zaterdag 16 april 2011

Alicia (118)

Het is niet meer zo simpel om in eigen huis achter de laptop te zitten en die te bedienen. Het is een kwestie van agenderen. Want ene Alicia komt meerdere keren per week langs en legt onmiddellijk beslag op de computer. De 34-jarige Braziliaanse, klein van stuk met lichte ogen, woont ruim een uur bussen van het huisje van mijn vriendin en mij. Maar de staatsuniversiteit van Goiás, waar Alicia al acht jaar probeert af te studeren, ligt slechts op vijftien minuten lopen van onze laptop. En mijn vriendin is al jaren bevriend met Alicia. Vandaar die bezoekjes, gemak dient de mens.
Alicia heeft gebroken met haar man. Dat is goed, want manlief is allesbehalve lief. Losse handjes enzo. Hij heeft nu een ander, een piranha zou ze zijn, het Braziliaans voor slet. Om het overzichtelijk te houden, Alicia heeft nog contact met haar ex. Ze bedrijven zelfs af en toe de liefde. Hij wil haar terug, zij wil hoofdzakelijk centjes van hem. Want zij heeft geen geld, was altijd al afhankelijk. En met twee opgroeiende dochters in de leeftijden van elf en twaalf jaar is het iedere dag weer spreekwoordelijk roeien met de riemen die ze heeft. Voor de overzichtelijkheid: die twee dochters zijn van een andere ex-man van Alicia.
Maar het tij gaat keren. Daar is Alicia heilig van overtuigd. Ze is hals over kop verliefd geworden op een Nigeriaan, die in de Nigeriaanse hoofdstad Lagos woont. Ontmoet via Facebook. Ze noemt het virtuele liefde. Samuel heet deze zwarte man, die ook virtueel op Alicia is. Het is serieus, want Samuel wil snel naar Brazilië komen. De eerste stappen op de trap naar een visum voor Brazilië toe zijn gezet. Alicia moet een uitnodiging en haar handtekening opsturen naar de Nigeriaanse ambassade in Lagos. Samuel moet veel meer doen, maar heeft daar ervaring mee, want hij is vaker in het buitenland geweest. Samuel heeft een goede baan, hij doet iets met elektriciteitscentrales, dus Alicia is vol vertrouwen over de toekomst. Wat haar betreft, zit het gebakken. Het Nederlandse gezegde ´niet over één nacht ijs gaan` doet ze af met ´´Brazilië heeft geen ijs.`` Geen raad nodig.
Via Skype praten ze met elkaar in mijn huisje. Ze kunnen elkaar zelfs zien via webcamera´s. Nou ja praten, het contact loopt via het geschreven woord. Want klein probleem: Samuel spreekt en verstaat geen woord Portugees, Alicia spreekt en verstaat geen woord Engels. Een kniesoor die daar op let. Want vertaalprogramma´s genoeg op het web, de zin opslaan en in een tel wordt Engels Portugees en Portugees Engels. Samuel wil het liefste in mei al over komen. Dat is de volgende maand. Alicia vindt juli eigenlijk beter. Dan heeft ze vakantie. Alicia wil eindelijk afstuderen dit jaar en in mei moet ze nog vier dagen in de week naar school. En wat moet hij dan in zijn uppie in een klein huisje, in een land waar hij zich niet verstaanbaar kan maken, waar hij de weg niet kent? Onbelangrijke details. De wielen draaien en remmen zijn er niet. Heeft Samuel een visum voor Brazilië, dan is het uitzien naar een vlucht. Wellicht is zijn overweging om juist niet in juli te komen, een financiële. Vakantietijd, vliegreisjes in hele wereld duurder.
Uren zit Alicia de laatste drie weken achter onze laptop. Kan ik even langskomen, vraagt ze via haar mobiele telefoon aan mijn vriendin. Met nadruk op even. Ze heeft mazzel dat ze een Braziliaanse is en in Brazilië leeft. Daar is dat even immer een zeer rekbaar begrip. Maar ze is van harte welkom, daar niet van, ze is echt grappig en niet gevoelig voor ironische opmerkingen mijnerzijds. ´´Je lijkt op mijn vader, die heeft ook overal kritiek op``, lacht ze haar tanden bloot. Ik bied slechts wat tegenwicht, breng ik in: ´´Trouwens, moet mevrouw niet eens beginnen met studeren?`` Of die kniesoor zijn mond niet eens kan houden, kaatst mevrouw terug. Oké, ben al stil.
Het is een gekir van jewelste achter de laptop. ´´Hij houdt van me, zegt hij nu. Ai lof joe beebie``, leest Alicia voor uit eigen werk. Af en toe word ik gemaand tot vertalen als het computerprogramma steken laat vallen. Af en toe word ik gemaand tot wegwezen, als intieme zinnetjes worden uitgewisseld. Alicia maakt er een ware show van. ´´O jee, hij is religieus, van de Anglicaanse kerk. Iedere week naar de mis. Ik ben helemaal niet religieus, wat nu?`` De oplossing is snel gevonden in het wonderlijke brein van Alicia. Ze schrijft dat ook zij religieus is. Makkelijk. Samuel reageert opgewonden: ´´Gaan we in Brazilië mooi samen iedere week naar de kerk!`` Drie punten voor de Nigeriaan, eerste knock-down. ´´Daar zit je aan vast meid``, zeg ik lekker vals. ´´En jij zou je mond houden!``, retourneert de aangesprokene wel erg hardop.
Soms, heel soms, en heel kort, dringt een glim van gezond verstand het Braziliaanse damesbreintje binnen. ´´Nou zeg, als ik Braziliaanse sites over Nigeria opvraag, gaat het veelal over illegalen en drugshandel. O jee``, en ze slaat een denkbeeldig kruis. Mooie informatie. Daar kan ik wat mee: ´´En laat je niet van de wijs brengen door praatjes over het geloof. Je bent zelf een volgelinge van Karl Marx. Je weet: die gelovigen zijn de ergsten.`` Alicia haalt lachend haar schouder op, kijkt mijn vriendin aan en wijst naar me: ´´Hoor hem. Daar heb je m´n pa weer.``
´´Hij vraagt of ik een tattoo heb?`` Alicia giert het uit. Tattoo in het Engels spreek je net zo uit als tatu in het Portugees. Een tatu is een buideldier dat in de bossen leeft. Beschermde diersoort, maar er wordt in het ruime Braziliaanse achterland volop op gejaagd. Het vlees is wat aan de taaie kant, maar goed bereid is het een delicatesse. Tatu of tattoo? Een buideldier heeft Alicia niet, tattoos wel. Als ze haar vergissing door heeft, volgen meer gierbuien. Het kan niet mis met die communicatie tussen die twee, dat is zeker. En Samuel houdt van tattoos, dat is ook zeker. Weer een teken: deze twee zijn voor elkaar in de wieg gelegd.
Ik geef niet op. Als Alicia een momentje ernstig is, grijp ik mijn kans. ´´Je zal aan je ex-man moeten vertellen dat een Nigeriaan op komst is. Je moet er toch niet aan denken dat die ruimhartige ex van je een bezoekje met een bedoeling aan je huis brengt, aanklopt en een zwarte meneer met een grote glimlach in slechts een shortje de deur opent?`` Ongelooflijk, maar die komt aan. Alicia denkt na. ´´Inderdaad, ik zal het hem moeten zeggen.`` Of ze niet bang is voor een gewelddadige reactie van de ex, voeg ik er aan toe. ´´Tja, je weet nooit hoe een mens reageert hè?``, luidt haar vage repliek. Daar blijft het bij. En Alicia blijft dolgelukkig, ze is niet van haar zwarte stuk te brengen. Ze sluit de conversatie af, ze moet weer naar school. Een korte vraag: ´´Kan ik vrijdag weer even langskomen? Fijn, bedankt.`` En weg is ze. Ai lof joe toe beebie, klinkt het na in mijn oren. Ik slaak een diepe zucht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten