zondag 27 juni 2010

WK 2010 8 (36)

Wat een WK-dag! Brazilië speelt, Oranje speelt. En meer: winnen ze alle twee, dan spelen ze vrijdag tegen elkaar in de kwartfinale. Toegegeven, het is geen halve finale of finale. Een kniesoor die daar op let. De stemming in Brazilië? Angst voor Nederland. Of, zoals een oudere Braziliaanse sportjournalist op de televisie het zei: ´´Ik had een voorgevoel dat beide landen elkaar voor de finale zouden ontmoeten. Ik vrees Holland. Eén ding is zeker. Wie deze kwartfinale wint, wordt wereldkampioen.`` Daar houden we de man aan.
Chili? Slowakije? Zowel in het Braziliaanse als in het Nederlandse voetbalkamp wordt met tact gereageerd. Goede tegenstander, gevaarlijk, het wordt geen makkie. Sinds 2006, onder Dunga, speelde Brazilië en Chili vijf keer tegen elkaar. Vijf keer winst voor Brazilië. De laatste overwinning van Chili op Brazilië dateert van 15 augustus 2000, kwalificatie voor de wereldkampioenschappen 2002. Het werd 3-0. Toch een uitlating, van Chili-speler Pablo Contreras: ´´Logisch dat we de kracht van Brazilië onderkennen. Maar we blijven geloven dat we kunnen winnen. We gaan aanvallen en geschiedenis schrijven``, belooft de Chileen.
Brazilië is niet alleen trots op Brazilië. Als het uitkomt ook op het eigen Latijns-Amerika. Als morgen Paraguay van Japan wint, heeft iedere kwartfinale van dit WK een Latijns-Amerikaanse deelnemer. Uruguay en Argentinië zijn al zeker. Verder Brazilië of Chili en dus de winnaar van Paraquay-Japan.
Ingelaste nieuwsuitzending op televisie een uurtje voor Nederland-Slowakije. Het is half elf in de ochtend. De ellende na overstromingen van een grote rivier in Braziliaanse noordoosten houdt aan. Het waterpeil gaat weer stijgen. Laatste stand: 25.000 mensen dakloos. Hulpacties zijn op gang gekomen. De aandacht voor het WK overspoelt de aandacht voor de rampspoed. Reportages van dorpen onder water. Van straten, klaar voor het WK, aangekleed, met vlaggen en al. Ze zijn verlaten, ondergestroomd. De vlaggetjes hangen zielig aan gevels. Huilende bewoners, die zich in het water een weg naar een veilige haven banen. ´´We waren klaar voor het WK, moet je nu kijken``, zegt een desolate zwarte man op televisie.
Einde van de nieuwsuitzending. Terug naar Zuid-Afrika. Voorbeschouwing. ´´Nederland wordt met de wedstrijd sterker. Het maakt geen show, het gaat om het resultaat. Grote spelers in het verleden, Neeskens, Cruijff, Rensenbrink, maar nooit voldoende voor een wereldcup.`` De wedstrijd dan. Oranje wint met 2-1. Geen makkie, inderdaad. Twee levensgrote kansen voor Slowakije. De Braziliaanse analyse is helder: ´´Holland speelt niet groots, maar geconcentreerd. Het speelt gesloten, lokt de tegenstander uit en valt gevaarlijk uit. Robben en Sneijder zijn de twee uitblinkers. Zij maken het verschil. Die twee kansen, ja, als onze aanvaller Luis Fabio ze krijgt, gaan ze er in. Winnen we, dan wordt het vrijdag een zware wedstrijd. Voor beide ploegen.``
Het zal de Oranjefans op het strand Copacabana in Rio de Janeiro vooralsnog een grote zorg zijn. Ze vieren in de hitte de overwinning. Samen met Brazilianen, die al vroeg acte de presence geven om een zo goed mogelijke plek in te nemen bij de grote schermen. Nog twee uur. Een televisiepresentratice moet lachen: ´´Ik hoor net dat het vliegtuig terug naar Brazilië zojuist is geboekt in geval van verlies tegen Chili. Weet je wanneer? Direct na afloop van de wedstrijd.`` Nog één: ´´Weet je wie er fluit? Harold Webb, die Engelse politieman.``
De buurman zet de televisie hard. Het Braziliaanse volkslied wordt gespeeld. Dat kent bijna iedereen in Brazilië, het wordt geleerd op school. Verplicht, alhoewel er momenteel op regeringsniveau over die verplichting wordt gesteggeld. Op de achterzijde van bijna alle schoolschriftjes staat de moeilijke tekst.
De eerste minuten ziet er somber uit. Chili valt aan en krijgt zowaar kansjes. Geen ruimte voor de tegenstander. Toch scoort Brazilië 1-0 en niet langer daarna zelfs een tweede goal. Ongehoorde luxe. Wel weer geel voor Kaká. ´´De poort naar de kwartfinale staat wijd open``, kraaien televisiecommentatoren. Ze brengen te pas en meer te onpas het WK in 1962 in Chili ter sprake. Brazilië versloeg op 13 juni dat jaar de gastheer met 4-2 en won de tweede wereldbeker op rij. Een historische wedstrijd, dat wel, met dribbelkoning Carrincha in de hoofdrol. De wereldbeker werd destijds aan hem opgedragen.
In de tweede helft kritiek op aanvaller Robinho. Hij doet te weinig. Het is net uitgesproken of hij scoort met een mooie curve 3-0. Commentatoren bijna euforisch nu: ´´Kijk hoe hij doet, hoe doet hij het? Met het stempel van Pelé.`` Ho maar, zo kan die wel. De laatste minuten tikken weg. ´´Is uw hart sterk? Bent u er klaar voor? Niets minder, niets meer, het is vrijdagochtend om elf uur gewoon Brasil-Holanda.``
Rest vandaag nog één Braziliaanse actie. Die is belangrijk, want anders kost het geld voor niets. Het annuleren van de thuisvlucht. Of beter: verzetten naar vrijdag. Ook maar direct na de wedstrijd?

vrijdag 25 juni 2010

WK 2010 7 (35)

Voor het begin van de live-uitzending op televisie van Brazilië-Portugal deze vrijdagochtend weer die rare reclamespot. Met de Braziliaanse trainer Dunga in de hoofdrol. Hij prijst Oi, ´hallo` in het Portugees, aan. Oi is het Braziliaanse equivalent van het Nederlandse Ben. Oi is groot en verkoopt enorm veel prepaid-kaarten voor de mobiele telefoon. Ook abonnementen, maar Braziliansen kopen kaarten, die bijna op elke straathoek worden verkocht. Dunga in net pak achter een soort persconferentie-tafel, een gemaakte glimlach siert zijn gezicht. Maar het is géén gezicht. Het past niet. Denk eens in, Bert van Marwijk maakt in een spotje op de Nederlandse televisie reclame voor Ben. Een paar tellen later loopt diezelfde Van Marwijk in Zuid-Afrika een voetbalveld op als trainer van een deelnemend land aan een wereldkampioenschap voetbal.
De wedstrijd dan. Beetje tam. Veel gele kaarten de eerste helft, geen goals. Ook de tweede helft niet. Het televisiecommentaar spreekt over schaakvoetbal. De Braziliaanse verdediger Lúcio speelt weer eens een prima wedstrijd en legt de Portugese sterspeler Ronaldo aan banden. De Braziliaanse doelman Julio César verricht in de tweede helft een knappe redding en wordt de rest van de wedstrijd tot en met de nabeschouwing ´´de beste keeper van de wereld`` genoemd. Dat heeft die César toch maar snel verdiend.
Televisiecommentaren zeuren door over het ontbreken van een beslissende actie voorin. Kaká (één wedstrijd geschorst wegens rode kaart) en Robinho (lichte blessure) blijven aan de kant. Brazilïe mist hen, luidt de conclusie. De doorgewinterde en Braziliaanse commentatoren zijn uiterst slim in hun verbale visie op het voetbal. Ze weten perfect het ´gevoel van het volk` te verwoorden. Dat wil goals en spektakel. Dunga antwoordt tijdens de verplichte persconferentie na Brazilië-Portugal op een vraag: ´´Tot nu toe wordt er maar weinig gescoord op het WK. Ontbreekt het aan goede aanvallers of is het voetbal zo veranderd?`` Dunga glimlacht en deze glimlach is echt. ´´De mensen vergeten dat in het verleden op WK`s het ook niet altijd bal was. Kijk de statistieken er op na. Genoeg wedstrijden met weinig goals.``
Dunga is een geweldige trainer. Compleet zichzelf en niet zwichten onder druk van de pers. Die druk is immens. Brazilië is hét land van de roddel, hét land van het verzinnen van wat dan ook dat ´tegen u kan worden gebruikt`. Een spelerswissel die niet zou deugen, commentaar dat negatief kan worden uitgelegd, de pers haalt alles uit de kast. Dunga antwoordt op alle vragen en als het vuur hem na aan de schenen wordt gelegd, bijt hij van zich af. Hij permiteert zich de verslaggever te schofferen. ´´Heeft u een probleem of zo?`` Natuurlijk wordt die uitlating de volgende dag uitvergroot in de krant en op televisie gepresenteerd. Het is een nooit eindigende soap, net als het Braziliaanse leven zelf.
Het is vandaag nog niet afgelopen. Chili moet tegen Spanje en Zwitserland tegen Honduras. Alle vier in groep H. Brazilië speelt tegen het land dat tweede eindigt in die groep. Het is nog lang niet zeker welk land dat wordt. De wedstrijd Chili-Spanje wordt live uitgezonden op televisie.
Terug naar Brazilië-Portugal. Om precies te zijn direct na het eindsignaal van de wedstrijd. De Braziliaanse speler Michel Bastos, die in Frankrijk bij Olympique Lyon speelt, wordt bij het veld opgevangen door een televisiejournalist van Rede Globo. Wat onnozele vragen, wat onnozele antwoorden. Maar daar gaat het helemaal niet om. In de studio van het WK-programma van Globo in Brazilië zitten de moeder en de vader van Michel. Iedere wedstrijd van Brazilië staat een speler centraal en wordt een reportage uitgezonden over diens ouders en familie. Vervolgens zijn de ouders te gast tijdens de live-uitzending van betreffende wedstrijd.
Na die onnozole ondervraging wordt het televisiebeeld in tweeën verdeeld. Links de journalist en de speler, rechts de moeder en de vader. Dan komt het moment. ´´Je ouders zijn in de studio nu. Luister naar hen en zeg wat in de microfoon. Hier``, en de journalist geeft de speler zijn oordopje. De speler kijkt verbaasd, hij is zichtbaar moe. Maar hij pakt het knopje aan en doet het in een oor. In de studio worden de vader en de moeder gemaand wat tegen de zoon te zeggen. Vader komt niet verder dan wat clichés. ´´We hebben alles gezien. We blijven je steunen hier, we gaan voor de finale, hè?`` De zoon belooft de vader die finale te halen. Het maakt geen indruk. Maar dan de moeder. Ze vergeet de studio, het felle licht en de camera´s. ´´Hoe gaat het met je mijn zoon, hoe gaat het toch met je?!`` Ze dringt aan: ´´Is alles goed daar? Je weet dat God iedere dag aanwezig is en op iedereen let. Ook op jou. Wij zijn ook iedere dag bij je.``
De zoon raakt geëmotioneerd, maar toont het amper. Eigenlijk is hij totaal van de kaart. Slechts een tel. Is dat gek? Nee. Enkele minuten geleden nog zwoegen op een voetbalveld tijdens een WK-wedstrijd in een land ver weg en nu ineens, nat van het zweet, moeder aan de lijn. De zoon houdt het kort. ´´Hallo moeder, hallo. Alles goed hier moeder. Ja, alles gaat goed. Bedankt hoor, ja, dag.`` Zonder hem aan te kijken, geeft de zoon het oordopje terug aan de journalist. Met het hoofd iets gebogen loopt hij naar de kleedkamer. Snel de douche in.

zondag 20 juni 2010

WK 2010 6 (34)

Een belangrijke WK-wedstrijd, die in Brazilië op een zondag en dan nog ´s middags via de televisie live wordt uitgezonden, moet een geschenk van God zijn. Een mooier tijdstip is ondenkbaar. Brazilianen staan zondag vroeg op, om te profiteren van de vrije dag. Naar de bakker voor vers brood, daarna naar de slager en de supermarkt voor kilo´s barbecuevlees en bier. Op het gemak. Is het lekker weer, dan is het eerder regel dan uitzondering dat de eerste blikjes bier op zondagochtend om tien uur worden geopend. Verkopers van pastels doen goede zaken. Het is om acht uur al druk bij de kraampjes op de straat. Alternatief en goedkoop ontbijt, lekker vet. Een goede ondergrond voor liters bier.
Het is deze zondagochtend kil in mijn woonplaats Goiania. Het is de tijd van het jaar. Het kwik daalt ´s nachts tot dertien graden Celsius. Het duurt even voor de zon, die iedere dag rond half acht opkomt, haar werk doet. Brazilianen rillen, dragen truien. Het is een maf gezicht. Van gezichten is spanning af te lezen. Het aardsoptimisme heeft toch een deuk gekregen afgelopen dinsdag na de magere 2-1-winst op Noord-Korea. Vanmiddag staat Brazilië-Ivoorkust op het programma.
De ochtend doet vreemd aan. Het ruikt anders, het voelt anders, de mensen zijn anders. Bij de bakker draaien klanten om het onderwerp Brazilië-Ivoorkust heen. ´´Hé gringo, gefeliciteerd, Holland is als eerste land geklassificeerd voor de achtste finales.`` En Brazilië? ´´Ja, nou, het moet echt beter. We moeten eens gaan voetballen.`` Een oude koe wordt uit de sloot gehaald. ´´Adriano mocht dus niet mee van de trainer hè. Waar is die aanvaller die brokken kan maken?``
Er is weinig wind. De Braziliaanse vlaggetjes, die speciaal voor dit WK her en der zijn opgehangen, wapperen amper. Een voorteken? Televisiepresentatoren zijn niet gerust. De schandelijke 1-1 van regerend wereldkampioen Italië tegen het onbeduidende Nieuw-Zeeland deze ochtend voedt dat gevoel. ´´Waar moet dit heen? Duitsland, Frankrijk en Spanje verliezen en nu speelt Italië gelijk tegen Nieuw-Zeeland. Alleen Argentinië en Holland maken hun favorietenrol waar. En wij?``
Nog anderhalf uur. Geen wolkje aan de lucht. De zon is volop in de aanval. De alcohol ook. De defensie van de Braziliaan blijkt zwak. Hitte en bier en weg zijn de twijfels. Televisiebeelden wederom van feestende menigtes in Rio de Janeiro, São Paulo en Belo Horizonte. Drukker, logisch, het is zondag. Uitgelaten, logisch, het zijn Brazilianen.
Tien minuten voor de aftrap even de straat op. De laatste Brazilianen in voetbalshirts reppen zich naar familie of vrienden. Het is bijna uitgestorven. Weer dat vreemde gevoel. Het beste te vergelijken met oudejaarsavond. De laatste minuten voordat de klok twaalf slaat.
De aftrap en het gaat weer niet goed. De bal gaat heen en weer. Van Braziliaanse pressie en inventiviteit is geen sprake. Dus toch? Maar nee, Louis Fabiano scoort halverwege de eerste helft. Toch creativiteit. De ban is gebroken. Hij scoort de tweede helft weer, al naar vijf minuten en kroont zich tot man van de wedstrijd. Een derde zelfs, van Elano. Brazilië haalt opgelucht adem, zo moet het. Sterspeler Didier Drogba van Ivoorkust staat ruim tien minuten voor tijd helemaal vrij en scoort 3-1. Weer verslapt de Braziliaanse verdediging aan het einde van de wedstrijd.
De sfeer op het veld wordt allesbehalve vriendelijk. Aanslagen op Braziliaanse enkels en knieën zijn het gevolg. Opstootjes. Kaká laat zich provoceren, reageert zich af en krijgt een tweede gele kaart. Van het veld af en geschorst voor de komende wedstrijd tegen Portugal. Domme actie van een speler van zijn kaliber. Het is frustratie. Hij is gebombardeerd tot dragende speler van het elftal, maar maakt die rol in de verste verte niet waar. Dat vreet aan hem.
Het volk rouwt niet om die rode kaart. Morgen wordt het zeker gesprek van de dag. Maar nu tellen de winst, de drie doelpunten en de afgedwongen kwalificatie. Wat is het toch heerlijk om op een WK tegen Portugal te moeten spelen met in het achterhoofd dat de achtste finales al zijn bereikt. Met of zonder de sterspeler. Maar wat is het toch verdraaid jammer dat die feest-wedstrijd op een vrijdag en dan nog ´s ochtends via de televise live wordt uitgezonden.

dinsdag 15 juni 2010

WK 2010 5 (33)

Het is dinsdag 15 juni. Brazilië gaat zijn eerste wedstrijd spelen van het wereldkampioenschap voetbal voor landenteams 2010 in Zuid-Afrika. Eindelijk. Het WK is al vier dagen bezig en de Brazilianen kunnen niet meer wachten. De dag in mijn woonplaats Goiania begint vroeg, ik wil niets missen. Voor zeven uur naar de bakker, die om zessen de deuren opent. Het is druk, vrouwen en mannen dragen het zo bekende gele voetbalshirt van hun nationale elftal.
Een rekje met kranten bij de kassa. De regionale krant O Popular heeft een grote foto van de Braziliaanse trainer Dunga die tijdens een training een bal omhoog schiet. Daarboven een kop in koeienletters: 190 miljoen gaan naar de bal kijken! De bakker gaat een uurtje voor wedstrijd dicht. Zoals bijna alle winkels, tot aan banken toe. ´´Of ik weer openga, hangt af van het resultaat``, zegt hij. Klanten raken met elkaar in gesprek. ´´Het is koud in Zuid-Afrika tijdens de wedstrijd. Een nadeel``, zegt er een.
Snel naar huis met vers brood. Vriendin moet ´s ochtends stage lopen op een middelbare school. Zij is in opleiding voor lerares aardrijkskunde. ´s Middags is ´Psychologia I` afgelast. Het is vorige week ten sprake gekomen. De lerares kondigde aan les te geven tijdens het WK en dus ook tijdens Brazilië-Noord-Korea. Dat pikten de leerlingen niet. ´´Dan blijven we mooi met zijn allen thuis.`` De lerares koos eieren voor haar geld en laste de middagbijeenkomst af.
Het is acht uur. Televisie aan. Welke zender ook, het gaat over Brazilië. Reportages over alles en nog wat. Ziekenhuizen klagen. Tekort aan bloed. Een normaal verschijnsel in het land. Bloeddonoren zijn van levensbelang in Brazilië, letterlijk. ´´Tijdens het WK daalt het aantal bloeddonoren met veertig procent. Waarom? Mensen moeten hun verantwoordelijkheid nemen``, aldus een bezorgde en geïrriteerde ziekenhuisdirecteur. Maar directeur, over verantwoordelijkheid gesproken, die wordt juist wél genomen. Het volk kijkt op televisie naar Brazilië.
De laatste nieuwtjes over de selectie moeten aan bod komen. Ze ontbreken. Dunga houdt de deuren gesloten en de pers neemt hem dat niet in dank af. Ter informatie: spelers en trainers zijn in Brazilië bijna 24 uur per dag beschikbaar voor welk commentaar dan ook. Dit WK dus niet. Slechts nu en dan een persconferentie. Probleem? Welnee, de pers zoekt zelf wel wat uit de hoek. ´´Wist u dat we de langste selectie ooit hebben? Gemiddeld 1.82 meter.`` Gelukkig, een hele geruststelling.
Eerst zijn er die twee andere wedstrijden: Slowakije tegen Nieuw-Zeeland in de ochtenduren en later Ivoorkust-Portugal. Vooral die laatste wedstrijd is van belang, de twee ploegen spelen in dezelfde poule G als Brazilië en Noord-Korea.
Dunga gaat tijdens de laatste persconferentie voor de wedstrijd niet in op uitspraken van zijn Noordkoreaanse collega. Die zegt dat hij zich niets aantrekt van de faam van Brazilië en dat Noord-Korea voor een verrassing kan zorgen. ´´Wij kunnen winnen.`` Kim Jeong-Hoon heet de man. Hij lijkt zo te zijn weggelopen uit een slechte Chinese maffiafilm.
Een regionale televisiezender in de staat Goiás, waarvan Goiania de hoofdstad is, meldt een piek in de verkoop van voetbalattributen, vlees voor de barbecue, bier en...vuurwerk. Eigenaar van een grote zaak in feestartikelen in Goiania, vuurwerk is het hele jaar bijna overal te koop, verschijnt voor de camera: ´´Let goed op dat u legaal vuurwerk koopt met het originele etiket van het Braziliaanse leger op de verpakking. Lees goed de gebruiksaanwijzing.`` Geen overbodige mededeling. Een politieman toont op televisie zijn verminkte linkerhand. Een stomp, geen vingers meer. ´´Eigen schuld, geen aandacht besteed aan die gebruiksaanwijzing.``
Behalve knalwerk, gaan ook allerlei toeters, vuvuzela´s en trommels grif van de hand. Televisiepresentator: ´´Dat gaat toch voor geluidsoverlast zorgen.`` Reacties van een stel jongelui op straat: ´´Overlast? Hè? Brazilië speelt en daar hoort lawaai bij. Onderdeel van het feest, net als de barbecue en bier.``
Tijdens het oersaaie Nieuw-Zeeland-Slowakije tellen televisiepresentatoren af. ´´Nog geen zes uur meer voordat ons Brazilië begint.`` Even zijn ze opgewonden. Als de eerste helft op het einde loopt. ´´In de rust zenden we een voorbeschouwing uit over Brazilië-Noord-Korea. Dat mag u niet missen.``
Ivoorkust-Portugal gaat beginnen. Het voorgerecht. Laatste nieuws: Brazilië gaat spelen in het originele tenue, in twee graden boven nul en er is een windsterkte van twintig kilometer per uur. Dank u, het is genoteerd. Voor de wedstrijd de gebruikelijke reportage bij het stadion. Een dikke fan in het Portugese rood en groen draagt een grote Braziliaanse vlag met zich mee. Een televisiejournalist is verbaasd en ondervraagt hem over die vlag. Antwoord: ´´Ik heb jaren in Brazilië gewoond, ben Portugees en woon nu in Australië. Ik ben voor Portugal en Brazilië. Ik heb altijd feest.`` Wat een gek. Portugal en Brazilië zijn als Nederland en Duitsland, zijn als als Noord-Korea en Zuid-Korea.
Ivoorkust en Portugal spelen een harde eerste helft, die eindigt in 0-0. Ivoorkust is fysiek sterk, valt zeker niet tegen. Het Portugese wonderkind Cristiano Ronaldo van het Spaanse Real Madrid maakt weinig indruk, op één afstandsschot na. Hij loopt tegen een gele kaart op.
Vriendin komt thuis van stage. Ze vertelt. De dertig leerlingen in haar klas zijn niet alleen met hun hoofd bij de wedstrijd. Onder de verplichte schooluniformen zijn ze duidelijk zichtbaar: gele blousjes en geel-groene T-shirts. Verder, nagels gelakt in het groen en geel, haarbandjes in dezelfde kleuren.
Het voorgerecht is op. Ivoorkust en Portugal houden het op 0-0. Weinig smaak, alleen wat peper aan het einde, als Ivoorkust plots sterk aandringt. Ik ga fietsen, een rondje van zo´n vijftien kilometer door buitenwijken. Nog ruim twee uur voor de wedstrijd. Automobilisten racen op volle snelheid door de straten. De wagens zijn tot de nok toe gevuld met bier drinkende mensen. Ze zijn allemaal verkleed. Viesgroene en veel te grote pruiken op. Claxons klinken luid. Het voelt alsof ik door een halfvol stadion fiets. Op een motor een vader, een moeder en een baby. Papa voorop, mama achterop en de kleine tussen die twee ingeklemd. Alle drie in het geel en groen.
Op huis aan. Daar staat de televisie aan. Bij de buren en overburen blijkbaar ook, want de voorbeschouwing is duidelijk hoorbaar. Wat heet, we kunnen onze geluidsknop gerust op nul draaien. Het hoofdgerecht begint en het wordt met de tien minuten alsmaar stiller buiten. Brazilië bakt er niks van. Noord-Korea blijft gemakkelijk overeind. De scheidsrechter fluit voor rust. Geen goals. De televisiepresentatoren stellen de tientallen miljoenen kijkers gerust. ´´We beginnen de tweede helft opnieuw en vergeten de eerste 45 minuten.`` Brazilië zit die tweede helft beter in de wedstrijd. Meer snelheid, meer ruimte. Na tien minuten maakt rechtsback Maicon fraai 1-0. Brazilië ontploft. In ieder geval onze straat. Geschreeuw en vuurwerk van alle kanten. Het geknal klinkt als opluchting. Nog een kwartier en de tweede goal valt. Brazilië verwacht meer. Het tegendeel gebeurt. Noord-Korea scoort tegen, twee minuten voor tijd, het wordt slechts 2-1.
Een domper op de feestvreugde? Ja en nee. Ja, want kritiek klinkt duidelijk door tijdens nabeschouwingen. Het liep niet en te weinig goals. Veel te mager, die 2-1 tegen Noord-Korea. Tegen wie? Nee, want duizenden Brazilianen vieren volop feest op het strand in Rio de Janeiro, in de binnenstad van São Paulo en op een groot plein in Belo Horizonte. De televisie laat beelden zien. Het is overal een compleet gekkenhuis.
Desondanks ligt de eerste gang van het hoofdgerecht zwaar op de maag. Zondagmiddag om half vier kunnen de Brazilianen aanschuiven voor de tweede gang. Dan staat het veel sterkere Ivoorkust op het WK-menu. Dat wordt andere koek. Ik ga de straat op en spreek uit wat ik denk aan de feestvierders. ´´Hoe kan je dat nou zeggen gringo?``, is het eensluidende weerwoord, ´´het wordt alleen maar beter, veel beter.``

maandag 14 juni 2010

WK 2010 4 (32)

Voor de televisie om kwart over acht in de ochtend. De live-uitzending van de WK-wedstrijd Nederland-Denemarken op de nationale Braziliaanse televisiezender O Globo begint. Kanaal 2. Reportage van aankomst Oranjesupporters bij stadion Soccer City in Johannesburg. Marcel, geheel in het oranje, krijgt een Braziliaanse microfoon onder zijn neus. De conversatie gaat in het Engels, de televisiejournalist vertaalt. ´´Ik ben gisteren aangekomen speciaal voor de wedstrijden van Nederland. De verdediging is inderdaad niet erg goed, maar ik heb er vertrouwen in. We winnen met 2-1. Een titelkandidaat? Nee, maar de kwartfinale moet haalbaar zijn.``
De eerste helft. De twee Braziliaanse televisie-presentatoren, voetbalwedstrijden worden altijd door een duo verslagen, hebben moeite met het uitspreken van namen van de Nederlandse spelers. Kuijt heet ´Kuut`, Van Stekelenburg wordt ´Van Stiekelenboerkie` en het is trainer ´Van Marwiek`. Een van de presentatoren merkt op dat Giovanni van Bronckhorst vaak Gio wordt genoemd. ´´Wat wil je met zo´n onuitspreekbare achternaam.``
Meerdere malen worden aan het begin van de eerste negentig minuten de prestaties van Oranje in het verre verleden en tijdens de kwalificatie naar dit WK geroemd. ´´Negentien wedstrijden al ongeslagen. Het is niet gering. Oranje, twee keer vice-wereldkampioen.`` Nederland weet Denemarken niet echt vast te zetten. Twee uitvallen van de Denen leveren meer gevaar op dan uit het vele balbezit van Oranje voortvloeit. ´´Wat Nederland mist, is een individuele actie, een dribbel.`` De camera zwenkt naar de bank. Robben komt in beeld. ´´Die missen ze nu, hij is iemand die een goede actie kan maken.`` En: ´´Het is een typisch Europese wedstrijd, twee afwachtende ploegen.``
In de rust een reportage van het beroemde strand Copacabana in Rio de Janeiro. Daar is op het strand een enorm groot beeldscherm neergezet. Alle WK-wedstrijden worden er getoond en het is gratis toegankelijk. Een besluit van de gemeente Rio de Janeiro om voetballiefhebbers te plezieren. Problemen te verwachten met massa´s mensen bij grote beeldschermen in Brazilië? Welnee. Hoe meer mensen, hoe meer vreugd. Een groep Nederlanders in oranje zit op het zand voor het scherm. ´´Makkelijk zal het niet worden, maar we gaan winnen. Wacht tot we in de finale komen!``
Tweede helft. Eerste aanval. Eerste minuut, 1-0. Eigen goal van AZ-verdediger Simon Poulsen uit een voorzet van Van Persie. Later zal de FIFA bekendmaken dat de bal niet via Poulsen, maar via de rug van verdediger Daniël Agger in het net verdween. ´´Dit is goed voor de wedstrijd, Denemarken moet er nu wel uit komen.`` Dat doet het ook, maar niet met veel overtuiging. Maar het blijft spannend. Hé. Van Stiekelenboerkie heet ineens Van der Sar.
Van Persie scoort na fluitsignaal van de scheidsrechter voor buitenspel. Hij maakt het gebaar geen fluitje gehoord te hebben. De presentatoren moeten lachen. ´´Tja, die vuvuzela´s hè. Geeft een speler wel de mogelijkheid zich erachter te verschuilen. Slim van Van Persie.``
39ste minuut: ´´Sim, sim, gooooooooool da Holanda, gooooooool da Holanda, Van Kuut!`` Ja,ja, goal van Nederland. De wedstrijd is gespeeld. De presentatoren roemen de wissel van Van Persie voor Eljero Elia in de 67ste minuut. ´´Ielajaa zal meer snelheid in de aanval brengen.`` Ze krijgen gelijk.
Johan Cruijff zit op de tribune. De camera brengt hem in beeld. ´´Wie zit daar?! Wie zit daar!? Het is niemand minder dan Kroif, Kroif.``
De laatste minuten. Conclusies. ´´Nederland doorbreekt een taboe. Denemarken heeft nog niet een eerste wedstrijd op een WK verloren. De Oranjesupporters maken zich op een feest in Johannesburg. Wij weten genoeg. Na Argentinië, met een Messi in vorm, en Duitsland is nu ook Nederland zwaar favoriet. Het is misschien niet altijd even sprankelijk, maar het is degelijk en er schuilt gevaar in de acties. Wacht maar tot Robben terug is. Dan wordt het nog beter. Stel je toch voor, een finale tussen Nederland en Brazilië. We zullen zien.``

zondag 13 juni 2010

WK 2010 3 (31)

Het WK in Zuid-Afrika gaat nu pas echt beginnen. Althans voor iedere Nederlander en Braziliaan die het eigen elftal een warm hart toedraagt. In een groot deel van Brazilië wordt Nederland-Denemarken op de maandagochtend om half negen in de ochtend live uitgezonden. In andere delen van het immense land kan dat één of twee uur schelen. Maar weinigen zullen Oranje live volgen. Ze zijn hard aan het werk en zo niet, dan zijn ze louter gefixeerd op ´De Selectie`, zoals het nationale elftal wordt genoemd. Die speelt dinsdagmiddag, Braziliaanse tijd, de eerste wedstrijd in groep G tegen Noord-Korea, een nog grote onbekende.
Dagelijks televisiereportages en berichten in de geschreven pers over die Selectie moeten de chauvinistische Brazilianen door de eerste dagen van het WK heenslepen. Reportages over niks, berichten over niks. Doelman Julio Cesar herstelt voorbeeldig, hij traint weer hard mee. Iedere dag opnieuw beelden. Voetballers zeggen voor camera´s dat Brazilië zich geen zorgen hoeft te maken, de sfeer in het trainingskamp is voorbeeldig. ´´Nee, we lachen ook. Brazilië is toch het land van het feest? We ontspannen en werken hard aan wat beter kan.`` De mensen opnieuw gekluisterd aan de buis. Ook voor die prietpraat, want tja, het is Brazilië.
Televisiecommentatoren laten geen gelegenheid voorbijgaan om tijdens wedstrijden in aanloop naar Brazilië-Noord-Korea een link te leggen naar het eigen land. ´´Weet je, Giovanni dos Santos van Mexico heeft een Braziliaanse vader. Je kunt het goed aan hem zien, hij speelt met een Braziliaanse inslag.`` De Braziliaanse scheidsrechter Simon fluit Engeland-Amerika. ´´Nog één gele kaart en hij zit op zijn gemiddelde van vijf en een beetje per wedstrijd. Dat is veel, daarom is hij niet zo geliefd bij spelers. Het is zijn honderdste officiële internationale wedstrijd, gefeliciteerd, hij doet het goed.``
Brazilianen hebben iets met het Nederlands elftal. De bekende Braziliaanse sportjournalist Paulo Vinicius Coelho heeft een grappig boekje geschreven over de vijftig meest markante wedstrijden van de WK´s tot en met 2002. Vijf keer komt Oranje aan bod: tegen Uruguay in 1974 (2-0 winst), Argentinïe in 1978 (3-1 verlies in finale na verlenging), Brazilië in 1989 (1-1, 4-2 verlies na penalty´s), tegen Argentinë (2-1 winst) en Brazilië in 1994 (3-2 verlies). Laranja mecãnica wordt het Nederlands eftal genoemd, het mechanische oranje. Die bijnaam stamt uit de succesjaren van Oranje, alweer ruim drie decennia geleden. Cruijff en Rensenbrink worden nog steeds in één adem genoemd. Een confrontatie met Oranje op de WK zien de Brazilianen wel zitten, maar zo laat mogelijk. Het liefste pas in de halve finale of in de finale zelf.
Het is zondag nu, drie wedstrijden staan op het programma. Algerije, Slovenië, Servië, Ghana, Australië en Duitland gaan spelen. Geen grootse wedstrijden, op papier dan. Brazilië zal deze dag de televisie ongetwijfeld aan laten staan, maar zeker niet fanatiek alle drie de wedstrijden volgen. Zondag is familiedag en de zon schijnt volop, dus maar weer die barbecue aansteken en bier extra koud zetten.
De Braziliaanse voetballeggende Socrates denkt niet dat het eigen elftal potten gaat breken op het WK, laat hij weten voor de radio. Hij is zelfs bang dat de ploeg al in de groepsfase wordt uitgeschakeld. Hij vindt dat het Braziliaanse voetbal niet meer de glans van weleer heeft. Socrates is een geboren pessimist. Dat is het merendeel van de Brazilianen niet. Misschien met recht. De verdediging van Brazilië staat er, het middenveld is wellicht wat aan de matige kant, maar de voorhoede heeft wel degelijk nog die speelsheid. Let op Robinho.
Het elftal heeft weinig WK-ervaring, is jong, dat zijn feiten. Het hangt af van die eerste twee groepswedstijden, tegen Noord-Korea en Ivoorkust. Daarna wacht Portugal, maar dat is even niet van belang. Weet Brazilië die eerste twee wedstrijden met goed voetbal te winnen, dan groeit het vertrouwen en kan het ver komen in het toernooi.
Een Braziliaan is een gevoelsmens, een Braziliaanse profvoetballer dus ook.
De sfeer in het voetbalkamp is inderdaad uitstekend. Trainer Dunga houdt de mannen een beetje onder de duim en dat is nodig. Hij speelt de vaderfiguur en het gaat hem goed af. De Brazilianen wachten af, onrustig en ongeduldig.
Morgenochtend Oranje, dinsdagmiddag Brazilië. Nederlandse voetballiefhebbers die in Brazilië wonen, zetten ongetwijfeld alles op alles om zeker deze twee WK-wedstrijden via de televisie te volgen. Natuurlijk steunen ze het Nederlandse én het Braziliaanse elftal. Natuurlijk denken ze aan een wedstrijd tussen die twee. Dat kan op zijn vroegst in een kwartfinale, op 2 of 3 juli. Afwachten maar, geduldig en rustig.

dinsdag 1 juni 2010

WK 2010 2 (30)

Carlos Eugênio Simon is bekend in zijn eigen Brazilië. Maar om nou te zeggen beroemd, dat weer niet. Een scheidsrechter is nooit beroemd, daar is hij scheidsrechter voor. Maar Simon mag zich erop beroepen de enige Braziliaanse arbiter te zijn die al twee wereldkampioenschappen voetbal fluitend op het groene gras heeft meegemaakt en nu voor zijn derde staat. Hij floot twee wedstrijden in 2002 en drie in 2006, waaronder de achtste finale Duitsland-Zweden.
Simon komt het zuiden van Brazilië. Een apart gebied, met eigengereide mensen. Een gebied dat in een ver verleden zelfs afhankelijk wilde zijn van Brazilië. Het etiket stijfkoppen klinkt wellicht negatief, maar nadert wel de waarheid. Simon is ook een beetje eigengereid. In de gememoreerde wedstrijd Duitsland-Zweden zendt hij de Zweed Teddy Lucic van het veld. Na de tweede gele kaart, krijgt hij een rode. De BBC uit felle kritiek op de Braziliaan. Die tweede gele kaart is onterecht, die slaat nergens op. Er is meer. Tijdens het tonen van de rode kaart, zou meneer Simon een sarcastische glimlach tonen.
Simon is niet alleen professioneel arbiter, hij is ook journalist. Beetje vreemde combinatie, maar waarom niet. En, hij is ook fan in hart en nieren van het Braziliaanse nationale elftal. Daar is hij per slot van rekening Braziliaan voor. Een scheids? Jazeker!
Op televisie wordt een werkelijk prachtige reportage uitgezonden over Simon. Hij staat op het punt om af te reizen naar Zuid-Afrika. De reportage toont de man in het alledaagse scheidsrechtersleven. Simon laat niet zonder onverholen trots zijn speciale schoeisel zien waarmee hij zijn derde WK-wedstrijd(en) gaat fluiten. Ze krijgen een extra poetsbeurt en het zwarte leer glimt als nooit te voren. Aan de zijkant van de scheidsrechtsschoenen een label: WK 2010, Zuid-Afrika.
Wat Simon allemaal meeneemt? Natuurlijk de ´cuia´ en ´chimarrão`. Oftewel de speciale stenen beker met ijzeren rietje en de speciale groene thee, die erg geliefd is in Zuid-Brazilië. Elke dag drinkt Simon zijn chimarrão, dus ook tijdens het WK. Ook de typische ´bombacha` gaat de reiskoffer in. Dat is een pofbroek, meestal zwart van kleur. Want Simon is een gaucho, zoals de bewoners van het zuiden worden genoemd. En daar komt hij maar al te graag voor uit.
Het officiële scheidsrechtserstenue wordt voorzichtig gevouwen en krijgt een ereplaats in de koffer. De onvermijdelijke vraag wordt gesteld. Hoe staat u ten opzichte van het nationale team, meneer Simon? De man met de olijke oogjes graait in een reistas. En ja hoor, een officieel Braziliaans spelersshirtje wordt tevoorschijn getoverd. Even aantrekken? Geen probleem. En zo wurmt een internationale beroepsscheidsrechter uit Brazilië, die zijn derde WK gaat fluiten, zich zonder enige schaamte voor de nationale televisie in de kleuren van het nationale elftal. Weer met die trots. Hij hoopt dat zijn land de zesde wereldbeker wint.
Maar meneer Simon, droomt u er niet van om eens in uw leven een finale van een wereldkampioenschap te fluiten? Dat is niet velen gegeven en dat kan niet als Brazilië de finale haalt. De gaucho kijkt met ernst de camera in. ´´Wat is nou belangrijker? Of scheidsrechter Carlos Eugênio Simon een finale fluit, of Brazilië wereldkampioen wordt? Maak het een beetje zeg. Laat ze maar mooi die beker pakken, ik fluit mijn wedstijden wel.``