vrijdag 5 augustus 2011

Palestijnse vluchtelingen


´Brazilië neemt ongeveer honderd Palestijnse vluchtelingen uit Irak op en laat hen integreren. Dat meldt de Hoge Commissie voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties. Het is uitzonderlijk. Want op Canada en Nieuw-Zeeland na, stelt geen enkel ander land zich kandidaat om Palestijnse vluchtelingen uit Irak te helpen. De Braziliaanse overheid zal ongeveer tweeëntwintig Palestijnse families in de staat São Paulo huisvesten en achttien in de zuidelijke staat Rio Grande do Sul. Sinds 2003, na de oorlog in Irak, leven de meeste Palestijnse vluchtelingen in Ruwayshed in Jordanië, op zestig kilometer van de grens met Irak. Daar kampen ze met de zware weersomstandigheden in de woestijn, met verveling, met heimwee`. Een oud bericht, gedateerd 4 juli 2007, op de Nederlandse website Mondiaal Nieuws.
Overstapje naar woensdagavond 6 juli 2011. De televisie staat aan in mijn huisje in Goiãnia, het centrale westen van Brazilië, op het kanaal van de onafhankelijke cultuurzender Sesctv. Een jonge Braziliaanse zender uit São Paulo, die in mei 1997 de lucht in ging. Een waardevolle aanwinst is die Sesctv, met mooi gefilmde reportages en documentaires over onder meer moderne en oude kunstvormen in Brazilië, over dansers, schilders en beeldhouwers. Verder over politiek, cultfilms en minderheden in Brazilië (lees: negers en indianen). Janela Brasil begint. Een documentaire-serie, in het Nederlands zou die ´Het Braziliaanse venster` heten.
De titel van het programma is A Chave da Casa, De Huissleutel. Een Braziliaans reportageteam portretteert in 48 minuten in een tentenkamp in Jordanië (foto boven) vijf Palestijnse vluchtelingen en hun families, 48 uur voordat ze de lange reis aanvaarden naar hun nieuwe vaderland aan de andere kant van de wereld. Dat is het eerste deel. In het tweede deel van de reportage diezelfde vluchtelingen, negen maanden na opvang in Brazilië.
De Huissleutel begint met een leader: ´Oktober 2007, na bijna vijf jaren hoop, besluit Brazilië 107 Palestijnen op te nemen. Zij ontvluchtten hun vaderland, vanwege vervolging door milities van de Xiitas`. Op de achtergrond beelden in zwart-wit van het tentenkamp in Ruwayshed in Jordanië. Langzaam gaan die beelden over in kleur. Zwaar aangezette melancholische achtergrondmuziek. Een verlaten kurkdroge zandwoestijn, gescheurde tenten. Het geluid van wapperende tentdoeken. Twee Palestijnse vrouwen op leeftijd zijn bezig met het pakken van koffers. Ik zit genageld voor de televisie, ik hoor niet dat mijn vriendin me voor het avondmaal roept.
Een jongeman, een van de vijf Palestijnen die in de reportage aan het woord komen, ontvangt de Braziliaanse televisiemakers en spreekt gebrekkig een paar woordjes in het Portugees. ´´Ik ben slechts een maand bezig met de Portugese taal``, verontschuldigt hij zich met een zuinige lach. Dan serieus: ´´Ik ben Brazilië mijn eeuwige dank schuldig. Dat zal ik laten blijken ook. Het land wilt mij ontvangen. Vijf jaar woon ik nu in dit kamp. Hier heeft niemand mij ooit ontvangen.`` Hij toont zijn ´huis`, het is een eenvoudige tent met een versleten inboedel.
Een oude gezette vrouw in een viesbruine burka en zwarte hoofddoek begiet plantjes met water bij haar tent. Diepe groeven in haar gelaat. De vrouw is uiterst vriendelijk. ´´Mijn dochter wilde met me mee naar Brazilië. Maar haar aanvraag werd niet gehonoreerd. Wat gaat er van me worden? Vreemdelingen gaan mij dadelijk begraven in een ander land. Dat kan niet. De enige zorg is de komst van mijn dochter.`` Een jonge vrouw en jonge man lopen door de woestijn. Zij draagt een baby in haar armen, hij een volle tas. Klaar voor vertrek. Hij: ´´Ik zag haar lopen in het kamp. Een leuke vrouw. Ik ben naar haar vader gegaan en heb de hand van zijn dochter gevraagd. Hij vond het goed, we zijn getrouwd.`` Zij: ´´Ik vond hem ook leuk, ik heb ja gezegd.`` Zij lacht, hij glimt.
Een lange magere Palestijn van in de dertig gaat het camerateam voor op weg naar zijn tent. ´´Ze hebben me opgenomen samen met mijn poes. Zij heet Rita. Het is het beste dat me hier is overkomen.`` Hij gaat in zijn tent op een oude stoel zitten, neemt Rita op schoot en aait haar. ´´Ik ken haar van jongs af aan.`` De man straalt pure eenzaamheid uit. Hij praat onophoudelijk tegen zijn poes. ´´Je houdt toch van me, hè?`` De camera volgt hem als hij naar buiten loopt en op een stoel plaatsneemt, vlakbij zijn tent. ´´Als de zon ondergaat, ben ik hier. Een mooi uitzicht op een mooie zonsondergang. Rita Rita, kom!`` Het is donker, de Palestijn en Rita lopen de tent weer in. ´´Niemand zou als vluchteling moeten leven. Van het ene naar het andere land. Het is verschrikkelijk in de woestijn. Het kan drie dagen achtereen regenen. Dan komt niemand zijn tent uit.`` Een tweede poes verschijnt. ´´Dat is Zico.`` De man legt de komende verhuizing naar Brazilië uit aan zijn huisdieren. ´´Ik zal ze missen.``
Het afscheid. Twee bussen rijden het kamp binnen, op de tweede en laatste dag van de reportage. Het vertrek naar het vliegveld is aanstaande. Innige omhelzingen. Zonder woorden, maar met veel tranen. Hartverscheurend zijn de laatste minuten van de lange Palestijn samen met zijn poezen. ´´Ik laat jullie achter bij een ander. Ik hoop dat hij goed voor jullie zal zorgen. Uiteindelijk zijn ook jullie vluchtelingen.`` Hij staart naar buiten, naar de lege woestijn, naar het niets.
De gezette vrouw pakt haar dochter die zal achterblijven flink beet. Dan stappen de vluchtelingen de bus in. De camera volgt een van de twee bussen als die langzaam het kamp verlaat. Het is al donker, het kamp is amper verlicht. Akelige beelden. Het valt me erg zwaar om naar deze beelden te blijven kijken met droge ogen.
Het tweede deel. Negen maanden na aankomst in Brazilië (foto rechts de aankomst van vluchtelingen in Brazilië). De Palestijnen wonen in schone en nette huisjes/appartementen, verdeeld over vier steden: Pelotas en Venâncio Aires in de staat Rio Grande do Sul, hoofdstad Florianópolis van de staat Santa Catarina en Mogi das Cruzes in de staat São Paulo. De gezette vrouw verlaat haar appartementje in Pelotas en loopt langzaam de trap af. ´´Ik ken niemand hier. Zou ik iemand leren kennen, dan zou ik mij verkleden om op bezoek te gaan.``
De vrouw gaat buiten op een bank zitten. Ze heeft het zichtbaar zwaar, maar toont een glimlach. ´´Ik ben eenzaam. Op momenten. Maar Allah is groot, dan weet ik, dus ik ben niet alleen.`` Vraagje aan haar: bidt u? De vrouw lacht. ´´Dat wil ik wel, maar ik weet niet waar Mekka ligt. Is het daar, of daar, of daar?``, en ze wijst met een vinger alle richtingen uit. ´´Ik vraag het als ik Arabische moslims tegenkom. Maar een duidelijk antwoord heb ik nog niet gekregen.`` De vrouw redt het wel in Brazilië, het is voor haar te hopen ooit met haar dochter te worden herenigd.
De camera volgt de Palestijn, die in Mogi das Cruzes woont. Hij geeft Arabische taalles op een schooltje in de buurt. Aan jonge kinderen van Irakese vluchtelingen die hem na of voor zijn gegaan. ´´We mogen onze Arabische gedachtegoed niet vergeten``, zegt de schoolmeester. Prachtige beelden. Kleine Palestijntjes, geboren in Irak, als babytje met de ouders mee naar Jordanië, naar een tentenkamp in een woestijn, voorts naar Brazilië en daar naast het Portugees-Braziliaans ook het Arabisch leren. Het is de enige juiste inburgering: leren leven in een totaal ander en verschillend land, maar met behoud van eigen cultuur (foto links toont Palestijnse vluchtelingen in Brazilië).
Het jonge gezin met baby bewoont ook een flat. In Venâncio Aires. Moeder is druk bezig met het leren van de Portugese taal. Het is moeilijk en dat is logisch. Arabisch en Portugees, dat verschilt nogal. Maar ze is fanatiek en doet haar uiterste best. De lange Palestijn loopt over een strand in Florianópolis. Zonder zijn poezen, in zijn dooie eentje. Hij zwijgt. Het strand is verlaten. Een beeld van verhuisde eenzaamheid, van Jordanië naar Brazilië. Hij krijgt het ongetwijfeld het moeilijkste van de vijf geprotetteerde Palestijnen.
De andere vier spreken vrijuit over het nare verleden, de agressie en de vernederingen, over heimwee, over het sterke verlangen ooit terug te keren naar Palestina. Zal het er ooit van komen? De toekomst is onzeker, ze zeggen het, ze voelen het. Maar pessimisme klinkt niet door. Een mening van één de vijf: ´´Ik voel me vrijer in Brazilië dan in Jordanië. Ik kan en mag hier voor mijn mening uitkomen. Ik voel me veilig, ik ben tenslotte uit de vuurlinie.`` De reportage is ten einde. Vóór de aftiteling nog een mededeling: ´De namen van de vijf Palestijnen zijn niet genoemd. Uit veiligheid`. Ik doe de televisie uit en meldt mijn vriendin vriendelijk dat het avondmaal vandaag niet aan mij is besteed. Geen honger.
´s Nachts lig ik uren wakker. Ik denk na. Brazilië laat zich weer eens van haar beste zijde zien. Ze erkent de Palestijnse staat, als eerste Latijns-Amerikaanse land. Voorganger Lula van de huidige presidente Dilma Roussef nodigt de Palestijnse president Mahmoud Abbas uit (foto rechts: links Lula, rechts Abbas). Ze schudden elkaars handen. De basis wordt gelegd voor een ambassade in de Braziliaanse hoofdstad Brasilia, de eerste op het westelijk halfrond. Abbas dankt Brazilië voor haar steun en zegt deze gunst nooit te zullen vergeten. Een Palestijnse ambassadeur voor het Latijns-Amerikaanse land wordt benoemd. Hij heet Ibrahim Al Zeben (foto links). Argentinië, Uruguay, Bolivië en Ecuador volgen het voorbeeld van Brazilië in de erkenning van de Palestijnse staat. Zo moet het, zo hoort het. Dialoog en begrip, weer een kleine stap in de goede richting. Een definitieve oplossing van het Palestijnse vluchtelingenvraagstuk daarentegen is nog ver weg. Internationale organisaties voor vluchtelingen wijzen op erbarmelijke omstandigheden in te volle opvangkampen. Geen riolering, ziektes, gebrek aan medicijnen, slecht eten.
De vijf Palestijnen uit de Braziliaanse reportage zijn weg uit hun kamp. Een verbetering. Ze zijn inderdaad veilig, een essentiële zorg minder. Maar de pijn van diepe geestelijke wonden, veroorzaakt door ontheemde gevoelens, krijgt nu alle ruimte. Vraag is of de tijd ook dergelijke wonden heelt. De slaap dient zich aan. Eindelijk. Een laatste gedachte. Hoe zal het met de poezen Rita en Zico zijn?

3 opmerkingen:

  1. 107 palesteinen opnemen is een begin maar hoeveel leven er daar in die kampen is dat bekent?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Frank, zie hier een antwoord op je vraag: naast de Hoge Commissie voor Vluchtelingen van de VN werd in 1949 voor de Palestijnse vluchtelingen een aparte organisatie opgericht: de UNRWA (UN Relief and Works Agency). Deze organisatie definieert Palestijnse vluchtelingen anders dan andere vluchtelingen, namelijk: personen die in Palestina woonden tussen juni 1946 en mei 1948, die zowel hun huis als hun bron van inkomsten zijn kwijtgeraakt als gevolg van het Arabisch-Israëlisch conflict in 1948; en bovendien: de nakomelingen van deze personen.
    Volgens de officiële schatting van de VN waren er oorspronkelijk 711.000 vluchtelingen. Dat aantal is volgens de definities van de UNWRA inmiddels opgelopen tot ruim 4 miljoen. Volgens de definities van de Hoge Commissie zijn er echter nog ongeveer 200.000 over.
    Deze 200.000 vluchtelingen en hun 4 miljoen nakomelingen wonen veelal in vluchtelingenkampen in de Palestijnse Gebieden, Jordanië, Libanon, Egypte, Syrië en Irak. Alleen in Jordanië en Israël kregen zij burgerrechten.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Palestijnse vluchtelingen moeten uiteraard terug naar Palestina.
    Helaas is er met zionisten niets te beginnen.
    Wie zich daarvan wil overtuigen leze Shlomo Sand, een Israelische historicus, 'The invention of the jewish people'.
    De hersenkronkels van de zionistische historici, over hun recht op Palestina, worden helaas Israelische kinderen onderwezen.
    De slotzin van het boek van Sand is dan ook dat de mythes die de stichting van Israel mogelijk maakten wel eens tot de vernietiging van Israel kunnen leiden.
    Het is natuurlijk niet zo dat andere landen geen mythes hebben, onze roemruchte 80jarige oorlog bijvoorbeeld komt alleen voor in Nederlandse geschiedenisboeken.
    Maar die mythe is geen bedreiging voor ons.
    De zionistische sprookjes evenwel zijn een levensgrote bedreiging voor Israel, omdat die sprookjes elk overleg over een oplossing onmogelijk maken.

    BeantwoordenVerwijderen