woensdag 3 augustus 2011

Verkeer in Brazilië (145)


Het is echt voer voor psychologen. Het verkeer in Brazilië. Ruim veertigduizend Brazilianen sterven jaarlijks ten gevolge van een ongeluk. Dat aantal zal schrikbarend stijgen. Het verkeer is daarmee doodsoorzaak nummer twee in het Latijns-Amerikaanse continent. Nummer één? Moord.
Het regionale dagblad O Popular in de staat Goiás, het centrale westen van Brazilië, publiceert zondag 31 juli een paginagroot artikel over verkeersongelukken en de gevolgen ervan in 2010 in de betreffende staat. Cijfers liegen niet: 83.583 ongelukken, 1.780 met fatale afloop, 57.000 lichte en zwaargewonden. Het totale schadebedrag komt op ruim vijf miljard reais. Daar wordt zoal onder verstaan uitgaven aan geneeskundige zorg, verlies en reparatie van motorvoertuigen, herstel van wegen. Het meeste indruk in de reportage van de krant maken de interviews met nabestaanden van verkeersslachtoffers. Adriana Braz uit Goiãnia, hoofdstad van de staat Goiás, komt aan het woord. Zij heeft haar vader, een broer, nichten en neven verloren in het verkeer. Allen ten gevolge van ongelukken met een motor. ´´Het is afschuwelijk wat er in het verkeer gebeurt. Ik heb angst voor motors. De verliezen zijn moeilijk te accepteren, de pijn gaat nooit over.``
Het is maandag 17 mei 2010 als haar vader, de 62-jarige Francisco Pinheiro, vroeg van huis vertrekt in Hidrolândia, een pittoresk dorp op 36 kilometer van Goiãnia. Hij kiest vanzelfsprekend voor rijksweg BR-153 (foto rechts). Pinheiro is een gelukkig man, hij heeft eindelijk geld genoeg gespaard om een auto te kopen en de motor te laten voor wat die is. De tweewieler heeft zoveel leed in de familie gebracht, hij heeft zeven jaar geleden nog zijn eigen zoon Fabiano verloren tijdens een fataal ongeluk. Geld op zak en deze ochtend naar Goiãnia om de lang gewenste auto te kopen. Het zal echter niet zo ver komen. Pinheiro botst op een vrachtwagen op de BR-153 en overlijdt zes dagen nadien in een particulier ziekenhuis aan zijn verwondingen.
Brazilianen en het verkeer, een gecompliceerde zaak. Slechts een grondige analyse van het land en het volk brengt enige duidelijkheid. Zo´n analyse dient uiteen te vallen in twee hoofdstukken, te weten het wegennet én het motorvoertuigenpark en de mentaliteit van de mensen aan en achter het stuur.
Het wegennet en motorvoertuigenpark. Volgens het Departamento Nacional de Infra-Estrutura de Transportes zijn er in totaal 1,7 miljoen kilometers wegen en weggetjes in Brazilië. Slechts ongeveer tien procent is verhard of geasfalteerd. (Op foto boven een typisch onverharde weg in Brazilië, die in de regentijd verandert in één modderpoel met gaten). Het departement hanteert de volgende onderverdeling: 57.211 kilometer rijkswegen (33 procent), 94.753 kilometer staatswegen (55 procent) en 20.914 kilometer gemeentewegen (12 procent). Het asfalt van tachtig procent van de wegen is meer dan tien jaar oud.
Departamento Nacional de Trânsito (Denatran) houdt op haar beurt het aantal gemotoriseerde voertuigen in Brazilië in de gaten. Cijfers van dit jaar: 65.636.754 van dergelijke voertuigen circuleren in dit land met zijn 190 miljoen inwoners. Denatran merkt erbij op dat geteld zijn personenauto´s, kleine en grote vrachtwagens, kleine en normale bussen, motoren, brommers tot aan trams toe. São Paulo pakt de eerste plaats met 6.424.160 types van genoemd vervoer. Rio de Janeiro is tweede met 2.084.149 en Belo Horizonte derde met 1.347.200. Een nadere specificering: het aantal motoren is de afgelopen tien jaar met 325 procent gestegen tot 10,6 miljoen exemplaren. Ongelukken met motoren zijn aan de orde van de dag, nee, aan de orde van de minuut, in Brazilië (foto links). Nog even dit: 67 procent van al die 65.636.754 gemotoriseerde voertuigen is tussen de vier en twintig jaar oud, vier procent zelfs ouder dan twintig jaar.
Genoeg cijfers. Eigen indrukken nu. Van een Hollander die bijna negen jaar onafgebroken in Brazilië woont. Het aantal wrakken op Braziliaanse wegen verbaast me nog iedere dag. Het merendeel is niet op rijkswegen te zien, omdat daar meer controle is. Meer dan een beetje of een heel klein beetje. Binnen de staten en in steden is het normaal dat Brazilianen in oude auto´s rijden zonder enig bandenprofiel, zonder aanwezigheid van koplampen, met roestgaten in chassis en uiteraard geen veiligheidsgordel. Airbag? Wat is dat? De Braziliaan blijft rijden in zijn wrak, in de wetenschap dat de pakkans praktisch nihil is. En mag de politie het wrak in beslag nemen, geen man overboord. Voor een paar honderd reais rijdt een ´nieuw` roestblik over de weg.
Bij grote politiecontroles op de rijkswegen (BR´s) worden bussen gedwongen te stoppen. De grote en bekende Braziliaanse vervoersmaatschappijen hebben de nieuwste en luxe bussen (foto boven). Extra beveiliging tegen overvallen ´s nachts door middel van een satellietverbinding. Niets mee aan de hand. Maar een plaatsje in een van die kan stevig aan de prijs zijn. Daar hebben veel armere Brazilianen geen geld voor, zeker niet als ze lange reizen moeten maken. En dat gebeurt dagelijks. Omdat Brazilianen vaak verhuizen van noord naar zuid, van oost naar west en/of viceversa. Reden? Op zoek naar werk, een beter leven. Deze Brazilianen kiezen voor een goedkope bus, wat tot vijftig procent in de kosten kan schelen.

Maar die goedkope bussen zijn oud en aftands (foto boven). Ze zijn niet te vinden op grote busstations, op- en uitstappen ergens (afgelegen) in de stad. Geen airco, geen toilet, amper stops onderweg. Passagiers rijden onverzekerd mee. Geen saltellietverbinding, dus grotere kans op een overval. Gevaarlijk. Panne in niemandsland? Voor negentig procent geen nieuwe bus, panne moet ter plekke worden verholpen. Vertragingen kunnen makkelijk oplopen tot 24 uur of langer. Familie doodsongerust, geen contact mogelijk, mobiels werken niet in niemandsland. Televisiereportages bij controles: politie stopt aftandse bussen. Er blijkt van alles te mankeren. Geen of nauwelijks bandenprofiel, slecht chassis. Geen tachograaf, chauffeurs maken te lange rijtijden. Soms ontbreken benodigde papieren van de chauffeur. Passagiers moeten uitstappen, ze worden aan hun lot overgelaten, politie neemt bus in beslag. Het is moeilijk te snappen dat de mensen de moed hebben om in een dergelijke bus te stappen. Wrakken op de weg. Ook vrachtverkeer. Oude gammele wagens en combinaties en ook nog eens overbeladen. Levensgevaarlijk en daarbij, het levert extra schade op aan de (asfalt-)wegen.
Daarmee is een bruggetje naar het wegennet gemaakt. Die wegen hebben te lijden niet alleen door het (over)gewicht van vrachtwagens, maar ook door regenval en hete zon. Gaten in het asfalt of door ernstige regenval brokkelt een complete weg door heuvels af (foto links). Een weldenkende Braziliaan die met een goede auto een (lange) reis gaat maken, vergewist zich altijd hoe het staat met het wegdek op zijn route. Soms moeten tientallen kilometers over asfalt met gaten worden gereden. Van links naar rechts gaat het dan, om banden en onderstel van de auto te sparen. Pure noodzaak. Dat zigzaggen gebeurt in twee richtingen en op snelheid.
Uit eigen ervaring. Tussen 2009 en 2010 leg ik vier keer in een luxe toeristenbus de afstand Goiãnia-Porto Seguro af, te weten 1859 kilometer. Van de staat Goiás naar de staat Bahia. Het 85,6 kilometer lange traject via rijksweg BR-349 tussen Santa Maria da Vitoria en Bom Jesus da Lapa in Bahia is een gruwel. Een nauwelijks verhard wegdek vol met diepe gaten (foto rechts). De bus van Goiãnia naar Porto Seguro passeert er altijd ´s nachts, zowel op de heen- als de terugreis. Ik zit dan rechtop in mijn stoel en sta doodsangsten uit. Soms lijkt het alsof de bus van de weg raakt, de chauffeur wijkt uit, rijdt centimeters over de berm en raast langs bomen. Takken breken af. De eerste van die vier keren stopt de bus ineens. Om vier uur in de vroege ochtend, in de stromende regen. Pikkedonker, nauwelijks verlichting. Ik kijk naar buiten. Een auto ligt ondersteboven in de berm. Buschauffeur neemt poolshoogte en vervolgt lutte minuten later zijn weg. Ik ga hem niet vragen wat hij zag. Kilometers verderop komt van tegenovergestelde richting een ambulance aangesneld. Met zwaailichten en sirene aan. Absurd. De staat Bahia is afgelopen jaar eindelijk begonnen met het verbeteren van het wegdek.
Van veilige wegen of liever het ontbreken ervan en de autowrakken naar de mentaliteit van de Braziliaanse chauffeur. Ten eerste. De auto is hét statussymbool in het land. Een Braziliaan is een macho. Indrukken dat gaspedaal. En grote geluidsboxen die snoeihard keiharde technohouse uitbraken. Dat komt de concentratie zeker ten goede. De auto als middel om macht te tonen. Ten tweede. De wet Lei Seca wordt in juni 2008 in Brazilië van kracht. Om ´alcohol in het verkeer` terug te dringen. Eén blikje bier kan al teveel zijn. De Braziliaan schrikt. Maar niet lang. Er zijn te weinig controles, er zijn veel te weinig blaasapparaten om de adem van de automobilist te meten (foto boven). Gevolg, de houding verslapt, we stappen weer lekker met alcohol op achter het stuur. Het gevolg daar weer van laat zich raden.
Er is meer mis met die Braziliaanse verkeersmentaliteit. Zonder rijbewijs achter het stuur. Geen respect voor de ander in het verkeer. Te weinig afstand houden. Door rood rijden, wat zeker ´s avonds laat in grote steden gebeurt, vanwege angst op een eventuele overval. Een helaas reële angst. Vrachtwagenchauffeurs die op lange reizen speedpillen slikken. Te koop bij afgelegen benzinestations, onder de toonbank. De baas weet ervan, iedereen weet het. Maar tijd is geld, vers fruit mag niet te lang onderweg zijn. Politiemensen die zich laten omkopen, slechte wetgeving. Braziliaanse verkeerspsychologen en -sociologen wijzen verder op een laag niveau van opleiding van de automobilist en op de gemeenschap die niet verandert ten behoeve van veiliger verkeer.
Wie denkt dat ik nu met huiver een auto of een bus instap of achterop een motortaxi kruip heeft het mis. Het is beter om niet te lang stil te staan bij het verkeer. Want dat is het: hoe dan ook, ik moet van a naar b. Een rijbewijs bezit ik niet, een auto of brommer evenmin. Ik pedaleer. Op een Braziliaanse fiets uit de jaren zeventig. Ik ben trots op dat rijwiel. Mijn woonplaats Goiãnia kent geen enkel fietspad. Maar ik steek zonder angst drukke kruispunten over waar het gemotoriseerd verkeer over heen racet. Halt houden voor een fietser? Grapje. De wegen in en even buiten het centrum zijn overdag in de hoofdstad van de staat Goiás altijd verstopt met auto´s, vrachtwagens en motoren (foto rechts). Met ongeduldige mensen aan en achter het stuur. Voor fietsers amper ruimte. Om langs dat blik te geraken, rest me maar één mogelijkheid. Zigzaggen, van links naar rechts. Met míjn blik op oneindig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten