woensdag 23 februari 2011

Meelifters (92)

Voornamelijk jonge fietsers klampen zich vast aan voornamelijk bussen, maar ook vrachtwagens, en liften zo een eindje mee. Levensgevaarlijk. Eén hand aan de bumper of aan een achterlichtje. Met de vrije hand sturen. Nou ja sturen, voor zover het gaat. Reportages op televisie, in kranten en op internet deze week. Dat mag verbazing wekken. Is dit nieuws? Nee, dat is het zeker niet. Deze manier van meeliften is zo oud als de weg naar Rome. En vanuit Brazilië is die weg lang, zeker weten. Maar een busonderneming in de Braziliaanse stad Ribeirão Preto, op 336 kilometer van São Paulo, is het beu en luidt de alarmklok. Honderdvijf bussen van deze onderneming rijden dagelijks door de stad, die ruim 600.000 inwoners telt. Negentig procent van die bussen heeft beschadigingen, van achteren wel te verstaan. Kapotte bumpers, kapotte achterlichten. Verf laat los. Een ijzeren kapje om de achterlichten heen als bescherming? Dank je wel, zeggen de fietsers. Want die kap is natuurlijk een soort gaas, anders komt er geen licht doorheen. Fietsers gebruiken een soort metalen haak, slaan die achter de ijzeren kap en voilá, klaar is Kees, rijden maar. De schades bedragen 15.000 reais per maand en natuurlijk worden die kosten doorberekend in de dagelijkse tarieven van de buskaartjes.
Rabeira is het Portugese woord voor staart. Zo noemen de fietsers zich die meeliften met bussen en vrachtwagens. Rabeiras. Het is tot een ware kunst verweven. Vaak ook wordt één voet gebruikt, die rust op de achterbumper. Grote steden in Brazilië zijn voor het grootste deel heuvelachtig en het verkeer in het centrum lijkt niet minder dan op een chaos. Bussen laveren langs geparkeerde auto´s, zwenken plots naar links of rechts, moeten plots remmen voor bijvoorbeeld een overstekende voetganger, die even vergeet uit te kijken. Overeind blijven op een gammel fietsje, gekleefd achter een bus, dat vereist acrobatische toeren. De vrije hand en been worden op en neer bewogen om het evenwicht te behouden. Het is zaak om de weg te kennen. Uitzicht is er immers niet. Verkeerslichten, drukke kruispunten, wegversmallingen. Linke soep. Geen wonder dat ongelukken gebeuren.
Het is donderdagavond 10 februari 2011. De 16-jarige puber Éric Régis Silva speelt rabeira. Ditmaal niet achter een bus, maar achter een vrachtwagen. Hij klampt zich vast op de Avenida Thomaz Alberto Watelly in de wijk Jardim Aeroporto. Even gaat het naar wens. Maar dan gaat het mooi mis. De fiets komt in aanraking met de vrachtwagen. Éric kan het evenwicht niet bewaren en valt hard. Diens rijwiel blijft steken in de achterwielen van de vrachtwagen. De chauffeur merkt het, maar rijdt door. Hij bekommert zich niet om het slachtoffer. Éric gaat snel naar het ziekenhuis Hospital das Clínicas. Zijn gezondheidstoestand is kritiek. Daniela Alessandra Régis is de moeder van Éric. ´´Hoe vaak heb ik hem niet gezegd dat hij op moet houden met dat meeliften. Ik zei hem: ´Wat kost het nou om gewoon te fietsen in plaats van achter een wagen te hangen?` Allemaal voor niks geweest``, verzucht ze.
Marcelo Brito geeft busschauffeurs les in zijn woonplaats Ribeirão Preto. ´´Het is erger dan je denkt. Die lui bedreigen zonder schaamte chauffeurs fysiek, of verbaal met de dood. Het is logisch dat een chauffeur niets meer zegt, geen actie onderneemt en doorrijdt.``
En de politie dan? Doet die niets? Nee, die doet niets. Waarom niet? Omdat de Polícia Militar, de militaire politie, geen verkeerspolitie is. Het is moeilijk te begrijpen, ik geef het toe. Voornamelijk overdag rijden talloze politiewagens door de straten. Genoeg surveillance. Kapitein Wagner Barato van de Polícia Militar in Ribeirão Preto legt het zo uit: ´´De militaire politie heeft geen mandaad om in te grijpen. Wij grijpen in als er sprake is van diefstal of van enige illegaliteit. Is de fiets gestolen, dan kunnen we in actie komen.`` Het is echt waar, de werkzaamheden van de diverse politiekorpsen in Brazilië zijn strikt gescheiden. Het Ministério Público, het ´publieke ministerie`, is van plan om het meeliften aan te pakken. Ouders aansprakelijk stellen voor geleden schades, veroorzaakt door hun minderjarige kinderen. Boetes moeten volgen. In ernstige gevallen moeten ouders zelfs een gevangenisstraf uitzitten voor hun kroost. Zover de plannen.
De rabeiras hebben dus vooralsnog volledig vrij spel. Het is de uitdaging dat hen trekt.
Afgekeken van het aloude treinsurfen, dat vooral in Rio de Janeiro erg populair is en was. Ook treinsurfers vinden de dood. Maar het schrikt hen niet af, sterker, het trekt hen aan. Een Braziliaan is niet angstig, is gevoelig voor een omgeving die hen opzweept. ´´Dat durf je niet, hè?`` Trots als foto´s verschijnen in de pers waar zij opstaan. Nog een detail.
Het zijn niet alleen fietsers die zich aan achterzijden van bussen en vrachtwagens vastklampen. Ook zonder fiets kan het prima. Ook een kwestie van gratis vervoer. Brazilië is groot, mensen zijn arm, vervoer is duur.
Oplettende lezers zullen zich afvragen hoe ik aan de wijsheid en details kom over meeliften met de fiets achter een bus of vrachtwagen. Met enige schroom volgt deze bekentenis. In mijn woonplaats Goiãnia zijn ribeiras geen vertrouwd straatbeeld, maar wie een uurtje door de stad fietst, komt er wel eentje tegen. Acht jaar woon ik Goiãnia. De eerste twee jaren kijk ik met veel bewondering en afgrijzen naar jongelui die zich aan een bus vastklampen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Toch ook eens proberen. In de binnenstad moet het zijn. Want daar rijden bussen stapvoets. Het kan geen kwaad, denk ik. De oude autobussen in Goiãnia hebben boven de grootste achterlichten een diepe inkeping. Ideaal, daar kan praktisch een hele hand in. Het doet geen pijn, puur comfort. Ik pak met mijn linkerhand de inkeping aan de rechterachterzijde van een stadsbus in een smalle en drukke winkelstraat en wordt onmiddellijk meegetrokken. Zo´n twee kilometer houd ik het vol. De bus maakt een manoeuvre, wijkt ineens uit naar rechts. Ik raak met mijn rechterbeen een bumper van een geparkeerde personenauto. Even maar, het gaat net goed. Bijna haal ik mijn totale been open. Ik laat snel los. Het hart klopt in de keel, het zweet breekt me aan alle kanten uit. Ik ben direct genezen. Dit nooit meer. Dit is te bizar voor woorden. Dit is puur gekkenwerk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten