dinsdag 22 februari 2011

Onderwijsechtpaar (91)

Hij is 58 jaar, zij is twee jaar jonger. Hij is directeur van de Escola Estadual Dom Fernando I in Goiãnia, zij was lerares aan een andere school in dezelfde stad, de Escola Estadual Castro Alves. Twee staatsscholen in het centale-westen van Brazilië, in de hoofdstad van de voornamelijk boerenstaat Goiás. Hij gaat met pensioen in april dit jaar, zij is al langer met pensioen, dertien jaren maar liefst. Rubens en Eneci zijn een onderwijzersechtpaar, niet zo zeldzaam. Hij en zij hebben ruim zestig jaar ervaring in het onderwijs op staatsscholen in Brazilië. Dat wordt een beetje zeldzamer. Allebei hebben ze uitgesproken meningen over het onderwijs in hun land. Over hoe het was, hoe het is, hoe de vooruitzichten zijn. Over de kinderen, hun ouders, de rechten, de wetten en de regels binnen het onderwijs. Het Ministerio da Educação, met Ministerie van de Opvoeding, maakt die rechten, die wetten en die regels. De Federale Overheid dus.
´´Rechten? Voor onderwijzers? Die hebben geen enkel recht! Wie rechten heeft, zijn de kinderen, de leerlingen.`` Eneci valt met de deur in huis. Het is wat haar het meeste dwars zit. Haar man valt haar bij. Even vooropgesteld. Eneci wil het benadrukken: ´´Ik hield zielsveel van mijn beroep, heb het met plezier gedaan, maar geen traan gelaten toen ik met pensioen ging. Rubens: ´´Ik heb niet veel vrienden onder het onderwijzend personeel. Ik sla in april de deur dicht en dat is het dan. Zonder frustraties, maar zo is het wel.``



Rubens is een rustige man. Oogt wat sloom. Lang, klein buikje maar, mooi grijs haar. Innemend, maar vooral kalm. Hij houdt niet van geschreeuw, van commotie. Op het gevaar af het verleden te verheerlijken, zegt hij: ´´Vroeger, en dan praat ik over pakweg twintig jaar geleden, was er meer discipline. Die is er nu niet meer. Jonge kinderen hebben geen moeder, geen vader meer. Ooms, tantes, oma´s en opa´s voeden hen op. Familiebanden worden losser. Het respect verdwijnt.`` Zijn vrouw voegt eraan toe: ´´Als je nu een kind een aai over zijn bol geeft, kun je een trap tegen je enkel krijgen. Vroeger ondenkbaar.`` Hij: ´´Het taalgebruik is groffer. Stop het maar in je reet, ze zeggen het zomaar. Tegen de leraar, tegen elkaar. Je wijst hen er op, maar het heeft geen enkel resultaat.``
Eneci haalt anecdotes uit de niet eens zo oude doos. Anecdotes die ook in Nederland in diezelfde doos zitten. Van huisbezoeken van leraren aan families die hun kinderen niet naar school lieten gaan. Of als het weer eens mis is gegaan in de klas met Marietje of Jantje. ´´De eerste weken hielp het wel. Daarna ging het weer mis. Ik dus weer naar die ouders. Hetzelfde liedje.`` Eneci haalt haar schouders op.
Een gemiddelde klas telt tegenwoordig zo´n veertig kinderen. Of het in de leeftijdsklasse zes tot en met elf jaar is, of van elf tot en met zestien, of ouder. Soms bijna vijftig. Het is veel te veel. Braziliaanse kinderen zijn in het algemeen en zeker voor Nederlandse begrippen drukke kinderen. Praten (te)veel en bewegen volop. Een muisstille klas gedurende vijftig minuten les? Ja, dat is pas echt zeldzaam.
Eneci heeft daadwerkelijk voor de klas gestaan, 28 jaar. Rubens slechts een paar jaar. Hij heeft voornamelijk met de administratie binnen het onderwijs beziggehouden en werkte zich zo op tot directeur. Allebei spreken ze over stress, waar steeds meer leraren in Brazilië mee kampen. Die kan zo nu en dan tot ongekende hoogten oplopen. De twee geven de schuld ervan niet slechts aan de veranderende samenleving, de veranderende mentaliteit, maar vooral aan het systeem.
Dat verdient enige uitleg. Leraren hebben geen recht kinderen uit de klas te sturen, of erger, naar huis. Natuurlijk, er zijn noodgevallen. Maar er bestaat geen enkele regel die het voorschrijft. Het kind heeft recht op onderwijs, dat mag haar en hem niet worden onthouden. Voorbeeldje. Steelt een jongetje of een meisje binnen de klas en merkt de onderwijzer het op, dan is er een speciaal orgaan waar hij dat kenbaar aan maakt. Uiteraard volgt onderzoek, gesprekken met ouders en schoolleiding. ´´Maar de volgende dag zit dat jongetje weer in dezelfde klas en haalt dezelfde grappen uit``, weet Rubens uit ervaring. ´´Dat is frustrerend voor het onderwijzend personeel, dat het beste ervan probeert te maken. Maar sancties? Nee.``
Ander voorbeeldje. Twee leerlingen maken er een potje van tijdens de lessen. Iedere les weer. Lawaai, huiswerk niet af, andere kinderen lastig vallen. De gang op met die twee? Rubens: ´´Niks ervan. Niet mogelijk. Ja, het is waar, ze verstieren de lesgang voor die andere 38. Het gebeurt, maar er is niets tegen te doen. Heisa maken? De gang op? Ouders doen de school een proces aan. Dan komen beide partijen voor een justitiële raad. De raadsleden schrijven alles op wat de kinderen zeggen. Wat wij zeggen? Daar wordt nauwelijks aandacht aan besteed. Onderzoek volgt, wordt gezegd. De kinderen gaan linea recta terug naar hun school. De lerares of leraar in kwestie? Die raakt haar of zijn baan kwijt. Of krijgt, met geluk, een reprimande. Een leraar die zich verstout om een kind eens even aan een oortje te trekken, en dat hoeft niet eens zo hard te gebeuren, kan met pech zelfs in de gevangenis belanden. Dat bedoel ik met rechten. Het is waar: leraren hebben geen rechten.``
Eneci kan zich mooi opwinden. Ze is klein, iets gezet, levendig, heeft een indringende blik en staat vierkant achter wat ze zegt. Ze straalt het uit, loopt een beetje rood aan. Het is passie. ´´Om het aan te scherpen. Kinderen van veertien jaar mogen niet werken. Daar is controle op. Oké. Maar ze mogen iedere avond op de hoeken van de straten drugs gebruiken en deel uitmaken van gangs en jeugdbendes. Waar is die controle?``
Eneci wil er geen klaagzang van maken. Natuurlijk heeft ze dierbare herinneringen. Vooral aan ontmoetingen met oud-leerlingen. Die gebeurt weinig, want Brazilië is enorm groot, kinderen maken hun school af, vliegen uit, naar andere staten ver weg om er werk te zoeken. ´´Maar degenen die zijn gebleven in Goiãnia en mij ontmoeten, zijn altijd verheugd om me te zien.`` Eneci was een geliefde lerares, ook dat straalt ze uit. Ten tijden dat haar pensioen aanstaande was, hebben ouders een petitie geschreven met maar één wens: Blijf! Ze is er nog en terecht trots op. Ze heeft zes maanden aan dat verzoek gehoor gegeven. Toen was de koek op.
Rubens moet nog maar enkele weekjes. Een afscheidsfeestje? Een oorkonde? Presentjes? ´´Nee, het zal allemaal niet gebeuren. Het is goed geweest zo, na die 36 jaar onderwijs.`` Wat hij gaat doen? In ieder geval naar de zee. In eigen land. Daar is hij nog nooit geweest. Daar had hij nooit tijd voor. ´´Vijftien dagen per jaar vrij. Meer niet. Er is altijd van alles te doen voor een schooldirecteur. Tijdens die twee weken ging ik steevast naar dezelfde plek, een boerderijtje in het binnenland van Goiás op. Vlak bij een riviertje. Lekker vissen. Rust.``
Eindelijk tijd om wat te reizen, om wat van het eigen land te zien. Of misschien wel erbuiten. Een zus van Eneci woont in Amerika. Ze is er geweest en vond het er zalig. ´´Die cultuur, zo anders.`` Dan klaagt ze weer over haar eigen land, over de huidige opvoeding van de jeugd. De toekomst? Beter maar niet vragen. ´´Ha, het wordt alleen maar erger, let maar op.`` Twee oudere symphatieke en joviale Brazilianen met lange loopbanen in het onderwijs. Die lekker kunnen uitvallen als ze zich opwinden. Die nog lekker in hun vel zitten, niet aan stress ten onder zijn gegaan, niet zijn opgebrand. Misschien is dat wel het zeldzaamste van alles.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten