vrijdag 14 september 2012

Nederlands paspoort verlengen in Brasilia

Weldoener wil niet met naam in deze blog. Dat laat hij ten overvloede weten via een mailtje. Het is zijn goed recht en verdient respect. Ik zal het dan ook zeker niet doen. Het enige dat ik kwijt wil, is het volgende. Een lezer van mijn blog heeft kennis genomen van mijn perikele situatie (lees: Met de billen bloot). Geen rooie real meer, afhankelijk van mijn lief, die een hongerloontje verdient. Schulden, paspoort verlopen, wachten op een gratis verhuizing naar het Palmas in de noordelijke staat Tocantins, bijna duizend kilometer van mijn huidige woonplaats Goiânia in de staat Goiás. Dozen zijn al bijna een maand ingepakt. Beloofde verhuizing blijft uit, het maakt het dagelijkse klimaat in het huisje van mijn lief en ik er niet beter op. Tel daarbij op de hitte en droogte, vochtigheid gelijk of minder dan in de sahara, temperaturen van 40 graden Celsius of meer in de zon. Afkoeling ´s nachts? Vergeet het.
Weldoener is begaan met mijn lot en zendt een mail. Zeg wat het kost om je paspoort te vernieuwen en dan maak ik geld over. Ik kan me ogen niet geloven. Ik ken de man niet, ja, via mijn blog. Nooit gesproken, nooit gezien. Ik maak een rekening en mail terug. Paspoort dient te worden verlengd in een van de ambassades van Brazilië. Brasilia, hoofdstad van het land (foto bovenin), Rio de Janeiro of São Paulo. Gelukkig ligt Brasilia dichtbij Goiânia, slechts een kleine driehonderd kilometer. Van huis tot ambassade. Ik maak die rekening en binnen een week staan er voldoende reais op mijn Braziliaanse rekening. Vreemd gevoel. Nooit ben ik afhankelijk van derden, altijd zelf de nootjes gekraakt. Het is honderdtachtig graden gedraaid. Alleen al het feit dat ik nu tik en op internet zit, is te danken aan lief. Of beter geschreven, aan de kapster van lief. Die heeft wifi en ik mag daar gebruik van maken. Je bent welkom wanneer je maar wilt, laat kapster weten. Ook een scheet dus.
Woensdagochtend 12 september, nog geen vijf uur in de ochtend. Onder de douche. Want om zes staat ene Alfonso voor de deur. Met zijn auto. Een illegale taxi. Officieel vervoert hij onder meer onderdelen van motoren van boten tussen Brasilia en Goiânia. Die gaan in de achterbak. Ruimte zat in de wagen zelf. Alfonso verdient er een dikke boterham bij om minimaal twee keer per werkdag maximaal drie personen tussen genoemde plaatsen mee te nemen. Hij haalt af op huisadres en levert af bij bestemming, en vice versa natuurlijk. Lief regelde via een neef van haar een plekje voor mij in de auto. Voor veertig reais. Van huis tot Nederlandse ambassade. Perfect. Ik neem twee foto´s mee die vijf jaren geleden zijn gemaakt. Bij de laatste verlenging van mijn paspoort. In Brasilia. Ik hoop dat er één van voldoet. Zo niet, dan moet ik ruim vier kilometer naar een winkelcentrum lopen en weer vier kilometer terug. Want die foto moet speciaal worden genomen en afgedrukt. Ik doe voor de zekerheid dezelfde blouse aan als vijf jaar terug. En laat mijn haar weer kort knippen. Wie weet, helpt het.
Alfonso komt helemaal niet om zes uur, maar ruim een uur later. Ik moet achterin, naast een vrouw van in de veertig. Het is een kleine drie uur rijden. Halverwege breekt het ijs. Alfonso vraagt honderduit aan de vrouw. Of ze getrouwd is, wat ze doet, hoe oud ze is, of ze kinderen heeft. Ah, gescheiden? Hoe lang, waarom? De vrouw geeft in alle rust bevredigende antwoorden. ´´Ik ben acht maanden gescheiden. We waren 21 jaar getrouwd. Hij was lui, deed niks, en had andere vrouwen.`` Respect van de man voor de vrouw in Brazilië. Daar mankeert nog wel wat aan in het grootste macho-continent van Latijns-Amerika. Ah, mevrouw heeft een eigen zaak? Oppassen hè, heb je het goed geregeld? Zodat je ex-man dadelijk niet met jouw centjes ervan doorgaat? Alfonso begint allerlei wetten te noemen. De vrouw zucht: ´´Nee, wat je nu zegt, heb ik allemaal gedaan.``
De man die voorin naast Alfonso zit, is 64 jaar. Zijn naam? Wat hij precies doet en heeft gedaan? Ik weet het niet meer. Wel vertelt hij vol trots over de tijd van de dictatuur in Brazilië, van beginjaren zestig tot beginjaren tachtig. ´´Ik werd opgepakt door militairen in São Paulo en naar een kazerne gebracht. Een kolonel daar ontstak in grote woede. ´Weet je wie je hebt opgepakt!? De zoon van een bekende collega van mij. Idioten! Laat die man onmiddellijk vrij`. En zo gebeurde het``, vertelt de 64-jarige kolonelszoon met onverholen trots.
We houden halt bij een groot benzinestation aan de snelweg, waar altijd een restaurant is. Koffiepauze, vijf minuten, kondigt Alfonso aan. Ik maak van de gelegenheid gebruik foto´s te maken van het weidse Goiás (zie rechts). Prachtig, altijd weer, en indrukwekkend leeg.
Weer op weg. We zijn bijna in Brasilia. De gescheiden vrouw gaat er als eerste uit, bij een groot winkelcentrum in Taguatinga, satellietstadje van de hoofdstad. Er zijn verscheidene reportages op de Braziliaanse televisie gemaakt over die satellietstadjes. Het loon in Brasilia is goed, het levensonderhoud aanzienlijk duurder, het trekt ongeschoold volk van buiten aan. Schoonmakers, portiers, afwassers, hotelpersoneel. Die gaan niet in de diplomatenstad zelf wonen, veel te duur. De periferie van Brasilia dijdt dus uit. Vieze stadjes/dorpjes, zo´n tien in getal. Slechte wegen, veel geweld. In Taguatinga wonen ruim 220.000 mensen, het wordt bestempeld als ´de rijkste regio van Brasilia`. Nieuwsbericht, donderdag 16 augustus 2012: politie pakt twaalf mensen op. In een overdekte markt in Taguatinga ontdekt de hermandad maar liefst 300.000 illegaal gekopieerde cd´s en dvd´s (zie foto linksboven). Het blijft bizar. Die illegale cd´s en dvd´s blijven overal te koop. Gewoon op de markt. Gewoon op straat. Politie pakt nu en dan de grote jongens op, maar de straathandel floreert als nooit tevoren. Zo wordt het probleem nooit opgelost.
Weg uit die drukke satellietstad. De kolonelszoon gaat er als tweede uit, bij het vliegveld in Brasilia. Hè, hè, op naar de ambassade van Paises Baixos, aan Quadro 801, een lange slingerende zijweg van de drukke doorgaande Avenida das Nações. Ik pak veertig reais uit mijn zak. ´´Zoals afgesproken``, voeg ik eraan toe. Alfonso schudt zijn hoofd: ´´Het is 50 reais tot aan de ambassade``. Ik voelde deze nattigheid al aankomen en besluit niet te bekvechten. Ik ben vroeg bij de ambassade en dat is winst. Tijd zat als ik toch naar dat winkelcentrum moet.
De Nederlandse ambassade verdient absoluut geen schoonheidsprijs. Van buiten lijkt het wat, mooie tuin, maar de bezoekersruimte binnen is klein. Eén tafeltje, wat stoelen en een bank. Toilet? Bij de portier, weer terug richting uitgang.
Ik maak kennis met André. Een zestiger, schat ik in, want vraag hem niet naar zijn leeftijd. Hij woont in Canoa Quebrada, aan het strand nog wel (foto links). Het is een prachtig stadje op 170 kilometer van Fortaleza, hoofdstad van de noordoostelijke staat Ceará. Dré is een Brabander, van Eindhoven, woont al zo´n tien jaar in Brazilië en is met zijn Braziliaanse vriendin of vrouw naar de ambassade gereisd. Zijn paspoort is gestolen, in Brazilië. Een gedoe van jewelste om een nieuw paspoort aan te vragen. Want de laatste keer dat hij zijn document heeft verlengd, was in Eindhoven. Dat betekent dat de Nederlandse ambassade in Brazilië moet verifiëren of dat allemaal waar is en dus contact opnemen met de gemeente Eindhoven. Nee, dat gaat niet even via een fax, zal de symphatieke en hardwerkende Levi uitleggen als ´ons Dré` is vertrokken. Levi is een jonge Vlaming uit Leuven die bij de Nederlandse ambassade in Brasila werkt. Leve de mondialisering.
Arme Dré. Hij geeft meer dan duizend euro uit aan de reis naar Brasilia en weer terug, aan zijn nieuwe paspoort en een nacht verblijfskosten. En het gaat zeker zo´n maand duren voordat zijn nieuwe paspoort er is. Gelukkig voor hem, en voor mij, wordt die via Sedex naar het huis van de aanvrager opgestuurd. Hij vertelt een mooi verhaal over de aanvraag van een voorlopig paspoort zodat hij naar zijn vaderland kan reizen. Want moeders is 91 jaar en ziekelijk. Hij belt voor dat voorlopige paspoort naar de consul in Brasilia. Die moet toestemming verlenen. Geeft hij die, dan kan Dré het document zo in Fortaleza afhalen. Maar consul zegt droogjes dat Dré naar de ambassade moet komen. Punt uit, Dré in alle staten. ´´Ze zijn ervoor om medelanders te helpen zeg, wat is dit!`` Levi legt het, weer later, uit. ´´Ik ken het verhaal. Maar we moeten alles nagaan. Is het echt waar wat er is gebeurd? Moeder ziek, of overleden, dan moeten wij een officieel document uit Nederland hebben. Een attest. Van een arts. We kunnen niks anders doen.`` Ik snap het, er wordt wereldwijd zoveel gerommeld met paspoorten en verblijfsvergunningen. Maar voor Dré is het uiterst lullig. Hij is een prachtvent, geen boef. Tja, ook in Nederland zijn regels regels. En daar zijn minder mouwen aan te passen dan in Brazilië.
Oef! Ik heb geluk. Mijn foto doet het. Eerst niet, ik dring aan, Levi probeert het opnieuw via een apparaat. ´´Ja, hij pakt ´em.`` Geluk. Dat scheelt centjes. Want het opsturen van mijn nieuwe paspoort via Sedex blijkt geen 42,50 reais te kosten, zoals gemeld in een mail van de ambassade, maar 50 reais.
Binnen een uurtje sta ik buiten. Wachten op neef Rodrigo van lief. Die zou me afhalen bij de ambassade, dat beloofde hij gisteren. Lief had dat geregeld. Rodrigo werkt vlakbij de Nederlandse ambassade, bij een werf voor boten. Daar reviseren ze onder meer motoren. De werf ligt aan het kunstmatige meer Lago Paranoa van Brasilia. Het is 48 kilometer lang en ligt rondom het centrum. Daar wil ik heen.
Het wordt een Braziliaans drama. Anderhalf uur duurt het voordat een vriend van Rodrigo aankomt met de auto. Na diverse telefoontjes mijnerzijds. ´´Rustig maar, hij is even eten aan het kopen en is op weg``, zegt neeflief telkens. Als die alleraardigste vriend me eindelijk ophaalt, blijkt Rodrigo niet meer dan een half uurtje lopen van de ambassade te werken. De schurk. Aangekomen, geef ik hem een verdiende en flinke por in zijn buik. Gek! Hij moet er om lachen. Hij lacht altijd (foto rechtsboven). Zijn commentaar? ´´Ik liet je gewoon staan daar, hoor. Beetje lijden, kan geen kwaad.`` Die krijgt hij terug, verzeker ik hem. Als ik eenmaal in Palmas woon en hij aan het einde van het jaar zijn ouders daar bezoekt, wacht hem een verrassing. Wat, ik weet het nog niet, tijd zat om te bedenken. Ik mag Rodrigo, het is een lang verhaal, maar hij is oké.
Zorgen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Op zijn Nederlands gesproken. Wat is het hier mooi! Het meer doet denken aan een binnenzee. Het ruikt zelfs zo. Wat zit daar toch? Bij de jachtwerf, op het droge? Nee! Het is een capivara, een Braziliaanse bever (foto rechtsboven). Uit de kluiten gewassen. Groot. Levend. In het centrum van de Braziliaanse hoofdstad, dat is maf. De bever is alom bekend in Brazilië. Er wordt in de binnenlanden stiekem jacht op gemaakt. ´s Nachts, met lantaarns. Het is ten strengste verboden. Het is een beschermde diersoort. Ik heb vaak capivara gegeten. Het is een kunst om goed klaar te maken. Het vlees is heerlijk. Ja, ik weet het, ik ben schuldig. Nu, oog in oog met het dier, beloof ik plechtig nooit meer capivara te eten. ´´Ga er maar naar toe``, zegt Rodrigo. Ik doe het te snel, het dier snelt het water in. Ik vraag of ze niet worden gestroopt hier. ´´Geen denken aan, iedere capivara heeft een chip en er is controle``, legt neeflief uit.
Ik eet mee met het personeel van de werf. Daarna brengt de baas me naar een busstation in Brasilia. Er zijn diverse busstations in de hoofdstad, niet ieder heeft connecties met Goiânia. Het is een kwartiertje. Aangekomen, neem ik snel afscheid. Terug naar huis. Ik ben moe. Gelukkig heb ik de kosten van nieuwe foto´s bespaard, want het buskaartje is ook alweer duurder van verwacht. En van te voren geïnformeerd. Ik hou nog geen tien reais extra over van het geld dat weldoener heeft gestort. Daar koop ik een colaatje en wat mineraalwater van voor de zeker bijna vier uur durende terugweg. Ik hoop dat het oké is.
Het zit erop. De bus in, het is donker. Weldoener kan zijn borst natmaken, want dit laat ik niet over mijn kant gaan. Tijden veranderen, en wanneer alles weer in de kan en de kruik is, ga ik hem een mooi presentje opsturen. Vanuit Palmas, vanuit Tocantins. Ik weet al wat, ik weet waar hij van houdt, maar hou het uiteraard ook lekker geheim. Bedankt jongen, deze geste en prachtige dag zal ik mijn leven meedragen. Nu nog wat surfen op het web en die kapster een dikke zoen op een wang geven. Ze vraagt om de haverklap of het goed met me gaat. ´´Sim senhora, tudo de bom.`` Ja mevouw, alles goed. Welk recht heb ik om te klagen?