zaterdag 1 oktober 2011

Indringende vragen

Exact 7.461 Nederlanders zijn officieel geregistreerd in Brazilië. Op zich weinig, maar meer dan ik dacht. Het is onduidelijk of al die Nederlanders volledig zijn geïntegreerd in de Braziliaanse samenleving. Getrouwd met een Braziliaanse, Braziliaans-Nederlandse kinderen, al jaren nauwelijks of geen ´fysiek` contact meer met het vaderland en landgenoten. Het lijkt me niet. Ik ken Hollanders die in Brazilië wonen en werken, maar minstens één keer per twaalf maanden voor minstens vier weken het eigen kikkerlandje opzoeken. Of per jaar zes maanden in Nederland en zes maanden in Brazilië verblijven.
Wat mezelf betreft, ik woon sinds 27 november 2003 in Brazilië, ben getrouwd met een Braziliaanse, heb een Braziliaans-Nederlandse dochter, ben van tafel en bed gescheiden, heb een nieuwe Braziliaanse vriendin en ben na emigratie nooit meer in Nederland geweest. Contacten met Nederlanders zijn er amper. Alhoewel, 2011 mag met recht een ´Nederlands jaar` worden genoemd. Met het bezoek van Oranjefans aan de vriendschappelijke voetbalwedstrijd Brazilië-Oranje in mijn woonplaats Goiãnia, het verblijf van een bevriend Rotterdams echtpaar in het huisje van mijn Braziliaanse vriendin en mij en een ontmoeting met een Nijmegenaar. En uiteraard, via het wereldwijde web blijven er innige virtuele contacten met het ´overzeese thuisfront`. Vanwaar deze inleiding? Omdat ik met name de laatste weken worstel met indringende vragen. Vragen die uitgesproken dienen te worden en die een sluitend antwoord verdienen. Verandert een mens op leeftijd als hij jaren achtereen in een totaal andere cultuur en onder totaal andere omstandigheden leeft dan hij van kind af aan gewend is geweest? En zo ja, op welke manier is hij veranderd en hoe komt het tot uiting? Geen peuleschillen, die vragen. Eens proberen tot een schriftelijke analyse te komen. Wie weet, lukt het.
Als ik zonder een seconde nadenken moet antwoorden op vragen of ik na bijna acht jaren Brazilië ben veranderd, anders denk en doe, levert dat ´een weinig` op. Het vogeltje zingt zoals het gebekt is. Ik ben op mijn 46ste jaar definitief uit Nederland vertrokken, het land waar ik ben geboren, opgegroeid en ruim twintig jaar heb gewerkt. De oer-Hollandse cultuur is me met de paplepel ingegoten, dat wordt niet op mijn 54ste levensjaar na een paar jaar Brazilië zomaar eventjes gewist. Ga ik echter nadenken, dieper graven en langer in een spiegel kijken, dan kom ik bedrogen uit met dat ´weinige`.
Voor alle duidelijkheid. Ik zal nooit schoppen naar Nederland. Ik zal nooit uitspreken dat het in Brazilië beter leven is of juist in Nederland. Ieder land, iedere cultuur heeft plussen en minnen. Het is niet zo moeilijk om vier monologen van vijf minuten elk af te steken over hoe goed Nederland is of hoe slecht en hoe goed Brazilië is of hoe slecht. Het is maar waar een mens zich thuis voelt en waar zij of hij beter past. We dwalen af. Maar ik wil het voorafgaande laten weten, om uit te drukken dat ondanks mijn passie voor Brazilië er wel degelijk genuanceerd wordt nagedacht. Van blinde liefde is geen sprake.
Terug naar het dilemma. Ja, ik ben veranderd. Meer in het hoofd, dan in daad. De eerste pakweg drie jaren in Brazilië zijn niet eenvoudig geweest. Nederlandse waarden en normen meegenomen, logisch en natuurlijk, maar die gingen ras op de schop. Daar kan ik zo een waslijst van maken, misschien doe ik het weleens. Steevast overtuigd van mijn Hollandse gelijk en kijk op het leven en vervolgens met het hoofd tegen een gewapende Braziliaanse betonnen muur lopen. ´´Maar het is toch zó...?``
Neen, het is níet zo. Het is niet zo dat persoonlijke ontboezemingen en persoonlijke problemen bij voorkeur binnenskamers blijven. Het is niet zo dat een ruzie lang aansleept. Het is niet zo dat wie eenmaal steelt, altijd een dief blijft. Het is niet zo dat je botweg mensen voor de deur laat staan of hen het huis uit kijkt. Het is niet zo gewoon om gevoelens binnen te houden. In Brazilië wordt op de vrouw en man af gevraagd: ´´Hé, wat ben je stil, is er wat?`` Of sterker: ´´Je lijkt me ongelukkig, wat scheelt er?`` In Brazilië wordt op die vragen maar al te vaak zonder omweg een eerlijk antwoord gegeven. ´´Het gaat slecht op het werk, ik kan niet opschieten met de baas.`` Of sterker: ´´Weer ruzie met mijn vrouw, ik denk dat een scheiding onafwendbaar is.``
Het leven ligt op de straat. Dat is wennen. Ik ben eraan gewend en vind er zelfs baat bij. Maak van het hart geen moordkuil. Ik herinner me een discussie over vriendschap, jaren geleden, tijdens een lange busreis door Brazilië. Een intelligente Braziliaanse veertiger zit naast me, een gesprek begint. ´´Vriendschap in Nederland is duurzamer dan hier``, opper ik en voeg eraan toe: ´´Ik heb zeker zeven vrienden die ik tientallen jaren ken, me van haver tot gort kennen en met wie er nog immer contact is. Mijn ervaring tot heden hier is dat vooral mannen niet zulke innige en lange vriendschappen onderhouden.`` De man geeft me direct gelijk en vraagt: ´´Maar wat is er dan zo belangrijk aan die lange vriendschappen?`` Antwoord: ´´Het is fijn om, als je ergens mee zit of raad nodig hebt, je vrienden hebt die je passend te woord kunnen staan, domweg omdat ze je goed kennen.`` De man knikt en zegt: ´´Dat lijkt me ook. Maar ik heb het niet nodig. Als ik raad nodig heb of ergens mee zit, dan spreek ik het uit op het moment waarop ik het wil en tegen degene met wie ik op dat moment samen ben. Nu ben jij het, bijvoorbeeld.`` Het gesprek zal de hele nacht duren en de man zal me veel raad geven. We wisselen namen en telefoonnummers uit. Maar ik zal nooit meer iets van hem horen en hij ook niet van mij.
Andere cultuur, andere cultuuruitingen. De grootste schok is het verschil tussen arm en rijk in Brazilië. Mensen die arm zijn en leven tussen mensen die erg rijk zijn. Zwervers, op straat. Het enige dat ze bezitten, is een kartonnen doos dat dient als bed en wat vieze kleren. Ze zijn niet per se drugsverslaafd of alcoholist. Gezinnen die niet aan gezinsplanning doen, daardoor te groot zijn. De kostwinner verdient met geen mogelijkheid genoeg om alle monden adequaat te kunnen vullen en dan is er niet gesproken over goede medische zorg en goede scholing.
Wat was ik rijk in Nederland. Eigen appartement, prima baan met loonsverhogingen, veel vrije dagen, arbeidstijdverkorting, ja verrek, atv. Geen files in banken, niet met bijna veertig graden Celsius anderhalf uur in te volle bus alle kanten opzweten, even tussendoor naar de tandarts toe. Schone straten zonder kuilen, treinen en bussen die soms wat te laat zijn, maar wel rijden, geen muggen die kunnen doden, geen straathonden die aanvallen en geen planten die bij aanraking pijnlijke gezwellen op de huid veroorzaken. Fietspaden niet te vergeten, respect in het verkeer. Vergeleken met Brazilië dan. Ik sta geen doodsangsten meer uit als ik met mijn fietsje door het centrum van mijn woonplaats Goiãnia pedaleer, maar ogen in de rug blijven bittere noodzaak.
Brazilië. De tolerantie, de open samenleving. Jazeker, het Latijns-Amerikaanse land kent racisme, kent achterstelling van de vrouw en de zwarte bevolking, zeker als het gaat om bezetting van de betere banen. Desondanks zijn er minder hokjes dan in Nederland, leven en bespreken de mensen meer met elkaar. Dialogen die er om doen. Daardoor kan een bredere visie ontstaan, meer begrip, een diepere inkijk. Na racisme en discriminatie, twee begrippen die me doen walgen van afschuw en in mijn woordenboek niet voorkomen, is neerkijken op een ander minstens zo erg. Het gevoel is dat zeker dat laatste vaker in Nederland gebeurt dan in Brazilië.
Veranderd? Ik bied spontaner hulp op straat aan mensen die ik niet ken, neem vaker de tijd om naar met name verdriet te luisteren, kijk niet op als de gesprekspartner een vrouw, man of kind is met vieze gescheurde kleren en verschrikkelijk stinkt omdat zij of hij al in weken geen werkende douche heeft gezien.
Veranderd? Ik reageer feller op elke vorm van achterstelling van wie en wat dan ook. In binnen- en buitenland. Een ieder heeft het volste recht te oordelen naar haar of zijn eigen bescheiden of onbescheiden mening, maar véroordelen gaat me een stap te ver. Wie bent u, wie ben ik?
Tot slot. Mijn Hollandse waarden zijn om de drommel niet gewist, Brazilië heeft ze wel zonder pardon ´hier en daar` bijgesteld. Wat resulteerde in dat betere begrip, door die diepere inkijk en waardoor nog meer respect is ontstaan, met name voor de behoeftige medemensen, die zich dagelijks in het zweet werken voor een paar korstjes brood. Als ik hen zo nu en dan wat toestop, moet ik aan woorden van mijn oer-Hollandse oma denken: ´´Maar jongen toch, van een beetje delen wordt niemand slechter hoor.``

2 opmerkingen:

  1. Mooie beschouwing, Norbert. Je gaat inderdaad een en ander bijstellen als je in een ander land woont. Je zult noot meer (helemaal) dezelfde zijn.
    Hartelijke groet!
    Bert

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ik zie en hoor wel dat het leven in Nederland steeds duurder wordt en dat men daardoor ontevredener wordt met als gevolg weinig positivismo voor de toekomst

    BeantwoordenVerwijderen