zaterdag 28 mei 2011

Geen tijd! (130)

Druk, druk, druk. Een typisch Nederlands clichézinnetje. Het is zaterdagochtend 28 mei 2011 elf uur in mijn woonplaats Goiãnia in Brazilië. Geen spat regen meer, heerlijke zon, tegen de dertig graden overdag, ´s nachts frist het lekker op. En ik heb het inderdaad druk, druk, druk. Al twee weken zonder een nieuwe blog over Brazilië, al twee weken amper achter de laptop. Op een rijtje, samenvatting. Nederlands echtpaar op bezoek, voorbereidingen treffen voor ontvangst van vijfentwintig Oranjefans uit Nederland, die zaterdag 4 juni in mijn woonplaats naar de vriendschappelijke voetbalwedstrijd Brazilië-Nederland gaan, vriendin moet studeren voor een test. Slaagt ze, dan maakt ze een goede kans op een baan als lerares in een fraai stadje vlakbij Goiãnia.
Het is passen en meten. Met alles. Tussendoor bezig met onderzoek naar ´kinderen en armoede in Brazilië`. Daar moet ik een stuk over schrijven voor de organisatie ChildFund in Belo Horizonte, waar ik dolgraag aan de slag wil. Type sollicitatiebrief. ChildFund-directeur Paul Bode van onder meer de regio Latijns-Amerika laat weten: ´´Schrijf in het Portugees over een thema dat te maken heeft met armoede en kinderen. Zien we verder.`` Spannend. Uitdaging. Goede vingeroefening sowieso. Mooie organisatie ook, ChildFund, die giften vergaart en zodoende kinderen in achterstandslanden (naar woord) educatie en dus een goede toekomst wil bieden.
Natuurlijk frequenteert (mooi woord) Alicia immer ons huis en legt onmiddellijk beslag op de computer, ons eten en drinken. Het kan er nog wel bij. Ze chat met haar nieuwe virtuele Nigeriaanse liefde. Hij maakt moeilijke tijden door, moeder is ernstig ziek. Laatste nieuws: ze is aan de beterende hand. Nu moet hij geld sparen, veel is opgegaan aan ziekenhuiskosten en medicijnen. Hoe dan ook, niets staat een overtocht in juli van Nigeria naar Brazilië in de weg. Alicia heeft slechts ruim een maand om haar ex-man met losse handjes uit te leggen dat hij niet meer welkom is in haar huisje. Oei. ´´Maak je geen zorgen``, zegt Alica, ´´tijd zat. Komt goed.`` Verrekte Brazilianen toch. Een spontane ontmoeting tussen deze super jaloerse en gewelddadige ex-man en die overigens godvruchtige Nigeriaan kan faliekant verkeerd aflopen. ´´Ja, ja, ik weet het``, is het commentaar van Alicia, die met handgebaren benadrukt geen probleem te zien. Over spanning gesproken.
Het Nederlands echtpaar is inmiddels vertrokken. Na elf dagen. Het stel is Mirjam en Paul uit Rotterdam. Haar ken ik zeer goed, hem minder. Fantastische lui, fantastische elf dagen. Mirjam en Paul zijn bezig met een reis van vijftien maanden door Latijns-Amerika. Argentinië, Uruguay, Paraguay, Bolivia, Ecuador, Colombia en natuurlijk Brazilië. Binnen enkele dagen schepen ze in voor een dagenlange bootreis over de Amazone. Een droomreis zal het worden. Zo ziet het Paul het ook: ´´Ik heb die reis altijd al willen maken.`` Mijn vriendin is groots. Ze regelt netjes telefonisch vanuit Goiãnia tickets voor de eerste etappe, van hoofdstad Belém van de staat Pará naar de hoofdstad Manaus van de staat Amazonia. Bij een reisorganisatie, die goed te boek staat. Een hutje met tweepersoonsbedje, douche en air-conditioning. Geen overbodige luxe. Van die hutjes zijn er maar vier en de boot vaart slechts eens in de twee weken van Belém naar Manaus. Paul laat via email weten dat hij de tickets heeft. Goed nieuws. En wij zijn trots een beetje te mogen bijdragen aan die mooie reis.
Terug naar donderdag 12 mei 2011. Iets voor half twee landt het vliegtuig met Mirjam en Paul aan boord vanuit São Paulo op het knusse vliegveld in Goiãnia. Klein half uur vertraging. Wij wachten geduldig. Wij zijn een bakker en ik. Aangezien ik geen auto en rijbewijs bezit, is het de bedoeling het paar met een taxi van het vliegveld naar mijn huis te brengen. Daar steekt mijn bakker een stokje voor. Ik koop al anderhalf jaar het dagelijks brood bij hem. Hij runt de kleine zaak samen met zijn vrouw. Sympathieke en hardwerkende Brazilianen van in de veertig. Al vijftien jaar dezelfde bakkerij op hetzelfde punt in mijn wijk. Een goed punt. Het is er druk. Maar Riva, zo heet de bakker, klaagt. ´´Vijftien jaar geleden was ik de enige. Concurrentie-beding in dit land? Vergeet het. Tegenover mij een bakker, om de hoek rechts nog één. Ik had zes man personeel. Nu doen we het met zijn tweetjes en een hulp.`` De bakker hoort dat Mirjam en Paul op komst zijn en biedt aan hen op te halen. De aankomsttijd komt hem prima uit, tussen de middag, tijd voor de belangrijke warme lunch in zijn land. De bakkerij heeft dan geen klanten.
Mirjam en Paul verlaten als laatsten de aankomsthal, met twee enorme rugzakken. Meer dan een hartelijke begroeting volgt. Ik krijg al pijn aan mijn zwakke wervels aan ik naar die volle rugzakken kijk.
´´Kunnen we bij jou slapen?`` Dat mailt Paul vanuit Argentinië, een paar dagen voor Mirjam en hij zullen aankomen in Goiãnia. Dat kan zeker. Detail. Ons huisje is er te klein voor. Maar buurvrouw Maria, een tante van mijn vriendin, die al twee andere gasten onderdak biedt, heeft nog wel een kamer met tweepersoonsbed over. ´´Ze mogen blijven zo lang ze willen.`` Zo is tante. De schat. Douchen en eten doet het stel bij ons, het gaat enkel om het bed. Moeten kleren worden versteld? Geen enkele moeite. Tante maakt. Vieze kleren wassen? Vriendin doet. Mirjam vegetarisch? Bijna iedere dag een vegetarische maaltijd op tafel. Geen probleem voor vriendin. Het is de spreekwoordelijke Braziliaanse gastvrijheid, buitenlanders in dit continent kunnen er zonder meer over meepraten. Het vervult me stiekempjes met trots.
De dagen met de Rotterdammers vliegen voorbij. Het is veel bijpraten. Mirjam ken ik ´van Feyenoord`. Van reizen naar wedstrijden in binnen- en buitenland. Paul is ook Feyenoorder en blijkt een toffe gast. Het klikt. Een man van weinig woorden. Vriendin moet iedere keer lachen als ik vertaal van Hollands in Braziliaans-Portugees. ´´Mooi. Nee. Goed.`` Zo antwoordt Paul kort en krachtig op vragen over onder andere meer eten, meer koffie, meer bier. Lekker duidelijk, lekker Hollands, ik ben het helemaal vergeten. ´´Hij is één woord van één lettergreep, die Paul. Mono-sylabe``, vat mijn vriendin samen. Voorstelbaar. Net als haar landgenoten, kan zij voor Nederlandse begrippen meer dan soms oeverloos uitwijden over op het oog zo onbelangrijke mededelingen.
Mirjam en Paul vertellen boeiende verhalen over belevenissen in Latijns-Amerika. Kilometers lange wandeltochten door schitterende berglandschappen. Door hen gemaakte indrukwekkende foto´s ondersteunen die verhalen. Ze komen even op adem in Goiãnia. Ze zijn heel kort in São Paulo geweest, ze hebben nog geen goede indruk van Brazilië. Duidelijk. Klein nadeel. Ze hebben wel Spaans gestudeerd, maar geen Portugees. Logische keuze, op Brazilië na zijn alle andere landen die de twee bezoeken Spaanstalig. Ik kijk reikhalzend uit naar verhalen over hun ervaringen op de Amazone en in de steden Belém en Manaus. Benieuwd wat ze vinden van het volk in mijn tweede vaderland. Op één van de laatste avonden van ons samenzijn zitten we gedrieën bij de gitaarkroeg van mijn buurman. Mirjam, Paul en ik. Een avond om niet te vergeten. Buiten, aan een tafeltje. Een dertigjarige man komt aan, hij blijkt perfect gitaar te spelen. Het zingen is minder, een kniesoor die daar op let. Hij schuift aan, wij kopen borrels voor hem. De man is een boefje. Ik ken hem, ik ken iedereen in mijn buurt. Hij spoort niet helemaal, tovert een energierekening tevoorschijn en vraagt tien reais. ´´Morgen sluiten ze me af.`` Ja, ja. Wij weigeren, man houdt aan, wordt een beetje irritant. Ik neem het woord: ´´Waarom vraag je het aan mij? Omdat hier gringo´s zitten? Waarom houd je zo aan? Binnen zitten andere mensen, misschien hebben die wel geld voor je. Ik zeg het je nogmaals: wij geven geen cent aan je.`` Man wordt boos, smijt een half waterglas cachaça weg op de straat. Het sein voor ons om op te stappen. Twee dagen zal ik via buurman horen dat hij langs is geweest bij de bar om zijn excuses aan te bieden. Boef! Hij zorgt nog voor een ernome lachbui onder het Nederlandse contingent, waarbij Mirjam tranen in de ogen krijgt. Hij kijkt Paul indringend aan als die enkele zinnen in zijn moederstaal tegen Mirjam en mij uitspreekt. Natuurlijk onbegrip bij de boef. Hij zegt tegen Paul: ´´Je lult voor zeker één kilo, maar ik versta er nog geen ene gram van.``
Haalde een bakker het stel op van het vliegveld, één keer raden wie ze wegbrengt naar het grote busstation voor het vervolg van de reis door Latijns-Amerika? Het is de bar-buurman. O Robertão heet hij, de grote Robert. Zo groot is hij eigenlijk niet eens. Hij mag Mirjam en Paul erg graag. Het is een eer om ze naar het busstation in Goiãnia te brengen, zegt Robertão. En daar liegt hij geen letter van. Aldus verlaten Mirjam en Paul op maandag 23 mei om half elf ´s ochtends ons huisje. Het busstation is niet ver. Een snel afscheid, terug in de auto met Robertão. Het is ineens leeg en stil in mijn huis. Ik ben doodop, ga even liggen. Niet te lang. Want die goeie Patrick uit Breda mailt. ´´Het aftellen is begonnen.`` O ja, voetbal, o ja Brasil-Holanda. Bus regelen. Op de wedstrijddag van het hotel, waar de Oranjefans verblijven, naar het stadion en terug. Aan de slag.
Nog een week en dan gaat het los in het gemeentelijk sportpark Serra Dourada in Goiãnia. De toegangskaartjes zijn aan de prijs: 64 euro per stuk in Nederland, 150 reais in Brazilië. Duurdere kaartjes zijn er ook: het dubbele van de prijs, 300 reais. Vergelijk: minimumloon in Brazilië is nog geen 600 reais. Voetbal voor het volk, Brazilië mag zich weer eens diep schamen. Het stadion ligt nog flink overhoop deze zaterdag. Bouwgaten. Noodzakelijke aanpassingen voor Brazilië-Oranje.
Goiãnia spreekt nergens anders meer over: ´´Hé gringo, heb je al een kaartje? Ja? Kun je er geen één voor mij regelen? Nee? Jammer.`` Iedereen wil naar die wedstrijd. Iedereen wil dat Brazilië revanche neemt voor die blamerende 2-1-nederlaag tegen Oranje tijdens het afgelopen WK in Zuid-Afrika. Iedereen zijn tientallen miljoenen Brazilianen. Jong en oud. Compleet voetbalgek, het is bijna een religie.
Directeur Bode van ChildFund moet wachten op mijn mail-sollicitatie-brief. Daar wil ik extra zorg aan besteden, het spreekt vanzelf. Vriendin gaat naar examen van de test en slaagt. Uitslagen snel op internet. Proficiat. Dertig kandidaten voor vijf werkplekken. De eerste vijf gaan door naar de volgende sollicitatieronde. Afwachten op die classificatie. Niet snel op internet.
Ik zit achter een bus aan. Niet letterlijk uiteraard. Bier aan boord zal moeilijk worden, het mag niet en vervuilt. Geen ramp, want hotel-stadion is nog geen half uur bussen. Ga het toch proberen. Supporterskelen moeten gesmeerd blijven. Maandag 30 mei op pad. Telefonisch wordt al informatie ingewonnen. Godzijdank is deze blog over Het andere Brazilië af. Eén zorg minder. Verplichting aan mijn trouwe lezers. Sorry lui voor het oponthoud. Oorzaak? Antwoord op zijn Pauls, kort en krachtig: Geen tijd!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten