
van het Braziliaans tropisch dorpje met de naam Carolina. Dat ligt in het diepe zuiden van de noordoostelijke staat Maranhão, tegen de rivier Rio Tocantins aan. In de tijd van Arabela een druk bevaren rivier met Carolina als haven (foto rechtsboven). Hedentendage een prachtig toeristisch stadje met ruim 24.000 inwoners. Met indrukwekkende watervallen. Daar zal Arabela echter niets van zien.
Zij is de tweede in de rij van elf kinderen van João Ribeiro en Dalzira Nascimento. Pa Ribeiro zal bijna zijn hele leven op het platteland werken. In het zweet des aanschijns. Arabela zal op haar beurt net als haar moeder elf kinderen baren, die allen gezond op het aardvlak leven. Met hetzelfde zweet voedt ze haar kroost op.
De 73-jarige Arabela leeft nu met echtgenoot, een zoon, een dochter en haar man (schrijver dezes blog) in een huisje in Taquaralto, een buitenwijk van de hoofdstad Palmas van de noorderlijke dunbevolkte staat Tocantins.
Arabela heeft indiaans bloed, gekregen van opa, van moederszijde. Arabela kent de natuur, weet alles van de natuur, is één met de natuur. Ze kijkt naar de hemel, als wolken zich aandienen en weet of het gaat regenen, wanneer, of het een stortbui wordt, slechts een buitje, met of zonder onweer en bliksem. Daar kan geen KNMI met alle technologie tegenop. Echt. Ik kan het natuurlijk niet nalaten haar op de proef te stellen. Zien is geloven. Een wolkje, een donderlucht, windvlagen (die meestal voorafgaan aan regenbuien in dit land) of ik begin. ´´Regen ma?`` Arabela kijkt een seconde naar de hemel, haalt haar schouders op. ´´Vandaag niet, het gaat aan de andere kant van de wijk plensen.`` Of: ´´Een stijf kwartiertje en dan gaat het hier loos.`` En ja hoor.
Over natuur geschreven. Achter haar huisje een grote tuin. Een soort moestuin. Met bomen die vruchten geven, zoals manga´s, met medicinale planten, hete pepers in alle kleuren en maten, kleine tomaatjes (jammie). Meer dan driehonderd verschillende planten. Pijn in het buikje, droog keeltje, loopneusje? Mams biedt een kopje thee aan. Eerst een blaadje of een takje in de tuin afbreken. Dan in water koken. Soms is het drapje zo verschrikkelijk vies dat het moed vergt om het binnen te houden. Of het helpt, wilt u weten? Moet daar nog een antwoord op volgen?
Arabela maakte in drie dagen een hangmat die zeker tien jaar meeging. Noodzaak, want al haar kinderen sliepen in het ouderlijk huis in een hangmat. Evaldo, een van hen, vertrouwde me eens toe: ´´Pas na mijn trouwen, sliep ik voor de eerste keer in een bed. Dat was me wennen zeg.`` Arabela maakt op verzoek ook mini-hangmatjes voor kleinkinderen. Daar kunnen poppen in slapen. Schattig zijn ze, die hangmatjes, en ze kloppen, tot in het kleinste detail.
Arabela is niet gewend vroeg haar bed op te zoeken. ´s Avonds laat kruipt ze in de woonkamer achter een antieke zwarte Singer naaimachine. Die is ongetwijfeld nog te vinden in het Nederlandse Naaimachine Museum in Weert. De Singer heeft dat prachtig sonore geluid. Arabela herstelt er kleren. Of talloze kleine lappen afvalstoffen worden aaneengenaaid tot een compleet dekbed. Dat engelengeduld. Die kleine ogen. Niets ontgaat haar. Tellen? Da´s voor de dommen. Op de vloer vallen stukjes draad. Arabela trekt tijdens het naaien aan de lappen. Beetje naar links, beetje naar rechts. Knip knip, zegt een schaar. De Singer stopt niet. Het lijkt meer op boetseren. Dat is Arabela ten voeten uit. Een Braziliaanse wondervrouw in haar element.
Minha mãe sempre foi uma batalhadora. Orgulho-me em ser sua filha.
BeantwoordenVerwijderenmooi
BeantwoordenVerwijderen