maandag 22 augustus 2011

Geen water



Twee foto´s nemen meer dan een halve voorpagina van het regionale dagblad O Popular in de Braziliaanse staat Goiás in beslag op nummertje 21.045 van de 73ste jaargang. Oftewel op dinsdag 16 augustus 2011. De zon schijnt fel en wreed, meer dan honderd dagen al zonder een spatje regen. Op de eerste foto een straatbeeld van Goiãnia, de hoofdstad van Goiás met 1,2 miljoen inwoners. Zonsondergang lijkt het, de foto is rood gekleurd en er zijn stofwolken te zien. Daaronder een foto van de Sahara. Een gesluierde toerist rijdt op een kameel over geel zand. Boven hem staalblauwe lucht.
Een grote kop boven de eerste foto: Luchtvochtigheid: Goiãnia 10%. En boven de tweede: Sahara 16%. Onder beide foto´s: ´Ideaal voor onze gezondheid is een luchtvochtigheid van 60%. Maar in Goiãnia werden gisteren waardes gemeten van beneden de 12%. Om een idee te geven, in Djanet in Algerije, het centrum van de Sahara, was de luchtvochtigheid gisteren 16%. Gelukkig hebben wij hier in Goiás wél water, wat in de woestijn ontbreekt.` Op bijgaande foto het stoffige en kurkdroge Goiãnia.
Gek of niet, maar die voorpagina zal dagen rondslingeren in de kleine woonkamer van het huisje van mijn vriendin en ik in Goiãnia. We drinken deze dagen veel water en baden zeker drie keer per dag. Aan ons zal het niet liggen. Tot die vrijdagmiddag van de 19de augustus. Tante van mijn vriendin die naast ons woont, klopt ´s ochtends vroeg op de keukendeur. ´´Jullie moeten voorzichtig zijn met gebruik van water. Er zit nog wat in de reservetank, daar moeten jullie het mee doen. Bijna niemand in onze straat heeft water. Prettige dag nog.`` Dank je tante Maria, daar kunnen we het mooi mee doen. Mijn blik valt op die voorpagina van O Popular. Wat ´gelukkig hebben wij wél water`? Weg met die krant!
Vriendin belt aan het einde van deze vrijdagmiddag het informatienummer van Saneago, het waterbedrijf van Goiãnia (foto links). Dat gaat als volgt. ´´Ik wil graag informatie hebben over wanneer wij weer water krijgen in onze buurt São Judas.`` Juffrouw aan de andere kant van de lijn: ´´Wie bent u en waar woont u?`` Vriendin antwoordt. Juffrouw: ´´Wat is uw rekeningnummer en op wiens naam staat die rekening?`` Vriendin antwoordt. Juffrouw: ´´Helemaal juist, welnu, de vooruitzichten zijn gunstig, u heeft wellicht rond elf uur deze avond weer water.`` Niet dus.
Het is zaterdagochtend 20 augustus en ik sta vroeg op. Het is nog geen zeven uur. Naar de keukenkraan. Geen druppel. Voor het aanrecht, op de grond, stapelen vieze borden en pannen zich op. De toilet? Niet door te trekken en ik moet echt een grote boodschap doen. Tante is ook al wakker en de scheet voorziet ons van een emmer water. Uit haar voorraad. Die wordt gebruikt om de toilet door te spoelen. Vriendin wordt wakker. Ze hoeft niets te zeggen. Ik zeg slechts: ´´Nog niet.``
Reden te meer weer aan de bel te trekken bij ons geliefd waterbedrijf. Een meneer dit keer. ´´Uw huisnummer alsjeblieft.`` Daarna: ´´Uw rekeningnummer alsjeblieft.`` Daarna: ´´Op wiens naam staat die rekening?`` Daarna: ´´Ik zal u een nummer geven waar u uw klacht kwijt kunt.`` Klik. Opnieuw bellen. ´´Wie bent u? Wat is uw rekeningnummer?`` Het is goed dat een mens niet door een telefoon heen kan kruipen. Of ze bij het bedrijf niet weten dat hele straten in drie noordelijke wijken van de stad ruim een dag zonder water zitten. Wij zijn zeker de enigen die klagen. Kom nou.
Het is die heerlijke Braziliaanse bureaucratie. Het is niet voor niets dat al die informatie over die rekening wordt gevraagd. Bij het waterbedrijf kijken ze eerst of die rekening wel is betaald en er geen afsluiting heeft plaatsgevonden. Dat gebeurt heel vaak in Brazilië. Ook staan energie- en gasrekeningen nog op de naam van een vorige bewoner. Overschrijven is ook zo´n gedoe. Oké, ook de tweede meneer van het waterbedrijf in Goiãnia is uiterst vriendelijk. ´´Elk moment kan het goedkomen. Prettig weekeinde.`` Ja, van hetzelfde. Die meneer gaat zometeen thuis lekker onder een koude douche en poept in een schone toiletpot. Wij? Wij niet en wij krijgen ook geen druppeltje water deze zaterdag. De nare geuren uit toilet en keuken dreigen ruimschoots te worden gecompenseerd met onze eigen zweetlucht. Het gaat recht vooruit.
Maar een Braziliaan is een rasoptimist, waarom ik dan niet? Zondagochtend 21 augustus tegen tienen op, de vogeltjes zijn blij en fluiten complete symphonieën. Dat moet een mooie dag worden. Naar het toilet. Gadver. Stank. Kraantje opendraaien. Ja, roept u maar, natuurlijk geen water. Beetje boos. Beetje veel boos. Vriendins humeur ook niet opperbest. Eerste week nieuwe baan, inclusief reistijd zo´n veertien uren per dag van huis en zij wil haar eerste uitrustweekeinde ten volle benutten om bij te komen. Met een vuile keuken, een volle toiletpot en geen water komt daar niks van. Ze gaat achter de computer zitten, ook kwaad en verstuurt een mail naar het gemeentebestuur waarin ze uitlegt dat als er werk is aan de waterleiding, en dat is haar gezegd, waarom er dan niet vóóraf wordt gewaarschuwd, in plaats van geen en slechte informatie achteraf.
Ik ga de straat op, met digitaal fototoestelletje van vriendin. Eerst naar mijn stamkroeg, op een halve kilometer van mijn huis. Barkeerper Zé verwelkomt me met zijn gewoonlijke gegrom, het terrasje voor zijn kroegje zit vol. ´´Wat? Geen water? Al twee dagen? Ik heb er geen last van. Nee, je stinkt niet erger dan normaal. Ga hier maar zitten, bij die andere gek, die maakt ook altijd zoveel lawaai. Bier en cachaça maar?`` Ik drink en ga naar het toilet waar ik water uit de kraan over mijn gezicht, armen en handen laat lopen. Heerlijk. Bizar toch hoe een mens lijdt zonder water. Zé roept: ´´Niet te veel hè, water is duur, ik zet het op je rekening.`` Heerlijke Zé, hij doet maar.
Op de fiets voor een rondje door mijn wijk. Mensen zitten buiten. Veel mensen zitten buiten. ´´Ook geen water?``, vraag ik. Sombere gezichten: ´´Nee, wij ook niet.`` Daar komt een auto van Saneago aan. Hé, daar staan er twee van hetzelfde bedrijf. Mannen in werkkleding liften putdeksels, poeren wat met een soort schep en leggen en de deksels weer op de juiste plekken (foto boven). Dat schiet op jongens. Naar huis. Gezicht van vriendin nog op onweer. Niks dus. Terug. Het is al zondagmiddag. Een kleine graafmachine begint aan de hoofdstraat van onze wijk rode aarde weg te scheppen. Een gat onstaat (foto geheel boven). Bij dat gat mannen van het waterbedrijf. Ik maak foto´s, ze zijn er niet blij mee. ´´Laat ons nou werken.`` Ik hou mijn mond, lijkt me beter en zie met beide ogen dat ze niks doen. Ze kijken naar beneden, naar een open put, met handen in zij (foto links), kijken op een wit vel papier waar talloze nummers staan, kijken naar bevallige jonge juffrouwen die met opwaaiende zomerjurkjes kirrend langslopen. Ook voor hen is het zondag. Dan springt een man het gat in en neemt een tang ter hand. Het zou toch niet gebeuren dat besloten is tot actie over te gaan? Kalm jongens, de zon schijnt. Ik maak nog wat foto´s en ga naar huis.
Mijn vriendin kookt, zo goed en kwaad als het gaat. De maagjes moeten vol. Macaroni met vleessaus. Eenvoudig. Maar altijd lekker, zeker als zij het maakt. Een zus van tante verschijnt. ´´Gaan jullie mee? Kunnen jullie lekker bij ons douchen. Mijn moeder en haar vriend zitten al in de auto.``
Vriendin kijkt me aan, we hoeven niets te zeggen. Uit dat gas, weg uit die vieze woning. Het is leuk in het huis van dochter van tante. Kinderen, het gezin, wij, tante en vriend. Een drukte van belang. En ach, als we er toch zijn, honger misschien? Gaan we wat braden en wat koken. En ach, als we dorst hebben, daar staat een goede vles Wodka. Met sinaasappelensap en ijsblokjes? Zeker, komt eraan. Ik douche twee keer, met handdoeken van het huis. Zelf een handdoek meenemen, is een ware belediging van de gastvrouw en -heer. Of ze die niet zelf hebben, schoon en lekker geurend. Ik moet denken aan woorden van een oude Hollandse vriend, Braziliëkenner en Braziliëgek. Hij zegt immer: ´´Dat volk maakt van niks een feestje.`` Het wordt aldus een latertje deze zondag. Voldaan en schoon liggen wij ´s avonds laat op ons bed, in een schone slaapkamer in een verder vies huis. Morgen gaat de vierde dag zonder water in. Vriendin moet voor zes uur in de ochtend op om naar haar werk te bussen. Arme ziel.
De wekker gaat. Op een mobieltje. Het is maandagochtend 22 augustus. Vriendin staat op, stommelt naar de keuken en doet het licht aan. Buiten is het nog donker. Ik word wakker en wat hoor ik? Druppelend water. ´´Het komt goed, langzaam aan``, deelt vriendin mede. Gelukkig. Ik moet lachen. Wat een weekeinde. Een weekeinde dat vele facetten van het leven in Brazilië toont. Geen en slechte informatie van overheidswege, slechte planning, de enorme bureaucratie, dat eeuwige getreuzel bij dringende werkzaamheden, vooral geen haast, gebrek aan water (soms valt ook de electriciteit zomaar uit) en ja, inderdaad ouwe makker, van misère een feestje maken. Conclusie van dit alles? Ik blijf.

1 opmerking:

  1. Leuk opgeschreven weer Norbert,
    Ik heb over water niet te klagen hier in Natal zo ongeveer drie maanden lang nou zowat dagelijks regen soms met bakken er lijkt geen eind aan te komen.Maar vooral die laatste regel die is heel herkenbaar. Mijn conclusie? Ik blijf ook.

    BeantwoordenVerwijderen