woensdag 29 september 2010

Gevangenissen (54)

Nog steeds zijn mensen van mening dat het wel meevalt met verschillen tussen Nederland en Brazilië. Dat beide landen corrupte ambtenaren kennen, dat in beide landen bureaucratie heerst, dat in beide landen overheden langs elkaar heen werken, dat in beide landen wordt gediscrimineerd. Natuurlijk, het is zeker waar. Maar de mate waarin, wil nogal schelen. Nederlandse wethouders worden niet bij de douane op een vliegveld betrapt op het verbergen van dollarbiljetten in de onderbroek, in Nederland hoef je niet ieder officieel document onnodig eerst te laten afstempelen en in Brazilië is, godzijdank, geen PVV actief. Zomaar drie dwarsstraten.
Een vierde dan. Ze zijn voor het grijpen. De Volkskrant schrijft maandag 20 september 2010 dat gevangenen in Nederland honger lijden. Ze krijgen niet meer elke dag een half brood, maar om de dag. De Commissie van Toezicht van de Penitentiaire Inrichting Haarlem stelt te worden overladen met klachten van gedetineerden met honger. Gevangenen krijgen dagelijks een lunch, een magnetronmaaltijd, en zes boterhammen. Ze kunnen om meer brood vragen, maar als ze dat doen, dan wordt het volgens de De Volkskrant niet gegeven.
Rede Globo, de grootste en machtigste televisiezender van Brazilië, toont op maandag 20 september 2010 een reportage over een gevangenis in het noorden van het land. Wat een toeval, dezelfde dag. Een rechter, meer justitiële medewerkers en een camerateam bezoeken de gevangenis. Een half brood om de dag? Magnetronmaaltijd? Joh. Het eten wordt klaargemaakt in grote pannen, boven en naast een open riool. De camera ziet een gat in de grond, even speuren. Ah, het is een rioolput. Wat is dat toch voor een gekrioel? Wie zijn daar zo blij? Ratten! Gevangenen klagen: ´´We worden ´s nachts gebeten door ratten, we hebben niet allemaal een matras, we zitten met veel te veel in één ruimte en de hitte is enorm.`` Het dak van de cellen is gemaakt van golfplaat. Dat houdt de hitte vast en heet is het in Pará, een noordelijke Braziliaanse staat, waar de gevangenis ligt.
Naar gezicht. Koppies van jonge gevangenen, tegen elkaar aan, bij de tralies, voor de camera. Naakte bovenlichamen. Smerige cellen. Het bord met eten wordt getoond. ´´Dit moet vis zijn. Ruik eens, het stinkt.`` Te zien is een onsmakelijke pap, het enige dat erin te herkennen is, is een stukje wortel. Die gevangenen vragen zeker niet om meer. De gevangenisdirecteur doet alle kritiek met een lachje af. ´´We zullen eens zien hoe we de omstandigheden kunnen verbeteren``, belooft hij. Maar voegt eraan toe: ´´Die ratten, ja, dat is de schuld van de mensen zelf. Die gooien eten naar buiten.`` Directeur, wat wil je? Beter honger lijden, dan een onbestemde warme pap met stank van poep naar binnen werken.
Overbevolking in de eigen gevangenissen is al jaren een doorn in het oog van Brazilië. Daardoor is er meer irritatie, meer geweld. Een oplossing in het bouwen van nieuwe gevangenissen biedt amper soelaas. Ook gaan criminelen binnen de gevangenissen gewoon door met het organiseren van afrekeningen in het circuit en grote drugdeals. Informatie wordt via verborgen mobiels en bezoekers doorgegeven. De echtgenote komt op bezoek en hoort van haar man in de boeien wie er de volgende week vermoord dienen te worden. Zo simpel ligt het. Gevangenisbewaarders steken hier en daar een helpend handje toe. In ruil voor extra centen. De verlokking is groot, de bewaarders verdienen nu eenmaal niet het hoogste loon.
Verder kent ook Brazilië het ´half-gesloten-regime`. Overdag vrij, ´s avonds weer het volle celletje in. Nou ja, overdag vrij, er is maar werk genoeg. Mafiabazen in streng beveiligde gevangenissen geven opdrachten door aan het crimineeltje in het half-gesloten-regime. Weergave van mobiel telefoonverkeer tussen die twee is tijdens weer een andere reportage op televisie te beluisteren. ´´Hé man, je moet nog wel die en die een bezoekje brengen.`` Het crimineeltje klaagt: ´´Ja maar, het is al laat, ik moet zo weer terug zijn.`` Alles in code natuurlijk, maar het is klip en klaar dat een of andere transactie wacht op afhandeling.
Nederlandse gevangenissen gooien eten weg, luidt de kritiek. Een onderzoek is op handen. Ook naar samenstelling van het dagelijkse voedselpakket, dat een ´wetenschappelijke` basis heeft, zo wordt onder meer gekeken naar de grootste eters. In Brazilië zijn het de gedetineerden die het eten weggooien. Ratten doen zich tegoed en wedijveren met de gevangenen wie er in getal overheerst. Gokje wagen? Ach, het hoeft niet, laat maar. Het is slechts weer een ander groot verschil. Tussen Nederland en Brazilië.

vrijdag 24 september 2010

Voetbalsoap (53)

Hij heet Neymar da Silva Santos Júnior en ziet op 5 februari 1992 het levenslicht in de Braziliaanse stad Mogi das Cruzes. Dat ligt in de staat São Paulo. De bekende voetbalclub Santos ontfermt zich over het jonge talent, dat zich snel ontpopt als een swingende aanvaller. Santos? Ja, de club van Edison Arantes do Nascimento, oftewel Pelé. De Koning, zoals hij in eigen land wordt genoemd, scoorde bijna 1100 doelpunten voor de club uit São Paulo.
Neymar heeft nog een lange weg te gaan, is pas achttien jaar, maar de eerste stappen mogen er zijn. En wat goed is, komt snel, heet het in het voetbaljargon. Neymar speelt in Braziliaanse nationale jeugdselecties en mag op zaterdag 26 juni 2010 zelfs zijn debuut maken in de hoofdmacht. Een vriendschappelijk duel in en tegen de Verenigde Staten in New Jersey. Neymar doet wat hij belooft. Hij maakt zijn eerste officiële goal voor de Braziliaanse selectie onder het oog van de nieuwe bondscoach Mano Menezes.
Neymar is wat Nederlandse voetbalverslaggevers zouden zeggen ´een lekker speels jong met enorme talenten en een gouden toekomst.` Het gaat Neymar voor de wind. Hij trekt zich niets aan van de druk, blijft lekker pingelen en scoren. Tot woensdag 15 september 2010. De wind draait. In de thuiswedstrijd tegen Atlético Goiananiense krijgt Santos een strafschop. ´´Die ga ik nemen``, zegt Neymar en pakt de bal. ´´Nee``, zegt trainer Dorival Júnior, ´´dat doe jij niet, dat doet je teammaatje Marcel.`` Dat pikt Neymar niet en gaat in discussie met de trainer. Het loopt uit de hand, Neymar begint te schelden en rent woedend naar de kleedkamer. De pers achter hem aan, maar Neymar zegt geen letter.
De soap begint. Neymar bekent schuld tijdens de persconferentie na de wedstrijd. Hij verontschuldigt zich, maar meent er geen woord van. De trainer zet de volgende dag Neymar op non-actief, voor minstens één wedstrijd. De directie staat vierkant achter de coach. Verder geen nieuws. Behalve dat heel Brazilië valt over de opstelling van het jonge talent. Dat zal nog erger worden. De derde dag. Dorival Júnior heeft het niet op het lefgozertje Neymar en is van plan om hem langer aan de zijlijn te posteren. Een tweede wedstrijd zonder basisplaats in het verschiet. De directie staat weer vierkant achter de coach. Maar het script van de soap voorziet in een verrassing. Zoals het hoort. En de hoofdrolspelers houden zich perfect aan de tekst. De directie van Santos geeft later op de dag een persconferentie. Inhoud? Ontslag voor trainer Dorival Júnior. ´´Er is een vertrouwensbreuk ontstaan. En de trainer heeft de laatste tijd nogal last van stress.`` De coach houdt zich goed, maar is zonder meer verbijsterd. ´´Ik hoef me toch niet te verantwoorden aan een directie van een voetbalclub voor het nemen van disciplinaire maatregelen?`` Het helpt niet, meneer Júnior kan gaan. En Neymar? Die zit op de bank de komende wedstrijd en zal spelen. Natuurlijk. Santos kiest eieren voor haar geld. Neymar is een van de grote nieuwe talenten van het Braziliaanse voetbal en nog geen twintig jaar. Meer, hij speelt op zijn Braziliaans. Neymar wordt, als er geen gekke dingen gebeuren, heel belangrijk op het WK 2014 in zijn eigen land. Daar kan geen trainer aan tippen. Zelfs Júnior niet, die dit seizoen met Santos toch twee prijzen pakt. De Braziliaanse beker en het belangrijke kampioenschap van de staat São Paulo. Voorwaar geen kinnesinne.
En hij heeft alle gelijk om Neymar geen strafschoppen te laten nemen. De laatste die het talent benutte, was op woensdag 18 augustus. Zes heeft hij er dit seizoen genomen, de helft ging er niet in. Santos trekt geen nieuwe trainer aan, de tweede man gaat de club leiden op het veld. Hij heet Marcelo Martelotte. Hij zegt: ´´Ik denk er ernstig over om Neymar weer de eerste man te laten worden bij het nemen van strafschoppen.`` Want Neymar schiet ze er weer bijna allemaal in op de traning. Die Martelotte wordt voorlopig niet uit de soap geschreven. Nog een nieuwtje. Mano Menezes laat Neymar buiten de nationale selectie. Geen speelminuten meer tijdens de komende vriendschappelijke interlands voor het heethoofdje. Laat hem en hele affaire maar even afkoelen, vindt Menezes. Verstandig.
Het levert de meer open en sympathiekere opvolger van Dunga onmiddellijk een compliment op. Dat compliment is te lezen op Twitter. De soap Neymar is dagen hét onderwerp voor de Braziliaanse twittereraars. ´´Mano verdient een prijs voor de meest moedige mens. Hij houdt een speler buiten de selectie zonder angst voor ontslag.`` De tweets worden harder. ´´De winter is gisteren gestopt. Neymar houdt niet van kou.`` En: ´´Neymar zegt tegen de paus in het Vaticaan, degene die de baas is bij Santos, ben ik.`` Deze dan: ´´Iran houdt op met het produceren van uranium omdat Neymar het wilt.`` Een leuke is: ´´Neymar traint vandaag niet, hij geeft een lezing over leiderschap.``
De eerste episode van de soap zit er op. Dorival Júnior vindt snel een nieuwe baan, bij andere een club in de Braziliaanse eredivisie, Atlético MG in Belo Horizonte in de staat Minas Gerais. En Neymar? Die zwijgt in alle talen, zeker in het Braziliaanse Portugees. Hij traint weer voluit, speelt weer voluit, stelt zich volgens zijn clubmaatjes uiterst terughoudend op.
Aanvoerder Edu Dracena van Santos laat weten: ´´We maken allemaal fouten in het leven. Daar moeten we van leren. Neymar pakt het goed op. Het is in zijn eigen belang dat hij zich in het vervolg verre houdt van dit soort affaires. Slecht voor zijn ontwikkeling, hij is een geweldig talent, en om te voorkomen dat tegenstanders hem gaan aanspreken en irriteren op het veld.`` Geen gebrek aan verstandige praat. Maar of het script van de soap erin voorziet, valt te bezien. Afwachten wat de volgende episode brengt.

Gurupi (52)

De bar heet Gurupi. Dat is een plaats in de noordelijke staat Tocantins. De eigenaar komt er vandaan. Hij heet gemakshalve dan ook Gurupi. Niemand kent zijn echte naam. Het is normaal in Brazilië, dat de bijnaam de echte naam overvleugelt. Gurupi is een klein mager en onooglijk mannetje, met bril, met dikke brillenglazen. Hij past perfect in een Engelse komedieserie. Hij lacht nooit, is nooit blij. Terwijl hij reden genoeg heeft.
Zijn bar loopt als een trein. Logisch. Het zit tegenover de Federale Universiteit Goiãnia (UFG). Daar zitten ruim drieduizend leerlingen op. En leerlingen houden van uitgaan, dat is universeel. Dus het is druk bij Gurupi, bijna alle dagen, vanaf ´s middags vijf uur. Dan komen ze, de meisjes en jongens die het eigen land een nieuwe toekomst gaan geven.
Veel alternatieven ook en dat is redelijk zeldzaam in een staat als Goiás, waar Goiãnia de hoofdstad van is. Goiás is een boerenstaat. Veeteelt en akkerbouw. En countrymuziek. Op het platteland is het paard het vervoermiddel bij uitstek. Ik ben vaak op dat platteland geweest. In schitterende afgelegen plattelandskroegen met prachtige vergezichten. Cowboys met grote cowboyhoeden en rijlaarzen met sporen komen op paarden naar de kroeg. Ze springen van hun viervoeters, binden teugels vast aan een pilaar en leggen een biljartje. En drinken. En leggen uit dat de komende oogst weer zwaar tegen zal vallen vanwege de vele regens of juist vanwege het uitblijven ervan.
Vandaar dat punks, jongens met lange haren, die shirts dragen van de Sex Pistols en Aerosmith uit de toon vallen. Een compleet andere wereld. Maar het is goed, het is het gezicht van Gurupi. De bar trekt ook ouder publiek. Terecht. Vervelen in Gurupi doet geen mens. Luisteren en kijken zijn een genot. Altijd is er wel een discussie gaande en wie een beetje moed heeft, kan zo aanschuiven.
Ander punt. Het is verbazingwekkend hoeveel centjes die leerlingen toch in hun portemonnee hebben. Want drinken doen ze, en eten ook. Die erg aardige jonge obers, die zich voor een paar rotcenten per maand in het zweet rennen, kijken er weleens met stiekeme ogen naar. Maar het is niet zo verbazingwekkend. De universiteit is gratis, het is een staatsuniversiteit. Ouders van middenklasse sturen hun kroost ernaar toe. En geven centjes. Voor eten, voor een auto, voor benzine. Inclusief credit cards.
Hoe gek het mag klinken, ma en pa besparen op die manier. Niet alleen geld, maar ook tijd. Geen particuliere school, en die zijn duur. Een maand op zo´n school kost meer dan een minimumsalaris en dat is nou precies het salaris dat de obers van Gurupi verdienen. Verder geen romslomp. Niemand thuis de hele dag, geen rotzooi, minder eten kopen, minder gebruik van gas, enzovoorts. Ma en pa hebben zelf een volledige baan, het komt hen goed uit. Hier dochter- en zoonlief, geef maar lekker uit hoor. Dat is niet aan dovemansoren gezegd. Bier zal het zijn, op het terras van Gurupi.
Waar veel meisjes en jongens samenklitten, ontstaan relaties. Zeker in Brazilië. Versieren in dit land is bijna tot kunst verheven. Het gaat, overdreven, de hele dag door. Wat te denken van drieduizend pubers op één universiteit de hele dag? ´s Middags samen lunchen, en aan het einde van de middag samen naar de kroeg.
Het is soms fascinerend hoe ´de jongens achter de meiden aanzitten` in Gurupi. Want de jonge vrouwen van de universiteit zijn doorgaans heel wat mondiger dan de jonge vrouwen op het platteland. Brazilianen zijn macho´s. Vrouwen kleineren en zelfs mishandelen komt helaas nog immer veel te veel voor. Dagelijks. Het verandert een beetje, misschien gaat het sneller als Dilma Roussef in oktober de eerste vrouwelijke president wordt van het land.
De mannelijke studentjes moeten alles uit de kast halen. Noodzaak, want de juffrouwen laten zich de kaas niet van het brood eten. Liever geen lief, dan een sukkel, vinden ze. Zeggen ze ook hardop. Dat het aantal vrouwen het aantal mannen ver overtreft in hun land, zal ze een zorg zijn. Goed zo. Een miniwereld met meer emancipatie en meer respect voor de vrouw. Een mens zou bijna even opgelucht ademhalen.
De jongens laten het er niet op zitten. Romantiek, dat zit de Braziliaan in het bloed. Zeker vergeleken met die nuchtere en kille Hollanders. Vergeet niet, uitzonderingen bevestigen de regel hè. De Portugese taal leent zich er ook bij uitstek voor. Het is een ideale poëtische taal.
Vrouwen worden aangesproken in ultieme superlatieven en met creativiteit. Een van de mooisten die ik tot heden heb gehoord, hoort als volgt: ´´Prinsesje, meisje van mijn dromen, ik heb een groot probleem. Ik weet niet hoe ik het moet zeggen. Je moet me helpen, je moet me antwoorden. Als ik een mooie vrouw zie, denk ik altijd in edelstenen. Ben jij echt die pure diamant, precies op de juiste plek? Een pure diamant, helemaal voor mij?`` Het meisje lacht en accepteert. Een nieuwe liefde is geboren.
Op het toilet kom ik de jonge versierder tegen en maak hem een complimentje. Hij dankt en zegt: ´´Snap je waarom ik juist die woorden koos?`` Nee. ´´Zoek maar op wat Gurupi betekent. Zij weet het.`` Thuis direct achter de computer. Verrek zeg. Gurupi is een aloude term in de Indiaanse taal Tupi. Betekenis? Pure diamant!

woensdag 22 september 2010

Inveja (51)

Brazilianen kennen het begrip ´inveja`. Niemand is in staat om dat begrip met één woord te vertalen. Het is én nijd, én afgunst, én jaloezie. Ook wordt het vaak gecombineerd met roddelen, om het lekker aan te dikken.
Eens kijken wat de Braziliaanse literatuur zegt over inveja. Vrij vertaald komt het hier op neer: ´´Het is afgunst van een persoon ten opzichte van een ander. Afgunst vanwege een mooie auto, een mooie carrière. Of omdat zij of hij wil zijn zoals die ander is, beseffende dat het nooit zal lukken. Oorzaken? Te weinig intelligentie of fysiek minder. Inveja komt voor uit egocentrisme en het niet kunnen en willen accepteren dat een ander beter is of het beter heeft. Mensen vechten om macht, rijkdom en status. Mensen die dat gevecht verliezen, blijven achter met een leeg gevoel en afgunst. In de psychologie wordt inveja verklaard als een mechanisme van verdediging van de zwakkere ten opzichte van de sterkere.``
Zover de theorie. Nu de praktijk. Inveja kan werkelijk desastreuze gevolgen hebben voor relaties binnen families en vrienden. Brazilianen zijn een uiterst creatief volkje. In menig opzicht, maar vooral in het trekken van ´conclusies in geval van inveja`. Hoe? Nou, buren zien de jonge aantrekkelijke en succesvolle buurman instappen in een voor hen onbekende auto met achter het stuur een voor hen onbekende en aantrekkelijke vrouw.
Een perfecte voedingsbodem voor inveja. ´´Heb je het gezien? André stapt zomaar bij die vrouw in de auto? Ken jij haar? Ik ook niet. Vreemd. Hij doet dat nooit, hij is altijd samen met zijn eigen vrouw. Heb je die ruzies tussen hen gehoord de laatste tijd? Misschien is zij zijn maitresse. Het zal me niet verbazen hoor.``
Onschuldig geroddel? Ja. Maar het kan snel uit de hand lopen. Want buren hebben buren, vrienden, kennissen, kennen de straat, de buurtsuper, praten veel. Het praatje reist aldus verder: ´´André is gezien met een blonde vrouw in een auto. Ze haalde hem thuis af. Wat een schande zeg. Hij verbergt het niet eens. Tja, zijn huwelijk is vier keren niks. Geen wonder. Jazeker, het is een stoot. En jong. Nooit gedacht van hem.``
Vooropgesteld. De vrouw bij wie André instapte, was zijn bloedeigen zuster. Die had hij een lange tijd niet gezien. Geen tijd, te druk, familie-omstandigheden. Volkomen natuurlijk. Maar het kwaad is geschied. De afgunst en jaloezie hebben armen en benen gekregen. De buurt is er nu van overtuigd dat André overspel pleegt. Op te lossen? Natuurlijk. Aan André vragen hoe dat nu zit met die vrouw? Maar het gebeurt niet. Werkelijk bizar en werkelijk waar. In een land waar niemand zich ervoor schaamt persoonlijke vragen te stellen en persoonlijke antwoorden te geven, wordt op dit gebied de mond gehouden. Het lijkt op een uitdijend spinnenweb. Het slachtoffer van de inveja is de spin, die midden in het web zit. Om hem heen wordt de inveja geweven, zonder dat de spin het in de gaten heeft.
Uit eigen dagboek. De eerste serieuze stappen in Brazilië dateren van 2001. Een relatie ontstaat in Goiãnia met een vrouw. Haar familie is groot, vier broers, drie zusters. Moeder is zwaar gelovig. Familie heeft het niet breed. Wat heet, tegen de armoedegrens aan. Een broer van mijn geliefde heeft een vriendin. Zij is een naar mens. Vind ik. Het botert niet tussen ons. Ik zorg voor de familie, koop lekker eten. Ze ziet het met lede ogen aan.
Op een zondag ga ik met mijn vriendin naar een park. Wandelen. We komen terug. Moeder, broers en zusters kijken ons aan met vijandige blikken. Niemand zegt wat. Vriendin maant: ´´Ga naar de slaapkamer, ik zeg je later wel wat er aan de hand is.`` Oké. Later komt ze de slaapkamer binnen. En? ´´Nou, die vriendin van mijn broer heeft ons gezien op het moment dat we een seksmotel binnen gingen.`` Wat? We waren de hele middag in het park? Waarom zegt niemand wat? Waarom gelooft iedereen haar? Vriendin haalt de schouders op. ´´Maak je niet druk, het is slechts inveja.``
Het tweede voorval is ernstiger. Het gebeurt in hetzelfde huis. Het is een waanzinnige blunder mijnerzijds. Ik had het nooit moeten doen. Uitleg. Voor de relatie met mijn vriendin had ik een ander. Ook in Goiãnia. Die liefde hield geen stand, maar we zijn altijd maatjes gebleven. Ik nodig ex uit in het huis van nieuwe vriendin. Met een reden. Ik had haar eens beloofd geld te geven voor een studie die ze niet kon betalen. Een oude belofte. Dat geld heb ik nu bij me en wil het haar geven. Maar niet zomaar in het openbaar. Ex komt, met haar nieuwe vriend. Het gaat goed, tot het moment dat ik haar roep om in de slaapkamer te komen. Ik sluit snel de deur, pak geld en geef het aan haar. De scène duurt maximaal dertig seconden. Dertig tellen te lang.
We stappen de woonkamer weer in. Een enorm kabaal begint. Ex en haar vriend verlaten op een drafje het huis. Ik begrijp er niets van. Mijn vriendin is laaiend. ´´Wat deed je met haar in de slaapkamer? Mijn zus heeft gezien dat jullie elkaar kusten? Wat denk je wel!`` Ik ben met stomheid geslagen en leg uit. Maar het helpt niks. ´´Mijn zus heeft het gezien!`` Die zus is altijd jaloers op me. Ze heeft een nare relatie met een man, die haar vaak slaat. Ze heeft nooit geld. Nu ziet ze haar jongere zus met een ´rijke` gringo. Maar de deur was dicht, ze kan niets hebben gezien. Onmogelijk. Daarbij, ik moest geld pakken, dat had ik goed opgeborgen, dat weet mijn vriendin. Het duurde amper een halve minuut. Hoe kan ik dan nog tijd hebben voor een zoen?
Onbegonnen werk. Het duurt dagen voordat de storm luwt. Voor hetzelfde geld word ik zonder pardon het huis uitgezet. Die zus zal nooit meer met me praten over het delicate voorval. Ze zal me nooit vragen of ik gekust heb in die slaapkamer. Ik ben het slachtoffer, ik ben de spin. De vriendin wordt later mijn vrouw. Het huwelijk zal ook geen stand houden. Het is een ander verhaal, maar haar familie is zeker van invloed op de scheiding.
Mijn huidige vriendin heet Belgna Ribeiro Ramos. Ze is 44 jaar en studeert begin volgend jaar af als lerares aardrijkskunde. Een vrouw met een eigen verleden, laat ik het netjes zeggen. Gezegend met een goed stel hersens. Wat is het toch met die inveja, vraag ik haar. ´´Mensen accepteren niet het succes van anderen. Ze willen dat kapotmaken. Het zijn negatieve gevoelens. Ja, en waarom niemand de persoon in kwestie direct aanspreekt, ik weet het niet. Op dat gebied zijn maar weinig mensen direct.``
Een zus van Belgna heeft een vriend. Dat is nieuws, want zus is getrouwd. Haar man is alcoholist, het huwelijk stelt niets (meer) voor. Ze vertelt aan haar familie over haar nieuwe liefde. Slim. Dat is alvast heel wat gras voor heel wat voeten wegmaaien. Daar blijft het echter bij. Niemand vraagt aan haar hoe het verder moet of zegt wat ze ervan vinden. Maar achter haar rug wordt zeker gesproken. De nieuwe liefde heeft centjes, hij wil haar een auto geven. En, en, en...
Inveja is diep geworteld in de Braziliaanse cultuur. In alle klassen. Het blijft altijd bestaan. Het gevoel is dat veel gringo´s in Brazilië het slachtoffer zijn geweest en zullen worden van die indringende en aparte manier van afgunst en jaloezie. De beste raad aan hen is schouders ophalen, het ene oor in, het andere uit. Ga er zeker niet op in, dat wordt eerder gezien als een schuldverklaring. Regel twee: geef geen aanleiding. André moet zijn zus thuis uitnodigen als zijn vrouw er ook is. Regel drie: denk na voordat je iets doet dat verwarring kan opleveren. Voordat je in het huis van je vriendin je ex uitnodigt in een slaapkamer. Tel tot tien. Of liever, tot dertig.

vrijdag 17 september 2010

Crack (50)

Het is een groot probleem in Brazilië. Crack, de rookbare variant van cocaïne, is aan een onstuitbare opmars bezig. Het is goedkoop, omgerekend voor een paar euro´s heb je al een ´pedra`. Dat is het Portugees voor steen, een klompje crack dus. Crack verslaaft bijna onmiddellijk. Na één keer roken kan het bingo zijn. Het grote nadeel is, vergeleken met heroïne, dat de verslaafde geen genoeg kan krijgen van crack. Het klompje is goedkoop, maar er moet snel meer worden gescoord. Het euforisch effect is kort en krachtig, een kwartiertje of zo, afhankelijk van de gerookte hoeveelheid.
De slachtoffers van deze harddrug leven op straat. Opvangcentra bestaan, maar die voldoen bij lange na niet. In mijn stad Goiãnia, dat 1,2 miljoen inwoners telt, zijn er honderd plaatsen in het centrum. Het is er vol. Geen plek meer. Dat is niet het enige probleem. De aangeboden hulp voldoet van geen kanten. Er is geen adequaat programma en vaak zijn er te weinig begeleiders.
De Nederlandse drs. Renée Henskens promoveert op de Universiteit Tilburg met onderzoek naar crackverslaving en begeleiding in haar eigen land. ´´Crackverslaving is een relatief nieuwe en extreem risicovolle verslaving. Tot op heden is er geen effectieve behandeling voorhanden, ook niet buiten Nederland.`` Ze heeft helemaal gelijk.
´´Als begin jaren negentig crack zijn intrede doet in de drugsscene in Rotterdam, wordt het klimaat harder en agressiever. Cokegebruik bleek heftig, bijzonder schadelijk en moeilijk te reguleren. Er werd een experimenteel programma voor crackverslaving ontwikkeld, dat het bestaande aanbod zou aanvullen. Dit zogenoemde bemoeizorgprogramma was gericht op personen die, ondanks hun ernstige en levensbedreigende problematiek, nauwelijks gebruik maakten van de reguliere zorg. In het programma werd een mix van hulpverleningsmethoden aangeboden.``
Nederland loopt mijlen voor op Brazilië. Zo´n programma bestaat niet in dit continent. Meer problemen stapelen zich op. De grote handelaren in crack blijven buiten schot. Ze doen dat heel slim. Crack koop je bij een kleine handelaar.
Secretaris Renata Chein van de Seguranca Pública in Brazilië, dat over de veiligheid van de burgers moet waken, merkt op dat steeds meer jongeren kiezen voor handel in crack en andere drugs. Dat is niet zo vreemd. Gevangenissen zitten overvol, rechters kiezen snel voor alternatieve straffen. Ze moeten wat. Maar de handelaartjes blijven dan wel op straat, kunnen doorgaan met de verkoop. Pakkans ja, sanctie, ach. Het heeft ook te maken met de hoeveelheid crack die het veelal jonge handelaartje bij zich heeft. Hij heeft nooit veel bij zich. Geleerd van de handelaar die boven hem staat op de drugsladder. Dan is de straf een stuk minder hoog.
De Braziliaanse cultuur zit ook niet mee. Familie is familie, wat er ook gebeurt, de deur staat open. Verslaafden bestelen ouders, zussen en broers. Definitief het huis uit schoppen, is een ander verhaal. Beetje kort door de bocht, oké. Maar menige televisiereportage over familie van drugsverslaafden toont schrijnende beelden. Totaal aan de grond zittende moeders vertellen jankend dat verslaafde zoonlief weer eens goederen uit huis heeft weggenomen om te verkopen. En moeder heeft het al niet breed. En die deur blijft maar open.
Wie niet gelooft dat Brazilië met de crackverslaving in de maag zit, moet de verkiezings-uitzendingen op televisie volgen. Brazilië kiest zondag 3 september een nieuwe president en vertegenwoordigers in federale en staatsregeringen. Op de televisie twee keer per dag een vijftig minuten durend programma, waarin kort tientallen kandidaten zich presenteren. Het merendeel rept over die crack. Belooft een einde te maken aan de ellende. Makkelijker gezegd dan gedaan, is toch het cliché?
De regionale krant O Popular in de staat Goiás publiceert dinsdag 14 september een pagina groot artikel over drie verslaafden aan crack. Onder de kop ´Zij kennen de hel`. Alle drie zitten in het volle opvangscentrum in Goiãnia. Een meisje en een jongen, beiden vijftien jaar, en man van 31. Ze komen uitgebreid aan het woord. Het meisje wordt Paula genoemd. Haar vader gaf haar het goede voorbeeld. Aan de drugs. Paula heeft eens zeven dagen aan de crack gezeten, zonder eten, zonder slaap. Geld? Ze verkoopt de ´cesta básica` van haar opa. Een cesta básica is een pakket met primaire levensbehoeften, zoals olie, rijst en bonen. Dat pakket wordt betaald door de landelijke regering en is voor mensen die ver onder de armoedegrens leven. Die geen geld hebben om eten te kopen. Vijftien reais levert de verkoop op, nog geen zeven euro. De opa van Paula zal weer honger lijden
De 31-jarige man in het verhaal is Maurício. Hij heeft een familie, vrouw en drie kinderen en is bankbediende van beroep. Volkomen aan de drugs. Op zijn dertiende begonnen met snuiven van cocaïne, daarna sterke drank en sigaretten, vervolgens hasj en bier, weer terug aan de coke, op zijn 29ste, en nu dus crack. Maurício huilt tijdens het interview. ´´Ik had alles, ben afgestudeerd in recht, wat altijd mijn grootste droom was. Wat moet ik nu doen met mijn leven?`` Eén ding is zeker. Als hij niet slaagt af te kicken in het opvangcentrum heeft de bankbediende ´Plan C`, zoals hij het noemt, klaar liggen. Wat het inhoudt? ´´Verhuizen, en wel heel ver van mijn familie.``
Marcos is de andere vijftienjarige, een jochie van amper anderhalve meter lang. Op zijn dertiende van huis gevlucht en in de drugswereld verzeild geraakt. ´´Gaat het lang duren?``, vraagt hij aan de journaliste van O Popular. ´´Want ik ben aan het spelen op het pleintje.`` Niemand zoekt Marcos op in het opvangcentrum. Wat hij daarvan denkt? ´´Als niemand me opzoekt, ga ik hier weg. Mag dat niet, dan vlucht ik. Het scheelt me niks. Of ik buiten vrienden heb? In de wereld van de crack heb je geen vrienden. Is het interview over? Kan ik buiten spelen? Bedankt.`` Waarom die haast Marcos? ´´Hier kan ik tijd inhalen, tijd die ik als kind ben verloren.``

dinsdag 14 september 2010

Het vuur (49)

´´Help juffrouw, het hele land staat in de fik!`` Het is een vertwijfelde uitroep van een leerlingetje op een lagere school in Goiãnia. Het jochie overdrijft schromelijk. Maar hij is doodsbang, zijn ouders en broertjes ook. De familie woont in het sjieke wooncomplex Aldeia do Vale, in het uiterste noorden van Goiãnia, dat ligt in het centrale westen van Brazilië. Het is een afgesloten complex, muren rondom en bewaking, met bungalows en meer dure huizen.
Aldeia do Vale ligt niet ver van het natuurreservaat Parque Estadual Altamiro de Moura Pachego. Het reservaat met de mooie naam dreigt geheel in vlammen op te gaan. Ongeveer honderdveertig brandweerlieden zijn al drie dagen bezig om het vuur te bestrijden. Tegenslag vanwege de dichte bebossing en de droogte: geen regen in Goiãnia en omstreken de laatste honderd dagen. Kurkdroog, felle zon en wind, kortom een drama voor brandbestrijding, dat mag duidelijk zijn. Temeer, de wind staat ongunstig en voert het vuur richting wooncomplex. Een taak erbij voor de arme brandweerlieden, die op de tenen lopen. Van 3100 hectare die het reservaat groot is, is van 1200 al niks meer over. Slangen, konijnen en exotische bosdieren vinden de dood.
Over de oorzaak van de enorme bosbrand kunnen brandweer en politie nog geen definitieve uitspraken doen. Maar het vermoeden is dat de branden wel degelijk zijn aangestoken. De brandweercommandant zegt op de televisie: ´´Op vijf plekken tegelijk zijn vuren ontstaan. Dat is vreemd en niet normaal als er sprake zou zijn van een natuurlijke oorzaak. Ik heb het in mijn carrière in ieder geval nog nooit meegemaakt.`` Die mening voldoet voor de mensen. ´´Het is een schande. Degenen die dit op hun geweten hebben, zijn minder dan varkens. Een varken weet dat hij moet eten, weet dat hij gaat schijten. Deze daders weten helemaal niets, hebben geen hersens.`` Zomaar een mening van een ´slager om de hoek` in mijn wijk in Goiãnia. Hij is de enige niet die zich in die woorden uitlaat.
De luchtvochtigheid is sterk gedaald in de stad, tot veertien procent. Kranten spreken van een woestijnklimaat. De enorme brand doet het droge klimaat geen goed. Integendeel. De weersberichten brengen geen verlichting, vooralsnog geen regen in het vooruitzicht.
Vuur zorgt voor rook. Dit vuur zorgt voor enorme rook. Die hangt boven een groot deel van het noordelijke deel van de stad. Ook boven de doorgaande belangrijke rijksweg BR 060, die Goiãnia onder meer verbindt met de Braziliaanse hoofdstad Brasilia. Op diverse plekken is het zicht niet meer dan enkele meters. Grote vrachtwagens met fel licht van koplampen denderen door die grijze muur heen. Het is levensgevaarlijk. Een wonder dat er nog geen ongelukken zijn gebeurd. Wie ook last hebben, zijn bewoners van wijken in de ´buurt` van het reservaat. Wat heet in de buurt. Wij wonen op zeker tientallen kilometers afstand, maar ook in onze woning dringt as binnen. Vanwege de hitte staan deuren en ramen, zonder glas, open. Het is deze dagen continu de bezem pakken en vegen. We, mijn vriendin en ik, doen het om beurten. Estafette-vegen, noem ik het maar.
Dreigend zijn evenwel de grijze aswolken. Draait de wind een beetje, dan verdringt in een mum van tijd een donkere grauwe massa de zo felblauwe lucht. Zo moet het er uitzien bij een uitbarsting van een vulkaan. Bizar en beangstigend. En dat, nogmaals, tientallen kilometers van de vuurhaarden.
Goiãnia is niet de enige plaats die last heeft van vuur in de staat Goiás. Wat te denken van Novo Planalto. Een typisch toeristisch plattelandsstadje in het noorden van de staat, op 494 kilometer van Goiãnia. Ook daar woedt het vuur en zijn al zestien barakken vernietigd. In die barakken wonen mensen die werken op het land. Volgens de bewoners is de oorzaak een niet gedoofd houtvuur. Houtvuur is essentieel op het platteland. Gas en electriciteit ontbreken, de mensen koken op dat houtvuur.
Triest is dat vooral veel reservaten voor indianen in Brazilie vlam vatten. Ilha do Bananal in de noordelijke staat Tocantins is zo´n reservaat. Een meting op zondag 12 september toont niet minder dan 73 vuurhaarden. Voor de duidelijkheid, niet alle branden zijn ontstaan door toedoen van mensenhanden. Dichte stapels droog hout en grassen zijn perfecte ovens. En in het oerwoud liggen nogal wat van die stapels. Indianen leven in die dichte oerwouden, waar ze zich goed thuisvoelen en eindelijk met rust worden gelaten. Daartoe is zelfs een speciale wet gemaakt. Te zot voor woorden.
Niet alleen indianen wachten op regen. Zo´n beetje iedereen in het centrale westen snakt naar de natte tijd. Naar de felle buien, die soms dagen kunnen duren. Dan kan de geschroeide aarde afkoelen, ademhalen en zich opmaken voor een nieuwe geboorte. Maar dat zal jaren duren. In droge gebieden wordt nu gebeden en gedanst voor regen. Goden worden aangesproken. Zo gaat het ieder jaar. Wie niet zo gelovig is, luistert naar voorspellingen van officiële weerstations. In Goiãnia moet het op donderdag 23 september gebeuren. Komt dat uit, dan wordt het wel een zeer speciale dag. Niet alleen vanwege de eerste regendruppels na ruim drie maanden, is het die donderdag ook volle maan en de eerste dag van de lente in geheel Brazilië. Dit kan dus niet meer mis gaan.

vrijdag 10 september 2010

Vijf Goede Motieven (48)

Ze zijn twee jaar gelukkig getrouwd. Rosivan en Givanildo Rodrigues, beiden 33 jaar, wonen in de afgelegen Braziliaanse staat Rondônia. Helemaal in het zuidwesten, grenzend aan Bolivia. Zij maakt kleren, hij is monteur. Hij verdient ruim drie minimum-salarissen per maand schoon. Dat komt omgerekend neer op zo´n 780 euro. Geen vetpot, maar er is goed van te leven met zijn tweeën. Zeker omdat zij ook bijklust.
Een gelukkige tijding bereikt het paar in februari dit jaar. Rosivan is zwanger van haar eerste kind. Alles goed, alles gezond. De eerste echografie is in maart. Een eerste schok. Het is een drieling. Twee maanden later de tweede echo. Een tweede schok. Gefeliciteerd, het zijn er vier. De moederkoek is nog niet op, want bij de vierde echo komt nummer vijf in beeld. Drie jongetjes, twee meisjes. ´´We zijn ons een hoedje geschrokken, maar we zijn wel erg gelukkig``, laat de kersverse mama van de nog ongeboren vijfling weten aan de pers.
Na ampel overleg pakt Rosivan haar boeltje en verhuist naar Aparecida de Goiãnia, dat tegen de hoofdstad Goiãnia van de staat Goiás ligt. Dat is niet direct naast de deur, toch gauw ruim tweeduizend kilometer noordoostelijker. Maar mams en vijf broers van haar wonen in Goiãnia en omstreken en die kunnen mooi hulp bieden. Manlief blijft achter, iemand moet de centjes verdienen. Givanildo is ook bang dat hij zijn baan voorgoed kwijtraakt als hij met zijn vrouw meegaat. De zwangere Rosivan komt aan in Aparecida en trekt in bij zus Delmária.
In de nacht van woensdag 8 op donderdag 9 september tegen twee uur verliest de moeder te veel vocht. Ze is dezelfde woensdag nog op de zoveelste controle geweest en gewoon naar huis gestuurd. Het kan verkeren. Snel gaat het met familie in een auto naar het ziekenhuis Hospital Materno-Infantil in Goiânia. Het gezelschap krijgt hulp van de militaire politie, die met sirene en zwaailicht voorrijdt en de weg vrijmaakt. Vijf dokters en vier zusters vangen Rosivan op. Nog eens tien chirurgen reppen zich naar het ziekenhuis. Ze hadden vooraf laten weten, als het zover is, bellen. Het is na zeven jaar de tweede keer dat een vijfling wordt gehaald op hun werkplek. Dat willen de heren niet missen.
Alles gaat van een leien dakje en tussen precies 06.27 en 06.31 uur zien de vijf het levenslicht. Via een diepe insnede in de buik worden ze gehaald, wat normaal is in Brazilië. Wel te vroeg, al na dertig weken en zes dagen. De vijf wegen tussen de 860 en 1250 gram en zijn tussen de 36 en 39 centimeter groot. Grote bezorgheid is er om de kleine en zwakke longetjes van de baby´s. Drie moeten aan een ademhalingsapparaat. Gelukkig, allen ademen rustig, de vooruitzichten zijn goed. Bij de laatste vijfling in Goiãnia, in april 2003, overleed de laatst geborene na negen dagen, juist vanwege ademhalingsproblemen.
Het blijft de komende dagen dus spannend. De moeder maakt het uitstekend. De trotse vader ook. Hij boekt haasje-repje een vlucht naar Goiãnia en komt donderdagmiddag aan bij het ziekenhuis. De gehele familie bijeen en gelukkig.
Maar veel tijd om gelukkig stil te staan bij de geboorte heeft het echtpaar niet. Een monteur, werkzaam in een uithoek van het land, kan nooit in zijn eentje de kost verdienen voor een vrouw, vijf kinderen en zichzelf. Luiers, melk, kleertjes, wasmiddel, hoge energie- en waterrekeningen, wie moet dat betalen? Het antwoord is kort en krachtig: onmogelijk, het is in Gods hand. Daarbij, de familie heeft niet eens een woning.
Maar de start mag er zijn. Nog niet beseffend van het leven op deze aarde, hebben de vijf baby´s hun mama en papa alvast gezegend met heel wat presentjes. Een zwager van de vader laat weten dat nadat het nieuws van de vijfling-op-komst de ronde deed, er een baan beschikbaar kwam voor Givanildo in Goiãnia. Dat is een present, want hij en zijn vrouw willen graag in de stad blijven. Niet alleen vanwege de familie, ook vanwege de faciliteiten die Goiãnia nu eenmaal biedt op het gebied van bijvoorbeeld de medische zorg.
Het is slechts het voorspel. Mams en paps worden uitgebreid voorgesteld op de regionale televisie. Mams vertelt dat ze iedere steun in welke vorm dan ook kan gebruiken. Een vijfling is geen alledaagse gebeurtenis. Toch? Helemaal waar, vindt fabrikant Sapeka. Die is erg begaan met het echtpaar en geeft vijf wiegen en tienduizend luiers weg. Zomaar? Nou ja, het bedrijf verdient wel gratis publiciteit. Wat zou trouwens duurder zijn? De kostprijs van tienduizend luiers en vijf wiegjes of een week lang televisiereclame?
Muggeziften, sorry. Belangrijker is dat het echtpaar en de vijf baby´s worden geholpen. Nog een initiatief. Van Sicoob en CDL in Goiãnia. Dat zijn afkortingen van organisaties van grote en kleine middenstanders. Ze zijn gebroederlijk een campagne begonnen, onder de naam ´Vijf Goede Motieven om te Geven.` Met de gedachte om nieuwe inboedel, kleren en voedsel te kopen. Geld zal ongetwijfeld binnenstromen. Brazilianen zijn idolaat van kinderen en begaan met het lot van jonge moeders, zeker als het gaat om de geboorte van meerlingen. Het is niet de eerste keer dat zo´n ´inzameling´ wordt gehouden. Zeker is dat de centjes worden uitgegeven in winkels en grootwinkelbedrijven, die toevallig onder de paraplu schuilen van genoemde organisaties. Nogmaals, een kniesoor die daar op let.
De verschillende regionale televisiejournaals, toevallig vijf in totaal, verzorgen deze dagen reportages over de vijfling en hun ouders. Aan het einde van elke reportage doet de presentator steevast deze oproep. ´´´Help deze mensen. Vijf in één keer, zeg nou zelf, het is niet niks. Alles is welkom. Help.`` Echter, de donaties duren geen leven lang. Moeder en vader gaan een drukke en zware tijd tegemoet. Ze zijn en blijven afhankelijk van hulp en belangrijker, van een goede verstandhouding met familie en vrienden. Het is voor hen te hopen dat die goede verstandhouding lang duurt.
Eén grote klus is geklaard. Het verzinnen van namen voor de kinderen. Amanda, Jéssica, Gustavo, Guilherme en Lucas zijn het geworden. Het is in Brazilië normaal dat zodra de echo het geslacht van de baby toont, de ouders dat willen weten. Snel wordt een naam bedacht. Iedereen krijgt onmiddellijk te horen of het een meisje danwel een jongetje is. Met de naam erbij. Slechts een kleine minderheid wil het niet weten, in tegenstelling tot Nederland.
Ik heb die Hollandse mentaliteit altijd al grote onzin gevonden. Het is veel leuker om het direct te weten. Je kunt in Brazilië aan elke vrouw in verwachting persoonlijke vragen stellen. Dat vinden ze maar wat leuk. Hoeveel maanden? Alles goed? Jongetje of meisje? Naam? Antwoorden worden altjd gegeven, tot aan medische gegevens toe. Ouders hebben maanden voorpret en kunnen de juiste babykleertjes al kopen. Moeder kan in het openbaar haar kindje in de buik aanspreken met haar of zijn naam en familie en vrienden kunnen op de vrouw af vragen of Jéssica of Gustavo al flink aan het trappelen is in de dikke buik van mama.
Eerlijkheidshalve moet worden aangemerkt dat Brazilianen doorgaans super nieuwsgierig zijn. Die wachten geen negen maanden op het juiste geslacht van de nieuwkomeling. Absoluut geen geduld. Rosivan en Givanildo Rodrigues moeten daarentegen wel geduld en ook kracht opbrengen. Niet alleen voor de komende dagen, maar voor de komende jaren. En goede hoop hebben op wat de toekomst zal brengen. In ieder geval hebben ze Goede Motieven voldoende. Vijf maar liefst.

woensdag 8 september 2010

Onafhankelijk? (47)

Het is 7 september en Brazilië viert voor de 188ste keer de onafhankelijkheid van Portugal. In alle hoofdsteden van de 26 staten en in de landelijke hoofdstad Brasilia staat een defilé op het programma. Daar doet in eerste instantie ´het gezag` aan mee. Het leger, militaire politie, brandweer. Verder burgerlijke organisaties, zoals de burgerwacht, en in Goiãnia bijvoorbeeld majorettenkorpsen en harmonieën van de vele staatsscholen.
Het is deze dinsdag 7 september 2010 bloedje heet in Goiãnia, de hoofdstad van Goiás. Het defilé is vorig jaar afgelast vanwege varkenspest. Gevaar op besmetting. De verwachtingen zijn vandaag hooggespannen en er zijn dan ook niet minder dan 20.000 mensen op de been. Het defilé begint om kwart voor negen in de ochtend in het hartje van de stad. Goede organisatie: afzettingen, brede lanen, genoeg plek voor iedereen.
Dat mag ik niet missen. Met vriendin de bus in. Aan de route vinden we een plekje met goed uitzicht. Onder een afdak van een grote winkel, lekker in de schaduw. Achter ons lopen onophoudelijk mensen op en neer. Het zijn verkopers. Met water, frisdrank, bier, propellers in de kleuren van de Braziliaanse vlag, Braziliaanse vlaggetjes, snoepgoed voor kinderen, hoeden, petten, horloges, ananas. Ook paraderen gezinnen en vooral pubers voorbij. Jongens op zoek naar meisjes, meisjes op zoek naar jongens. Eigenlijk zijn er twee defilés, één voor ons, één achter ons.
Precies om 08.40 begint het officiële defilé. Drie vlaggen gaan in top. Die van het land, de staat en de stad. Een harmonie speelt het volkslied, en hoe kan het ook anders, op het ritme van de muziek worden de drie vlaggen stukje bij beetje gehesen. Gouvernadeur Alcides Rodrigues en burgemeester Paulo Garcia van Goiãnia in hun nette pakken, heet dus, helpen mee.
De vlaggen in de top. Ze wapperen amper, bewegen wat op en neer. Het defilé kan beginnen. Het is direct raak. Via de geluidsinstallatie langs de route klinkt de aankondiging: ´´Ze hebben gevochten in de Tweede Wereldoorlog in Italië. Gevochten voor de wereldvrede.`` Op een zeer langzaam rijdende legerjeep zitten zeven mannen, zeven oud-strijders. Ze moeten tegen de negentig jaar of ouder zijn. De mensen langs de kant klappen de handen stuk. Ik kan me ogen niet geloven. Wat rijdt achter de jeep aan? Zie ik het goed? Jawel, het is een ambulance.
Diverse afdelingen van de militaire politie presenteren zich. Rotam en Giro. Die zien er angstaanjagend uit. Zwarte geblindeerde grote auto´s met stoere mannen in zwarte kledij, kogelvrije vesten, en met het geweer in de aanslag. Het zijn de eenheden van binnen-zonder-kloppen. Daar weten heel wat onschuldige Brazilianen van. Want er wordt nogal eens voor niks binnengevallen. Anonieme melding deugt niet of verkeerde adres. Foutje, bedankt. Niemand doet moeilijk. Maar degenen die het overkomen, spreken andere taal. Het gaat met zo´n absurd geweld gepaard, dat het een trauma voor de rest van het leven kan opleveren.
Wij staan echt op een goede plek. Slecht één echtpaar voor ons. Een grote zwarte mevrouw en een kleine Japanse meneer. Achterin de dertig. Drie kinderen hebben ze en die zitten vóór het hek op de grond. Dat mag. Of beter gezegd, ze gaan er gewoon zitten. De vrouw valt ineens uit tegen de man: ´´Sebastião, gierige, haal nou eindelijk die drie fanta´s en dat blikje coca-cola.`` De gierige Japanner knikt gedwee en maakt zich schielijk uit de voeten. Snel keert hij terug. Met twee fanta´s. Dat wordt herrie. ´´Zei ik het niet, gierige, het moeten drie fanta´s zijn, drie!`` De Japanner zucht slechts en kijkt weg. Mijn vriendin wil zich ermee bemoeien. Ik kan haar nog net weerhouden, met een zachte kneep in haar rechterzij en een besliste blik.
De rust keert terug op precies het goede moment. Majorettes en harmonieën komen langs. Nu moet me van het hart, dat ik niet zo gecharmeerd ben van majorettes en van harmonieën. Het doet me denken aan die vervelende en zouteloze optredens lang geleden in de rust tijdens voetbalwedstrijden van mijn Feyenoord. Maar dit is even anders. Die muziek. Geen hoempa-pa-pa. Maar Another brick in the wall van Pink Floyd, hard rock en het swingende nummer dat ooit is gecomponeerd om de in 1994 overleden Braziliaanse Formule-I-coureur Ayrton Senna te eren. Vet drumwerk, dat hakt erin. Het publiek danst bijna mee. Tja, en dan die majorettes. Prachtige meiden in prachtige pakjes. Laat ik het daar op houden. Salto´s en van alles vliegt de lucht in. Vendels, ringen. Eén vendel landt bijna in een oog van een mede-majorette, het mag de pret niet drukken. Weg is mijn vooroordeel.
Het loopt tegen elven. Het defilé zit er zo goed als op. We schuifelen naar een terras. Even zitten, misschien een hapje, maar zeker ijskoud bier.
Olimar zit er ook. Een veertiger, klein van postuur. We moeten aanschuiven aan zijn tafeltje. Het is goed. Hij woont in Acre, een staat heel ver weg, in de uithoek van het land. Dichtbij Venezuela. Olimar vertelt mooie verhalen. Hij heeft een grote boerderij met 24 kamers, allen met air-conditioning. Driehonderd medewerkers en eigen vliegtuigje. Olimar is in Goiãnia voor een revisie van zijn lichaam. Aderen zijn dichtgeslibt en hij wil twee kunstgebitten. Zijn mond gaat wagenwijd open. Voor wie het niet gelooft. Ik tel snel slechts vier bruin gerookte tanden, oftewel wat er van over is. Gadver, had ik net zin in zo´n heerlijke pasteitje. Het geeft niet, Olimar is onderhoudend en grappig. Vriendin bekvecht met hem. ´´Als je land van indianen hebt afgepakt, heb je een slechte aan me.`` Moeder van vriendin is indiaanse, vandaar. En indianen hebben het nog steeds erg moeilijk in hun eigen vaderland, wat een regelrechte schande is. Olimar lacht zijn tandeloze mond weer eens bloot. Het wordt dus echt geen pasteitje vandaag. ´´Ja maar, als ze dreigen mijn land af te pakken, dan zal ik me verweren. Het is eigenlijk al gebeurd.`` Hij stroopt zijn lange broek op en wijst op diepe littekens. ´´Kogels``, legt hij uit. Ik krijg een uitnodiging voor 21 september. Dan vliegt hij terug en ik mag mee. Het zal me benieuwen. We wisselen telefoonnummers uit en stappen op. Het is tijd voor de lunch, weg uit de braadoven die centrum heet.
In een vol barbecue-restaurant staat de air-conditioning op hoog, maar het mag niet baten. In een speciale hoek is een speelplek voor kinderen ingericht. Die is eveneens vol. De kinderen hebben veel plezier en laten dat graag horen. Naast ons een groot gezelschap. Het zingt de Braziliaanse versie van Lang zal ze leven. Een vrouw viert haar 82-jarige leeftijd. Een gitarist begint te spelen en te zingen voor de jarige Jop, de zaal klapt en zingt mee.
Ik geniet met volle teugen. Verkeerde dranken bij verkeerd tafeltje, maar ze worden er wel opgedronken, kinderstoel met kind valt om, achterover nog wel, en bij het buffet met onder meer salades doe ik het weer verkeerd met die lepel en breekt bijna weer een hele schaal met sappige perziken. Een aardige meneer moet erg hard lachen en helpt me. We raken onmiddellijk in gesprek, het gaat over verse produkten.
Hier ben ik thuis. Het land Brazilië mag dan bijna twee eeuwen onafhankelijk zijn van de Portugese overheerser van weleer, de mensen zijn niet onafhankelijk van elkaar. Ze bemoeien zich overal mee, leven mee, helpen mee en zorgen waar nodig is. Die ambulance achter die zeven stokoude en bijna dode oud-strijders is helemaal niet zo vreemd, is helemaal niet zo lachwekkend. Het is meer zorgen. Voor elkaar.