woensdag 4 november 2009

Op straat (2)

Even kort door de bocht en zonder nuances. Nederland heeft een gesloten en Brazilie een open samenleving. Nederlanders houden emoties en intimiteiten binnenshuis, Brazilianen niet. Het is er het grootste deel van het jaar in het grootste deel van het land erg warm. Mensen leven op straat, hebben niet veel geld, maar wel een mond. Die kan open en dat kost niks. Dus wordt er gepraat, veel gepraat. Over zichzelf en over familie, kennissen, buren. Roddelen is een favoriete bezigheid. Overdrijven ook. Dat het persoonlijke leven van de Braziliaan op straat ligt, is absoluut niet overdreven. Voor buitenlanders die er leven, is het wennen en soms flink doorbijten.
In mijn geval geen nieuws onder de hete zon. Een keer aangeschoten op de fiets bijna in stilstand tegen een geparkeerde auto aanrijden op een doodlopende weg (´´Heb je het al gehoord? Die gringo reed stomdronken op de fiets op de snelweg tegen een rijdende auto aan. Bijna dood´´), een keer niet in staat geweest tot een erectie (´´Ik wist het, hij is impotent´´), met karretje de winkel uitrijden en even vergeten te betalen (´´Hij is niet rijk. Hij steelt zelfs´´).
Het beste is niet op ingaan en zeker niet over opwinden, want dat ziet de Braziliaan eerder als een bevestiging dan als een ontkenning. Schouders ophalen en doorleven tot de volgende ontboezeming.
En die komt, onafwendbaar. Het gebeurt in Porto Seguro, de favoriete badplaats in het noordoosten. Met maatjes op een terras, laat in de avond, goed tafelen en daar is ze. Kort gerokt, wat heet, perfect figuur, jong, koffiekleurtje. Ineens zit ze aan ons tafeltje en voor ik het weet zitten we getwee in een taxi op weg naar een sekshotelletje.
In de taxi wat gekus. Daarna de volgende dialoog. Hardop. Zij: ´´En? Hoe wil je het?´´ Ik: ´´Uh, hoe wil je wat?´´ De taxichauffeur doet vliegensvlug de ramen dicht om beter te kunnen luisteren. En loeren in het achteruitkijkspiegeltje. Zij: ´´Nou, wat vind je lekker?´´ Ik: ´´Ja, maar, kunnen we niet wachten tot we in het hotelletje zijn?´´ De taxichauffeur gniffelt. Zij: ´´Nee, want ik ben nieuwsgierig. Wil je van achteren of gewoon van voren. Alles mag. Ik heb een lekkere kont.´´ Dat had ik al gezien. De taxichauffeur knikt bijna onmerkbaar. Hij dus ook. Ik: ´´Is het nog ver chauffeur? Ik heb hier geen zin in´´. Zij: ´´Flauwerd, je kunt het toch wel zeggen. Er is niemand hier.´´ Daar is de taxichauffeur het van harte mee eens. Ik niet. Ga me daar mijn seksvoorkeur aan twee wildvreemde mensen blootgeven. Geen denken aan.
Na het bezoek aan het hotelletje, weer taxi bellen. Daar zijn er een hoop van in dit toeristische dorp. Natuurlijk heb ik dezelfde chauffeur als op de heenweg. Met een brede lach opent hij de deuren. Hij weet wat er komen gaat, ik ook. Zij: ´´Zei ik het niet? Al die gringo´s zijn hetzelfde. Houden van Braziliaanse billen. Ik zei het.´´ De taxichauffeur houdt zijn lachen niet meer in. Zij ook niet. Ik: ´´Zet ons hier maar af, ik loop wel.´´ Zij: ´´Absoluut niet, we gaan terug naar het terras, ik heb dorst.´´ Het wordt terras.
De volgende ochtend word ik wakker in mijn hotel. Alleen. Na ontbijt de straat op. Naar het strand. De kortste weg? Langs de taxistandplaats. Het is vroeg, veel taxi´s zonder klanten op de standplaats. Daar staat een bekende, de chauffeur van gisteren. Omringd door tien van zijn collega´s. Hij herkent me onmiddellijk. Wijsvinger. Gegier. Geschreeuw. ´´Daar loopt-ie, daar loopt-ie! Zei ik het gisternacht al niet, via de radio? Alle gringo´s zijn hetzelfde. In zijn land hebben de vrouwen geen konten, daarom komen ze hier!´´
De komende dagen zal ik geen taxi meer nemen en ontdek een andere route naar het strand. Ik zei al dat het went, maar soms.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten