Jurandir Bengala van Porto Velho (foto links) en al meer dan 25 jaar inwoner van Jacy-Paraná erkent het probleem, maar zegt dat de gemeente niet de mogelijkheden heeft om de oorzaken van de ontstane onrust weg te nemen. ´´De families zijn bang. Onze kinderen en pubers dreigen zichzelf te verliezen. De schuld ligt bij die grote ondernemingen, die ons martelen en geen verantwoordelijkheid op zich nemen.`` Mooie, maar wollige woorden. José Maria, leraar in Jacy-Paraná, houdt het daarentegen simpel: ´´We hadden weinig, maar waren gelukkig. De rust is verdwenen, we moeten nu leven met niet meer te controleren misdaad.``

Geen opmerkingen:

Een reactie posten