zondag 28 maart 2010

De zaak Isabella 2 (22)

Maandag 22 maart. Het is ochtend. De jury stapt de rechtszaal binnen. Vier vrouwen en drie mannen. Ze buigen zich over een schuldvraag. Zijn Alexandre Nardoni en Anna Carolina Jatobá schuldig aan de moord op de kleine Isabella? Brazilië heeft twee jaar op het proces gewacht. Buiten de grote rechtbank in São Paulo is het een drukte van belang. De pers rukt massaal uit. Het proces begint, met een strak schema. Wie op welke dag wordt gehoord en door wie. Dure maquettes van het flatgebouw en het appartement zijn gemaakt. Bewijsvoering. Het proces gaat minimaal vier dagen duren. De juryleden hebben ieder een kamer in het rechtsgebouw. De menigte buiten het rechtsgebouw groeit met het uur. Spandoeken: ´Justitie, wij willen justitie!` Een man heeft bijna duizend kilometer gereisd, van zijn woonplaats Belo Horizonte naar São Paulo. Hij draagt een groot houten kruis, met daarop foto´s van Isabella gemonteerd. Teksten, met grote letters: ´Waarom moest dit gebeuren?` De eerste dag is die van Ana Carolina Oliveira, de biologische moeder. Televisie is aanwezig, live-uitzendingen. Niet in de rechtszaal, dat is verboden. Maar wel buiten. ´´Daar komt de moeder van Isabella aan. Ze is gekleed in een wit T-shirt, jeans en draagt een zonnebril. Ze verlaat nu de auto en loopt rechtsstreeks naar binnen. Ze wil niet met de pers praten.`` Ieder uur wordt een samenvatting gegeven van wat zich binnen afspeelt. Het is proppen geblazen in de kleine rechtszaal. Een handjevol pers, genodigden en geïnteresseerden hebben toegang. Natuurlijk veel politie. Er zijn niet veel vrije plaatsen te vergeven. Wie het eerste komt, heeft de meeste kans. Dus vormt zich al vroeg een lange rij voor de ingang van de rechtbank. Veel rechtenstudenten. De televisie meldt ´s middags: ´´Ana Carolina maakt indruk met haar getuigenis. Ze huilt veel, één jurylid krijgt het ook kwaad. Ze vertelt dat Alexandre een keer heeft gedreigd een einde aan haar leven te maken. Alexandre, in de rechtszaal, schudt zijn hoofd. Dat doet hij vaker als zijn ex zich negatief over hem uitlaat.`` De moeder van Ana Carolina arriveert bij het rechtsgebouw. De pers werpt zich op haar. Ze laat zich interviewen. ´´De dood van Isabella heeft mijn dochter voorgoed getekend. Zij wil haar recht. Nu. Het is het uur van de waarheid.`` De eerste dag eindigt met weinig vuurwerk.

Dinsdag 23 maart. De tweede dag van het proces begint met vertraging. Oorzaak? De maquettes moeten in elkaar worden gezet. Een televisiezender nodigt, opnieuw, deskundigen uit. In onder meer criminologie, sociologie en psychologie. De uren zonder nieuws worden gevuld met analyses. En met reacties uit het land. Sites op internet worden getoond, met voor- en tegenstanders. Toch steun voor de beklaagden. De hamvraag klinkt overduidelijk door, in alle voors en tegens: wie heeft Isabella nou vermoord en waarom? Renata da Silva Pontes, die het politie-onderzoek heeft geleid, komt aan het woord. Vier uren lang. Ze vertelt minitieus over het onderzoek. Vraag: ´´Is er bloed aangetroffen op de kleren van Isabella en haar vader?`` Renate antwoordt ontkennend. Maar ze laat er geen twijfel over bestaan. ´´Het echtpaar Nardoni is zo schuldig als wat aan de dood van Isabella.`` De verdediging raakt geïrriteerd. Een teken aan de wand. Advocaat Roberto Podval wil de biologische moeder Ana Carolina Oliveira oproepen. ´´De aanklager is gisteren uren aan het woord geweest. Wij willen haar confronteren met de verdachten``, laat de advocaat aan de pers weten. Hij dient een verzoek in bij de rechter. Die bepaalt dat de vrouw in het rechtsgebouw moet blijven. Ter beschikking van de verdediging. Dan verschijnt de patholoog-autonoom. Nieuws. Isabella is vóór haar fatale val hoogst waarschijnlijk op de grond gesmeten, in ieder geval mishandeld, raakte bewusteloos en kon bijna niet meer ademen. Ze is zo goed als dood door het raam gegooid. De verklaring slaat in als een bom. Einde van de zitting. Conclusie: alles wijst in het nadeel van het echtpaar. De verdediging zit in het nauw.

Woensdag 24 maart. Ook vanochtend vertraging, vijf kwartier ditmaal, voordat de rechter het proces opent. Niemand weet waarom. Advocaat Roberto Podval kondigt aan te schrappen in zijn lijstje met getuigen, gezien de duur van het proces en het uithoudingsvermogen van de jury. De mysteries worden maar niet ontrafeld. Wie deed wat en waarom, het blijven raadsels. Van een derde persoon is geen bewijs gevonden, zegt de politie. Zou hij er zijn geweest en zou hij het meisje hebben vermoord, hoe kan hij in luttele minuten ongezien zijn daad hebben volbracht? Dat kan niet. Een specialiste van de forensische dienst is aan de beurt. Bloed is aangetroffen in de woning, op het gaas, in de auto. Inderdaad, afkomstig van Isabella. Geen verrassing. Maar dan. Ook bij binnenkomst van de flat, in de gang van de zesde verdieping en in betreffende slaapkamer heeft het meisje bloed verloren. De specialiste concludeert dat Isabella bloedend naar boven is gebracht. Ook zijn er snijwondjes in de hals van Alexandre, veroorzaakt door het opengeknipte gaas. ´´Het is zeker dat de vader het meisje door het raam heeft gegooid.`` In een televisiestudio zegt weer een andere professor: ´´Er is nooit een derde persoon geweest. Isabella is mishandeld voor haar noodlottige val, dat is nu wel duidelijk. Wie buiten de familie zou dat hebben gedaan en waarom? Niemand. Er is woede geweest. Wraak misschien?`` Het is diep in de middag. De politievrouw is uren ondervraagd. De advocaat mag praten. Hij had tien mensen ter verdediging opgeroepen, hij laat er acht lopen. Slechts twee doen, snel, hun woordje. Een journalist, die geschreven had over de zaak, en een politiefunctionaris. Het gaat nergens over. De vermeende derde persoon wordt weer eens genoemd. Een metselaar. Hij zou die bewuste zondagavond in het flatgebouw zijn geweest, vanwege een verbouwing daar. Kritiek op enkele politie-onderzoeken ook. Niets opzienbarends. Gooit de advocaat de handdoek al in de ring? Het lijkt er op. Niets is minder waar. Hij weet het, iedereen weet het, morgen is dé dag. Dan zitten Alexandre Nardoni en Anna Carolina Jatobá in het beklaagdenbankje. De enige mogelijkheid voor de verdediging om twijfels te zaaien en winst te boeken. De zaak zit muurvast. Brazilië haalt diep adem. Zal alsnog een bekentenis volgen? Een motief?

Donderdag 25 maart. Negen uur, het is al warm buiten. Ongetwijfeld ook in de rechtszaal. Met de gebruikelijke vertraging, nu van bijna twee uur begint even voor tienen dé dag van het proces. Alexandre stapt naar voren. Zijn vrouw verblijft in een aparte ruimte, ze mag niets van horen, niets zien. Televisiekijkers worden uren in spanning gehouden. Dan komt het eerste nieuws naar buiten. Tegen het middaguur. Alexandre huilt. Hij mist Isabella. ´´Ik heb haar niet vermoord. Ik heb het meeste waardevolle in mijn leven verloren.`` Aanklager Francisco Cembranelli vraagt of Alexandre een bril draagt en of die misschien irritaties aan de ogen veroorzaakt. ´´Want ik zie u huilen, maar ik zie geen tranen. Het zal de bril zijn geweest, misschien?`` Ironie. De rechter snoert Cembranelli de mond. Alexandre herhaalt zijn visie op het gebeurde die zondagavond. Hij bekritiseert de politie: ´´Ze kwamen met een voorstel. Ik zou een soort bekentenis afleggen opdat mijn vrouw vrijuit zou gaan. Absurd. Ze hebben niks gedaan om de waarheid boven water te halen.`` Dan volgt een opmerkelijke uitspraak, als hem indringend wordt gevraagd naar de ´derde persoon`. ´´Ik kan me niet herinneren tegen de politie gezegd te hebben dat er iemand in mijn flat was.`` Aanklager en rechter draaien onmiddellijk de duimschroeven aan: ´´We hebben een politieverklaring waarin u zegt dat een derde persoon met een kopie van de deursleutel uw flat is binnen gegaan.`` Alexandre: ´´Ik heb die verklaring getekend, maar kan me niet herinneren het zo gezegd te hebben. Ik heb Isabella op bed gelegd. Ze sliep. Ik ben teruggegaan om Anna en de andere twee kinderen op te halen. Terug in de flat, ben ik naar de slaapkamer van Isabella gelopen, maar daar was ze niet. Ik heb haar gezocht, bemerkte dat gaas van een raam was opgeknipt, keek erdoor en zag mijn dochter beneden liggen.`` Zes uren duurt het verhoor. Alexandre antwoordt iedere vraag met zijn gezicht gericht naar de jury. Op eigen verzoek. Het is bijna donker als het er op zit voor hem. Hij moet stuivertje wisselen, zijn vrouw is aan de beurt. Alexandre wordt afgevoerd. Anna Carolina gaat zitten. Ze is zichtbaar nerveus. Ze praat snel. De rechter vraagt haar het kalmer aan te doen. Ook zij huilt en ontkent iedere betrokkenheid met de moord. Ze steunt haar man. ´´Het was een gewone dag. Zonder problemen, zonder ruzie.`` De aanklager betrapt haar op tegenstrijdigheden. Kleinigheden. Over licht of niet in het flatgebouw, over het feit dat haar man zijn nek wel of niet door het stuk geknipte gaas heeft gestoken. Over woordenwisselingen. Anna Carolina antwoordt: ´´Ik heb tegen de politie overdreven en heb zaken verzonnen. Ik was van slag.`` Om negen uur is het afgelopen. Buiten de rechtbank geeft advocaat Podval een persconferentie. Het spreken wordt hem bijna onmogelijk gemaakt. Een menigte schreeuwt, scheldt hem uit. Hij antwoordt met schorre stem. ´´Er is weinig kans om deze zaak nog te winnen. Lees de kranten morgen maar, luister naar de menigte hier. Ik heb gezegd tegen de verdachten: ´Zeg de waarheid, gewoon de waarheid.´ En met alle respect, het gaat hier over een moord. Waarom al die vragen over relaties tussen verdachten en familie, over wat er gebeurde op een strand? Ik heb niks gehoord over de moordzaak zelf.´´ Nieuws. De biologische moeder Ana Carolina Oliveira mag naar huis, ze hoeft niet meer te getuigen. Ze krijgt een inzinking. De rechter roept hulp in van een psycholoog. Die praat met haar. Zijn conclusie is helder: deze vrouw is aan het einde van haar Latijn. Die beslissing betekent een dikke streep door de rekening van de verdediging. Het is na negenen als het licht in de rechtbank uitgaat. De zeven juryleden hebben het moeilijk. Ze zijn doodop. Het zou vandaag de laatste dag zijn. Niet dus. Morgen worden de debatten tussen aanklager en verdediger gevoerd.

Vrijdag 26 maart. Er heerst een gespannen sfeer deze ochtend bij de rechtbank. De jury doet vandaag uitspraak, maar het zal nog uren duren. Aanklager en de verdediging gaan de degens kruisen, in tegenwoordigheid van de verdachten. Eerst mag Francisco Cembranelli spreken. Hij heeft maximaal 2,5 uur de tijd om aan de jury uit te leggen waarom het echtpaar schuldig is. Daarna heeft de verdediging dezelfde tijd, om het tegendeel te bewijzen. Daarna mag én de aanklager én de verdediging ieder nog eens twee uur van repliek dienen. De zelfverzekerde Cembranelli zegt: ´´Op het moment dat het echtpaar in de flat was, op dát moment, is Isabella met kracht uit het raam gesmeten.`` En: ´´Anna Carolina Jatobá, de stiefmoeder, is een gestresste en oververmoeide vrouw, die financieel geheel afhankelijk is van de familie van haar man.`` Advocaat Podval mag aan zijn eerste termijn beginnen na het middaguur. ´´Er is geen sluitend bewijs op tafel gekomen. Mijn cliënten zijn onschuldig.`` Het is zes uur, de avond begint. Nog steeds zijn advocaat en aanklager aan het bekvechten. Oeverloze discussies verzanden in ´oeverloze` details. Niemand heeft interesse, zo lijkt het. Het is tien uur, het is zover. Eindelijk. De jury trekt zich in een apart zaaltje terug, in aanwezigheid van de rechter. Daar wordt gestemd over de schuldvraag. Buiten neemt de spanning toe. Hekken zijn geplaatst. Het is bijna half twaalf, nog geen witte rook. Een collega van advocaat Podval zegt: ´´De vermoeidheid bij de juryleden was spreekwoordelijk. Toen de aanklager om repliek vroeg, zag je handen naar hoofden gaan.`` Het is middernacht nu. Woorden van de aanklager worden herhaald. ´´Isabella was een gelukkig meisje, een barbaarse moord heeft een einde gemaakt aan haar leven.`` Om half een, het is al zaterdag, komt het verlossende woord. Via de radio spreekt de rechter het vonnis uit. In juridische taal, breed uitgesponnen. Dat duurt, maar het is iedereen al snel duidelijk: Alexandre en Anna Carolina zijn schuldig. De menigte buiten de rechtbank begint te juichen. De rechter: ´´Het echtpaar is schuldig aan moord in de derde graad. Dat betekent dat het slachtoffer erg jong was, geen kans had zich te verdedigen en dat de verdachten moeite hebben gedaan om bewijsmateriaal te vernietigen.`` De straffen: Alexandre gaat 31 jaar, één maand en tien dagen en zijn vrouw 27 jaar en vier maanden de cel in. In zwaar bewaakte politiebusjes worden Alexandre en Anna Carolina afgevoerd. De busjes moeten door de menigte heen rijden. Politie-afzettingen helpen nauwelijks, omstanders dringen er doorheen en slaan met vuisten op de busjes. Ze schreeuwen victorie. Het moet een nachtmerrie zijn voor Alexandre en Anna Carolina, ieder in een eigen bus. Schuldig of niet. Camera´s volgen de busjes op weg naar de gevangenis. De menigte druipt langzaam af. Naar huis, naar bed, op weg naar de dagelijkse routine van weer een dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten