maandag 11 april 2011

Rio de Janeiro (116)



De donkere Braziliaanse acteur Norton Nascimento wordt op 4 januari 1962 geboren in de hoofdstad Belém van de noorderlijke staat Pará. Een lang leven is de symphatieke en lange Nascimento niet beschoren. Vier dagen voor kerstmis in 2007 zal hij sterven. Te jong, op 45-jarige leeftijd, aan vier longinfecties (foto onder). Nascimento heeft geen geluk met zijn hart. Het is zwak. Hij ondergaat in 2003 een harttransplantatie. Daarna komt het eigenlijk niet meer goed. Een abonnement op het ziekenhuis, er in, er uit, 57 dagen in totaal. Die longinfecties worden hem uiteindelijk fataal, het nieuwe hart kan ze niet bolwerken. Nascimento maakt wel wat van zijn korte leven. Hij bezoekt een theaterschool en krijgt rollen in verscheidene miniseries, novelas, films en toneelstukken in eigen land. Die maken hem beroemd en geliefd. Hij is ook nog eens basketballer, basketbalcoach, produceert theater en is presentator.
Rio de Janeiro. De beroemde en beruchte discotheek Help op Copacabana is evenals de overleden acteur Nascimento al jaren verleden tijd. Donderdag 29 oktober 2009 zal de disco voor de laatste keren de deuren openen en sluiten. Om twaalf uur middernacht gaan loketten van Help draaien. Het is een nacht zoals alle anderen, zeggen de medewerkers. Het is er rustig, het beeld is vertrouwd. Dansende mensen onder de draaiende kristalbollen. Veel prostituees, veel gringo´s uit Amerika en Europa. De prostituees zijn verslagen, voor hen is Help altijd een perfecte werkplek geweest. Veilig, geen trammelant, klanten met centjes. Help moet baan maken voor het ultramoderne Museu da Imagem e do Som (foto rechts). Het nieuwe museum van het beeld en het geluid, het oude staat in het centrum van Rio de Janeiro. Een museum met 50.000 items, waaronder muziekpartituren, grammofoonplaten, foto´s, poëzie, brieven en kranten. Een museum dat de Braziliaanse historie van beeld en geluid moet tonen.
Wat hebben Nascimento en Help met elkaar te maken? Alles. Het is op een zwoele vrijdagnacht in augustus in 2001 als ik in Help genoemde acteur ontmoet. Een weliswaar korte, maar legendarische ontmoeting, gevolgd door een lange en minstens zo´n legendarische nacht en ochtend. Die nacht en ochtend maken deel uit van talloze dierbare herinneringen aan en mijn uitgesproken liefde voor Rio de Janeiro. Ik ben de enige Nederlander niet. Constant Coolsma, die in de Braziliaanse staat Minas Gerais woont en schrijver is van Constantino´s blog, deelt mijn passie voor Rio de Janeiro (foto links). ´´Als er één stad op de wereld is waar ik echt gek op ben, is het Rio wel``, laat Constant op zijn blog weten. Dat liegt er niet om. Klare taal. Op uitnodiging van een andere Nederlandse Braziliëfan, Peter Runhaar, geeft Constant perfecte toeristische tips voor een bezoek aan zijn geliefde stad. Die zijn te lezen op Pedro Mineiro, de webblog van Runhaar. Aan die opsomming is niets toe te voegen. Helder, interessant en absoluut waar. Ik weet het, zegt deze heer met zekere arrogantie, want mijn eerste stappen in Brazilië zet ik op 23 december 1999 in Rio de Janeiro. Voor ik uiteindelijk in 2003 emigreer naar Goiãnia, in het midden van het land, zal ik Rio vanuit Nederland meerdere malen bezoeken. En kan de woorden van Constant slechts onderstrepen. Zijn toeristische uiteenzetting lokt bij mij herinneringen uit, vandaar deze blog over ´mijn` Rio de Janeiro.
Terug naar die nacht in discotheek Help. Braziliaanse vrienden in Rio de Janeiro zeggen tevoren: ´´Je moet minstens één keer naar die disco. Het is een begrip. Je bent vrijgezel, je hebt liefdesverdriet, er zijn mooie vrouwen, het is veilig.`` Aan moeten heb ik een broertje dood. Het zal de aard van het beestje zijn, maar ik maak zelf uit wat móet. Het gezeur blijft echter duren, dus vooruit, overstag voor die ene keer. Eerst buiten op het grote terras. Het is nog geen middernacht. Een caipirinha of twee. Voor de zenuwen. Naast de disco een restaurant met buiten dat terras. Het wordt er drukker en drukker. De publieke vrouwen komen aan, de gringo´s kijken hun ogen uit. Twee Engelse jongemannen in de twintig zijn aangeschoten. Ze zitten naast me. Ze zijn verbrand. Engelsen verbranden altijd in de zon, of ze zonnenbrand gebruiken of niet. Tatoeages, spierballen, grote bekken. Ogen puilen uit. Vrouwen knipogen naar hen. Ze spreken geen woord Portugees, maar dat deert hen niet. Dit wordt hún nacht, ze zijn er klaar voor. Nog een uurtje en de disco gaat open.
Als de deuren van Help worden ontsloten, ga ik direct naar binnen. Om te voorkomen dat ik een half uurtje later in een lange rij moet staan. Alle superlatieve verhalen in het achterhoofd valt Help me ontzettend tegen. Het is er allesbehalve super sjiek. Een beetje verouderd zelfs. Een grotere en kleinere dansvloer, als ik me het goed herinner, veel zitjes, niet echt bijzonder. Veel gringo´s inderdaad. Een loket waar fiches te koop zijn waarmee de drankjes zijn te betalen. Schone en eenvoudige toiletten. Maar wat Help bijzonder maakt, zijn de mensen. Die bonte verzameling van geile, dronken, jonge mannelijke toeristen, van adembenemde mooie en sexy geklede jonge prostituees in alle huidskleuren, obers met vlinderdasjes die er helemaal niet horen en Brazilianen die voor alles komen, voor het voorspel tussen gringo´s en hun landgenotes, voor de drank, voor de muziek. En natuurlijk om te lekker en veel te dansen, want dat kunnen ze, die Brazilianen. Daar zijn wij gringo´s slechts een stelletje onbehouwen stoethaspels bij vergeleken.
Mijn Engelse vrinden zitten vlakbij de dansvloer. Taktische plek. Vrouwen omringen hen. Drankjes worden besteld, de één na de ander. Ze hebben alle twee al een vrouw aan de zijde. De Britten zullen snel verdwijnen met hun kersverse liefdes, naar een hotelletje in de omgeving.
Ik loop wat rond, houd me verre van het vrouwenvolk. Ik heb er geen zin in, observeer liever. Hé, een trap naar boven. Een extra verdieping. Het levert een prachtig uitzicht op van het gekrioel beneden. Mooie plek, rustig. Ik kan leunen op een balustrade en rustig drinken. Van verre hoor ik gegil. Afkomstig van vrouwen, dat is duidelijk. Het geluid wordt lawaai en komt dichterbij. Een opstoot beneden. Een lange neger, geheel in het wit gekleed en met een mooie vrouw, omgeven door veiligheidsmensen van Help. Een horde van gillende vrouwen, die de man willen aanraken. Met balpennen in de aanslag, vragen om handtekeningen. Wat is dat? Dát is de binnenkomst van Nilton Nascimento. Hij werkt zich samen met zijn vriendin de trap op die onmiddellijk hermetisch wordt afgesloten. De acteur bestelt een drankje en gaat naast me staan. Hij merkt dat ik geen weet heb wie hij is. Ik spreek geen woord Portugees, het zal Engels worden. Nascimento spreekt een beetje Engels. Ik vraag hem waar die hysterie vandaan komt. Wie hij is? Hij lacht breeduit: ´´Ik ben acteur in soapseries op televisie.`` We praten een minuut of vijftien. Over zijn vak, over mijn vak, over Brazilië. Nascimento is een rustige en symphatieke man, niet uit de hoogte, uiterst vriendelijk. Dan verdwijnt hij met zijn vriendin naar een vip-plaats en de rust keert terug in de disco.
Rust? Om de weerga niet! Ik daal de trap af en het vrouwenvolk stort zich nu massaal op mij. Ik word bijkans omver gelopen. Wat is dat? Dát is het gevolg van mijn praatje met de beroemde acteur. De vrouwen hebben het gezien en denken dat ik een goede vriend ben van Nascimento. Ze denken: vriendjes worden met deze gringo brengt mij dichter bij die acteur. Ik ben op slag ´beroemd` in Help. Een Schot komt naar me toe en stamelt stomdronken: ´´Jij hebt mazzel, jij kunt ze uitkiezen man. Profiteer! Snel!`` Hij morst golven whisky uit een vol glas.
En ik denk: óf nu weg óf de goed bedoelde raad van die gekke Schot opvolgen. Ik besluit voor de tweede optie te gaan, maar smeer het uit. Ik loop op en neer, uiterlijk kalm, maar innerlijk speelt mijn hart een heftige samba. Honderden vrouwenogen registreren iedere beweging van me. De eerste gedachte is: het is een drama om een bekend mens te zijn. Ik durf niet eens meer een plasje te doen. De tweede gedachte is: kies ik een vrouw uit, dan moet ze de allermooiste zijn van deze nacht en van heel Rio de Janeiro. Het is bijna sluitingstijd, tegen vier uur. Het precieze tijdstip herinner ik me niet, de uitgekozen juffrouw daarentegen wel. Lilás heet ze, tenminste, dat zegt ze. In de twintig, een Bahiana, afkomstig uit de noordoostelijke staat Bahia. Lichtbruin met lange zwarte haren. Zij is de allermooiste van deze nacht. We verlaten de disco, steken de boulevard over en betreden het strand. Onophoudelijk vrijen. Uren blijven we op het strand van Copacabana. Langzaam wordt het licht, het verkeer komt op gang. Stadsbussen gaan rijden, het is half zeven. Ik verlaat Lilás en dank haar voor de liefdesochtend. Nascimento is niet meer, Help is niet meer, maar herinneringen aan deze nacht in Rio zullen nooit meer vervagen. Met innige dank aan mijn vasthoudende Braziliaanse vrienden en de overleden acteur.
Over vrouwen en liefde geschreven, Rio de Janeiro zal me meer dan voldoende geven. Mijn eerste Braziliaanse vriendinnetje heet Thais. Ze is nu een geliefde zangeres van samba en bossa nova in het clubcircuit van Rio de Janeiro. Die ene romantische ochtend in haar krappe huisje in de werkelijk schitterende wijk Botafogo. Ik word wakker naast haar en zie dat ze een akoestische gitaar pakt. Ze begint te spelen en te zingen. Zo mooi. Ik open mijn ogen wijder. Zij vraagt: ´´Wil je koffie?`` Ik antwoord: ´´Zo dadelijk, maak eerst het liedje af alsjeblieft.`` De eerste zonnenstralen van een nieuwe dag dringen de slaapkamer binnen. Thais zingt en speelt. Kippenvel, tranen van ontroering. Het is meer dan tien jaar geleden, ook deze beelden blijven helder. Rio de Janeiro bedankt. Een andere wijk en minstens zo interessant en bekend is Lapa. Befaamd om de travestieten, die ´s nachts op straat flaneren. Lapa ligt dicht tegen Copacabana aan, in het centrum van Rio de Janeiro. Voor goede en live concerten van allerlei soorten Braziliaanse muziek is een nachtelijk bezoek aan Lapa een moetje (foto boven). Samba, bossa nova, forro, rock, het is er allemaal. En kwaliteit. Ik ga met een Nederlander, die verkering heeft met een Braziliaanse, naar één van die tenten. Het is op een zaterdag, de naam van de bar weet ik niet meer. Maar het zijn twee verdiepingen, er is een kleine tuin buiten met stoeltjes en tafeltjes. We gaan vroeg en dat is een gelukkie, want deze bar blijkt gerenommeerd en in korte tijd ontstaan wederom van die lange rijen.
Binnen is het prachtig. Ik herinner me een rond podium met een orkestje dat samba speelt. Volop dansende Brazilianen, schitterende negerinnen en negers die weten hoe het lichaam beweegt dient te worden op deze muziek. Indrukwekkend. Ook weer een extra verdieping met mooi uitzicht. Ik ontmoet er Vãnia, een psychologe uit Belo Horizonte, de hoofdstad van de staat Minas Gerais. Tot een romance zal het net niet komen, Vãnia blijft nog maar twee daagjes in Rio de Janeiro, haar vakantie zit er bijna op. We zullen elkaar de volgende dag op het stand van Ipanema ontmoeten, waar ze met vrienden van de zon geniet. Eventjes. Dan is het voorbij, later houden we wel contact via het web. Tot heden. Vãnia geeft me in de sambatent in Lapa het nummer van haar mobiele telefoon. Voor die afspraak op het strand de volgende dag. Ze zegt ook waar ze gaat liggen. Op Ipanema, ter hoogte van dat ene grote hotel. Niet te missen.
De zoektocht naar Vãnia wordt een regelrechte ramp. Het is een bloedhete middag, de stranden zijn overbevolkt. Het is ook nog eens zondag. Dan loopt Rio met goed weer massaal uit naar het strand. Om er te bruinen, te sporten, te zwemmen, te lonken, te eten en te drinken. Ik vind snel dat grote hotel, trek een denkbeeldige rechte lijn naar het strand en ga lopen. Geen Vãnia. Trek diagonalen en wandel van zee naar boulevard. Stop bij elk groepje dat op het hete zand ligt. Het kan niet missen. Nou, mooi wel, geen enkel spoor van Vãnia en haar vrienden. Ik begin te zweten. Het drupt aan alle kanten. Daar sta ik, op een strand in Rio de Janeiro, met in mijn linkerhand een vodje met een telefoonnummer van een Braziliaanse vrouw. Het wordt al nat van het zweet. Ik heb geen telefoon bij me, spreek geen woord Portugees. Ik raak verdwaald, ben op Copacabana. Dit gaat verkeerd. Moet terug, maar waarnaar toe? Negerinnen op het strand roepen me. ´´Gringo want love?`` Nee, gringo wants Vãnia!
Ik zie een hele grote en foute neger, te midden van zeker vijftien zwarte hoertjes. Met gouden kettingen om de hals en een mobiele telefoon. Hij heeft een dikke stapel dollars in één hand en is bezig die te tellen. Als hij geen pooier of een kleine drugsdealer is, bijt ik alsnog mijn tong af. Hij ziet me en wenkt. Hij spreekt geen woord Engels. Wat hij zegt, ik versta het niet. Ik maak in de lucht een vorm van een vrouwenlichaam, geef hem het vodje met het nummer van Vãnia, wijs op zijn telefoon en steek ontredderd mijn armen in de lucht. Maak ook nog een vraagteken. Hij snapt me, maant tot kalmte, geeft me een biertje. Hij pakt zijn telefoon en belt. Nog geen drie minuten en Vãnia staat recht voor me. ´´Hier kunnen we beter verdwijnen``, lacht ze, ´´we liggen daar hoor, kom maar mee.`` Ik omhels de neger en bedank hem. Hij glimlacht, steekt een duim omhoog. Sterkte!
Rio de Janeiro en Braziliaanse liefdes. Vers stromend bloed door de aderen. Een nooit meer te doven passie voor de stad ontwaakt. Eén herinnering tot besluit. Die op het oog niets te maken heeft met liefde. Een mannelijke zwerver ligt op een hoek van een straat, op het scheiden van de wijken Ipanema en Copacabana. Hij bedelt. Ik loop langs hem heen en op dat moment moet de man verschrikkelijk hard niezen. Ik schrik ervan, kijk om, knik en zeg: ´´Gezondheid.`` Op z´n Nederlands, maar de man snapt het. ´´Obrigado``, is zijn weerwoord. Dankjewel. Direct volgt een brede glimlach, zo spontaan, zo van binnen uit. Hij is klaarblijkelijk blij met die ene seconde contact, met die ene seconde respect in zijn miserabele bestaan. Wat is het toch? Verrek, ja, het is de liefde voor het leven. Ook dát is Rio de Janeiro.

1 opmerking: