woensdag 30 maart 2011

Oranje-Hongarije en Brazilië-Oranje (111)

´´Het is een schilderijtje, niets minder, niets meer. Klasse!`` De twee Braziliaanse televisie-commentatoren laten zich in alle euforie uit over de tweede goal van Dirk Kuyt tegen Hongarije in de Amsterdamse Arena. En: ´´Wat kan voetbal toch gek zijn, 5-3 voor Holanda!`` Een integrale herhaling van de kwalificatiewedstrijd Oranje-Hongarije voor het Europees Kampioenschap 2012 wordt woensdagochtend 30 maart om tien uur uitgezonden op Sportv 2, één van de verschillende specifieke sportkanalen in Brazilië.
Een maandabonnement op deze sportzenders via de Braziliaanse kabeltelevisie is duur, tegen de veertig euro. Met name grotere bars hebben zo´n abonnement, ze trekken extra klanten, ze rekenen tien eurocent meer voor een consumptie. Mooie sportzenders, dat wel, met vriendschappelijke voetbalwedstrijden uit heel Latijns-Amerika, met competitievoetbal van het hoogste niveau uit Argentinië. Zoals altijd, commentaar wordt verzorgd door een duo. Dat is wennen, maar fijn. Want voetbalcommentatoren in Brazilië zijn zeker niet slecht, ze zijn op elkaar ingespeeld en weten mondeling goed de bal te raken. Oranje-Hongarije, inleiding op de 2-2: Affelay opent op Kuyt, die Van Nistelrooy in stelling brengt. De pass van Affelay is er één van absolute schoonheid. Strak, hard, op maat. ´´Sensationeel die pass op Kuyt, sensationeel.`` De commentatoren winden er ook geen doekjes om. Zoals aan het einde van de eerste helft. De één tegen de ander: ´´Dit is een luxe trainingssessie voor Holanda?`` De ander: ´´Dat kan je wel zeggen. Het is heel anders dan die eerste wedstrijd in Hongarije, maar Holanda doet toch wat het wilt. Maar het elftal is lui, beweegt te weinig, er zit geen snelheid in het spel. Veel balbezit, maar kansen blijven uit.`` Hongarije scoort vroeg in de tweede helft voor de tweede keer en neemt een voorsprong. Een bezorgde Bert van Marwijk in beeld. Langs de lijn. ´´Kijk naar het gezicht van Bertjie van Marwiek``, merken de commentatoren op. ´´Het staat op onweer.``
Camera zwenkt en brengt Koeman, Rijkaard en Van Basten in beeld. Onmiddellijk wordt het team opgenoemd dat in 1988 Europees kampioen werd en in de finale Rusland met 2-0 versloeg. ´´Was dat het beste elftal van Holanda ooit? Met Gullit, met Van Basten. Of toch de selectie die in 1974 vice-wereldkampioen werd?`` Een geanimeerde analyse volgt. Over voetbal in de jaren zeventig, in de tachtig. Prachtige heldere beschouwingen. Eigenlijk mag het niet anders zijn. Een land dat vijf keer de wereldtitel wint, moet toch commentatoren van dito kwaliteit in huis hebben? Mooi altijd dat langgerekte en harde uitgesproken ´gôl` als een doelpunt valt: ´´Gôôôôôôôôl Van Persieieie!`` Dat langgerekte ô is heel lang geleden uitgevonden in Brazilië door een radio-commentator tijdens live commentaar van een belangrijke voetbalwedstrijd. Hij had zo de tijd om met handgebaren aan collega´s te vragen wie er scoorde. De man was bijkant blind!
Eindsignaal Holanda-Hungria op de Braziliaanse televisie. Keurig netjes geven de commentatoren de stand in de groep, waar Oranje in zit. Met de doelpunten voor en tegen en het resterende programma dat pas volgt vanaf september dit jaar. De komende belangrijke wedstrijd van Oranje? Op zaterdag 4 juni in het stadion Serra Dourada in Goiãnia in Brazilië tegen Brazilië.
De Braziliaanse landelijke voetbalbond CBF bevestigt de vriendschappelijke wedstrijd Brazilië-Oranje officieel op dinsdag 23 februari 2011. Senator Marconi Perillo van Goiãnia is lyrisch. ´´Het wordt een spektakel. Onze staat Goiás krijgt de kans om het grote Holanda voor de eerste keer te ontvangen. Het zal aan niets ontbreken, ik zal alles op alles zetten om voor een grote voetbaldag te zorgen. Ik zal de gehele organisatie coördineren, de aanpassing van het stadion, de veiligheid, niets zal me ontgaan.`` Dat wordt wat met die Perillo. Niets ontgaan? De eerste blunder kan hij al op zijn conto bijschrijven. Het is niet de eerste keer dat Oranje in Goiãnia speelt. Het is de tweede keer. Die eerste keer was op 8 juni 1999, toen Brazilië in een bikkelharde wedstrijd de Nederlanders met 3-1 versloeg.
Vrijdag 25 maart 2011. Journalist Edwin Struis publiceert op Nu.nl een column. Enkele zinnen uit die column: ´´Het is allemaal te veel``, sprak Bert van Marwijk wijze woorden tijdens de persconferentie voor de wedstrijd van vrijdagavond tegen Hongarije. Het slopende WK in combinatie met het drukke schema van de topcompetities en de Europese toernooien die daarop volgden, dreigt een grote groep spelers op te breken. Op hoog niveau voetballen is één grote uitputtingsslag geworden waarin alleen de zeer sterken overleven. Toppers als Robben, Maarten Stekelenburg, Mark van Bommel en Klaas-Jan Huntelaar ontbreken. Blessures krijgen geen tijd om te helen. Woorden van Van Marwijk: ´Al dat gereis, de belasting, daar ga je een keer de tol voor betalen`. Dus wat doet de KNVB? Die organiseert begin juni, tegen de wens van de spelers, een uiterst vermoeiende trip naar Zuid-Amerika voor een paar loze wedstrijdjes tegen Uruguay en Brazilië, waar alleen de verenigingskas beter van wordt.``
Brazilië staat al met 1-0 voor. Loze wedstrijdjes? Tegen de wens van spelers in? Belasting te zwaar? Daar klaagt geen sportman over in het grootste Latijns-Amerikaanse continent. Landelijke competitie, staatskampioenschap, Braziliaanse beker, de Latijns-Amerikaanse versies van de Champions League en UEFA Cup. Rust? Wat is dat? Brood én spelen! Paar weken vakantie slechts. Trainen in de hitte, trainen in de stromende regen? Omkleden en het veld op.
Brazilië-Oranje een loos wedstrijdje? Holanda wacht een warm onthaal in een warm Goiãnia. Een voetbalfeest? Honderd procentjes zeker. Met of zonder de inspanningen van die maffe Perillo. Aanvangstijd nog niet bekend. Wanneer de verkoop van kaartjes voor de wedstrijd begint evenmin. Het maakt Brazilianen nerveus. Ze willen kaartjes en snel.
Op diverse sport- en voetbalsites talloze opmerkingen en vragen, vanaf de eerste dag dat de wedstrijd officieel op de Braziliaanse agenda staat. Wat gaat een kaartje kosten? Wanneer begint de voorverkoop? Waar? Braziliaanse fans die honderden kilometers van Goiãnia af wonen, willen naar de wedstrijd. ´´Dit wordt de revanche``, schrijven ze. De CBF doet onduidelijk, mogelijk eind april of begin mei zal de verkoop starten. Het wordt een gekkenhuis, die kaartverkoop.
Honderden kilometers? Thyago Ribeiro woont in São Luis, hoofdstad van de noorderlijke Braziliaanse staat Maranhão. Dat is exact 2730 kilometer van Goiãnia. ´´Ik wil dolgraag naar deze klassieker. Weet iemand of het mogelijk is om via internet aan een kaartje te komen``, smeekt hij bijna op een internetsite.
Aan Braziliaanse supporters zal het niet liggen. Die komen, massaal, van heinde en verre. Een ongemakkelijke busreis van twee dagen naar Goiãnia? Geen zware belasting, naar die wedstrijd toe. Ze komen voor hún Brazilië, ze komen ook voor het fenomeen Oranje. Aan de Braziliaanse selectie zal het niet liggen. Die speelt voor het oog van heel Brazilië die zaterdag in juni een thuiswedstrijd tegen het fenomeen Holanda. Want zo beschouwen Brazilianen het Nederlands Elftal. Als een fenomeen.
Vooraf klagen over deze oefenwedstrijd? Want ver weg, want extra belasting, want slechts spekken van de KNVB-kas. Deze uitspraken en deze conclusies moeten achterwege blijven. Alsjeblieft. Al is het louter uit respect voor de vijfvoudige wereldkampioen, het straks uitpuilende Serra Dourada en de tientallen miljoenen Braziliaanse voetbalgekken die in grote spanning voor de buis zullen zitten. Voor een loos potje? Om de drommel niet, voor een klassieker!

maandag 28 maart 2011

Op het platteland (110)

Bonfinópolis is een dorp met zo´n achtduizend inwoners en ligt op zo´n dertig kilometer van Goiãnia, de hoofdstad van de staat Goiás. Een rit met de auto naar dat dorp betekent stijgen en dalen. Het groene heuvelachtige gebied van deze Braziliaanse boerenstaat maakt indruk. Zover het oog reikt landschappen, het geeft rust en is het tegenovergestelde van het immer jachtige en jagige Goiãnia. Niet alleen rust, ook geen uitlaatgassen meer. In Brazilië wordt veel op alcohol gereden en dat geeft dikke zwarte roetwolken. Smerig.
Het is zaterdag 26 maart. Negen uur in de ochtend. Mijn vriendin en ik gaan met een bevriend echtpaar en hun drie kinderen in de auto naar Bonfinópolis. Het is proppen geblazen, want er moet ook nog beddengoed, kleren, vlees, frisdrank, bier, brood en beleg mee. We gaan een weekeindje logeren bij vrienden van het bevriende echtpaar. Een vrouw en een man en hun dochtertje. Die wonen net als wij in Goiãnia, maar hij heeft een boerderijtje met zwembad en vijvers, vijf kilometer buiten Bonfinópolis. Op het platteland. Ieder weekeinde gaat het echtpaar naar haar boerderijtje toe. Om uit te rusten en even weg te zijn van de grote stad.
Het is er werkelijk prachtig. Om het boerderijtje weilanden met koeien en geiten. Aan de ene kant. Aan de andere kant die imposante glooiende heuvels. Begroeid met allerlei soorten planten en bomen, klein, groot, lichtgroen, donkergroen. Een kleurenschouwspel. Aan één zijkant een grote moestuin, aan de andere kant drie vijvers. Eén grote, twee kleinen. Die zijn van origine bedoeld om vis in te kweken, maar er zit amper vis in. Pedro, de eigenaar van de boerderij, legt uit: ´´Het is niet te doen. Wij zijn hier alleen in het weekeinde. Op nog geen honderd meter, daar, ligt de grote weg. Wil je vis kweken, dan heb je dag en nacht bewaking nodig. In zes maanden kweek je hier duizenden kilo´s vis. Dat is geld. Is hier niemand, dan is je vijver zo leeg, snap je? Het is een peulenschilletje om ´s nachts over het hek te klimmen met een groot net. Niemand hoort wat, zeg maar dag tegen je vis.``
Het water in de grote vijver is schoon en lauw. Heerlijk voor een uitgebreid bad. Dat doen we, want het zwembad is verboden terrein. Het is aan een schoonmaakbeurt toe, er zitten chemicaliën in en is pas morgen klaar. De vijver is niet diep. Voor een volwassene tot borsthoogte. De kinderen hangen aan mijn nek, die kunnen er niet staan. Mijn voeten zoeken vaste grond, het is moeilijk in evenwicht te blijven, want de grond in dit soort vijvers op dit soort platteland in Brazilië is modderig. Een mens glijdt al te snel weg. Het lukt, ik zwem vaker in deze vijvers, ken ze op mijn duimpie.
De barbecue gaat aan, verhalen komen los. Grappig, ernstig, het gaat overal over en niet. Vragen over Nederland, over de mensen daar, over gebruiken, over eten en drinken. Dan blijkt het meegenomen bier bijna op te zijn. Mooi. Dan moet er meer komen. Ik hoop daar altijd op, koop ook altijd een beetje minder dan ik normaal doe. Waarom? Omdat ik weet dat we naar een kroegje moeten, op het platteland, waar iedereen elkaar kent, waar geen vreemden komen. Die kroegjes zijn stillevens, waar de klanten over het leven vertellen, zonder opsmuk, zoals het is. Geheimen bestaan niet, diep persoonlijke gevoelens gaan over de tong. Vriendschappen worden in een minuut geboren. Kan dat? Ja, dat kan.
Mijn favoriete plattelandsbar staat op een driesprong, dertien kilometer buiten het stadje Silvãnia, dat aan dezelfde grote weg als Bonfinópolis ligt, zij het zo´n zestig kilometer verderop. De weg naar de bar is zonder asfalt, met gaten en zonder verlichting. Het echtpaar dat de bar runt, verkoopt behalve drank, onder meer ook wc-papier, bonen en rijst. Eerste levensbehoeften. Bij die bar stoppen geen auto´s, geen motoren. Bijna geen dan. De klanten komen aan op het paard, ze dragen grote zwarte cowboyhoeden met aan de voeten prachtige hoge leren laarzen met blinkende sporen.
Ik bezoek de bar twee keer per jaar met vrienden. Een vader van één van hen woont vlakbij. Een man van in de zestig. Hij woont in een huisje van steen, zonder ramen, zonder stromend water, zonder energie, zonder toilet. Poepen en plassen? Buiten, op de knieën, zoek maar een plekje uit, kijk wel of er geen mierennest is. Wassen? Met een gebroken emmer water uit een grote ton halen. Snel de inhoud van die emmer over het hoofd kieperen. Niet vergeten eerst wolken muggen weg te slaan. Die man is een monument, woont alleen, loopt op blote voeten. Een vaal shortje, een riem met een groot kapmes en een sombrero. Dat draagt hij, elke dag. Nooit een shirt aan. Geen mug die hem steekt, geen slang die hem bijt. De man is de natuur zelve.
Een tweedaags bezoek aan het natuurmens betekent ook een bezoek aan de plattelandsbar. Het is tien minuutjes lopen. Dat is groot feest. Daar is die zot van een gringo weer. Ga maar zitten en zeg het maar. Weggaan bestaat niet, je gaat weg als de kroeg sluit. En die sluit als de laatste klant opstapt. Dat ben ik, altijd, meer smaken zijn er niet.
Oh ja, het gaat over vriendschappen in een minuut. Iedere keer als ik de bar binnen loop, zitten dezelfde mannen en dezelfde vrouwen aan de toog. De ontvangst is er één van ´wat fijn je dat je er weer bent`, ´we hebben je gemist`, ´weet je nog wat ik vorige keer heb beloofd? Het ligt thuis hoor, ik haal het zo even op`, ´gezond en wel?`, ´wanneer kom je bij ons slapen?` Het zijn geen gemeenplaatsen, geen clichés. Het is gemeend. Omhelzen, elkaar iets langer vasthouden, knijpen, kwinkslagen, ogen veranderen spoorslags in brillantjes. Het klinkt gek, maar het is echt waar: het is thuiskomen. Dat is zo na de eerste keer in die bar. En die eerste keer zou een kort bezoekje worden. Slechts enkele minuten.
Het bier in het boerderijtje bij Bonfinópolis is nu echt op. Drie mannen trekken er op uit. Het is dichtbij, de bar waar ze bier verkopen. Twee kilometer slechts en aan de grote weg. In een buurtschap met tweehonderd inwoners. Ik wrijf me in de handen. Joepie! Buiten de bar, overdekt, twee snookertafels. Het is een langgerekte kroeg, erg groot, voor zo´n kleine buurtschap. De eigenaar is een oudere man met blauwe ogen, een rechterhand met geämputeerde vingers en uit zijn mond komt slechts gemurmel. Hij kan niet meer praten, beweegt zijn anderhalve hand als hij iets wil uitleggen. De man kan wel nog drinken. Dat betekent dat van iedere borrel die ik voor mezelf bestel, hij er de helft van opdrinkt. Een soort voorproeven. Hij vraagt of ik het erg vind, ik zeg nee, en bestel maar rap een nieuwe. Want zo blijf ik dorst houden.
Pedro en de vriend van mij leggen een biljartje buiten. Ik munt het eerst op twee jongelui. Eén van twintig, één van achttien. Ontegenzeggelijk broers. Ernaar vragen is overbodig. ´´Wat doen jullie op een zatermiddag hier? Moeten we niet achter de meiden aan?`` Bingo. De jongens lachen, vertellen dat ze in de kleine gemeenschap wonen er nooit meer weg willen. Naar de grote stad? Vergeet het maar. Vanavond gaan ze naar een danstent op het platteland. Daar stikt het van de meiden, zeggen ze. Bij zo´n danstent moet niemand zich ook maar iets voorstellen. Het is een (open) schuur bij een boerderij, waar biggen en kalveren lopen. Waar een enorme geluidsinstallatie staat en een enorme freezer. Met daarin één soort bier, één soort sterke drank en één soort frisdrank. Toiletten? Genoeg, buiten weer. Wel oppassen als het eenmaal donker is en meerdere bieren door het keelgat zijn verdwenen. Uitglijden over een koeienvla op weg naar plasstop is een drama. Vergeet de meiden dan maar.
De mannen aan het biljart hebben schik. Af en toe kreten. Het bier vloeit rijkelijk. Gingen we niet even een paar flessen nieuw bier kopen? Zo gaat het altijd op het platteland. Ik vind het schitterend.
Een vrouw komt binnen. Zij is lang voor een Braziliaanse in dit deel van het land, heeft lange bruine haren en een mooi figuur. Dat accentueert ze door een kort wit strak shortje te dragen, waarin haar fraaie billen extra in uitkomen. Ze heeft een open gezicht, zou mijn moeder zeggen. Ze heeft veel bekijks, ze beseft het en ze geniet er van. Ze is familie van de kroegbaas, ze staat achter de bar en helpt klanten.
Het leven is over deze vrouw heen gegaan, ze straalt het uit. Ze is interessant, ik ben nieuwsgierig, een gesprek dient te volgen. Ik schuif aan de bar. Ik zie geen enkele ring aan haar vingers en vraag of ze is getrouwd. Ja, is het antwoord. Ongevraagd voegt ze eraan toe: ´´Het is mijn derde man.`` Ik licht mijn wenkbrauwen op en dat blijkt genoeg. ´´Ik was achttien jaar, had een vriend, raakte zwanger. Dat was de eerste keer. Op mijn vijfentwintigste scheidde ik en op mijn achtentwintigste trouwde ik opnieuw. Weer zwanger. Het tweede huwelijk hield slechts een paar jaar stand. Op mijn vijfendertigste scheidde ik van hem. Nu ben ik achtendertig en ben voor de derde keer in het huwelijksbootje gestapt. Ik heb twee gezonde zonen en nog een goede relaties met mijn ex-mannen. Of wilde je dat niet vragen?``
Ja, dat wilde ik inderdaad vragen. Mijn glas bier blijft onaangeroerd. De kroegbaas is in de buurt, want ongemerkt verdwijnen kleine beetjes uit een ander glas van mij. Daar zit een goede borrel in, uh, zat. Kroegbaas luistert mee, met zijn oortjes is niets mis. Met zijn dorst ook niet, die verrekte aap! De vrouw is uitgesproken. Of ik nog iets wil weten. Jazeker wel. Wat dan? Het is eigenlijk een beetje persoonlijk. De vrouw negeert mijn aarzeling en kijkt me indringend aan. Vluchten kan niet meer. ´´Ik ben nooit drie keer getrouwd. Ik hoor het vaker in Brazilië en ben altijd nieuwsgierig: van wie hou je of heb je het meeste gehouden? Op wie was je nou echt verliefd?`` De vrouw schatert het uit: ´´Op de laatste man. Op je achttiende verliefd? Wat weet een achttienjarige van echte liefde? Helemaal niets!``
De biljartstrijd buiten is ten einde. De kreten minderen. Wij gaan terug naar de boerderij, de vrouwen wachten en gaan ongetwijfeld klagen. We zijn te lang weg. Het is waar, al ruim twee uur. Actie. Flessen bier gaan in een grote plastic koffer, de rekening wordt betaald. Ik krijg een knuffel van de kroegbaas. Zonder tanden, dat voelt zacht aan. Het is zijn manier om de gejatte borrels te betalen. Het is al goed.
Naar de auto. Ik kijk om. De vrouw knikt en roept: ´´Meer onduidelijk in het leven? Je vraagt maar, ik antwoord wel. Tot de volgende keer.`` Zo gaat het op het platteland. Het leven is er simpel, de vragen en de antwoorden zijn simpel. Zonder enige opsmuk.

vrijdag 25 maart 2011

Aandringen en volhouden (109)

Het doet vreemd aan, maar het is bittere noodzaak. Met name in kleine Braziliaanse winkels, vooral supermarktjes, hangen grote vellen wit papier aan de wanden. Met daarop met de hand geschreven teksten, in koeienletters: ´Het is niet mogelijk om op krediet te kopen. Alsjeblieft, dring niet aan`. Ook zijn talloze posters te koop, met grappige tekeningen en teksten. Zoals ´krediet kan alleen morgen` of ´krediet alleen voor mensen ouder dan negentig jaar en vergezeld van grootouders`. Brazilianen houden niet van het brengen van slecht nieuws en krijgen ze de kans, dan brengen ze een negatieve boodschap in een luchtig jasje.
Het is namelijk volstrekt normaal in Brazilië om op krediet te kopen. Winkeliers hanteren beduimelde schriftjes met daarin namen en getallen. Wie koopt voor hoeveel en wanneer. Het duurt vaak erg lang voordat de rekening volledig is afbetaald. Soms gebeurt het nooit. Aan het begin van de maand komt het loon binnen. Maar er zijn meer schulden. Bij de supermarkt wordt daarom een deel van de lopende rekening voldaan, de rest blijft staan tot de volgende loonstorting. Maar tot dat tijdstip, inderdaad, groeit het krediet weer. Het is een eindeloze repeterende cyclus, vandaar die vellen papier aan de muren.
Waarom alsjeblieft niet aandringen? Omdat Brazilianen altijd proberen welke regel of regeltje te omzeilen. Dar um jeito heet het, een oplossing vinden. Mag ook worden vertaald met het Nederlandse ´ritselen`, al heeft dat woord een negatieve lading.
Tolerantie staat hoog in het vaandel in Brazilië, het is een groot goed. Een alleenstaande vrouw met de dagelijkse zorg voor zes kinderen en amper centjes, hoe kun je haar weigeren wat groente en vlees te kopen op afbetaling? Ze is ook nog eens een bekende in de buurt, symphatiek, Godsvruchtig en voor een karig loontje hard werkend in de huishouding van anderen. Probleem. Vandaar die extra toevoeging. Want anders wordt het supermarktje binnen de kortste tijd een sociale instelling en dat is uiteraard niet de bedoeling. Wat niet wil zeggen, dat deze vrouw stiekem toch de kans krijgt om op krediet te kopen. Of de winkelier stopt haar wat eten toe, overrijpe groente en fruit die niemand meer koopt. Oplossing gevonden.
Aandringen, het is een bekend fenomeen in de Braziliaanse cultuur. Het kan oeverloos duren. Met reden. Want nee is nee en ja is ja, dat zijn zeer rekbare begrippen. Brazilianen hebben de neiging na lang aandringen, daar is het weer, toch overstag te gaan. Toch mee te gaan, toch te geven. Aandringen loont in veel gevallen. Vaak is het niet het aandringen an sich, maar de reden erachter die telt en die de aangesprokene van mening doet veranderen. Persoonlijke ontboezemingen zijn dan ook aan de orde van de dag.
Voorbeeldje. Twee jaar geleden. Ik woon alleen, in het noorden van Goiãnia, buiten stad. In een buurtje op het platteland. Straten zonder asfalt, slechts rode aarde. In de regentijd veranderen die straten in rivieren. Ik heb geen auto, maar een fiets. Het is maanden achtereen afzien. Onder de modder, doornat. Maar het is een prachtige tijd. Buren zijn familie, voor ieder wissewasje kloppen ze op de deur. Iets nodig? Wc-papier op? Rijst op? Kopje koffie? Naar de buren.
Een zaterdagavond in juli. Geen regen meer. Heet. Ik ga vroeg naar bed. Ik wil zondagochtend vroeg op. Dan is het feest, dan loopt de buurt uit. Elftallen voetballen op velden zonder gras. Twee simpele goals. Het veld bestaat uit harde droge aarde, met hier en daar een gat. De bal kan vreemd springen. Een wonder dat weinig spelers zich blesseren. De vele eenvoudige barretjes rondom het veld zijn afgeladen. Het feest begint om negen uur in de ochtend. Harde muziek. Sertaneja in Goiãnia, Braziliaanse country.
Jong en oud zijn present. Af en toe kijken ze naar de verrichtingen van de spelers. Belangrijker is het samenzijn. Bier in grote flessen, sterke drank in kleine glazen. Drinken. Mooie en sexy geklede vrouwen en meisjes paraderen voorbij. Ook voor hen is het zondag.
Ik sta op, het is nog geen acht uur. Douchen, goed ontbijt en wegwezen. Op naar het feest. Ik open de poort van mijn huis en daar staat ze. De ietwat wereldvreemde buurvrouw van schuin tegenover. In pyama. Met in haar rechterhand een afstandsbediening van haar televisie, in drie stukken. Oh jee. De lieve vrouw, want dat is ze, kijkt me met betraande ogen aan. Of ik die bediening kan maken? Nu kan ik alles, maar kom niet aan met technische zaken, apparaten, wat dan ook. Geen verstand, een drama. Een spijker in de muur slaan, het gaat misschien net. Maar daar is het mee gezegd. Ik leg het uit aan de buurvrouw. Ze dringt aan. Ze ziet dat ik op het moment sta weg te fietsen. Ze denkt, hij heeft haast, hij heeft geen zin.
Ze begint omstandig uit te leggen waarom die afstandsbediening in drie stukken ligt, in de hoop mijn hulp alsnog te winnen. ´´Je kent mijn man. We hadden gisteravond weer eens ruzie, ik heb de afstandsbediening naar zijn hoofd gegooid.`` Het is slechts een inleiding. Rustig wacht ik op de volgende hoofdstukken. Een kwestie van fatsoen, je onderbreekt niet, je laat de gesprekspartner uitspreken. Aan het einde van haar betoog, verander ik niet van mening, omdat ik het domweg niet kan. Maar: ´´Ga naar mijn rechterbuurman. Die weet hoe die afstandsbediening is te repareren.`` Aandringen loont aldus. Kleine toevoeging. Nu ben ík nieuwsgierig. ´´Heb je hem wel geraakt?`` Ze lacht door haar tranen heen. ´´Nee. Net mis, jammer.``
Aandringen, het lijkt of Brazilianen het hebben uitgevonden, er meesters in zijn. Dat ligt heel anders met volhouden. Terwijl die twee begrippen dicht bij elkaar liggen. Volhouden is andere koek in Brazilië. Opgeven is meer de regel. Statistieken. Zorg over grote aantallen leerlingen die hun middelbare school niet afmaken. Die afhaken. Waarom? Ze hebben werk én moeten naar school, vrouwelijke leerlingen raken zwanger en geven de studie op, huiselijke problemen, drugs. Het lijkt op de weg van de minste weerstand, het lijkt erop of mensen niet ´dwars door de muur gaan` om een doel te bereiken. Is het een tropische mentaliteit? Wellicht. Wie het weet, mag het zeggen.
Schijnwerper op de sport. Weinig individuele topsporters in Brazilië die echt internationaal scoren. Ja, een zeiler, een tennisser, ooit eens een wielrenner, een zwemmer, enkele judoka´s. Maar in een continent met bijna tweehonderd miljoen inwoners is het minder dan een druppel op een gloeiende gouden, zilveren of bronzen plaat. Het piepkleine Nederland kent een wereldkampioen schaken en wereldkampioenen dammen. Schaken staat in Brazilië in de kinderschoenen, dammen is er een stuk populairder. Genoeg spelers dus. Maar Brazilië zal echter nooit een wereldkampioen dammen of schaken afleveren. Want die schaker en dammer moeten jaren achtereen in zijn dooie uppie minstens acht uur per dag theorie studeren, achter het dam- of schaakbord. Volhouden.
Henrique Costa Mecking is de beste Braziliaanse schaker tot heden (foto rechts). Hij beleeft zijn hoogtepunt in de jaren zeventig van de vorige eeuw en raakt bijna tot de wereldtitelstrijd. De (ex-)Russische legende Kortsnoj weerhoudt hem echter.
Meer over de kwestie volhouden. Uit eigen doos. Mijn vriendin en ik moeten nodig op dieet. Zij klaagt meer over haar overgewicht dan ik. Zij zegt: ´´Jij moet me helpen. Jij koopt te veel lekkers, dat is onweerstaanbaar.`` Ik zeg: ´´Maar jij hoeft het toch niet op te eten?`` Zij zegt: ´´Jij oefent zo psychologische druk op me uit, je zit heerlijk te schransen. En ik moet louter toezien?``
Waarom winnen evangelische gemeenschappen in Brazilië veel nieuwe zieltjes onder drugsverslaafden? Omdat die gemeenschappen een tegenwicht bieden. Blijf van de drugs af, omarm Jezus. Het is zwaar om enkel te zeggen: blijf van drugs af, wees sterk, hou vol. Het is minder zwaar om te zeggen: blijf van drugs af, wij bieden Jezus aan, hou vol, samen met hem. Dat biedt steun, dat biedt soelaas. Het maakt volhouden eenvoudiger.
Oppassen. Eén sluitende conclusie over het onderwerp volhouden bestaat niet. Want op één gebied weet de Braziliaan wél van volhouden. Liefde. De eigen doos gaat weer open. Ik ken een neger, zo zwart als roet. Groot en enorm gezet. Minstens 150 kilo schoon aan de haak. Hij is trots op zijn postuur. Hij probeert altijd zijn maatjes omver te lopen. Een peulenschil. Ik heb inmiddels een taktiek om hem te ontwijken. Nee, geen mededelingen, de ´vijand` leest mee.
Neger is dodelijk verliefd op een juffrouw. Zij zit achter de kassa van een buurtsuper. Zij is klein, mager, blank. Mooi meisje. Neger koopt in super en maakt op een nette manier avances. Juffrouw voelt zich gevleid, maar juffrouw gaat er niet in op. Neger wordt een beetje Braziliaans ongeduldig, maar houdt vol. Een tandje bij. Hij koopt rozen voor de kassajuffrouw. Overhandiging op klaarlichte dag. Juffrouw verschiet van kleur, wat goed uitkomt met de kleur van de rozen. Ze dankt hem hartelijk. Meer niet. Neger wordt beetje meer ongeduldig, wil niet van opgeven weten. Wijziging van taktiek. En hij weet hoe.
In Brazilië bestaat een maffe manier om in het openbaar te getuigen van liefde voor een ander. Bedrijfjes verhuren een speciale auto met een zware geluidsinstallatie. Twee functionarissen in net pak zitten in die auto. Alles gebeurt te voren op afspraak, alles gebeurt in het geheim. Degene die de auto huurt, spreekt af wat hij of zij wilt. Met of zonder champagne, met of zonder opname van een video. Enzovoorts. Op de afgesproken avond gaat het naar de plek van bestemming. De auto stopt voor de deur, begint met uitspuwen van vuurwerk. Keiharde muziek aan. Een functionaris pakt een microfoon en roept de vrouw of man, voor wie de liefdesaankondiging is bedoeld, naar buiten. De buurt is inmiddels al uitgelopen. De vrouw of man die de liefdesverklaring uit, zal ook spreken, door de microfoon. Het is puur zoet theater, voor sommigen misschien plat, maar het is een groot succes in Brazilië. Vooraf reserveren noodzaak.
Neger huurt dus ook die auto en die functionarissen af. Het is erop of eronder. Met zenuwen in het imposante lijf gaat het op een doordeweekse avond naar de super. De juffrouw verlaat om zeven uur ´s avonds haar kassa. Het is mooi weer, het is druk buiten. Het is ook nog druk in de super, Brazilianen houden van kopen op het laatste nippertje.
De liefdesauto rijdt voor. Vuurwerk begint. Harde klappen. De kassajuffrouw wordt naar buiten geroepen. Neger staat achter de microfoon, ook in net pak. Hij zweet dat pak bijna uit. De juffrouw weet zich absoluut geen raad. Ze loopt niet rood, maar diep paars aan. Omstanders klappen, joelen. Neger doet kond van zijn liefde voor haar. Ze krijgt tranen in haar ogen. Ze kan niet meer weigeren. Een omhelzing en een innige tongzoen volgen. Het geëerd publiek geniet met volle teugen. Staande ovatie, einde verhaal.
Naschrift één: kassajuffrouw en neger zijn al jaren gelukkig getrouwd en brengen twee kinderen groot. Naschrift twee: een fraai staaltje van volhouden en aandringen. Het kan blijkbaar wel? Ach, wie het weet, mag het zeggen.

dinsdag 22 maart 2011

Geweld tegen vrouw neemt toe (108)

Een kort bericht, slechts enkele regels. Op een Braziliaanse internetsite. Maandag 14 maart 2011. Politie arresteert een man in de wijk Bangu in het westen van de stad Rio de Janeiro. Hij wordt verdacht van poging tot moord op zijn vrouw. Hij valt de vrouw ´s nachts aan met een mes. Zij raakt niet gewond. Het gaat om een misverstand. De man zit in de cel. Een zoveelste bericht over weer mannelijk geweld tegen weer vrouwen in Brazilië. Dit is absoluut geen blog om vrolijk van te worden. Integendeel. Het is pure afschuw. Maar verzwijgen mag niet. Nooit.
Geweld tegen vrouwen in Brazilië is oud nieuws. Maar onderzoeken, actuele cijfers en acties blijven wekelijks in de pers en op internet verschijnen. Gelukkig. Triest zijn echter cijfers die spreken toename van dit type van geweld. Het Braziliaanse instituut Patrícia Galvão publiceert op journalistieke wijze specifieke onderwerpen over Braziliaanse vrouwenzaken. Dat doet het instituut onvervaard en met een goede onderbouwing. Op de website Patrícia Galvão dus ook aandacht voor de toename van geweld tegen de vrouw. Weerzinwekkende cijfers. De staat Rio de Janeiro heeft iets meer dan zestien miljoen inwoners. Te vergelijken met Nederland. Iedere twee uur, in 2010, is een vrouw slachtoffer van een verkrachting in die staat. Volgens het Braziliaanse Instituto de Segurança Pública worden in dat jaar 4.589 verkrachtingen geregistreerd, een gemiddelde van twaalf per dag. Een toename van 11,3 procent vergeleken met 2009, in dat jaar staat de teller op 4.120. Vergeleken met 2006 zelfs een vermeerdering van 43,4 procent. Opmerking mijnerzijds. Het zijn bij de politie aangegeven verkrachtingszaken. Onmogelijk om te gissen hoeveel verkrachtingen of pogingen daartoe onder de lakens en de dekens blijven. Binnen een relatie, binnen een huwelijk. Vrouwen zijn nog altijd doodsbang om aangifte te doen. Helaas. De straffen op verkrachting en geweld tegen de vrouw zijn onverbiddelijk. Zes tot tien jaar de cel in. Dat kan oplopen dertig jaar als het slachtoffer het geweld niet overleeft.
De nieuwe wet Maria da Penha wordt op 22 september 2006 van kracht in Brazilië. Wet nummertje 11.340. Bescherming van de vrouw, aanpak van geweld tegen de vrouw, vervolging, straffen. Eén dag na instelling van de wet gaat een eerste verdachte de cel in. Dat gebeurt in Rio de Janeiro, een man probeerde zijn ex-vrouw te wurgen. Dat klinkt hoopvol, maar is het geenzins. Natuurlijk, uitstekend dat die wet er is, daar niet van. Maar 4,5 jaar later verschijnt het volgende bericht op, wederom, de website Patrícia Galvão. Maandag 14 maart 2011: de Braziliaanse regering gaat meer werk maken van Maria da Penha. Want na onderzoek blijkt dat veel vrouwen aangiftes terugnemen, dat verdachten ontsnappen aan vervolging. ´´Verkeerde interpretaties bij toepassing van deze wet moeten worden voorkomen``, vindt het Ministério Público Federal, waarin landelijke en staats-aanklagers zijn verenigd. Deze aanklagers brengen zaken voor de rechters. ´´Na instelling van Maria da Penha is geen afname van geweld tegen de vrouw geconstateerd. Uitblijven van straffen, van veroordelingen, stimuleert dit soort geweld.`` Het is niet waar zeg.
Het Superior Tribunal de Justiça, het hoogste gerechtelijke orgaan in Brazilië, snijdt drie heikele onderwerpen aan. Aangifte van het slachtoffer en het nemen van gerechtelijke stappen zijn vrijblijvend. Het is mogelijk om het proces onderwijl stop te zetten, waardoor verdachte uiteindelijk nooit meer wordt gestraft. Het derde punt snijdt het diepste in het hout. Het slachtoffer zal voor de rechter moeten verschijnen om daar in levende lijve te getuigen van de aanklacht. Cijfers leren dat tachtig procent van de opgeroepen vrouwen de gang naar de rechter niet maakt. Uit angst of de datum van verschijning is domweg vergeten. Vrouwenorganisaties in Brazilië vinden dat ieder geweld tegen vrouwen zonder meer gerechtelijke vervolging verdient en dat het slachtoffer niet verplicht voor de rechter hoeft te verschijnen. Klare taal. Nu omzetten in daden. Het spreekt in het nadeel van Brazilië dat bijna vijf jaar na dato van instelling van een wet er nog zoveel lagunes zijn. De positieve zijde is echter wel de wil om het geweld tegen de vrouw daadwerkelijk aan te pakken. En campagnes in den lande om vrouwen ervan te overtuigen de stap naar politie en rechter te maken.
Eindelijk. Helaas zijn het voornamelijk mannen die die wil gestalte moeten geven. Een kleine nuance. De kersverse vrouwelijke president Dilma Rousseff (fotootje onder) van het Latijns-Amerikaanse continent voorstaat een rigoureuze uitvoering van Maria da Penha. ´´Geen tolerantie in zaken van geweld tegen de vrouw. Onacceptabel.`` Wel volhouden Dilma!
De diep gewortelde angst van vrouwelijke slachtoffers van mannelijk geweld is maar al te begrijpelijk. De molens in Brazilië malen langzaam, het is zo vaak geschreven. Een Delegacia de Defesa da Mulher bestaat. Een afdeling van de politie speciaal voor de vrouw. Ze kunnen er aangifte doen van geweld. Dat moet op papier, daar moeten bewijzen voor zijn. Onderzoek volgt. Het duurt. De vrouw in kwestie dient sterk in haar slippers te staan, er is moed voor nodig. Want na aangifte keert de vrouw terug naar huis. Krijgt manlief lucht van de zaak, dan kan meer geweld volgen. Jawel, vrouw kan onderduiken, in een blijf-van-mijn-lijf-huis, bij familie of kennissen. In een andere stad. Maar er zijn kinderen thuis, die hebben verzorging nodig, aandacht en liefde.
Twee korte berichten tot besluit, zonder commentaar, slechts enkele regels. Vrijdag 18 maart 2011. São Paulo. De 19-jarige Francisco Alison Pereira vermoordt zijn vrouw, de slechts zestien jaar oude Janine da Silva Pereira. Het meisje was zwanger (foto rechts: echtpaar Pereira). De jonge aanstaande vader moet uitzinnig van woede zijn, hij steekt het slachtoffer maar liefst 47 keer met een mes, waarvan veertien keer in de zwangere buik. De politie krijgt om half tien ´s avonds een melding. Ter plekke treft het de overleden jonge vrouw aan.
Zondag 20 maart 2011. Een echtelijke ruzie eindigt in een drama, in het plaatsje Jardim Alegre, in de zuidelijke staat Paraná. De 38-jarige Carlos Alberto Félix brengt met twee messteken zijn vrouw, de 29-jarige Norli Santos Tavares, om. Het stel heeft drie kinderen. Eén van hen, een tweejarige, is getuige van de brute en bloedige moord.

zondag 20 maart 2011

Obama in Brazilië (2) (107)



Het is negen uur deze zondagochtend in Rio de Janeiro. Het openbare leven komt op gang. Café da manha, het ontbijt, is simpel in Brazilië. Het stelt niet veel voor: slechts een klein sterk en zoet kopje koffie, een broodje met boter, een stukje cake. Brazilianen zijn niet van die stugge ontbijters. Een lekkere dubbele uitsmijter met rosbief of ham/kaas? Vergeet het. Zelden. Het heeft te maken met de rest van de dag: twee keer een warme maaltijd. Met vlees, bonen, rijst en salade als de beurs het kan dragen.
Het kan evenwel anders. In de duurdere hotels in heel Brazilië worden uitgebreide ontbijten geserveerd. Met ham, kazen, jammetjes, eieren, yoghurt, koffie, theesoorten, verschillende broodjes, verschillende zoete cakes, sapjes en bovenal, waarin het land rijk in is, veel en vers tropisch fruit. Het is grappig om te zien, in die hotels zijn Brazilianen net Hollanders. Want ontbijt is inclusief de prijs van de overnachting. Schompen dus. Ze eten zich een ongeluk. Bordjes vol met van alles, het is immers ´gratis`. En in een recordtempo, want Brazilianen houden niet van lang tafelen. Vol die buik en rap naar buiten. Ach, het is de cultuur.
Wat te denken van het ontbijt in het sjieke Marriott Hotel in Copacabana in Rio de Janeiro? Super de luxe. Daar zullen de Baracks vanochtend zeker van genieten. Natuurlijk eten ze niet in de ontbijtzaal (foto onder). Dit belangrijke exclusieve ontbijt wordt zeker netjes boven gebracht. Op de kamer zal de Amerikaanse familie ongetwijfeld smullen. Kamer? Oeps, suite heet die kamer, de presidentiële suite van het Marriott. Met extra grote ramen en fraai uitzicht op de Atlantische Oceaan (foto links). De Baracks hebben een gelukkie, ze hoeven zich niet te haasten. Want het programma voor de ochtend is veranderd. Het bezoek aan Cristo Redentor, het enorme Christusbeeld in Rio de Janeiro, is geschrapt. Over het waarom, worden geen mededelingen gedaan. Cristo Redentor is een beroemd monument, internationale trekpleister, en bevindt zich op 709 meter boven zeespiegel. Het is eindeloos trappen lopen, maar het uitzicht boven is adembenemend. Niet in woorden te vatten. Wie naar Rio de Janeiro gaat, moet naar ´Jezus in de hemel`. Verplicht. Wel goede dag uitzoeken, zonder wolken, met blauwe hemel.
Het is mogelijk dat de Baracks later op de dag nog naar boven klimmen. Maar het is onzeker. Jammer voor al die toeristen. Want de trekpleister is gesloten van zaterdagnacht 00.00 tot en met zondagochtend 11.00 uur. Veiligheidsmaatregel. Voor nop. Maar ja, Jezus krijgt niet iedere zondag visite van een buitenlandse en belangrijke president. Die kan nu samen met zijn familie lekker rustig aandoen in het Marriott. En genieten van het uitzicht, wat nooit verveelt.
Het is tien uur. Het eerste nieuws. Het is bewolkt in Rio de Janeiro, vandaar geen bezoek aan het Christusbeeld deze ochtend. Goed besluit. Mogelijk om zes uur in de avond. Dan is het uitzicht er één van een indrukwekkend lichtspel. Ook het begin van het internationale militaire ingrijpen in Libië is een reden voor verandering van programma in Rio de Janeiro. Obama moet even serieus aan het werk.
Gouverneur Sérgio Cabral van Rio de Janeiro zal de president een diner aanbieden. Wie er meer mee-eten? Weer belangrijke ondernemers, het kan niet uitblijven. Weer een lange dag voor Obama en zijn vrouw. De twee gaan eerst naar Cidade de Deus. Aankomst om 10.55, zo is de planning. Bezoek aan het bureau van de Unidade de Polícia Pacificadora (UPP) en het Central Única de Favelas (Cufa). Twee organisaties die het welzijn van 40.000 bewoners moeten bevorderen in de op één na grootste krottenwijk van Rio de Janeiro. Politie en leger veegden eind vorig jaar grote krottenwijken in de stad schoon. Krottenwijken waar de (drugs-)maffia de scepter zwaaide. Die lijkt nu verdwenen, de vrede keerde terug. Cidade de Deus is één van die schoon geveegde favelas (foto boven: leger in actie in genoemde krottenwijk). Obama zal niet langer dan twintig minuten in Cidade de Deus, in de volksmond CDD, blijven. Het programma verandert wederom. Het lijkt verdraaid Brazilië wel. Geen bezoek aan de Polícia Pacificadora, de vredespolitie. Vanwege de tijd.
Het is lekker weer in Rio de Janeiro. De zon schijnt, het is zondag, de mensen gaan naar het strand. Het is even over elven. Obama, zijn vrouw en zijn dochters verlaten het Marriott. In de zwarte limousine naar de wijk Gavea, naar het complex van de voetbalcub Flamengo, in het zuiden van Rio de Janeiro. Een afstand van zo´n vier kilometer. Daar stappen ze over in een helikopter, die het echtpaar naar Cidade de Deus zal brengen. Het mag blijkbaar wat kosten, zo´n staatsbezoek. In Copacabana keert de rust terug. Toeristen slenteren rond, zoeken een plekje op het strand. Veel en mooie Braziliaanse prostituees ontwaken langzamerhand, na een lange nacht arbeid in discotheken, clubs en op straat. Ook zij gaan richting zee, want klanten zijn er altijd. En om uit te rusten.
Rust in Cidade de Deus is er niet. Met spanning wacht de favela op het hoge bezoek. Half twaalf, limousines rijden de krottenwijk in. Daar is-ie! Veel politie op de been, veiligheidsfunctionarissen. Camaralieden worden op afstand gehouden. Zelfs weggeduwd door Amerikanen. Gekke beelden. Enkele maanden geleden nog lopen criminelen, gewapend met geweren, met mitrailleurs, door de straten. In T-shirt, op slippers. Volop handel in drugs. Daarna de gewelddadige invasie van leger en speciale politie. Kogels vliegen rond, arrestaties, criminelen op de vlucht. Daarna rust in de tent en nu rijdt de Amerikaanse president Barack Obama de favela in. Over klimaat-veranderingen gesproken.
Het wordt een inderdaad een presidentieel bliksembezoek in de krottenwijk. Slechts vijftien minuten uitloop. Obama, zijn vrouw en twee dochters gaan een soort schooltje binnen. Optredens. Van kinderen en pubers uit Cidade de Deus. Weer die eeuwige capoeira, sambamuziek. Obama jongleert wat met een voetbal (foto boven). De Amerikanen genieten. Maar het zijn wederom hapklare brokken. Het is kauwen, slikken en wegwezen. Geen tijd voor herkauwen. Enkele tellen slechts voor contact met bewoners van de favela , vervolgens snel die limousine in. Terug naar het hotel. Om half drie wacht de lezing van Obama in het Theatro Muncipal in het centrum van Rio de Janeiro. Geen optreden in de open lucht, zoals aanvankelijk op het programma stond. Dat verandert dus niet.
Tweeduizend genodigden zullen het gemeentelijke theater bevolken. Ze druppelen twee uur voor aanvang al binnen. Onder hen vele Braziliaanse beroemdheden, zoals zanger en ex-minister van cultuur Gilberto Gil, zangeres Alcione en ja hoor, daar is-ie weer, het voetbalorakel Pelé. Het geeft een beetje een vieze smaak. Want het volk heeft het nakijken. Buiten strenge veiligheidsmaatregelen. Het plein voor het theater is compleet afgezet. Angst is er, gezien de acties op de vrijdagavond voor aankomst van Obama in Rio de Janeiro (zie Obama in Brazilië 1). Ook gezien de aankondiging dat ook deze middag acties zullen volgen. Vijfhonderd politiemensen op de been. Ze kijken strak naar het publiek achter de afzettingen. Zichtbaar dragen ze een gasgranaat. Op het revers. Dat de actievoerders het zien en het weten.
Twee nieuwtjes komen later pas in het nieuws. En ze zijn leuk. Omdat ze het protocol omzeilen. Daar is moed en creativiteit voor nodig. De eerste. Patrícia Amorim is presidente van de meest populaire professionele voetbalclub van Brazilië (foto links). Flamengo. Zij weet, Obama landt met een helikopter binnen het Flamengo-complex in Gavea voordat hij met zijn limousine naar Cidade de Deus rijdt. Uitgelezen mogelijkheid om hem een officieel shirt van haar team aan te bieden. Lukt het?
Patrícia is brutaal, ze wacht Obama op, in haar dooie eentje. Ze dringt door het veiligheidscordon. Ze vertelt op de officiële website van Flamengo: ´´Hij komt uit de auto en ik zeg ´u bent welkom hier`. Ik leg hem uit dat het een eer is hem en zijn familie in ons huis te ontvangen. Hij vraagt of ik de vrouwelijke president van de voetbalclub ben. Ik zeg ja en hij feliciteert me. Ik praat met zijn vrouw en dochters en leg uit dat Flamengo de meest populaire club in Brazilië is. Ik draag een Flamengoshirt met zijn naam erop. Hij vraagt me twee keer of het hij het shirt mag hebben. Ik doe het uit en overhandig het``, aldus een euforische presidente.



Over het breken van het protocol. Zaterdagavond komen Obama aan in Rio de Janeiro. Nog één keer: iedere seconde, ieder beweging van de Amerikaanse president is in details beschreven in een logboek. Burgemeester Eduardo Paes van Rio de Janeiro kan het niet laten. Hij ontvangt Obama officieel zaterdagavond. Hij maakt foto´s met een mobiele telefoon. Ten strengste verboden. De twee foto´s gaan op internet (zie boven). Dat levert hem vele positieve reacties op, onder meer via Twitter. Ook een burgemeester is maar een mens. Het hoogtepunt van het tweedaagse staatsbezoek is zonder meer de spreekbeurt van Obama in het afgeladen Theatro Muncipal (foto links). De president scoort vele open doekjes. Hij spreekt Portugese woorden, hij maakt grapjes. Over Braziliaans voetbal, over de clubs Botofogo en Vasco da Gama in Rio de Janeiro. Serieus ook. Dat Amerika zal helpen met de organisatie van het wereldkampioenschap voetbal voor landenteams in 2014 in Brazilië en de Olympische Spelen in 2016 in Rio de Janeiro. Dat hij zeker die Olympisch Spelen zal bijwonen. Het is niets minder dan een herhaling van zaterdag, tijdens zijn ontmoeting met de Braziliaanse presidente Dilma Rousseff. Applaus is zijn deel. Hij haalt meer stokpaardjes van stal. Over innige samenwerking tussen de twee landen, op allerlei gebied. Obama kijkt stiekem zijn ogen uit, want Theatro Muncipal is mooi, is echt mooi. Buiten geen ongeregeldheden, niets. Geen militante actievoerders. Het kruit blijkt vrijdag verschoten.
Het is bijna negen uur in de avond. Het staatsbezoek zit er bijna op. Limousines rijden weg van het Marriott Hotel. Alsnog naar het Christusbeeld? Het ziet ernaar uit. Een avondvisite. Met de hele familie. Naar boven en staren naar het lichtspel beneden. Daarna zonder dralen terug, naar bed, want morgen wacht Chili. En het afscheid van Brazilië.
Wat ik er zelf van vind? Van die poppenkast? Geef me een minuutje. Twee dagen achter de computer, televisie en radio aan, kranten op de knie. Via telefoon en op straat meningen peilen. Ruim dertig uren onafgebroken in de ban van die Obama. Braziliaanse commentaren, iedereen in dit land heeft altijd commentaar overal over. Vermoeiend. Live reportages. Over de zin en de onzin van de Braziliaans-Amerikaanse relatie. Ook vermoeiend.
Belangrijk is de nabije toekomst. Belangrijk is het daadwerkelijk afsluiten van beloofde (handels-)overeenkomsten. En dan nog. Wat in ieder geval vaststaat, is dat het klikt tussen Dilma Rousseff en Barack Obama. Een sterk persoonlijk gevoel. Het is voor mij de grootste winst van weer een staatsbezoek met weer de gebruikelijke toeters en bellen. Waarvan de wereld anno 2011 kan leren: een zwarte president van de machtigste natie op aarde en een vrouwelijke president van een grote natie in opkomst vinden elkaar. Mag ik het daarbij laten?

zaterdag 19 maart 2011

Obama in Brazilië (1) (106)



Het is bewolkt, het regent niet. Het mot een beetje. Geen vrolijk zonnetje. Het is zaterdag 19 maart 2011, precies 07.31 uur, als het Amerikaanse presidentiële vliegtuig landt op het kleine internationale vliegveld van de Braziliaanse hoofdstad Brasilia. Barack Obama voor twee dagen in Brazilië. Met zijn vrouw Michelle en zijn twee dochters Maila en Sasha. Geen officiële ontvangst met toeters en bellen op het vliegveld. Dat gebeurt later. Snel naar een hotel. De ontmoeting met de Braziliaanse presidente Dilma Roussef is om 10.00 uur. De agenda voor Obama is overvol. Het wordt een vermoeiende tweedaagse trip voor hem en zijn familie in het Latijns-Amerikaanse land. De Baracks stappen vrijdagavond 18 maart laat in Washington in het vliegtuig, dat even voor middernacht opstijgt (foto onder).
Veel nachtrust zal er niet zijn, iets meer dan zeven uur moet de presidentiële familie fris en monter uitstappen in Brasilia. In de hoofstad zijn 3500 politiemensen, militairen en beveiligingsfunctionarissen op de been. Brazilianen werken samen met Amerikanen. Absolute veiligheid staat voorop. De Baracks zien er vooralsnog niet veel van, die zitten in een luxe hotel aan een luxe ontbijt. Met ongetwijfeld sterke Braziliaanse koffie.
De verwachtingen van het staatsbezoek zijn hooggespannen. Bij beide partijen. Het is de vijftiende keer dat een Amerikaanse president een staatsbezoek brengt aan Brazilië. De relatie Brazilië-Amerika moet verbeteren, vinden hoogleraren in buitenlandse politiek, economie en internationale betrekkingen in beide landen.
Dikke maatjes zijn Brazilië en Amerika nooit echt geweest. Brazilië wantrouwt Amerika, dat heeft het eigenlijk altijd gedaan. Bedekt weliswaar, maar toch. De wortels van dat wantrouwen liggen diep. Die gaan zelfs voor een deel terug naar de ontdekking van Amerika. De Portugezen hadden Brazilië bezet. De Spanjaarden alle landen eromheen. Daarboven het nieuwe Amerika. Brazilië als enige Portugees continent, omringd door Spaanse landen. Geen voedingsbodem voor een goed vertrouwen in buurlanden, dat spreekt. In 1964 begon in Brazilië een periode van dictatuur die twintig jaar aanhield. Voor dat jaar reisden presidenten nauwelijks. Die dictatuur maakte het Latijns-Amerikaanse continent verre van populair. Daarna? Braziliaanse presidenten bezochten Amerika. Dat op haar beurt een staatsbezoek aan het Latijns-Amerikaanse continent bracht. Zonder intenties, louter als dank. Goliath en David, de grote man en de kleine jongen. Meer. Door de jaren heen meningsverschillen over te voeren buitenlandse politiek. Zo schoffeerde de Braziliaanse ex-president vorig jaar nog Obama met zijn ´liberale` houding jegens Iran, dat in opspraak raakte wegens productie van kernwapens.
Maar het klimaat verandert. In alle opzichten, zeker op economisch gebied. Amerika loopt tegen een crisis aan in 2008. Brazilië groeit daarentegen. De dollar wordt goedkoop voor de Brazilianen. Het is niet meer het rijke en machtige Amerika dat het arme en achtergestelde Brazilië helpt. Het Latijns-Amerikaanse continent boort nieuwe olievelden aan. Amerika heeft interesse. Logisch, gezien de tumultueuze ontwikkeling in Arabië en dus de Arabische oliewereld. ´´De tijd is rijp voor een nieuwe dialoog tussen beide landen, met nieuwe afspraken. Amerika heeft Latijns-Amerika altijd als haar achtertuin beschouwd, dat is historie nu``, vinden de Braziliaanse hoogleraren unaniem.
Het is bijna tien uur in de ochtend. Het ontbijt voor de Amerikanen zit erop. Toilet maken, want Dilma Roussef wacht. Dat ontbijt is zonder meer met vertraging genuttigd. Over de bekritiseerde en wellicht absurde Amerikaanse veiligheidsmaatregelen geschreven. Ieder hapje voor de Baracks wordt voorgeproefd. En mevrouw Barack is nog eens vegetariër. Het is zaterdag, traditioneel dé dag in Brazilië voor een goed bord feijoada (foto links). Hét nationale gerecht. Gekookte pikzwarte bonen met gekookte resten van het varken: staart, knieën, poten, oren. Lekker vet, lekker zwaar. Natuurlijk staat het op het menu van het staatsbezoek. Michelle Barack krijgt een vegetarische feijoada. Dat bestaat natuurlijk niet, dat is geen feijoada, wat een onzin (foto onder). Met alle respect voor alle vegetariërs in de wereld, laat daar geen misverstanden over bestaan.
Het is al bijna half elf. Nog geen spoor van de Baracks voor het Braziliaanse presidentïele paleis, het Palácio Planalto, in Brasilia. De officiële ceremonie staat op het punt te beginnen. Het weer blijft somber, plassen water op de weg. Rousseff wacht, ze komt om tien voor half tien aan in het Palácio. De Braziliaanse presidentiële wacht in vol ornaat buiten. Deze soldaten heten de Dragrões da Independência, de draken van de onafhankelijkheid.
De eerste dag van Obama in Brazilië kent een strak schema. Privé-ontmoeting met Rousseff, ontmoetingen met ministers, ontmoetingen met industriële bobo´s. Een persconferentie is er niet. Een verklaring wel, maar de pers krijgt geen gelegenheid tot het stellen van vragen. Hapklare brokken. Publiek wordt niet toegelaten.
Zowaar, een flauw zonnetje breekt door. Twee zwarte limousines naderen langzaam het Pálacio Planalto. Geflankeerd door politiewagens, ook in het zwart. Vertraging van 35 minuten, Obama en zijn vrouw komen aan. De Amerikaanse president inspecteert de elite-troepen en loopt de trap op, het paleis binnen. Rousseff wacht hem boven op. Historische handdrukken volgen. Tussen de eerste zwarte president van Amerika en de eerste vrouwelijke president van Brazilië. De ontmoeting is uiterst hartelijk (zie foto onder: Rousseff, Obama en diens vrouw). Volksliederen volgen. Eerst de Amerikaanse, dan de Braziliaanse. Het gezelschap treedt het paleis binnen, daar wacht een expositie van schilderijen, gemaakt door Brazilianen. Ook een presentatie van negentig kinderen van een staatsschool uit Brasilia. Beetje vaart moet erin, want serieuzere gesprekken wachten.
Het staatsbezoek kan van enorm belang zijn voor Brazilië. Maar voor de argeloze televisiekijker blijft het een enorme poppenkast. Lachende gelukkige gezichten, veel van die toeters, veel van die bellen. Maar wat gaat er nou werkelijk in de hoofden van de presidenten en hun volgers om? Dat wordt pas veel later duidelijk, als Obama al lang weer terug is in zijn land. Als hij officiële aankondigingen doet over een nieuwe economische en politieke relatie met Brazilië. Het is uiterst zelden dat presidenten tijdens staatsbezoeken al het achterste van hun tong laten zien, uh, laten horen.
Overleg, veel overleg en een warme lunch. Obama heeft het druk, druk, druk. Zijn dochters en vrouw wonen niet ver weg van hun beroemde papa een Braziliaanse culturele presentatie bij. Capoeira, hoe kan het anders? Capoeira, wat een bewijs van creativiteit! Gaap. Of Michelle, Maila en Sasha nooit van deze Braziliaanse vechtdans hebben gehoord. Michelle spreekt Braziliaanse studentes toe, het is vrede alom.
Maar dat is geenzins een volledig beeld. Die vrede. Brazilië gaat niet massaal op de knieën voor Obama. Integendeel. Het is vrijdagavond 18 maart. Een protestactie in het centrum van Rio de Janeiro tegen de komst van de Amerikaanse president loopt volledig uit de hand. Cerca tweehonderd actievoerders uiten hun ongenoegen. Twee molotov-cocktails vliegen tegen de deur van het Amerikaanse Consulaat aan de Avenida Presidente Wilson. De 26-jarige bewaker Rodolfo Gomes Pereira wordt geraakt, hij moet met brandwonden naar een ziekenhuis. De politie reageert en schiet met rubberen kogels op de menigte. Die zet het op een lopen. De protestactie heeft geen goedkeuring van de militaire politie, noch van de gemeente.
De actievoerders hebben er lak aan. Ze verstoren de doorgang van het avondlijk verkeer. De politie pakt dertien actievoerders op. Zaterdagavond, de planning is zes uur, vliegen de Baracks naar Rio de Janeiro.
Voor de tweede dag van het staatsbezoek, in het teken van een luchtig programma. Bezoekjes aan onder meer het beroemde Christusbeeld en de favela Cidade de Deus, de op een na grootste krottenwijk van Rio de Janeiro. Actievoerders kondigen ook voor zondag protesten aan. Het wordt een warm welkom voor Obama. Gelukkig voor hem besluit de Amerikaanse veiligheidsdienst eerder op die roerige vrijdag een openbaar optreden in het centrum van Rio de Janeiro af te blazen. Op het plein voor het imposante Theatro Muncipal, het gemeentelijke theater, zou Obama spreken (foto links: het theater en daarvoor het plein). Tot groot verdriet van Brazilianen, die Obama wél zien zitten, is de mogelijkheid de wereldleider in levende lijve te zien voorbij. Obama gaat ín het theater spreken, waar slechts genodigden binnen mogen. Overdreven veiligheidsmaatregelen?
Maar dat is morgen pas. Het is nog steeds zaterdag, 12.55 uur. Barack Obama en Dilma Rousseff verschijnen voor de genodigde pers in het Palácio in Brasilia. Twintig minuten zullen de twee verklaringen duren. Rousseff bijt het spits af. Vooruitgang is haar sleutelwoord. Opheffen van barrières, innovatie, uitwisseling. ´´Ik zie de toekomst van samenwerking met Amerika met optimisme tegemoet. Nogmaals, president Obama, welkom in ons land.``
Obama: ´´Het is mijn eerste visite aan Latijns-Amerika. Brazilië is de eerste stop. Daarna ga ik naar Chili. De vriendschap tussen Brazilianen en Amerikanen is een hechte. De vooruitgang van Brazilië is indrukwekkend en een voorbeeld voor de hele wereld. Brazilië is een regionale leider.`` Het kan niet op met complimenten. ´´Er is een lange weg te gaan. Afsluiten van financiële en handelsovereenkomsten. Samenwerken in technologie. We willen een grote klant worden in afname van petroleum. Ik denk dat dit bezoek slechts een begin is.`` Einde verklaringen, een omhelzing en een beetje schuchter kust Obama zijn collega Rousseff op beide wangen. Geen verrassingen. Op naar de volgende klus, de ontmoeting met achttien presidenten van de belangrijkste bedrijven in Amerika en Brazilië.
Het is zeven uur in de avond. De Baracks zijn moe. Maar Rio de Janeiro wacht. Ze stappen in hun vliegtuig. Om vijftien minuten over acht uur komt dat presidentiële vliegtuig aan op het internationale vliegveld Tom Jobim in Rio de Janeiro. Gouverneur Sérgio Cabral van de staat Rio de Janeiro en burgemeester Eduardo Paes van de stad wachten hen op. Het gaat direct naar het befaamde hotel Marriott in Copacabana (foto boven). Aan het strand. Rust voor de Amerikaanse gasten. Rust voor de komende dag. De Amerikanen hebben het nodig. Zal het morgen ook motregenen? Of gaat het stormen? Of blijft het bij een briesje?

vrijdag 18 maart 2011

De kerk en de liefde (105)

Brazilië is een gelovig land. Zeventig procent is katholiek, volgens onderzoekscijfers. Die zijn niet zo betrouwbaar, want evangelisten winnen flink terrein met hun vooral kleine kerken in woonwijken. Bijna in iedere buurt zit wel een evangelische gemeenschap, hoe klein die buurt ook is. Soms in een schuur of gewoon, bij mensen thuis.
Vítoria is een gelovige vrouw. Ze volgt de evangelische gemeenschap Assembléia de Deus in haar woonplaats Goiãnia.
Zeker één keer per week naar de kerk, bijbel binnen handbereik. Vítoria is eenvoudig, in de veertig, bruin-zwart, beetje gezet. Lief gezichtje, aardig, altijd behulpzaam. Een man heeft ze niet. Haar echtgenoot stierf vijf jaar geleden aan een ernstige ziekte. Kinderen heeft ze wel, twee dochters. Die zijn getrouwd en hebben zelf kinderen. Om de haverklap wordt dat slecht opgevoede kroost bij oma gestald, waar ze voor niets eten en de boel op stelten zetten. Vítoria wordt er stiekempjes moe van, maar ja, ze ís oma en het is háár familie. Einde discussie, zoal die er moge zijn.
Vítoria is in de zevende hemel. Ze leert een man kennen. Het klikt en dat is groot nieuws. Want Vítoria zit bijna hele dagen thuis, gaat niet naar cafés, naar dansgelegenheden voor bijvoorbeeld oudere alleenstaanden. Ze lonkt ook niet naar vrijgezelle mannen op straat, Vítoria is een zinnige en gelovige vrouw. De nieuwe liefde van Vítoria woont ver weg, in Porto Alegre, helemaal in het zuiden van het land. Op zo´n tweeduizend kilometer. Maar hij komt vaak naar Goiãnia en verblijft bij zijn zoon. Die zoon is een buur van een dochter van Vítoria. Zo ontmoet Vítoria die man. En laat hij van dezelfde kerk als Vítoria zijn, het geluk kan niet op. Oh sorry, geen geluk, dat is Jezus die ervoor zorgt. Sorry Vítoria.
De man heet Crispin. Een veertiger ook, mager, bruine ogen. Hij bezoekt Vítoria in haar huis. Buurtgenoten komen op de koffie. Om kennis te maken met Crispin. Nou ja, kennismaken. Het is zuiver ballotage. Want Crispin is nog niet vertrokken of Vítoria rent al naar de buren: ´´En? En? Wat vind je van hem?``
Het is mooi Braziliaans theater, die ballotage. Ieder heeft een eigen rol. Ik krijg ook een uitnodiging van Vítoria. Dat gaat aldus: ´´Morgen komt-ie langs. Ik zeg niks hoor, je doet alsof je neus bloedt en klopt aan de deur voor een kopje koffie.`` En aldus geschiedt: ik klop de volgende dag aan en vraag om koffie. De kleine knusse huiskamer zit al gauw vol met vijf mensen. Op de grote sofa zit het kersverse paar. Op de kleine een deel van het bezoek. De overigen op stoeltjes ernaast of op de grond. Vítoria stelt haar vriend officieel voor. Iedereen geeft netjes een hand. ´´Het is een plezier om kennis met u te maken.`` Nette woorden, clichés. Maar het draait om de ogen van de juryleden. Die gaan op en neer, blijven als fijn afgestelde camera´s op Crispin gericht. Registreren ieder detail. Hoe is-ie gekleed? Hoe spreekt hij? Stinkt-ie niet naar zweet? (doodzonde in Brazilië). Is hij knap? Goed geknipt? Houdt hij haar vast, raakt hij haar aan? Zou hij rijk zijn?
Crispin weet donders goed waarom de buurt ineens en massaal uitloopt. Hij weet wat van hem wordt verwacht, hij zit deze middag goed in zijn rol. Crispin legt voorzichtig en met respect een hand op een knie van zijn nieuwe vriendin. Hij is zeer kalm, kijkt de jury lachend in de ogen en vertelt over afkomst, hobby´s en natuurlijk de kerk. Weer prietpraat, maar het draait om de presentatie. Vítoria op haar beurt serveert koffie, kijkt gelukkig in het rond en naar haar vriend. Ze zit dichtbij Crispin, pakt af en toe een hand van hem. Dan wrijven tien vingers tegen elkaar aan. Een subtiele liefkozing. De jury ontgaat het niet en knikt tevreden. Crispin is door de ballotage.
Dagen verstrijken, dagen worden weken. Vítoria blijft in haar zevende hemel wonen. Maar problemen kloppen aan hemels deur. Ze vertrouwt me toe: ´´Ik wil zo snel mogelijk trouwen. Mijn kerk gebiedt het. Die staat een liefdesrelatie buiten het huwelijk niet toe.`` Verdraaide religie toch. Ik nodig Vítoria uit. ´´Je weet, ik heb niks met de kerk, niks tegen de kerk. Maar, hoe vaak zie je hem nou in de week? De relatie is pril. Het is je eerste liefde na vijf jaar. Moet je hem niet eerst beter leren kennen. Ga een paar dagen met hem weg, kijk of jullie echt bij elkaar passen.`` Vítoria knikt, maar wie schikt en beschikt is toch haar God in hemel en op aarde. Een laatste troef, een delicate, dat wel. ´´Oké, maar wie moet samen met die man wonen en leven? Onze Lieve Heer of jij?`` Oeps, dat is eruit. Ik hou mijn hart. Opluchting, Vítoria moet lachen. ´´Ja, ja, ikke``, bekent ze.
Een tussenspel. Over de rol van de kerk in Brazilië. Ik moet denken aan een bezoek aan Neropolis. Een plaatsje op slechts vijfentwintig kilometer afstand van mijn woonplaats Goiãnia, in centrale westen van Brazilië. Een bezoek op een regenachtige dinsdagmiddag, jaren geleden. Ik heb een paraplu bij me, de regen deert me niet. Ik deed en doe het vaker, zo maar een bus pakken naar een stadje in de provincie Goiás, waar Goiãnia de hoofdstad van is. Ontdekkingsreisjes in een nieuwe wereld, noem ik ze.
De regen stopt niet als de bus Neropolis binnenrijdt. Een lieflijk plattelands dorpje.
Ik loop het kleine centrum in. Het is stil op straat, de mensen werken, het weer is slecht. Ik nader een kerkgebouw, onmiskenbaar. De deur staat open en er klinkt geschreeuw binnen. De regen klettert nu op de ongelijke straattegels. De te kleine paraplu biedt nauwelijks bescherming meer. Ik besluit de kerk binnen te gaan. Even schuilen. Amper over de drempel of ik krijg de schrik van mijn leven.
De kale kerk, evangelisch dus, is zo goed als leeg. Op een man en een jonge vrouw na, helemaal voorin. De man is de pastor, in net zwart pak met das en witte blouse. Hij zweet enorm. Voor hem op de knieën de jonge vrouw. De pastor grijpt met zijn rechterhand de hoofdharen van die vrouw en drukt haar met geweld dichter naar de grond. Hij schreeuwt het uit: ´´Sai satanás! Sai satanás!`` Verdwijn satan, betekent het. De kreten weergalmen in de kerk, angstaanjagende echo´s. Het gezicht van de vrouw is vertrokken van de pijn. ´´Sai satanás!`` De pastoor sleurt met kracht aan het hoofd, hij houdt niet op. Naar links, naar rechts. Alsof hij het wil scheiden van het lichaam. Dit is toch pure mishandeling? Ik ben niet bekend met dit soort religieuze praktijken. Het is uitdrijving van slechte krachten, de duivel, leer ik later. Dat gaat immer met geweld gepaard (foto onder). De vrouw is bezeten door die duivel. De eerste gedachte die dinsdagmiddag in Neropolis is de politie te waarschuwen. Maar ik doe het niet. Het tafereel schokt me zo, dat ik totaal verward de kerk uitvlucht, de regen in en weg ren. Ik heb niet eens in de gaten dat ik mijn paraplu vergeet. Die ligt er nog, als het goed is.
Einde tussenspel. Een andere schok. Ditmaal uit de zevende hemel. Vítoria komt op bezoek met slecht nieuws. Ze is nerveus, verontwaardigd. ´´Crispin belde. Hij is in Goiãnia, maar komt niet naar me toe. Hij was in Porto Alegre, in een andere evangelische kerk, Amor e Deus. Hij vertelde me eerlijk dat hij in Porto Alegre met een vrouw heeft geslapen. Die vrouw was een oude vlam van hem. Voordat hij mij ontmoette. Hij klaagde. Dat ik niet met hem naar bed wil. Maar hij kent toch de wetten van onze kerk? Nu gaat hij naar een andere kerk en slaapt met die vrouw!``
Vítoria lijkt op het oog niet aangeslagen. Ze is het wel, uiteraard. Maar de verontwaardiging overheerst. De ziel. Ze heeft cadeautjes voor hem gekocht, in blijde afwachting van het volgende bezoek. Die cadeautjes zal hij komen halen, zegt hij door de telefoon tegen Vítoria. Welja. Arme Vítoria, misschien dat het tij keert. Het is immers nooit te voorspellen in Brazilië. Ik weet echt niet wat ik moet zeggen. Geruststellende woordjes, aandacht, dat is het. Mijn gedachte spreek ik niet uit. Die is cynisch, maar helder: ´´Sai satanás!``

donderdag 17 maart 2011

Dromen zijn géén bedrog (104)

Het is twee uur in de nacht van woensdag 16 maart op donderdag 17 maart. Ik word met een schrik wakker. Wat is dit voor een droom? Mijn vriendin vraagt in haar slaap wat er aan de hand is. Ik murmel wat, draai me om en wil verder genieten van de nachtrust. Vergeet het maar. Ik sta op en ga achter de computer zitten. Die droom! Ik leef in het jaar 1635, dat is helder. Contouren en waar echter niet. Wel heeft het met boten te maken. En met water. Het verwart, er is geen duidelijk verhaal. Het duurt ook maar kort. Ik ben klaar wakker nu, start de computer op en duik in het verleden. Naar 1635. Hé, verrek. Ik kom Rock de Braziliaan tegen. Hij is piraat, boekanier. Hij ziet het levenslicht in...1635! Joh. In het Portugees heet hij Roque Brasileiro. Dromen zijn géén bedrog. Hier moet ik meer van weten.
De zeventiende eeuw. Een echtpaar in Groningen krijgt een kind. De gezonde baby is een jongetje. Vader en moeder zijn kooplieden. De echte naam van de pas geborene zal nooit bekend worden. Zijn latere bijnaam echter wel: Rock de Braziliaan. Vader en moeder besluiten te verhuizen, van het noorden van Nederland naar het noorden van Brazilië. Dat is niet zo´n opmerkelijke stap, de Nederlanders zijn er heer en meester. De invasie van de Hollanders dateert uit 1630 (zie schets onder). Bijna een kwart eeuw zullen ze er blijven, de Portugezen verjagen hen in 1654. Rock is een jongeman inmiddels en kan zijn draai in Brazilië niet vinden. Geen werk, amper geld. Het zit het hem tegen. Maar de Groninger is niet voor één gat te vangen en sluit zich aan bij de boekaniers. Piraten op volle zee. Als matroos wint hij rap respect en vertrouwen van zijn kameraden. Dan ontstaat een muiterij op zijn schip, geen uitzondering in die dagen. De opstandelingen kiezen Rock als leider. Zijn dubieuze carrière neemt een aanvang. De Braziliaans-Groningse piraat maakt furore. In een kleine sloep veroveren hij en zijn manschappen een groot Spaans schip, beladen met zilver. Kassa! Dat schip is op de terugweg vanuit Mexico, dat destijds Nieuw-Spanje heette. Lang in Braziliaanse wateren zal Rock niet varen. Wel houdt hij er de bijnaam Rock de Braziliaan aan over. De boekanier is vooral actief in de Caribische Zee, met name in de buurt van de Mexicaanse stad Campeche. Daar overvalt hij schepen uit Spanje die koers zetten naar Havana of Europa.
Rock de Braziliaan is onvervaard, hard en wreed. Voor niemand bang, zoals een ware piraat moet zijn. Twee anecdotes over hem bewijzen het. De eerste. Zijn schip komt in een storm terecht en vergaat. Het gebeurt voor de kust van Campeche. Snel een kano in. Rock en zo´n dertig manschappen bereiken met die kano veilig de kust. Beetje kruit en wat wapens is alles dat ze bij zich hebben. Spanjaarden merken op dat vreemd en onwelkom volk hun land binnenkomt. Er op af. De piraten zoeken te voet een heenkomen. Maar de Spanjaarden zijn sneller, ze zetten met honderd man op paarden de achtervolging in. Een confrontatie kan niet uitblijven. Rock zweept zijn kameraden op en de Spanjaarden worden verslagen. De piraten maken vervolgens ook nog enkele kano´s buit en weten zo hun praktijken weer op te pakken.
De tweede anecdote. Een Spaanse gouverneur weet Rock de Braziliaan en zijn manschappen gevangen te nemen wanneer zij in de haven van Campeche naar buit speuren. Direct de kerker in. De doodstraf via ophanging blijkt niet meer te voorkomen. Rock verzint een list. Hij schrijft een brief naar de gouverneur. Een slaaf bezorgt de post. De gouverneur schrikt. In de brief staat dat vele piraten de stad zullen aanvallen als Rock en zijn kameraden niet op vrije voeten komen. Ondertekend door die vele piraten. De list werkt, de gouverneur heeft niet in de gaten dat de brief afkomstig is van Rock. De gouverneur laat de piraten vrij op voorwaarde dat ze de zeeroverij zullen opgeven. Dat beloven de boekaniers en vertrekken spoorslags naar Jamaica, waar ze rustig doorgaan met roven. Het is 1654, het einde van de Hollandse overheersing in het noordoosten van Brazilië.
Rock de Braziliaan heeft een hekel aan alles dat maar naar Spaans of Spanje ruikt. Op een dag komt hij een groepje Spanjaarden tegen en wil weten waar zij een aantal zwijnen houden. Natuurlijk met de reden om die te stelen. De Spanjaarden houden wijselijk hun mond. Dat komt hen duur te staan. Rock de Braziliaan neemt het groepje gevangen en roostert hen levend aan het spit. Als zwijnen. Over wreed gesproken? Aan boord van zijn schip laat hij Spaanse gevangen hun landgenoten opeten. Smakelijk eten. Zijn piratenvlag? Een afbeelding van een geraamte met de tekst ´Het lijk van een Spanjaard.`
Na 1670 wordt het stiller en stiller rond Rock de Braziliaan. Hij schijnt in het niets te verdwijnen. Hoe hij zijn laatste levensdagen slijt, niemand zal het ooit te weten komen. Verteld wordt dat hij op open zee is verdwenen, dat hij is gezien als bedelaar. Het blijft gissen. Een prachtig en open einde van een verhaal over een legendarische Groninger, die in Brazilië piraat wordt en wereldzeeën onveilig maakt. Bij wie nooit een muiterij is voorgekomen.
Met alle respect, ik ga de piratenvlag strijken. Het is al over zessen, de zon komt op. Ik ga terug naar bed. Tot de volgende droom.

dinsdag 15 maart 2011

Absurditeiten (103)

Ongerijmd, bizar, verbazingwekkend, domweg te gek voor woorden. Zomaar enkele typeringen die Brazilië passen als een tweede huid. Typeringen die me te binnen schieten bij het lezen van zomaar een Braziliaanse krant, op zomaar een doordeweekse Braziliaanse dag. Het regionale dagblad O Popular van 14 maart 2011 is een dunne krant. Het is tenslotte maandag. Eén reportage en één bericht vallen uit de toon. Nieuws uit de regio, uit de staat Goiás. Te gek voor woorden? Oordeelt u zelf maar. Eerst het uitgebreide bericht. Een vrije vertaling, met hier en daar wat commentaar.
Het is de nacht van zaterdag 12 op zondag 13 maart. Vier uur. Bijna geen verkeer op de provinciale weg BR-020. Dichtbij het plaatsje Alvorada de Norte in Goiás, 457 kilometer van hoofdstad Goiãnia van deze staat, een harde klap. Een vrachtwagen botst op een busje.
In dat busje zestien mensen én een doodskist. In die doodskist ligt Juraci Rodrigues de Souza. Hij woonde in Coribe, in de staat Bahia, ver weg. Hij reisde naar Anápolis in Goiás voor behandeling van een hartkwaal. Het mocht niet baten, in Anápolis overleed hij, op 51-jarige leeftijd.
Juraci Rodrigues de Souza was niet rijk. De nabestaanden zijn het ook niet. Een begrafenis kan duur zijn, zeker als er vervoer over een grote afstand bij moet komen. Maar een instelling helpt de familie en stelt een busje beschikbaar. Om de overledene naar zijn laatste rustplaats in Bahia te brengen en familieleden op te halen in diverse plaatsen in Goiás en Bahia. Die vijftien mensen in dat busje zijn allen familie van de overledene. De zestiende inzittende is de chauffeur.
Luís Eduardo Marinho zit achter het stuur van de vrachtwagen. Hij rijdt zigzaggend in tegenovergestelde richting op het busje af. Saulo Cândido Rezende is de chauffeur van de bus. Hij kan niet meer ontwijken, het gaat te snel. Hij geeft nog een draai aan het stuur om de klap te voorkomen, maar slaagt daar niet in. De vrachtwagen pakt de bus in een flank. Het wordt een drama. Zes mensen overlijden ter plekke: drie zussen (52, 54 en 60 jaar), een nicht (27), een neef (31) en een zwager (57) van de overledene. Zeven andere inzittenden raken gewond. Zij gaan per ambulance naar ziekenhuizen in de omgeving. Niemand in levensgevaar. Onder de gewonden Saula Cândido Rezende. Over diens collega Luis Eduardo Marinho geen letter nieuws. Ook op internet niet. De vrachtwagenchauffeur raakt blijkbaar niet gewond. Politie vermoedt dat Marinho indommelde achter het stuur, de reden dat hij zigzaggend reed en in de verkeerde rijrichting. Geen nieuws. Vrachtwagenchauffeurs in Brazilië nemen het niet zo nauw met rijtijden, vaak onder druk van de baas. Doorrijden, stoppen kost geld. Vele benzinestations in de binnenlanden verkopen onder tafel pilletjes om wakker te blijven. Het zegt genoeg. De politie zal die Marinho zeker nog aan de tand voelen.
De bus, er is niet meer dan een wrak van over, is eigendom van een begrafenisonderneming. Alleen de gedachte al. In een begrafenisbusje met je overleden broer in een doodskist naar zijn laatste rustplaats toe en dan onderweg zelf sterven. Een zoon van Juraci Rodrigues de Souza verwoordt het zo, zonder enige ironie: ´´Het is in- en intriest voor degenen die heen gingen om één dierbaar familielid te willen begraven. Zij moeten er nu zes meer begraven.``



Voor zover het bericht. De reportage in O Popular gaat over een gevangenis. Die staat in Aparecida de Goiãnia (zie foto boven). Een voorstad van Goiânia, met ruim 500.000 inwoners. Aparecida is tegen de hoofdstad van Goiás aangegroeid. Uitbreiding gaat snel. Buiten dan. Binnen niet. De gevangenis, met de naam Penitenciária Odenir Guimarães (POG), is veel te klein voor het aantal gedetineerden en is hard toe aan een grondige opknapbeurt. Dat is al jaren zo, niets nieuws onder de Braziliaanse zon. Maar spanningen onder gevangenen nemen hand over hand toe, er moet iets gebeuren.
Gelukkig. De staat Goiás besluit tot ingrijpen. September 2010 wordt een begin gemaakt met een grote opknapbeurt. In Sectie A. Nieuwe vloertegels, vernieuwing van riolering, een verfje, leggen van nieuwe en betere electriciteitskabels. Hoezo hard nodig? Zie foto onder. Gevangenen verhuizen naar Sectie B, 290 in getal. Nog meer inschikken. Maar het is tijdelijk. Dat is het niet! De particuliere onderneming die het werk uitvoert, moet 214.000 reais ontvangen in januari voor de maanden september tot en met december. Uitbetaling blijft uit, de onderneming doet niet moeilijk en stopt in februari met de uitvoering.
En nu proberen uit te leggen waarom de staat Goiás niet over de brug komt. Het is onbegrijpelijk. En alsjeblieft, vraag niet naar het waarom. Het is een fraai staaltje Braziliaanse bureacratie. Gaan we. De staatsinstelling die het geld moet betalen, is de Agência Goiania do Sistema de Execução Penal (AGSEP). Die gaat over gevangenissen, over verbeteringen, over beleid. Maar deze instelling bestaat formeel nog niet. Hè?
Meer uitleg. De staat besluit in 2010 om administratieve redenen het aloude Superintendência do Sistema de Execução Penal (SUSEPE) op te heffen. Het kan beter, vindt de staat. Loflijk streven. SUSEPE moet AGSEP worden. Oké. Journalist Alfredo Mergulhão van O Popular belt naar AGSEP. Een perswoordvoerder van de nieuwe instelling-in-wording zegt dat wordt betaald op het moment dat de overdracht van SUSEPE naar AGSEP formeel een feit is. Hij voegt eraan toe dat de geplande werkzaamheden lijden onder de specifieke omgeving waar ze worden uitgevoerd. Een gevangenis. Ja, me hoela, het zal zijn, zeg.
Het is een zootje in de totaal verouderde gevangenis in Aparecida de Goiãnia, gebouwd in 1960. De ruimte voor bezoekers voldoet voor geen meter meer. In theorie en praktijk. Amper plek voor familie van de gedetineerden. Daar bedenkt de staat wél een oplossing voor en plaatst buiten de gevangenismuur een lange rij met tenten. Bezoekers van gedetineerden kunnen er slapen. Te gek voor woorden?
Het is zaterdagavond 12 maart. Een 21-jarige huishoudster, vrouw van een gedetineerde, maakt gebruik van het ´tentenkamp`. Ze zegt: ´´Beloofd is dat de opknapbeurt niet langer dan vier maanden zou duren. Je ziet het. Ik kan mijn zoon niet meenemen naar zijn vader, het is er te druk.`` Olenice Alexandre da Silva is een 39-jarige manicure. Haar echtgenoot zit vast voor moord. Zij vertelt: ´´Mijn man zegt dat vechtpartijen aan de orde van de dag zijn. Ieder moment kan het ontploffen. Wie weet wat er dan gebeurt.`` Overdreven? Nee. In één cel staan vier betonnen bedden voor vier gevangenen. Momenteel slapen in zo´n cel 22 mannen.
Zondag 13 maart. Het is vroeg als de eersten ontwaken in het tentenkamp. De dag van het bezoek. Zenuwen, spanning, verlangens. De 28-jarige Fizélia de Jesus is beslist. Zij gaat het haar man zometeen vertellen. Ze wil van hem af, ze wil scheiden. Gevangenisdeuren gaan open, een menigte stroomt naar binnen. Fizélia ziet haar man. Hij is de 37-jarige Vebavane Ribeiro dos Santos en moet een straf uitzitten wegens moord en diefstal.
Minder bewakers in de bezoekersruimte. Dat heeft weer te maken met de overvolle gevangenis. Bewakers zijn ook elders nodig. Fizéla vertelt Vebavane wat ze op haar lever heeft. Die ontsteekt in woede. Tumult. De gedetineerde valt zijn vrouw aan. Met een soort mesje, gemaakt van een stukje scheermes. Ze raakt gewond, moet naar een ziekenhuis. Het valt mee. Na behandeling mag ze huiswaarts. En Vebavane? Hij krijgt een nieuw proces: poging tot moord op zijn vrouw.
Iedereen spreekt schande, iedereen wil beter. Een aanklager en een hulprechter spreken zich uit. Respectievelijk Haroldo Caetano en Wilson Dias, in Goiãnia. Over renovatie van de gevangenis, over de bouw van meer gevangenissen, over minder gevangenen in één cel, over garanties voor een minimum aan respect voor het menselijk ras. Mooie woorden, maar de heren moet wachten. Want de molens van het bureaucratische systeem malen langzaam in Brazilië. Het zal komende zondag niet anders zijn in de bezoekersruimte, niet anders zijn in de cellen.
De reportage over de gevangenis staat op pagina 2, het ongeluk op pagina 5. Even doorbladeren. Hé, op pagina 10 een foto van de Braziliaanse ex-president Luiz Inácio Lula da Silva. Lula is in het Arabische Qatar. In de stad Doha om precies te zijn, voor een spreekbeurt. Op uitnodiging van de Arabische televisiezender Al Jazeera. Lula vertelt over zijn achtergrond, hoe hij president is geworden. Hij doet de volgende uitspraak: de Braziliaanse democratie zou model kunnen staan voor het Midden-Oosten.
Oh ja. Maar na het lezen van weer een reportage over weer trammelant in weer een overvolle inhumane Braziliaanse gevangenis komt deze uitspraak van Lula, hoe goed en anders bedoeld, een beetje bizar over. Of wellicht ongerijmd, verbazingwekkend of gewoon te gek voor woorden. Het is al ingewikkeld genoeg zo, ik houd het simpel. U mag meerdere opties aankruisen.