maandag 31 oktober 2011

Ex-president Lula begint met chemokuur



De in zijn land immens populaire Braziliaanse ex-president Luiz Inácio Lula da Silva begint vandaag, maandag 31 oktober 2011, met een chemokuur tegen een kwaadaardig kankergezwel in zijn strottenhoofd. De 66-jarige Lula ondergaat de kuur in het Hospital Sírio Libanês in São Paulo, een befaamd peperduur particulier ziekenhuis met uitstekende medici. Een ziekenhuis ook dat al veel Braziliaanse beroemdheden heeft ontvangen.
Lula is acht jaar president geweest van Brazilië, van 1 januari 2003 tot 1 januari 2011. Dilma Rousseff, partijgenote van Lula, volgde hem op en is daarmee de eerste vrouwelijke president van Brazilië.
Lula besloot vrijdagavond 28 oktober naar het ziekenhuis Sírio Libanês te gaan. Hij had veel keelpijn. De ex-president woont in São Bernardo do Campo, op slechts 22 kilometer van São Paulo. Na een serie onderzoeken kwam er snel duidelijkheid: een kankergezwel in zijn strottenhoofd met een diameter van drie centimeter. Arts Roberto Kalil Filho, die Lula onderzocht, laat weten dat de ex-president tachtig procent kans heeft om van het gezwel af te komen. ´´Hij is behalve de aandoening verder kerngezond``, aldus de arts. De Braziliaanse arts Artur Katz, volgens de Braziliaanse pers een van de meest gerespecteerde oncologen in zijn land, zal de behandeling van Lula leiden. De ex-president is niet in paniek, maar vertelde wel aan zijn directe omgeving en beste vrienden dat hij bang dat de kuur ten koste gaat van diens stem. Die angst is te begrijpen. Lula reist na zijn presidentschap binnen- en buitenland af om er lezingen te geven en toespraken te houden over uiteenlopende politieke, economische en sociale onderwerpen
Lula is gisteren, zondag, gewoon thuis geweest. Samen met familie. Hij ontving geen visites, op aanrading van de staf in het ziekenhuis, om zo zijn stem te sparen (foto boven, Lula met een kleinzoon in de armen zondag in zijn woning). Ongetwijfeld keek hij ´s middags via de kabel naar de verrichtingen van zijn favoriete voetbalclub Corinthias uit São Paulo. Die won moeizaam thuis met 2-1 van Avai en nam daardoor de koppositie in de Braziliaanse eredivisie over van Vasco da Gama uit Rio de Janeiro, dat thuis met 0-0 gelijk speelde tegen Sáo Paulo.
Lula is niet de eerste in zijn familie die aan de wrede ziekte lijdt. Juni dit jaar verloor de ex-president zijn oudste zus Marinete da Silva, die op 72-jarige leeftijd stierf ten gevolgde van longkanker. De ex-president heeft met nadruk gesteld dat hij alle openheid verwacht van zijn artsen.
Op Facebook is deze dagen een morbide grap gesignaleerd. Een foto van Lula met Braziliaanse presidentssjerp (foto rechts) en daaronder een Portugese tekst die in het Nederlands vertaald hier op neer komt: ´Campagne: Lula laat zich door SUS behandelen. Haha`. SUS staat voor Sistema Único de Saúde en is 1988 in het leven geroepen. Gratis gezondheidszorg voor iedere Braziliaan. Zo´n 6500 ziekenhuizen in heel Brazilië vallen onder SUS. Patiënten die geen geld hebben voor een behandeling in een particulier ziekenhuis gaan en moeten daar wel heen. Met als gevolg overvolle ziekenhuizen, te weinig medisch personeel, te weinig medicijnen en ellenlange wachtlijsten. De grap is afkomstig van militanten in Brazilië. Zij vallen over het feit dat de politiek zeer linkse Lula naar een ´elite-ziekenhuis als Sírio Libanês` gaat.
Het is een minderheid, die deze grappen waardeert. Maar die minderheid is te begrijpen. Vooral de laatste maanden verschijnen in de Braziliaanse pers, op de Braziliaanse televisie, werkelijk schrijnende beelden van staatsziekenhuizen waar patiënten in gangen in stoelen en op dunne matrassen in nauwe hete gangen dagen wachten op een plekje in de enige en slecht uitgeruste operatiekamer (foto linksboven). Artsen maken overuren, zij weten het ook niet meer. Geen geld.
De meerderheid van het Braziliaanse volk houdt zich echter deze dagen niet bezig met problemen in de publieke gezondheidszorg. Alle ogen en oren zijn gericht op het zien en horen van goed nieuws uit dat elite-ziekenhuis. Dat Lula snel voor honderd procent beter wordt en hij zijn stem voor honderd procent zal behouden. Een absoluut markante stem. Lula slist namelijk en dat past hem als geen ander.

donderdag 27 oktober 2011

Waterplezier in Brazilië



Het is herfst in Nederland. Bladeren vallen van de bomen. Een nieuwe en waarschijnlijk strenge winter in het verschiet, mogen de voorspellingen van meteorologen kloppen. Het is lente in Brazilië. De regentijd begint, bomen en struiken geven nieuw leven aan overheerlijke vruchten. Een wellicht weer erg natte zomer ligt in het verschiet. Rivieren lopen over, ongetwijfeld weer overstromingen die de laatste jaren voor veel ellende zorgen. Complete dorpen onder water, mensen raken huis en haard kwijt en ze hebben al zo weinig. Wat een gekke wereld. Als Nederlanders in hun eigen landje opgewonden de schaatsen onderbinden om een tochtje op bevroren water te maken, moeten Brazilianen in hun eigen continent op hetzelfde moment het vege lijf redden voor massa´s niet bevroren water. Wat kan het toch verkeren.
Maar het draait ditmaal niet om de ellende dat water teweeg kan brengen, maar om de vreugde. Om waterplezier. En wat is er dan mooier dan een mooie lauwe schone zee, een mooi schoon wit strand en een mooie warme zon? Als het om (zonne-)baden gaat. Zeg het eerlijk. Niets toch? Geen zwembad, geen meer, geen rivier kan daar tegen op. Maar is het echt waar? Ontboezeming vooraf. Ik ben gek op water. Altijd geweest. Wat dat betreft zit ik in Brazilië gebeiteld. Het enorme land, meer dan honderdvijftig maal groter dan Nederland, heeft water om te baden in alle varianten denkbaar. Daar maak ik, als het even kan, dan ook dankbaar gebruik van. Zwembaden, warmwater-zwavelbaden, zeeën (Brazilië heeft 7.200 kilometer kustlijn, reken de strandwinst maar uit), meren en grote rivieren die op binnenzeeën lijken en verborgen riviertjes in het binnenland waar de vissen over de voeten zwemmen en het water gewoon te drinken is. Prachtig.
In Nederland veel naar de zee geweest. In de tijd dat ik in Roosendaal woonde en werkte, vaak naar de Zeeuwse stranden, zoals Dishoek (foto rechts). Maar ook naar Vlissingen, uiteraard Scheveningen en feestpaviljoens in Zandvoort, in de pubertijd naar een strandfeest in het Noordhollandse Bergen aan Zee, naar Ameland en Texel. In Nederlandse rivieren en meren heb ik nooit een duik genomen. Vanwege toename van vervuiling vraag ik me af of er nog wel schone rivieren of riviertjes in Nederland zijn waar een bad aan te raden is. Wie het weet, mag het me schrijven.
In Brazilië heb ik veel geluk. Mijn huis zal in drie verschillende staten, in drie verschillende plaatsen, staan. In de hoofdstad Goiãnia van de boerenstaat Goiás in het centrale westen, in het toeristendorp Porto Seguro aan zee, het zuiden van de staat Bahia, en in Poços de Caldas, het zuiden van de staat Minas Gerais. Drie plaatsen met veel badwater in de omgeving (foto boven, waterval in Poços de Caldas). Daarbuiten ken ik de stranden van Rio de Janeiro redelijk tot goed en ben eens een lang weekeinde in Búzios geweest.
Een nadere uiteenzetting over zee en strand in Brazilië. De mooiste stranden liggen in het noorden en noordoosten van het land. Dat zal geen geheim zijn voor een beetje Braziliëkenner. Op de stranden van Ipanema, Leblon en Copacabana in Rio de Janeiro valt altijd wat te beleven, maar het predikaat bounty krijgen ze van mij niet. Niet indrukwekkend. Daarentegen wel echt Rio de Janeiro. Op hete dagen en in het weekeinde bomvol. Met aparte gedeeltes om te (voet-)volleyen. Met knappe hoertjes, met gauwdiefjes uit favela´s (oppassen op uw spulletjes), de krottenwijken, met plaatselijke beroemdheden, met hele grote families. Het is aan te raden om bijna niks mee te nemen naar die stranden en baden in de zee af te wisselen met strandwandelingen. Om het volk van Rio in bijna naakt maar vol ornaat te bewonderen (foto rechtsboven, een vol strand op Copacabana).
Wie geen probleem heeft om in Rio de Janeiro in een bus of auto te stappen voor een rit van 165 kilometer, zou een keer naar Búzios moeten. Búzios is een schiereiland met een lengte van acht kilometer en kent 23 verschillende stranden en die zijn absoluut fraaier dan die in Rio. Het is wel erg toeristisch, maar dat is geen nadeel. Genoeg strand voor iedereen. Indrukwekkend zijn de kleinere strandjes, omgeven door rotsmassieven (foto links). Er is langs te zwemmen, maar dan moet je wel echt kunnen zwemmen. Dan kun je hier en daar een rots in en dat is adembenemend. De Braziliaanse vriend die mij uitnodigde voor een weekeindje Búzios zal ik nooit vergeten. Hij kende de stranden en het dorp. Met zijn auto reden we even buiten de bebouwde kom. ´´Ik zal je wat laten zien``, zei hij. Een stief kwartiertje en hij zette de auto neer op een type rotsplateau. ´´Uitstappen en meekomen``, gebood hij. Gedwee achter hem aan. ´´Kijk hier maar naar beneden``, wees de vriend met zijn rechterhand. Niet te geloven, wat een uitzicht. Ik telde zeventien strandjes, diep beneden mij. Schitterend, geen woorden voor. Ik zal hem vragen waar die plek precies was, dat weet hij zeker nog. Voor eventuele liefhebbers.
Andere stranden om nooit te vergeten, zijn te vinden in Santo André (foto rechts). Een onbekend vissersdorpje, vijfentwintig kilometer ten noorden van Porto Seguro, het zuiden van Bahia. De stranden van Porto en de dichtbij gelegen plaatsen Trancoso en Arraial d´Ajuda zijn bekend, vaak druk en fraai. Maar die in Santo André zijn maagdelijk en zeker nog fraaier. In het half jaar dat ik in Porto heb ik gewoond, ben ik er meerdere keren geweest. Eerst met een pont over de rivier João de Tiba, die uitmondt in de zee. Een gammele bus in voor een kilometer of vijftien landinwaarts. Het plaatsje laten voor wat het is en in niemandsland uitstappen. Een seintje aan de chauffeur is genoeg en de bus stopt. Door een soort mangrovebossen, een soort moeras, een door planten overwoekerd pad volgen. Oppassen, het is echt een weg banen. De lucht van zout water is te ruiken, het ruisen van de zee ook. Het nauwelijks zichtbaar pad gaat ongemerkt over in strandzand. De zee is dichtbij. Nog wat varens wegslaan en daar is het uitzicht der uitzichten. De beste bounty. Het is eb, het strand is breed en loopt honderden meters de zee in. Het water kabbelt, dit deel van Brazilië is beroemd om een rustige zee. Geen mens te zien. Geen strandstoel. Geen afval. Zeevogels verzorgen een balletvoorstelling in de lucht. Voor een allenig mens.
Het pleit lijkt beslecht, in voordeel van de zee. Wat kan nog meer indruk maken? Naar Aruanã dan maar, landinwaarts, een plaatsje met ruim zevenduizend inwoners aan de Rio Araguaia in de staat Goiás. Op slechts 310 kilometer van mijn huidige woonplaats Goiãnia. Rio Araguaia is een van de grotere rivieren in Brazilië, is exact 2.114 kilometer lang en er wordt de meeste vis van het land gevangen. In de vakantiemaanden juli en augustus is het laag water, het verschil kan tot zo´n zeven meter oplopen vergeleken met de regentijd in december. Enorme zandvlakten vallen droog en de creatieve Brazilianen bouwen daar complete houten barakken, bars en hutten op (foto boven). De vakantie vierende Brazilianen dagen in grote getalen op.
Met een Braziliaan mee die een motorboot heeft. Motorboot achter zijn auto en op weg naar Aruanã. Een uurtje of vier en de boot ligt in het water. Rio Araguaia (foto geheel boven). Dat betekent vliegende vissen, een soort dolfijnen, een soort steltlopers op zandvlaktes die niet bebouwd zijn. Plots oorverdovend gekrijs in de lucht. Het doet pijn aan de oren. Kleine groene papegaaien vliegen over. Op volle snelheid. Een groene wolk.

Ook toekans verblijden ons. Die vliegen aanzienlijk langzamer, zijn dus langer waar te nemen, oogsten meer bewondering. Ruim een uurtje varen en we zijn alleen op de rivier. Links en rechts oerwoud, er is goed te zien tot welke hoogte het water in december kan komen. Een oeroud cliché dient zich aan, wanneer de mens een bezoek brengt aan natuur die hem of haar overweldigt: wat zijn wij toch nietig.
Maar vanwaar het idee om een blog over waterplezier te schrijven? Nog geen vierentwintig uur geleden lag deze schrijver in een rivier. Het gevolg van een onaangekondigde ´uitnodiging` van kroegbaas en vriend Zé. Hij baat in zijn eentje al zo´n twintig jaar een onooglijk cafeetje uit in mijn woonwijk. Sluit en opent wanneer het hem uitkomt. Ik kom er graag en veel. Gisteren zat ook de baas van de aanpalende supermarkt op het terras bij Zé. ´´Zijn we weg?``, vroeg superbaas op gebiedende toon aan cafébaas Zé. ´´Waar naartoe?``, vroeg de aangesprokene. ´´Naar de rivier, gasflesje staat al in mijn busje. Jij hebt vlees en rijst, ik heb tomaten en ui. Even wat bier kopen, da´s alles. Zijn we nou weg?``, herhaalde de superbaas, nog indringender.
Zé begon haastig met het naar binnen dragen van terrasstoeltjes en -tafeltjes. Of er een klant aan een tafeltje zat of niet, het interesseerde Zé geen moer. Die klanten zijn het overigens gewend. ´´En jij gaat mee, zet je fiets ook maar in het café``, zei Zé tegen me. Het was geen vraag, geen aankondiging, maar een gebod. Ik haalde me schouders op en deed wat hij zei. In het vieze oude ooit gele busje van supermarkt Maravilha rijden we Goiãnia uit. Ik achterin, half liggend, half zittend op een verhoging. Busje heeft alleen voorin een bank. Voor chauffeur en bijrijder. Over een asfaltweg, een kilometer of acht. Dan gaat het linksaf, geen asfalt meer, maar een weg met kuilen, modder, rode aarde. Twintig minuten hobbelen we op snelheid door het glooiende binnenland van Goiás. Niks te zien, weilanden met koeien afgewisseld door dichte bossen.
Superbaas drukte op de rem: ´´We zijn er.`` Ik snapte er niks van, stapte uit. Rivier? Waar? Zé lachte zijn tanden bloot. ´´Hierheen!`` Een modderig pad, levensgevaarlijk, steil naar beneden. Beide heren daalden als klimgeiten af, met koeldoos bier en etenswaren en de gasfles. Welja. Voetje voor voetje waagde ik het er op. En ja hoor, eenmaal beneden, daar stroomde die, de rivier. Het wordt een eentonig verhaal, maar weer perfect. Gewoon met shortje en onderbroek het water in. Beide baasjes hielden schoenen en sokken aan. Omdat op de bodem van dergelijke riviertjes scherpe stenen en wortels van bomen kunnen liggen. Ik had slippers aan, dat werkte dus niet, die blijven steken in de modderige bodem. Maar ik ken dit soort rivieren (foto rechts). Weer voetje voor voetje, voorzichtig voelen en zoeken naar een hardere zandbodem. Altijd is er stroming, die naarmate de dag verstrijkt, sterker wordt. Goed uitkijken. Wie het gewend is, kan ermee spelen. Dicht tegen de ene kant aan stroomopwaarts lopen, het is meer schuifelen, en dan een duik, diagonaal met de stroom mee naar de andere kant. Een paar forse zwemslagen op het juiste moment. Voilá. Eén met de natuur. Heerlijk. De baasjes frituurden varkensvlees en rijst. Tomaten werden in rivierwater gewassen. Bordjes niet nodig, een mens heeft handen om mee te eten. Eén hand als bord, de ander als lepel. Klaar.
Rivier of zee? Strand of binnenland? Wat is nu mooier? Het is me in Brazilië om het even. Niet alleen een zee of een rivier wint het. Niet alleen het water an sich. Het is het hele pakket, de omgeving, de natuurschoon. Brazilianen die in het uitgestrekte binnenland wonen, dicht bij een rivier met zandbanken, zeggen over een uitje naar waterplezier: ´´We gaan vandaag naar het strand.`` Dan nemen ze echt geen vliegtuig naar de kust. Dan gaan ze naar hun eigen rivier, hun eigen zandbank. Is dat niet mooi genoeg?

maandag 24 oktober 2011

Brazilië op weg naar WK 2014 (4)

Het is een eenmalige aanbieding. Geen grap, het is bloedserieus. Nederlandse televisie- en filmmakers opgelet. Wilt u via deze blog snel reageren. Wie het eerst komt. Het gaat om het maken van een ultieme reportage over Brazilië op weg naar haar tweede wereldkampioenschap voetbal voor landenteams. Te denken valt aan een drieluik. Of een film van anderhalf uur. Die zal geen seconde vervelen en meer, die zal ongetwijfeld in de prijzen vallen. Een draaiboek zal ik in samenwerking met de producent maken. Ik woon in Brazilië, ken het land, de gebruiken, spreek de taal, kortom, om in stijl te blijven, weet hoe het balletje rolt. Om een tipje van een draaiboek-sluier op te lichten, volgen alvast enkele rake schoten voor de boeg.
Het is belangrijk om de onderwerpen goed af te bakenen. Voor alle duidelijkheid. Die onderwerpen kunnen zijn: 1: infra-structuur, te weten onder andere (her-)bouw stadions, aanpassing vliegvelden, aanpassing wegennet, capaciteit hotels; 2: perikelen rond het Braziliaanse elftal, te weten kritiek op coach Mano Menezes (foto linksboven), slechte resultaten in oefenwedstrijden, kwaliteit huidige selectie; 3: De Braziliaan in opspraak, te weten sportminister Orlando Silva en grote baas Ricardo Teixeira van de Braziliaanse voetbalbond en gedoe rond regels van de FIFA (daarover later meer); 4: De Mening, over hoe denkt het volk over het WK, hoe denkt het puikje van de sportjournalistiek over het WK, hoe denken oud-spelers/trainers die minstens een van de vijf WK-titels op hun naam schreven, over de kans van Brazilië over drie jaartjes. 5: De Veiligheid, over hoe denkt Brazilië die optimaal te kunnen garanderen?
Waarom een dergelijke reportage? Omdat Brazilië er werkelijk van alles aan doet om de aanloop tot de aftrap in juni 2014 filmisch spannend te houden en omdat er werkelijk van alles mankeert en telkens weer nieuwe beren op de weg verschijnen (lees op Het andere Brazilië de blogs Brazilië op weg naar WK 2014 nummertje 1 tot en met 3 en Nog duizend dagen tot het WK). Welke beren? Ik zal ze aan u voorstellen.
De FIFA maakt donderdag 20 oktober 2011 de speelschema´s bekend van de Confederations Cup in 2013 en het WK in 2014, beiden in Brazilië. De Confederations Cup staat sinds 1992 iedere vier jaar op de voetbalkalender en gaat vooraf aan het WK. Een toernooi tussen de kampioenen van de zes overkoepelende continentale voetbalbonden (AFC, CAF, CONCACAF, CONMEBOL, OFC en UEFA), aangevuld met de wereldkampioen en het organiserende land. Iets meer uitleg. De FIFA beschouwt de Confederations Cup, op het WK na, als het belangrijkste toernooi. Toch wordt het gevecht tussen de continentale kampioenen nog niet voor vol aangezien, mede door een aantal weigeringen in het verleden van onder andere Spanje en Italië om deel te nemen. Tegenstanders vinden dat het nog een zinloze extra belasting is voor de topspelers. Bovendien maakte de FIFA in 2004 bekend dat de Zuid-Amerikaanse en Europese kampioen vanaf 2005 niet meer verplicht zijn om mee te doen. Brazilië won de ´onbelangrijke` cup drie keer: in 1997 in Saoedi-Arabië, 6-0 in finale tegen Australië, in 2005 in Duitsland, 4-1 in finale tegen Argentinië en in 2009 in Zuid-Afrika, 3-2 in finale tegen Verenigde Staten.



Die Confederations Cup mag dan sterk ondergeschikt zijn aan het WK, voor Brazilië is het niet minder dan één grote test, over twee jaar tussen 15 en 30 juni. WK-stadions dienen klaar te zijn, onvangst en veiligheid van de deelnemende landenteams en supporters moeten optimaal zijn, vliegvelden aangepast voor internationaal verkeer. Om maar wat te noemen. Zijweggetje, maar veel betekend; grapje op Braziliaanse tekening boven. Maffia bereidt zich voor op de Olympische Spelen in 2016, een ander groot internationaal evenement in Brazilië en wel in Rio de Janeiro. Bandieten leren Engels, om zo beter gringo´s te kunnen overvallen.
Terug naar de beren. De FIFA wijst de stadions in Brasilia (hoofdstad van Brazilië), Fortaleza, Belo Horizonte en Rio de Janeiro (finale) aan voor wedstrijden voor de Confederations Cup. Met als reservestadions die in Salvador en Recife. Een speelschema is er nog niet.
Het WK een jaartje later. De aftrap van de eerste wedstrijd is op donderdag 12 juni om vijf uur ´s middags in het gloednieuwe luxe en dure stadion, nu nog in aanbouw, van de befaamde Braziliaanse voetbalclub Corinthias in São Paulo (foto boven, maquette van stadion). Het Braziliaanse elftal zal er spelen tegen een nog onbekende tegenstander. Gejuich in São Paulo, want het is lang onzeker geweest of die openingswedstrijd er gespeeld zou worden. Oorzaak van die onzekerheid? De voortgang van de bouw van het stadion, de centjes die ervoor nodig zijn, groen licht van de FIFA. Maar dan. Het is zeker dat Brazilië in Groep A zit (in totaal zijn er acht groepen van vier landenteams). In de groepsfase speelt Brazilië achtereenvolgens in São Paulo, Fortaleza en Brasilia. Wordt het land eerste in Groep A, dan volgt een achtste finale in Belo Horizonte, een kwartfinale in Fortaleza en een halve finale weer in Belo Horizonte. Wordt een tweede plaats in Groep A behaald, dan volgen de duels om achtste, kwart- en halve finale respectievelijk in Fortaleza, Salvador en São Paulo. Opletten nu. Slaagt Brazilië erin de halve finale te winnen, dan speelt het de finale in Rio de Janeiro, in het vernieuwde Maracanã.
Leiden in last. Of eigenlijk, Rio de Janeiro in last. De cariocas, zoals de inwoners van Rio zichzelf noemen, zijn boos. Brazilië móet die finale halen wil het een keertje in hun stad spelen. Dat is absurd, vinden ze, en eigenlijk hebben ze groot gelijk. Haalt Brazilië die finale niet, dan zal het niet in Rio, niet in het Maracanã, de Braziliaanse voetbaltempel van alle tijden, optreden. Een grove schande. De beroemde Braziliaanse oud-voetballer Zico (foto rechts), tegenwoordig trainer van Irak, bemoeit zich ermee, net als vele andere voetbalberoemdheden in zijn land. Zico vindt dat Brazilië minstens een wedstrijd in de beginfase van het WK-toernooi in Rio de Janeiro moet spelen. Het laatste woord is nog niet gesproken.
Hinkstapsprongen. Brazilië wil bier verkopen binnen de stadionmuren. Geen fijn idee, vindt FIFA. Brazilië wil kaartjes voor wedstrijden aan Braziliaanse studenten en ouderen met korting verkopen. Dat is regel in het land. Studenten krijgen op vertoon van studentenpas vaak korting van vijftig procent. Weer geen fijn idee, vindt FIFA. Het schiet nog steeds niet op met die Algemene Braziliaanse Voetbalwet, die allerlei WK-zaken regelt. Komt eraan, geen paniek, zeggen verantwoordelijke Brazilianen, inclusief presidente Dilma Rousseff. Een afgevaardigde in de Braziliaanse Tweede Kamer bijt harder van zich af. ´´Wat denkt de FIFA wel, hier alles zomaar regelen? Wij zijn groter dan de FIFA!`` Niet zo´n fijne uitspraak, vindt FIFA.
De Braziliaanse minister Orlando Silva van Sport (foto links) is het aanspreekpunt voor de FIFA aangaande het WK in 2014. Orlando Silva komt deze maand oktober in opspraak, hij zou corrupt zijn en grote sommen geld in ontvangst nemen voor onder meer onderhandse uitbestedingen. Militaire politieman João Dias zegt in het Braziliaanse magazine Veja dat die Orlando in de garage van zijn bloedeigen ministerie pakken bankbiljetten aanpakt. ´´Hij is een bandiet``, aldus Dias. Presidente Rousseff praat met ruim een uur met hem op vrijdagavond 21 oktober in Brasilia. Orlando weet de beschuldigingen te weerleggen, zegt in de pers dat er geen enkel bewijs is, en blijft op zijn post. Rousseff haalt opgelucht adem, zij heeft in acht maanden al vijf van haar ministers noodgedwongen zien vertrekken, wegens (vermeende) corruptieve praktijken. Orlando lijkt voorlopig gered, FIFA beetje gerustgesteld. Slechts enkele dagen later zal Orlando toch het veld ruimen voor Aldo Rebelo, die van huis uit journalist en schrijver is.
Van die beren. Terug naar het draaiboek. Met natuurlijk introductiebeelden in zwart wit van de verloren WK-finale tegen Uruguay in 1950 in het Maracanã. Met meer beelden van hetzelfde stadion, in kleur, actueel. Maracanã weer op de schop, voor het WK in 1950 werd tot op de finaledag gewerkt aan de betonnen kolos. Beelden van de staking van de werknemers daar, voor betere werkomstandigheden. Beelden van de wel minder geworden maar zeker niet afgelopen oorlogen van politie tegen (drugs-)maffia in krottenwijken in Rio de Janeiro en São Paulo. Veiligheid. Hoezo veiligheid? Beelden van gevolgen van technische problemen op internationale luchthavens. Enorme files, bizarre wachttijden, geen vliegtuig stijgt meer op of landt. Voetballers op weg naar een volgende wedstrijd in een ander stadion blijven aldus steken.
Genoeg. Niet alles weggeven. Wel dit. Wat de reportage zonder meer een extra dimensie zal geven, is de manier waarop de Braziliaan zich uitdrukt. Ook voor een camera. Vol vuur, met drukke gebaren, met gezichtsuitdrukkingen. Liefde voor de bal, het zich hem in de genen. Een reportage die niet alleen over een WK in een Latijns-Amerikaans land gaat, maar tevens de ziel bloot kan leggen van ruim 190 miljoen Brazilianen. Draal niet langer beste reportage- en filmmakers. Sla uw slag. Jullie kunnen vanuit Nederland voor een paar eurocenten per minuut al bellen naar mijn vaste telefoon: 0900-0929, daarna (00) 55 6236420149. Voor goede orde en goede zaak: dag en nacht bereikbaar.

vrijdag 21 oktober 2011

Ajax-Feyenoord

In de nacht van zaterdag 15 op zondag 16 oktober is in Brazilië de zomertijd voor 2011 ingegaan. De klok een uur vooruit. Dat betekent ´nog maar` vier uur tijdsverschil met Nederland. Dan kan ik een uurtje langer op bed blijven liggen op zondagochtend, in mijn woonplaats Goiãnia in het centrale westen van Brazilië. Of dat een zegen is, ach. Mijn lief is er in ieder geval blij mee. Het is ook wat, vijf uur tijdsverschil. Speelt mijn cluppie Feyenoord op zondagmiddag in Nederland om half een, wat een absurd tijdstip toch, dan gaat de wekker in Goiãnia om zeven uur. Een half uurtje later begint voor mij de wedstrijd, die ik goed kan volgen op mijn laptop via een streamer. Met perfect Engels commentaar.
Het is nu vrijdagochtend half elf precies als ik deze woorden aan deze blog toevertrouw. Minder dan 48 uur en in die verschrikkelijke ArenA in Amsterdam begint de zoveelste voetbalklassieker Ajax-Feyenoord. Voor de competitie wel te verstaan. Van de circa zeshonderd wedstrijden van Feyenoord die ik in pakweg 23 seizoenen in binnen- en buitenland heb gevolgd, is uit tegen Ajax altijd een gang naar Canossa geweest. Een drama. Een week ervoor uiterst gespannen naar die wedstrijd toeleven, in de hoop een keer te winnen, tegen beter weten in, om na het eindsignaal nog chagrijniger en nog meer gespannen zo snel mogelijk Amsterdam te verlaten. Wederom verlies. In de oude Meer, in het Olympisch Stadion, in de ArenA, overal heb ik Feyenoord zien verliezen van die vermaledijde thuisclub. Geen lichtpuntjes? Jawel. Zondag 1 mei 1983 in het Olympisch Stadion, met die verschrikkelijke sintelbaan (foto rechts), een 3-3-gelijkspel. Wereldwedstrijd, in de stromende regen. Ik merkte niet eens dat ik nat werd. De laatste Ajax-Feyenoord waar ik bij was voordat ik naar Brazilië emigreerde, was op zondag 5 april 1998. We wonnen zowaar met 1-0 in de ArenA. Terug in Rotterdam: groot feest.
Goeie ouwe tijden. Nu woon ik al jaren in Brazilië, op ruim 11.000 kilometer van De Kuip, de Maas, Rotterdam-Zuid. Maar Feyenoord blijf ik trouw, noodgedwongen op afstand. Het is niet makkelijk om Feyenoordsupporter te zijn. Daar weten de Feyenoordsupporters alles van. In Brazilië is mijn cluppie niet bekend, niet bemind. Dat kan er nog wel bij. Als ik met een oud Feyenoordshirt en broekje door de straten fiets in Goiãnia, ermee op een terrasje ga zitten, zal niemand een sein van herkenning geven. En dat in een land waar voetbal niet eens echt overdreven van levensbelang is. PSV ja, die club van de Brazilianen Ronaldo en Romário, en Ajax van Cruijff en Van Basten. Feyenoord met Van Hanegem, Wimpie Jansen? Nee. (Op de foto links Jansen in duel met Cruijff, uit de oude doos).
Mensen, waar maak ik me toch druk over. Feyenoordshirt en -broekje zijn schoon. Grote meegenomen Feyenoordvlag van mijn laatste landskampioenschap in 1999 hangt over de bank. We gaan er voor, natuurlijk. Dat moet, dat is het stromende rood-witte bloed. Lief wordt zeker gewaarschuwd. De regels zijn als volgt. Bij verlies geen gezelligheid, geen geknuffel. Niets vragen over de wedstrijd, de afloop, het scoreverloop. En laat die rijst in de verpakking. Bij winst of gelijkspel mag alles. Zo simpel liggen de zaken.
De wedstrijd begint hier om half negen ´s ochtends, plaatselijke tijd. Het laatste fluitsignaal klinkt dus om kwart over tien. Kan een hele dag feest worden. En zondag is al de leukste dag van de week in Brazilië. Nu naar de super om de hoek. Daar zijn de blikken bier vandaag in de aanbieding. Brahma, heerlijk Braziliaans merk. Lekker koud zetten, bovenin de ijskast. De wekker hoef ik zaterdagavond zeker niet te zetten. Voor deze wedstrijd heb ik me nooit verslapen. In Nederland en in Brazilië, zomertijd of geen zomertijd.

Naschrift op zondagochtend half elf, plaatselijke tijd in Goiãnia. Het is 1-1 geworden. Niets om over te klagen. Geweldig resultaat voor de jonge jongens uit Rotterdam. Via streamer gekeken en via Facebook veelvuldig chatcontact met vriend en medesupporter Paul Bode, die in Panama woont. Die arme ziel moest drie uur vroeger op dan ik, kwart over vijf ´in de nacht`. De regen hier is opgehouden, een mager zonnetje verwarmt Goiãnia. De douche maar eens opzoeken en daarna in Feyenoordkledij een mager biertje drinken, ergens buiten op straat. Of die Feyenoordvlag met me meegaat? Wat dacht je dan?

donderdag 20 oktober 2011

Kijkgenot in Brazilië

Braziliaanse televisie is niet te vergelijken met Nederlandse televisie. Kwaliteitsprogramma´s van een NOS, een VARA en een VPRO? Vergeet het maar. VARA-series als Deadline (foto rechts) en Overspel? Vergeet het maar. Heel af en toe op kleine onafhankelijke kanalen een goede film of dito reportage. Maar dan moet de kijker wel een (duur) abonnement op de kabel nemen. Sesc TV bijvoorbeeld. Een toppertje. Reportages over kunst, balletuitvoeringen, live klassieke muziek. Over het algemeen is het echter armoede troef. Wat domineert, is het pakket met die eeuwige Braziliaanse soaps, zo´n zes per dag op verschillende zenders, inclusief herhalingen, veel live voetbal, Formule I, hengelsport en tenenkrommende familieprogramma´s.
O ja, Big Brother natuurlijk, maar die rechten ervan zijn mooi gekocht in Nederland. Brazilianen willen het niet weten, maar bij de aftiteling staat het duidelijk: Holanda, Endemol. Bewijs is mooi bewijs. Elf Braziliaanse Big Brothers zijn al uitgezonden. Inschrijven voor aflevering twaalf kan nog tot komende maandagavond 31 oktober, acht uur. Via internet. Het machtige Rede Globo zendt de nieuwe Big Brother begin volgend jaar uit. De concurrentie zit niet stil. Rede Record heeft er het volgende op gevonden: A Fazenda. De boerderij, betekent het. Een trouwe copie van Big Brother, gesitueerd op een nagebouwde boerderij. Beiden zijn enorme hits. A Fazenda heeft er slechts vier afleveringen op zitten. Detail: wie Big Brother wint, gaat met 1,5 miljoen Braziliaanse reais naar huis, wie A Fazenda wint met maar liefst twee miljoen. Tja, je moet wat in een concurrentiestrijd, niet waar?
Verder op het Braziliaanse televisiepad. TV Brasil Central is een zendgemachtigde uit mijn woonplaats Goiãnia. Bekend als TBC en te vinden op Kanaal 13. TBC zegt zelf gespecialiseerd te zijn in regionale journalistiek en sport. Niet alleen nieuws en achtergronden over Goiãnia, hoofdstad van de Braziliaanse staat Goiás in het centrale westen van het land. TBC covert de gehele staat Goiás, zoals dat in journalistieke termen heet. Het heeft, een alweer tenenkrommend, sportprogramma over het wel en weer van de lokale en regionale professionele voetbalclubs. Maandag tot en met vrijdag in de lucht om één uur ´s middags en zeven ´s avonds, zaterdag om één uur ´s middags en zondagavond om tien uur ´s avonds. Een gezelschap van drie voetbalspecialisten geven hun mening. Oeverloos geouwehoer. Gezever van de bovenste plank. Slechte journalistiek, reportages die over niets gaan, herhaling van zetten.
Maar iedere vrijdagavond, precies om tien over half tien, zit ik in opperste verrukking voor de buis. Dan dient het muisstil te zijn in het huisje, waar mijn vriendin en ik wonen. Dan begint het wekelijks terugkerende Pelos bares da Vida. Vrij vertaald: via de bars van het leven. Presentatie: José Guilherme Schwam (foto linksboven). Ook op Kanaal 13 van TV Brasil. Pelos bares da Vida en José, het zijn twee liefdes op het eerste gezicht. Zo´n absurd slechte televisie, het is ongelooflijk. Zo werkelijk stuitend dat ik geen uitzending meer kan overslaan.
Al achttien jaar oud is Pelos bares da vida. De naam is met opzet gekozen. Omdat in restaurants, bars en lunchrooms het leven zich afspeelt, volgens initiatiefnemer en presentator en journalist José. Aan een tafel in die gelegenheden worden zaken gedaan, wordt het leven besproken, ontstaan liefdes, eindigen liefdes. Dat klopt. Wat niet klopt, is het programma. Het is één grote hielenlikkerij op een diep beschamende manier. José kan er helemaal niks van. Heeft prachtige oneliners, die hij altijd herhaalt en die nergens op slaan. De mooiste is als hij weer eens een succes van weer eens een grote firma in Goiãnnia voor het voetlicht van de camera brengt. Hij interviewt de directeur van dat bedrijf. Maar eerst die inleiding. ´´Beroemd en bekend in heel Goiãnia, nee, in de hele staat Goiás, nee, in de hele wereld``, zegt hij steevast. ´´O mundo inteiro.`` Geweldig. Iedereen glimt. De dikbuikige en slecht bespraakte presentator begint vervolgens met stroop te smeren. De directeur moet zich daarna echt dringend wassen, de man zit helemaal onder.
José houdt van afwisseling in zijn programma. Minstens drie verschillende reportages per aflevering gaan over bijeenkomsten van belangrijke (zaken-)families in en rond Goiãnia. Prachtig zijn ze. Uh, een jubileum van de onderdirecteur van de grote koekjesfabriek Mabel of een gouden huwelijksfeest van de directeur van de grote rijstfabrikant Arroz Cristal. Geen interviews. Een aankondiging van José en dan gaat het los. Beelden van het feest, uiteraard in een peperduur hotel of conferentie-oord, waarvan uiteraard meerdere malen de naam en het logo in beeld komen. De camera zwenkt van tafel tot tafel. Genodigden in hun nette kloffie op de televisie. Gemaakt gelukkige glimlachjes.
Wat deze reportages zo helemaal af maken, zijn die achtergrondmuziekjes. Van die behangdeuntjes, jawel, u kent ze, toch ook te beluisteren in grote Nederlandse warenhuizen? Mijn verrukking stijgt tot kookpunt. Iedere keer weer wrijf ik mijn ogen. Die willen het maar niet geloven. Na afloop kwekt José: ´´En dat gebeurt nou allemaal in Goiãnia, ons geliefde Goiãnia.`` In het Braziliaans-Portugees: ´´Nossa querida Goiãnia.`` Zonder enige schaamte, integendeel, uit volle overtuiging. De man meent het. Ik klap hard in de handen. Als dat geen zeldzaam indrukwekkende Braziliaanse televisie is. Dat vind je mooi niet op een Nederlandse zender. Wedden?

dinsdag 18 oktober 2011

Rógerio Ceni: de feiten

Stadion Serra Dourada in Goiãnia is met bijna 24.000 voetballiefhebbers goed gevuld. Geen wonder. Het is een mooie zondagnamiddag, deze 17de oktober 2011, even geen regen, niet te heet, lekker zonnetje. En op het programma staat Atlético Clube Goianiense-São Paulo. Atlético, zo wordt de thuisclub genoemd in Goiãnia. De enige van de stad die in Serie A speelt, de Braziliaanse eredivisie. Atlético is een dreumes, maar doet het fantastisch. Ontsnapte de club vorig jaar op miraculeuze manier aan degradatie, dit seizoen gaat het boven verwachting. Met nog slechts negen van de achtendertig wedstrijden staat Atlético op de tiende plek en dat geeft recht op meedoen aan de Copa Sul-Americana. Dat is het Latijns-Amerikaanse equivalent van de UEFA Cup. De verwachtingen zijn hooggespannen deze zondag. De dreumes tegen titelkandidaat São Paulo, met grote namen, met spelers die voor het Braziliaanse nationale elftal uitkomen.
Een kwartiertje voor de aftrap. Spelers van beide clubs komen het veld op. Een gedenkwaardig tafereel. De 27-jarige Atlético-keeper Márcio Luiz Silva Lopes Santos Souza, kortaf Márcio, zoekt zijn collega Rógerio Ceni (op foto boven links Márcio, rechts Rógerio). De markante doelverdediger van Sáo Paulo. Hij ziet hem, loopt op hem af en omhelst hem. Het is een eerbetoon. Het is geen geheim, voor Márcio is Ceni een ware held. Een idool, een meester. Ceni accepteert de omhelzing. Márcio laat vooraf in de Braziliaanse pers weten zo graag een penalty te willen nemen tegen Rógerio. Het is zijn droom. Het zal weer niet gebeuren deze zondag. Dreumes Atlético weet titelkandidaat São Paulo met 3-0 te verslaan. Het derde doelpunt komt voort uit een strafschop. Márcio neemt die niet, hij heeft last van rugpijn na een actie kort ervoor. Het publiek schreeuwt hem toe, maar Márcio is niet vermurwen. ´´Het teambelang staat voorop``, zegt hij na afloop van de wedstrijd en na die derde goal laat hij zich vervangen. ´´De volgende keer dan maar``, verzucht de symphatieke doelman van Atlético. Resteert één vraag: wie is toch die verdraaide Rógerio Ceni?
Pato Branco is een Braziliaanse stad met 73.148 inwoners en ligt in het zuidwesten van de zuidelijke staat Paraná. Een aangename, rustige en schone stad op 760 meter boven de zeespiegel en met gemiddelde temperaturen die schommelen tussen de veertien graden in juli en tweeëntwintig graden in januari. Hertha Ceni bevalt in Pato Branco van haar vierde zoon. Dat gebeurt op maandag 22 januari 1973 exact om half elf ´s avonds. Rógerio heet die vierde en zijn sportgekke vader Eurydes heeft uiteraard geen flauw benul wat voor brilliante toekomst de nieuwe boreling te wachten staat.
Dat sport in huize Ceni populair is, blijkt alleen uit de liefde die de jonge Rógerio aan de dag legt voor tennis en voetbal. Nog geen vijf jaar en hij krijgt serieuze tennisles van papa. Op school doet hij mee aan voetbaltoernooien. Het zaad is gezaaid, de passie groeit. Rógerio is acht jaar als hij zich opgeeft voor de voetbalschool Grêmio Estudantil Patobranquense. Op zoek naar werk verhuist de familie Ceni in 1985 naar het stadje Sinop in de staat Mato Grosso. Rógerio ontdekt een nieuwe passie: volleybal. Op jonge leeftijd begint de jonge Ceni als manusje van alles op de Braziliaanse bank Banco do Brasil in zijn woonplaats. Daar wordt hij uitgenodigd voor het voetbalelftal van de bank. Hij maakt er furore en stapt over naar de plaatselijke trots Sinop Futebol Clube, een onbetekend cluppie. Op zeventienjarige leeftijd wordt Rógerio daar ontdekt als groot keeperstalent, dat resulteert in een uitnodiging van het gerenommeerde São Paulo. De jonge Ceni loopt vrijdag 7 september 1990 voor de eerste keer in zijn leven het professionele trainingskamp van São Paulo binnen. Om er nooit meer weg te gaan.
Rógerio Ceni zal zich ontpoppen als de best scorende keeper van de wereld (foto links). In officiële wedstrijden, volgens regels van de Fifa. Strafschoppen en vrije trappen zijn het pakkie aan van Ceni. Zaterdag 15 februari 1997 de eerste. Uit een vrije trap, de 2-0 thuis tegen Hermínio Ometto om het staatskampioenschap van São Paulo. Zondag 27 maart 2011 de honderdste. Een schitterend genomen vrije trap die een 2-1-winst betekent op aartsrivaal Corinthias, in São Paulo, wederom om het kampioenschap van die staat. Uitleg. Na afloop van de landelijke competities in Brazilië, begin december, worden in alle 26 staten en het federale district van het Latijns-Amerikaanse continent de eigen staatskampioenschappen gehouden.
Rógerio gaat die 27ste maart terecht uit zijn dak, het stadion viert feest, vuurwerk wordt afgestoken. De keeper trekt zijn keepersshirt uit en wuift ermee naar de supporters. Dat komt hem op een gele kaart te staan van de onbegrijpende scheidsrechter. Tot op de dag van vandaag heeft de met São Paulo vergroeide Rógerio al 103 doelpunten gemaakt. Bijna de helft uit strafschoppen, de rest uit vrije trappen. Wie die honderd in elf minuten video wil terugzien: http://www.youtube.com/watch?v=ZRL9K6Z7UwQ.
Nog een mijlpaal, nog een datum. Het houdt niet op. Woensdagmiddag 7 september 2011 om vier uur speelt Rógerio zijn duizendste officiële wedstrijd voor zijn club (foto rechts, trofee na duizendste wedstijd). In Serie A, thuis tegen Atlético Minas Gerais. Het wordt 2-1 voor São Paulo, Rógerio zal niet scoren. Het kan niet altijd feest zijn. Dat geldt ook voor zijn optredens in het Braziliaanse nationale elftal. Zeventien in getal, tussen 1997 en 2006. Tot grote daden komt hij niet. Invalbeurten, keepen in kwalificatiewedstrijden. Geen goal. Maar hij mag zich wel één keer wereldkampioen noemen, in 2002. Rógerio Ceni. Hij ís São Paulo. Brazilië draagt hem op handen. Nooit ernstig in opspraak, fideel, sport- en clubman in hart en nieren. Symphatiek. Hij is een voorbeeld, zegt de Braziliaanse sportpers. Het is maar al te waar.
Ontboezeming. Ik heb niks met de club São Paulo, ik heb niks met de stad São Paulo. Ik heb alles met Flamengo uit mijn favoriete Braziliaanse stad Rio de Janeiro. Het stoelt nergens op. Ik ken Rio, ik ken São Paulo nauwelijks. Maar ik geef toch lekker af op die ´metropool van de harde werkers`. Ongenuanceerd? Zeker. Maar het mag, zeker als het over voetbal gaat. Gezonde rivaliteit, gezonde afkeer. Het geeft kleur en stof tot heerlijke oeverloze voetbaldiscussies. Maar eerlijk is braaf, ook ik draag die Rógerio in mijn hart. Verdorie. Tennis, volleybal, scorende keeper. Het valt me nu pas op. Na de bal, bestaat er nog een sportfenomeen in het leven van Rógerio Ceni. Het net.

donderdag 13 oktober 2011

Dag van het Kind

Het is woensdag 12 oktober 2011. Op Braziliaanse kalenders wordt die dag niet in de gebruikelijke zwarte kleur, maar in het rood aangegeven. Dat betekent een (nationale) feestdag. Buurtsupers blijven slechts tot een uur ´s middags open, gemeentelijke loketten zijn gesloten. Het is de Dag van het Kind. En kinderen in Brazilië staan op een voetstuk. Aandacht én aandacht. Speelgoedwinkels doen enorm goede zaken. Die blijven deze woensdag bijna de hele dag open. Want veel mama´s en papa´s moeten hard werken voor de kost en zien geen kans een presentje te kopen vóór de feestdag. Dat moet noodgedwongen op de Dag van het Kind zelf.
Het levert prachtige Braziliaanse televisie op. Reportage over een uitpuilende grote speelgoedwinkel met twee verdiepingen in São Paulo. Totale chaos. Ouders zeulen met kinderen door een verstopte winkel. Niemand kan geen kant meer op, zo lijkt het. Een meisje van zo´n acht jaar trekt mama en papa mee naar een hoek waar allerlei poppen wachten op kopers. ´´Die wil ik hebben``, zegt ze, ook voor de televisiecamera. Mama en papa moeten over andere mama´s en papa´s en andere kinderen heen klauteren om bij hun dochtertje en de gewenste pop te komen.
Niemand met een geïrriteerd gezicht, iedereen lacht, niemand klaagt. Bedenk wel, in Brazilië is het volstrekt normaal om ´ineens` van gedachten en wensen te veranderen. Wil je een auto? Hier heb je een dinky toy. Klaar. Niks daarvan. Kijk daar, die videogame heb ik nog niet. Ruilen! Of nee, zal ik toch maar voor die voetbalschoenen gaan? Kinderen weten zich geen raad in luilekkerland. En hun ouders? Die leggen een eindeloos geduld aan de dag.
Winkeliers op hun beurt wrijven zich in de handen. Ze zouden in het hele land bijna acht procent meer omzetten dan de vorige Dag van het Kind. ´´Dat gaat door tot en met Kerstmis``, verwachten ze. Daarbij merken de winkeliers op dat de al weken durende staking van bankpersoneel in het hele land wel roet in het eten gooit. Banken zijn dicht, mensen kunnen niet bij hun geld. Volgens onderzoek zou bijna tachtig procent van de ouders een cadeautje voor hun kroost kopen. Weer voor een televisiecamera zegt een jonge vader, die werkt in de bouw, in weer een propvolle winkel: ´´Veel geld heb ik niet, maar ik ga zeker wat kopen voor de kinderen. Mijn vader gaf nooit presentjes. Hij verdiende niet genoeg. Ik herinner me goed al mijn vriendjes die wél cadeaus kregen en wat ik daarbij voelde.``
Een type Braziliaanse consumentenbond wijst mama´s en papa´s er op goed uit de doppen te kijken. Want prijzen van dezelfde merkartikelen kunnen nogal variëren van winkel tot winkel. Soms tot tachtig procent. Vergelijk eerst, is de raad. En let daarbij op aanwezigheid van etiketten met officiële zegels. Is het speelgoed veilig voor het kind, staat er een leeftijd op. Geen overbodige opmerking. Speciale controleurs nemen ieder jaar weer duizenden verpakte speelgoedartikelen in beslag. Op die artikelen een vals etiket of helemaal geen. Zonder ook maar één aanduiding over uit welk materiaal het artikel bestaat en of het bijvoorbeeld niet gevaarlijk is als het kind er in bijt. Sommige ouders zijn erg fanatiek en letten overal op, anderen halen de schouders op en kopen op goed geluk.
Het allerbelangrijkste blijven de blijde gezichtjes van de kinderen. Die glimmen van genot en dat staat voorop. Geen twijfel mogelijk, het is feest. In vele steden verzorgen gemeentebesturen speciale kinderkermissen. Met trampolines, gratis suikerspinnen en optredende clowns. Het kan allemaal niet op. Televisiejournaals maken de hele dag alsmaar durende en vervelende reportages van springende en lachende kinderen. Die overweldigende vrolijkheid krijgt een forse domper na het volgende politiebericht. Een nieuwslezer leest monotoon voor: De politie vindt woensdagochtend zeer vroeg na een anonieme tip in een zilveren Escort (foto links) een dode jonge vrouw met achterin twee ongedeerde slapende kinderen. De wagen staat onder een boom in de berm van de GO-070, de weg die de plaatsen Goiânia en Goianirais met elkaar verbindt, in het centrale westen van Brazilië. De vrouw blijkt de achttienjarige Jaqueline Moraes da Cruz te zijn. Ze moet al meer dan acht uur dood zijn wanneer de politie haar vindt. De twee kinderen zijn ruim twee jaar en acht maanden oud. Gruwelijk detail op een politiefoto: een zuignap van een van de kinderen ligt in gestold bloed van mams.
Met twee schoten wordt de jonge vrouw om het leven gebracht. De bestuurder is spoorloos. De linkerportier van de auto staat wagenwijd open. In eerste instantie verdenkt de politie die bestuurder van de moord. Hij zou de echtgenoot van de dode vrouw zijn. Beide kinderen worden na bezoek aan een ziekenhuis naar een opvangcentrum gebracht. Daar spreekt een kinderpsycholoog met de oudste. Die heeft het telkens over ´´ze sloegen mama en namen papa mee.`` De politie denkt nu aan een afrekening in het drugscircuit. De vader van de vermoorde vrouw laat namelijk weten dat zijn schoonzoon zijn baan als metselaar heeft opgegeven om zich bezig te houden met de verkoop van drugs. Einde bericht. Het is de Dag van het Kind in Brazilië, deze 12de oktober. Een feestdag. Op kalenders rood gekleurd.

zaterdag 8 oktober 2011

Een week in het kort

Zaterdag 8 oktober: In een door gestaag vallende regen kletsnat Costa Rica verslaat het Braziliaanse nationale voetbalelftal in een vriendschappelijk duel de thuisploeg met slechts 1-0. De enige goal komt van de voet van wonderboy Neymar in de veertiende minuut van de tweede helft (foto rechts, vreugde na die goal). Regen of geen regen, winst of verlies, het maakt Costa Rica allemaal niets uit. Het land loopt uit voor de wedstrijd. Geen wonder. Het is de eerste tegen het geliefde Brazilië na vijftig jaar. En het Braziliaanse elftal? Dat probeert amechtig na slechte resultaten in oefenwedstrijden weer een eigen gezicht te creëren.

Vrijdag 7 oktober: De Federale Politie van Brazilië onderzoekt zeker vijftien bekende nationale sportlieden en muzikanten vanwege belastingontduiking. De politie noemt geen namen om te voorkomen dat ze wordt belemmerd in dit naar eigen zeggen grootscheeps onderzoek. De verdachten zouden geld op buitenlandse rekeningen zetten en dure geïmporteerde auto´s kopen. Voetballer Kleberson, oud-speler van de Braziliaanse selectie, is een van de verdachten. De politie nam van hem een Jeep Hummer in beslag. Een ´professionele` criminele organisatie zou het witwassen van de Braziliaanse beroemdheden regelen.

Donderdag 6 oktober: Over de hele wereld zijn vorig jaar ruim 468.000 moorden gepleegd. Dat maakt het VN-bureau voor drugs- en criminaliteitsbestrijding (Unodc) bekend. Inwoners van landen in de Amerika's en in Afrika lopen de meeste kans om slachtoffer te worden van moord. In Brazilië zijn 43.909 mensen vermoord. Dat cijfer dateert van 2009. Over 2010 zijn nog geen statistieken bekend. Brazilië pakt een derde plaats in Latijns-Amerika, dat dertien landen telt. Venezuela en Colombia staan respectievelijk één en twee op de ´moordlijst` van de VN.

Donderdag 6 oktober: De afdeling Chirurgie van het ziekenhuis Universitário Clementino Fraga Filho in het noorden van de stad Rio de Janeiro is op last van autoriteiten gesloten. Na onderzoek van het Medisch Toezicht van de staat Rio de Janeiro bleek de afdeling het niet zo nauw neemt met de voorgeschreven hygiëne. Chirurgisch materiaal is onvoldoende gesteriliseerd en levert gevaar op voor de volksgezondheid, aldus de onderzoekers. Het ziekenhuis is vermaard en maakt onderdeel uit van de eveneens vermaarde staatsuniversiteit van Rio de Janeiro. Directie geeft geen commentaar.

Woensdag 5 oktober: De harddrug Crack is een levensgroot probleem voor zeventig procent van alle Braziliaanse gemeenten. De goedkope drug wint nog steeds aan populariteit. Al na één keer gebruik kan de gebruiker verlaafd raken. De regering van de noorderlijke staat Minas Gerais begint met een speciaal hulpprogramma. Arme families die een verslaafd familielid willen laten behandelen, kunnen een maandelijkse bijdrage van 900 reais in de kosten daarvan tegemoet zien. Dat geld gaat bijna in zijn geheel naar een kliniek waar verslaafden worden behandeld voor druggebruik. Negentig reais blijft over om vervoer te kunnen betalen naar de kliniek waar het betreffende familielid is opgenomen.

Dinsdag 4 oktober: Drie gewapende overvallers maken circa honderd wapens buit na een overval op het beveiligingsbedrijf Internacional Security in de westelijke wijk Butantã in de metropool São Paulo. De ongemaskerde overvallers dringen op klaarlichte dag het bedrijf binnen, nemen een werknemer onder schot en eisen wapens. Ze vluchten in een kleine zwarte personenwagen. Ze vergeten niet het interne veiligheidscircuit van het bedrijf onklaar te maken. En Brazilië blijft maar proberen om (illegaal) wapenbezit onder de burgerbevolking terug te dringen.

Maandag 3 oktober: Eén dode en vier gewonden, onder wie twee politiemensen. Dat is het gevolg van een avondlijke schietpartij tussen militaire politie en criminelen in de westelijke buurt Vila Kennedy van de stad Rio de Janeiro. De politie komt tussenbeide na een melding van weer een confrontatie tussen twee bendes. De ene heet Terceiro Comando Puro (TCP) en de ander Comando Vermelho (CV). Het Derde Pure Comando en het Rode Comando vechten vaker in genoemde buurt. Het gaat daarbij om heerschappij over een belangrijke plek voor handel in verdovende middelen in de krottenwijk Metral. Rio de Janeiro is trots op zichzelf na een ´grote schoonmaak` van politie en leger in grote krottenwijken in de stad. Maar blijkbaar trekt niet alle drugsmaffia zich wat aan van die grote schoonmaak.

Zondag 2 oktober: Het lijkje van een pasgeboren baby verdwijnt op mysterieuze wijze uit het ziekenhuis Hospital das Clínicas de Niterói. De ouders zijn in alle staten. Niterói ligt op steenworp afstand van Rio de Janeiro. De baby wordt op 21 september te vroeg geboren, weegt slechts 490 grammetjes, en overlijdt na zes dagen. Het lijkje wordt overgebracht naar een streng bewaakt mortuarium van het ziekenhuis. De ziekenhuisdirectie erkent dat al tijden wordt gesproken over installatie van beveiligingscamera´s in het mortuarium, maar zegt: ´´We zien het nut er niet van in; in de twintig jaar van het bestaan van ons hospitaal is nooit iets ernstigs voorgevallen.``

Nagekomen bericht: Zaterdag 8 oktober: Onze vijf maanden zwangere buurvrouw vraagt aan mijn vriendin of ze even wil kijken op haar computer hoeveel een vliegticket kost naar Belém. Deze hoofdstad van de noordelijke staat Pará ligt op 2046 kilometer met de bus van onze woonplaats Goiãnia. Zij wil er met haar man met kerstmis dit jaar heen omdat familie er woont. Vriendin kijkt en brengt buurvrouw op de hoogte van de mogelijkheden. Ze is blij verrast. ´´Zeshonderd reais voor twee personen maar? Heen- en terugreis? Niet duur.`` Dan trekt ze een zuur gezicht. ´´O jee, de banken staken nog steeds. Dat betekent dat ik geen geld kan halen. Hopelijk kan ik het mijn creditcard betalen.`` En weg is ze. Buurvrouw is niet de enige die lijdt onder de landelijke staking van vele banken in Brazilië. Die duurt al een kleine week (foto boven, dichte bank). Vooral gepensioneerde ouderen weten zich geen raad. Ze kunnen geen geld opnemen, weten ook niet hoe ze het ´uit de muur` moeten trekken. Ze hebben ook geen pasje en halen hun karige pensioen iedere maand op dezelfde dag op bij de bank. Bij het loket.

woensdag 5 oktober 2011

De Rijdende Rechter

De Nederlandse website Aflevering Gemist biedt een keur aan al uitgezonden televisie- en radioprogramma´s, die liefhebbers via de computer kunnen bekijken en beluisteren. Een prachtige site voor Nederlanders in den vreemde. Het actuele NOS-Journaal is er onder andere te zien. Maar ook allerlei series van uiteenlopende Nederlandse en Vlaamse omroepen. Om honger naar Nederlandse/Vlaamse televisie te stillen. Zappend door Aflevering Gemist stuit ik op het aloude NCRV-televisieprogramma De Rijdende Rechter. Daar keek ik in mijn vaderland naar. Rechter Frank Visser (foto links) doet bindende uitspraken in conflicten van mensen. Burenruzies, familievetes, ergernissen, mr. Visser draait er zijn rechterhand niet voor om.
Met Braziliaans-Nederlandse ogen en vanuit Brazilië naar De Rijdende Rechter kijken, is een waar genot. De aflevering Duiven op tilt. In het Zeeuws-Vlaamse Sint Jansteen heeft de familie Van Spaandonck het aan een lange en dikke stok met de buurman die al vijftien jaar een groeiend bedrijf aan huis heeft waar folders worden gemaakt. Vrachtwagens rijden af en aan en de Van Spaandoncks zijn de wanhoop nabij. Overlast zou voor grote spanningen binnen het huwelijk zorgen. Tijdens de uitzending spreekt de op leeftijd zijnde heer Van Spaandonck zelfs over zelfmoord. In een normaal gesprek zijn de Zeeuwsvlaamse buren al jaren niet meer.
Een andere zaak. Ene meneer Tammeling ergert zich verschrikkelijk aan zonnepanelen op het dak van zijn buurman. Die panelen zouden het karakter van de straat aantasten en de klager is bang dat zijn huis minder waard wordt. Zonder overleg zijn de panelen aangebracht, benadrukt Tammeling ten overvloede. Dat overleg hoefde helemaal niet, volgens de wet. Rechter Visser duikt dieper in de kwestie en wijst Tammeling erop dat de zonnepanelen-buurman ook klachten heeft. Over orgelspel van meneer Tammeling. Die erkent dat hij speelt, maar nooit ´s avonds. ´´Ik heb ook nog een piano thuis.``
Een derde en laatste zaak. Rietje Heeres woont met twee varkens, twee honden, vier katten en zes kippen in een kleine woning ergens in Noord-Holland. Een buurvrouw wijst de woningcorporatie op stankoverlast, met name veroorzaakt door die varkens. De corporatie laat middels een brief aan Rietje weten dat die varkens weg moeten. Zij zouden de oorzaak van de stankoverlast zijn. Rietje is eenzaam, ze zegt het zelf, en voornamelijk haar goed verzorgde en schone biggen zijn haar lief en leven. Ze laat tijdens de uitzending haar tranen meerdere malen de vrije loop. ´´Als ze mijn varkens weghalen, hoeft het leven voor mij ook niet meer``, huilt Rietje voor de NCRV-camera´s.
Groot leed in een klein Calvinistisch land. Mooi. En in Brazilië? Wordt daar niet geklaagd? Is daar geen groot leed? Volop, niets is ´ons` vreemd meneer Visser. Stank- en lawaaioverlast? Joh. Bouwsels die ineens verrijzen, jouw zon wegnemen, enorme bomen met enorme takken waarvan de bladeren en de rupsen in jouw tuin vallen? Spreek er niet over. Hanen en kippen bij (over-)buren? Wie houdt ze niet in de bebouwde kom? Ze zijn een zegen. Moet je vroeg op, dan is een wekker zetten overbodig. En altijd een gratis heerlijk vers eitje en voor een prikkie heerlijk vers kippenvlees. Want het zijn uiteraard geen legkippen en ze krijgen veel mais te eten. Als dat geen smullen is.
Samen met een vriendin woon ik een huisje aan een straat in een doodnormale wijk in het noorden van Goiãnia, een stad in het centrale westen van Brazilië met ongeveer 1,2 miljoen inwoners. Ons huisje ligt niet aan de straatzijde. Je moet zo´n vijftig meter een brandgangetje door. Aan de ene zijde van die gang de woning van een tante van mijn vriendin. Aan de andere zijde buren. In het midden van de gang ons huisje en aan het einde nog een woning met een jong stel. Genoemde buren hebben een grote enge pitbull, die zich met name blaffend laat gelden tijdens de diep nachtelijke uren of ´s ochtends vroeg, voordat hanen gaan kraaien. Perfecte timing. Het houdt inbrekers en andere minder geliefde lieden op die stille en verlaten uren ver weg. En van die lieden zwerven er genoeg door onze doodnormale wijk.
Meer te klagen? Beetje meer meneer Visser, mag het? Het stikt in onze buurt van de evangelische kerkjes (foto links). Ondanks mijn rooms-katholieke opvoeding heb ik niets (meer) met religie. Ook niets tegen. Maar waarom pastors van betreffende gemeenschappen immer met zo´n verheven stemgeluid hel en verdoemenis preken, blijft een raadsel. Daarbij worden ze ondersteund door een live band en die klinkt zowaar niet slecht. Maar dat volume, hè. Het jonge stel in de woning aan het einde van onze gemeenschappelijke brandgang is ook van evangelische huize. Met name zij houdt de evangelische traditie in alle ere. Telkens diezelfde cd, ik kan al meezingen, en telkens op dat hoge volume. Ik kan haast niet meer wachten totdat buurvrouw in de late ochtenduren wederom haar religieuze cd aanzet. Dan pak ik snel Physical Graffiti van Led Zeppelin. Een monument, die cd. Led Zeppeling draai je niet op volume 3 en met dank aan de evangelische kerk klinkt Physical Graffity zoals het hoort. Lekker luid. Is de cd van buurvrouw afgelopen, ze draait ´em altijd twee keer en dat is precies twee keer 43 minuten, dan berg ik keurig ook de mijne op. Overlast in Brazilië, klachten? Volop, meneer Visser? Maar u hoeft geen recht te spreken, ik stel seponeren voor. ´Wij` gaan er hier wat anders mee om.
PS: Over overhangende takken geschreven. In begin december, als het weer flink regent, dan zijn de harige zwarte rupsen in vlinders veranderd en vallen van die takken heerlijke rijpe zoete vruchten af. Allemaal voor jullie, zegt de eigenaar van die vruchtenboom. Om ons voor te zijn? Neen. Hij heeft meer zalig ooft in de tuin. ´´Willen jullie een paar zakken van het een of ander, dan hoor ik het wel. Geef maar een gil over de schutting.``

zaterdag 1 oktober 2011

Indringende vragen

Exact 7.461 Nederlanders zijn officieel geregistreerd in Brazilië. Op zich weinig, maar meer dan ik dacht. Het is onduidelijk of al die Nederlanders volledig zijn geïntegreerd in de Braziliaanse samenleving. Getrouwd met een Braziliaanse, Braziliaans-Nederlandse kinderen, al jaren nauwelijks of geen ´fysiek` contact meer met het vaderland en landgenoten. Het lijkt me niet. Ik ken Hollanders die in Brazilië wonen en werken, maar minstens één keer per twaalf maanden voor minstens vier weken het eigen kikkerlandje opzoeken. Of per jaar zes maanden in Nederland en zes maanden in Brazilië verblijven.
Wat mezelf betreft, ik woon sinds 27 november 2003 in Brazilië, ben getrouwd met een Braziliaanse, heb een Braziliaans-Nederlandse dochter, ben van tafel en bed gescheiden, heb een nieuwe Braziliaanse vriendin en ben na emigratie nooit meer in Nederland geweest. Contacten met Nederlanders zijn er amper. Alhoewel, 2011 mag met recht een ´Nederlands jaar` worden genoemd. Met het bezoek van Oranjefans aan de vriendschappelijke voetbalwedstrijd Brazilië-Oranje in mijn woonplaats Goiãnia, het verblijf van een bevriend Rotterdams echtpaar in het huisje van mijn Braziliaanse vriendin en mij en een ontmoeting met een Nijmegenaar. En uiteraard, via het wereldwijde web blijven er innige virtuele contacten met het ´overzeese thuisfront`. Vanwaar deze inleiding? Omdat ik met name de laatste weken worstel met indringende vragen. Vragen die uitgesproken dienen te worden en die een sluitend antwoord verdienen. Verandert een mens op leeftijd als hij jaren achtereen in een totaal andere cultuur en onder totaal andere omstandigheden leeft dan hij van kind af aan gewend is geweest? En zo ja, op welke manier is hij veranderd en hoe komt het tot uiting? Geen peuleschillen, die vragen. Eens proberen tot een schriftelijke analyse te komen. Wie weet, lukt het.
Als ik zonder een seconde nadenken moet antwoorden op vragen of ik na bijna acht jaren Brazilië ben veranderd, anders denk en doe, levert dat ´een weinig` op. Het vogeltje zingt zoals het gebekt is. Ik ben op mijn 46ste jaar definitief uit Nederland vertrokken, het land waar ik ben geboren, opgegroeid en ruim twintig jaar heb gewerkt. De oer-Hollandse cultuur is me met de paplepel ingegoten, dat wordt niet op mijn 54ste levensjaar na een paar jaar Brazilië zomaar eventjes gewist. Ga ik echter nadenken, dieper graven en langer in een spiegel kijken, dan kom ik bedrogen uit met dat ´weinige`.
Voor alle duidelijkheid. Ik zal nooit schoppen naar Nederland. Ik zal nooit uitspreken dat het in Brazilië beter leven is of juist in Nederland. Ieder land, iedere cultuur heeft plussen en minnen. Het is niet zo moeilijk om vier monologen van vijf minuten elk af te steken over hoe goed Nederland is of hoe slecht en hoe goed Brazilië is of hoe slecht. Het is maar waar een mens zich thuis voelt en waar zij of hij beter past. We dwalen af. Maar ik wil het voorafgaande laten weten, om uit te drukken dat ondanks mijn passie voor Brazilië er wel degelijk genuanceerd wordt nagedacht. Van blinde liefde is geen sprake.
Terug naar het dilemma. Ja, ik ben veranderd. Meer in het hoofd, dan in daad. De eerste pakweg drie jaren in Brazilië zijn niet eenvoudig geweest. Nederlandse waarden en normen meegenomen, logisch en natuurlijk, maar die gingen ras op de schop. Daar kan ik zo een waslijst van maken, misschien doe ik het weleens. Steevast overtuigd van mijn Hollandse gelijk en kijk op het leven en vervolgens met het hoofd tegen een gewapende Braziliaanse betonnen muur lopen. ´´Maar het is toch zó...?``
Neen, het is níet zo. Het is niet zo dat persoonlijke ontboezemingen en persoonlijke problemen bij voorkeur binnenskamers blijven. Het is niet zo dat een ruzie lang aansleept. Het is niet zo dat wie eenmaal steelt, altijd een dief blijft. Het is niet zo dat je botweg mensen voor de deur laat staan of hen het huis uit kijkt. Het is niet zo gewoon om gevoelens binnen te houden. In Brazilië wordt op de vrouw en man af gevraagd: ´´Hé, wat ben je stil, is er wat?`` Of sterker: ´´Je lijkt me ongelukkig, wat scheelt er?`` In Brazilië wordt op die vragen maar al te vaak zonder omweg een eerlijk antwoord gegeven. ´´Het gaat slecht op het werk, ik kan niet opschieten met de baas.`` Of sterker: ´´Weer ruzie met mijn vrouw, ik denk dat een scheiding onafwendbaar is.``
Het leven ligt op de straat. Dat is wennen. Ik ben eraan gewend en vind er zelfs baat bij. Maak van het hart geen moordkuil. Ik herinner me een discussie over vriendschap, jaren geleden, tijdens een lange busreis door Brazilië. Een intelligente Braziliaanse veertiger zit naast me, een gesprek begint. ´´Vriendschap in Nederland is duurzamer dan hier``, opper ik en voeg eraan toe: ´´Ik heb zeker zeven vrienden die ik tientallen jaren ken, me van haver tot gort kennen en met wie er nog immer contact is. Mijn ervaring tot heden hier is dat vooral mannen niet zulke innige en lange vriendschappen onderhouden.`` De man geeft me direct gelijk en vraagt: ´´Maar wat is er dan zo belangrijk aan die lange vriendschappen?`` Antwoord: ´´Het is fijn om, als je ergens mee zit of raad nodig hebt, je vrienden hebt die je passend te woord kunnen staan, domweg omdat ze je goed kennen.`` De man knikt en zegt: ´´Dat lijkt me ook. Maar ik heb het niet nodig. Als ik raad nodig heb of ergens mee zit, dan spreek ik het uit op het moment waarop ik het wil en tegen degene met wie ik op dat moment samen ben. Nu ben jij het, bijvoorbeeld.`` Het gesprek zal de hele nacht duren en de man zal me veel raad geven. We wisselen namen en telefoonnummers uit. Maar ik zal nooit meer iets van hem horen en hij ook niet van mij.
Andere cultuur, andere cultuuruitingen. De grootste schok is het verschil tussen arm en rijk in Brazilië. Mensen die arm zijn en leven tussen mensen die erg rijk zijn. Zwervers, op straat. Het enige dat ze bezitten, is een kartonnen doos dat dient als bed en wat vieze kleren. Ze zijn niet per se drugsverslaafd of alcoholist. Gezinnen die niet aan gezinsplanning doen, daardoor te groot zijn. De kostwinner verdient met geen mogelijkheid genoeg om alle monden adequaat te kunnen vullen en dan is er niet gesproken over goede medische zorg en goede scholing.
Wat was ik rijk in Nederland. Eigen appartement, prima baan met loonsverhogingen, veel vrije dagen, arbeidstijdverkorting, ja verrek, atv. Geen files in banken, niet met bijna veertig graden Celsius anderhalf uur in te volle bus alle kanten opzweten, even tussendoor naar de tandarts toe. Schone straten zonder kuilen, treinen en bussen die soms wat te laat zijn, maar wel rijden, geen muggen die kunnen doden, geen straathonden die aanvallen en geen planten die bij aanraking pijnlijke gezwellen op de huid veroorzaken. Fietspaden niet te vergeten, respect in het verkeer. Vergeleken met Brazilië dan. Ik sta geen doodsangsten meer uit als ik met mijn fietsje door het centrum van mijn woonplaats Goiãnia pedaleer, maar ogen in de rug blijven bittere noodzaak.
Brazilië. De tolerantie, de open samenleving. Jazeker, het Latijns-Amerikaanse land kent racisme, kent achterstelling van de vrouw en de zwarte bevolking, zeker als het gaat om bezetting van de betere banen. Desondanks zijn er minder hokjes dan in Nederland, leven en bespreken de mensen meer met elkaar. Dialogen die er om doen. Daardoor kan een bredere visie ontstaan, meer begrip, een diepere inkijk. Na racisme en discriminatie, twee begrippen die me doen walgen van afschuw en in mijn woordenboek niet voorkomen, is neerkijken op een ander minstens zo erg. Het gevoel is dat zeker dat laatste vaker in Nederland gebeurt dan in Brazilië.
Veranderd? Ik bied spontaner hulp op straat aan mensen die ik niet ken, neem vaker de tijd om naar met name verdriet te luisteren, kijk niet op als de gesprekspartner een vrouw, man of kind is met vieze gescheurde kleren en verschrikkelijk stinkt omdat zij of hij al in weken geen werkende douche heeft gezien.
Veranderd? Ik reageer feller op elke vorm van achterstelling van wie en wat dan ook. In binnen- en buitenland. Een ieder heeft het volste recht te oordelen naar haar of zijn eigen bescheiden of onbescheiden mening, maar véroordelen gaat me een stap te ver. Wie bent u, wie ben ik?
Tot slot. Mijn Hollandse waarden zijn om de drommel niet gewist, Brazilië heeft ze wel zonder pardon ´hier en daar` bijgesteld. Wat resulteerde in dat betere begrip, door die diepere inkijk en waardoor nog meer respect is ontstaan, met name voor de behoeftige medemensen, die zich dagelijks in het zweet werken voor een paar korstjes brood. Als ik hen zo nu en dan wat toestop, moet ik aan woorden van mijn oer-Hollandse oma denken: ´´Maar jongen toch, van een beetje delen wordt niemand slechter hoor.``