dinsdag 7 juni 2011

Brazilië-Oranje (132) (De Wedstrijd)


Dikke spieren van het vele staan en lopen, buikpijn en opgezette oogleden van het lachen, uitgewerkte traanklieren vanwege emoties, een duf en vol hoofd met talloze indrukken, die maar niet willen wijken. Het is de balans van twee dagen optrekken met een kleine twintig Nederlandse Oranjesupporters in mijn woonplaats Goiãnia in het centrale westen van Brazilië. Reden? De vriendschappelijke wedstrijd Brazilië-Oranje op zaterdagmiddag 4 juni. Bredanaar Patrick zoekt weken voor die datum via internet contact met me. We vinden elkaar, op het web. Uitwisseling van informaties. Wat wilt hij, wat kan ik doen? Patrick ziet een kleine bus op de wedstrijddag van een centraal punt in de stad naar het stadion en weer terug wel zitten. Met bier aan boord graag. Voor een kleine twintig vrouwen en mannen. Hij belooft me een kaartje. Ik ga aan de slag en het lukt. Op het nippertje, dat wel. Op zijn Braziliaans dus.
De Oranjesupporters komen niet allemaal met dezelfde vlucht aan. Zo laat Patrick in een mail weten. ´´Maar geen probleem: we vinden elkaar wel. Dat komt altijd goed.`` Hij en zijn Braziliaanse vriendin moeten vrijdagmiddag 3 juni uit een vliegtuig stappen in Goiãnia. Om 17.55 uur met de JJ 3579. Ik ben al vroeg op het kleine nationale vliegveld. Met cadeaus, de Bredanaar verjaart vandaag. De 3579 heeft een klein uur vertraging. Zoals bijna alle vluchten tegen het weekeinde als de avond invalt. Het is al jaren zo, niet alleen in Goiãnia. Weer een bewijs van onmacht van Brazilië, dat het maar niet voor elkaar krijgt om drukke luchthavens, niet alleen internationaal, maar ook nationaal, te voorzien van een goede structuur. En de tijd dringt. Het WK in 2014 is niet ver weg meer.
Ik heb voor de zekerheid een heel oud Feyenoordshirt aangedaan voor herkenning. Patrick is Bredanaar en dus voor NAC. Die clubs hebben niet veel met elkaar op, zachtjes gezegd. Patrick weet via mails van mijn voorliefde voor de club uit Rotterdam-Zuid. Met die herkenning komt het goed, met het dragen van dat Feyenoordshirt absoluut niet. De begroeting is derhalve uiterst hartelijk. We pakken snel een taxi naar het hotel Plaza Inn in het centrum van de stad. Aangekomen gaat het Braziliaans-Bredaas stel zich opfrissen. Aan de overkant van Plaza Inn een restaurant annex bar. Met een groot terras. Met veel Oranjesupporters. In het oranje. Zoals het hoort. Ik hou me in eerste instantie afzijdig. Hier hoor ik niet bij. Deze supporters kennen elkaar al jaren, reizen het Nederlands Elftal tot in alle hoeken van de wereld achterna. Niet alleen de belangrijke toernooien als de WK´s in Amerika, Zuid-Korea/Japan en Zuid-Afrika. Ook voor een oefenwedstrijd ergens in het midden van Brazilië. Om daarna snel een volgend vliegtuig te pakken naar het zuidelijke buurland Uruguay, waar Oranje op woensdag 8 juni vriendschappelijk in het veld komt in Montevideo tegen de nationale elf van dat land.
Ik zit echt voor aap daar op het terras, met mijn Feyenoordshirt. Wat ik normaliter met trots draag. Maar het hoort niet, ik voel het. Dit zijn geen supporters van een club, maar van een land. Holland. Ik zit moederziel alleen aan een tafeltje en wacht op Patrick. Als hij, en zijn vriendin, het hotel verlaten en naar het terras lopen, wenkt hij me. ´´Schuif hier maar aan. Dit is de groep.`` Ik slik, knik wat en pak een stoel. Het onvermijdelijke gebeurt. ´´Geen clubshirts, heb je geen Oranjeshirt?`` Uh nee, die heb ik niet. ´´Je moet morgen wel iets oranjes aandoen.`` Ik verweer me door te zeggen dat ik mijn shirt aantrok voor herkenning met Patrick op het vliegveld. Maar het is een zwak verweer, het telt niet. De groep heeft het grootste gelijk aan haar zijde. Ik zit fout.
Daar zitten ze dan, de echte Oranjesupporters. Op volwassen leeftijd. Geen jonkies. Een Edwin, een Jos, een Kitty, een Paul, een Caroline, een Geurt, een Jurgen. Namen die later op de avond en de volgende dag een gezicht krijgen. Voor wie de bewondering en het respect groeit. Met wie de lach nooit ver weg is. En een groep met een enorm veel prachtige verhalen over supporters en wedstijden en verre landen. Jos zal me deze dagen er veel over vertellen. Hij is met Kitty getrouwd en woont in Renkum. ´´Veel clubsupporters van bijvoorbeeld Feyenoord, Ado Den Haag en Ajax zijn het gedoe bij hun clubs zat en besluiten achter Oranje aan te reizen. Wij hebben nooit problemen, nooit agressie.`` Het zijn mooie woorden. Er komen er meer. Natuurlijk komt Brazilië-Nederland in Zuid-Afrika ten sprake. De 2-1-winst, na een 1-0-achterstand. Twee goals van Sneijder, Oranje verslaat een gedoodverfde favoriet. Jos weer: ´´Ik heb zitten huilen na afloop. Het was geweldig.`` Patrick: ´´Die wedstrijd was mijn WK-finale. Feest? Enorm, ik ben daarvan stukken kwijt.`` Jos: ´´Die Brazilianen waren ver in de meerderheid in het stadion. Geen felicitaties na afloop. Arrogant gedrag. Ze wezen op hun voetbalshirt met vijf sterren. Vijf keer wereldkampioen betekenen die sterren. ´En jullie, en jullie?`, zeiden ze telkens, ´hoeveel sterren hebben jullie?` Onsportief. Die houding was hetzelfde in Amerika, waar Brazilië met 3-2 van Nederland won. Jennen na afloop. Naar.`` Ik schrik ervan. Zo ken ik de Braziliaan niet. Ik zeg het tegen Jos: ´´Zo is het volk toch niet?`` Jos denkt even na en redeneert: ´´Je moet bedenken dat bij WK´s in Zuid-Afrika en Amerika niet de gewone Braziliaan zit. Dat zijn de mensen met veel geld. Die zijn arroganter.``
Het is middernacht als we afscheid nemen. De volgende dag om half één ´s middags bij dezelfde kroeg. Kaartjes afhalen bij het duurste barbecue-restaurant van Goiãnia, daarna direct naar het stadion. Het is tegen enen als wij de dag van de wedstrijd aankomen bij het restaurant. Wij zijn het busje, de chauffeur van het busje en ik. De Oranjesupporters zijn nog meer in het oranje gekleurd. Ik heb mijn Feyenoordshirt geruild voor een rood-oranje shirt van de voetbalclub Kosiçe uit Slowakije. Het enige oranje-shirt dat ik thuis heb. Het is beter zo.
We zijn vroeg bij Serra Dourada, het gemeentelijk sportpark, waar Oranje zal optreden. Maar het is al druk.
Caroline en Paul, een Rotterdams stel (foto´s links), zien er werkelijk indrukwekkend uit. Geheel in het oranje, van top tot teen, met hoge aparte hoofddeksels. Caroline heeft een zelf gemaakte oranje waaier bij zich. Ze zijn lang voor de gemiddelde inwoner van Goiãnia, met die hoofddeksels worden ze nog langer. Brazilianen weten niet wat ze zien. We moeten naar schatting vijfhonderd meter afleggen na de ingang van het stadion. Het duurt bijna een uur voor we er zijn. Brazilianen verdringen zich om het tweetal. ´´Foto, foto!`` Hele families gaan op de foto met de Rotterdammers, die het blij gelaten over zich heen laten komen. Ze zijn het gewend, zullen ze later zeggen. Brazilianen steken duimen omhoog. Niets is te merken van arrogantie, van onsportief gedrag. Tot aan de militaire politie toe, die van afstand stiekempjes ook fotografeert. Vooral kinderen omhelsen Paul en Caroline. ´Cheese?` Nee! Ze stralen een intens geluk uit, het is echt, van binnen uit: wij mogen op de foto met deze echte Oranjesupporters. Ik krijg tranen in mijn ogen. Zo ken ik de Braziliaan weer.
Eénmaal in het stadion vinden we een plekje in een hoekvak. Op de tweede ring. Het is er betrekkelijk rustig. De afstand tot de hoogste stoeltjes van de eerste ring is gering. Met een beetje rekken kun je elkaar aanraken. De Oranjesupporters krijgen veel aandacht van de Brazilianen. Duimen gaan weer de lucht in. Sportief over en weer met vingers aangeven hoeveel het wordt. Twee-nul zeggen zij, nul-drie zeggen wij. Om ons heen zitten ook Brazilianen. Die bellen met hun mobieltjes naar het thuisfront. ´´We zitten midden tussen de Oranjefans, ja, echt waar!`` Klik klik, zeggen fototoestelletjes.
De wedstrijd begint. Met het spelen van de volksliederen. Eerst het Nederlandse. De Oranjesupporters gaan allen staan, rechterhand op het hart en zingen uit volle borst mee. De Brazilianen in het onder ons draaien zich om en kijken met respect naar boven. Na afloop klappen ze. Emoties. Prachtig. Natuurlijk klappen ook wij voor hen na het Braziliaanse volkslied. De stemming zit er in. De wedstrijd zelf? Daar kan ik kort over zijn. Het is en blijft 0-0. Oranje komt de tweede helft een paar keer goed weg.

Op de tribune blijft het feest. Een shirtje wordt geruild, zelfs bier wordt weggegeven aan een Braziliaan op het vak onder ons. Eén minpuntje toch. Een Braziliaanse supporter vindt het nodig om het spandoek van Edwin te jatten. Die is daar uiteraard niet over te spreken, maar zijn irritatie blijft niet te lang hangen.
Het bier vloeit rijkelijk. Bij een barretje achter de tribune ontmoet ik een Hollander. Martin heet hij. ´´Ik ben helemaal alleen, zit jij bij meer Oranjefans? Oké, kan ik met je mee? Bedankt.`` Arme Martin. Hij woont in São Paulo en is vanaf vanochtend om vier uur in de weer. Met vliegtuig naar Goiãnia. Daar 2,5 uur wachten op twee vrienden. Die komen niet opdagen. Dan naar het stadion om zijn kaartje af te halen. Hij heeft dat kaartje via internet gekocht. Martin wordt van het kastje naar de muur gestuurd. Naar het stadion, vervolgens naar een koopcentrum, naar het centrum, weer terug naar het stadion. Na 3,5 uur heeft hij eindelijk het fel begeerde toegangskaartje in zijn hand. ´´Ik vlieg om acht uur vanavond terug naar São Paulo. Alle betaalbare hotels zitten vol hier. Ik ben doodop, bier maar, om wakker te blijven.`` De Oranjesupporters verwelkomen Martin, die zich niet onbetuigd laat en nog meer biertjes laat aanrukken.
Het eindsignaal klinkt. Wij wachten een kwartiertje en verlaten het stadion. De Brazilianen blijven uiterst vriendelijk. Gelukkig. Caroline en Paul blijven hot. Blijkbaar heeft nog niet iedere Braziliaanse supporter ter plekke hen op de foto gezet. Vertraging, maar geen irritaties. Het busje staat keurig netjes op de afgesproken plaats. We stappen in en gaan naar dat duurste barbecue-restaurant. Het afscheidsetentje. Daarna zet de bus de groep af bij het grote terras. Ik ga mee. Nog een paar biertjes en het is over en uit. Morgenvroeg moet de groep naar het vliegveld. Uruguay wacht, Oranje wacht.
Ik neem een motortaxi naar huis. Een dik kwartier. Veel slapen doe ik weer niet. Ik besluit zondagochtend vroeg naar het vliegveld te gaan om de supporters uit te wuiven. Met de fiets, het is zo ver niet. Om half negen kom ik aan, slechts enkele minuten later druppelen de Hollanders binnen. Inchecken, de vlucht naar São Paulo vertrekt om elf uur. Vandaar gaat het rechtsstreeks naar Montevideo in Uruguay. Paul geeft me twee cadeautjes: een Feyenoordvaantje en een Feyenoordsleutelhanger. Caroline fluistert me toe: ´´Hij traint de jeugd bij Feyenoord.`` Die verrekte aap! Dat heeft hij mooi voor me verzwegen. Ik ben zo blij als een kind.
Een Braziliaans stel loopt voorbij. Hand in hand. Hij in een Flamengoshirt, zij in een shirt van Vasco da Gama. Twee populaire voetbalclubs uit Rio de Janeiro, supporters van deze clubs zijn echt geen vriendjes van elkaar. Ik heb zelf een Flamengoshirt aan en moet hard lachen als het stel passeert. Ze houden halt en zij draait zich om. ´´Mag het?``, vraagt ze, ook lachend. ´´Natuurlijk``, antwoord ik. Kan het mooier? Ik leg het uit aan Jos. ´´Dat zie je in Nederland niet, een mevrouw met een Ajax-shirt en een man in een Feyenoordshirt en dan gearmd over straat.`` Jos haalt zijn schouders op. ´´Dat is waar, maar het moet gewoon kunnen.`` De groep checkt in en verdwijnt in het kleine vertrekzaaltje. Omhelzingen en dankwoorden, over en weer. ´´Prettige reis, prettige wedstrijd``, roep ik hen na en krijg terstond koude rillingen. Wat een volk, wat een supporters.
Het is dinsdag 7 juni, half elf ´s ochtends in Goiãnia. Ik ben veel te laat met dit verslag. Dat had afgelopen zondag op mijn blog moeten staan. Geen excuses. Maar ik kon niet meer. De vermoeidheid sloeg toe, met rente. Twee dagen geslapen. Nog keel- en spierpijn. Het zal de leeftijd zijn. De Oranjesupporters zitten hoog en droog in Uruguay. Ik ben benieuwd wat ze daar beleven. Ik lees het later wel via internet. Lui, hartstikke bedankt voor de hartelijke ontvangst en de mooie uren. Tot in 2014. Het ga jullie goed.

5 opmerkingen:

  1. Norbert, mooi verslag, maar hoe kom je aan die foto dat we met zijn alle op de tribune naast elkaar zitten.
    Kun je die misschien ook naar mij toe mailen in een goede kwaliteit, het is natuurlijk ook meteen de laatste foto van het spandoek van de prinsen, hahahha
    Bedankt.
    Groetjes Ico
    de_speen@ziggo.nl

    BeantwoordenVerwijderen
  2. frank ramaekers10 juni 2011 om 09:20

    Norbert,leuk verslag heb het met veel plezier gelezen woon zelf in natal en ken patrick ook daarvan als goed is zie ik hem vandeweek hij blijft tijdje hier nou geloof ik.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. mooi verslag, norbert! ook hoe zachtmoedig je over de eerste confrontatie mbt shirt spreekt! bedankt voor het welkom, busje en hartelijke afscheid! je merkt dat je al een aantal jaren in brazilie woont en de mooie relaxte kant van de braziliaan hebt overgenomen!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hallo Norbert,

    Wát een prachtig verslag ! Bij het lezen kreeg ook ik koude rillingen. Je had journalist moeten worden kerel........... geintje !
    Dank, heel veel dank, ook namens Simone, dat we - mede dankzij jouw inzet en enthousiasme - Goiania kunnen bijschrijven als een (Oranjesupporters-taal) "Klassieker". Dank !
    Edwin en Simone, Haastrecht

    Oja, ik heet Anoniem, omdat ik geen verstand heb van URL's en account en zo ! Sorry !

    BeantwoordenVerwijderen
  5. ..en inmiddels kan ik je melden dat het verslag van zowel Brazilië als Uruguay op www.oranjefans.nl staat. Edwin en Simone hebben er weer heel wat werk in gestoken. En over 3 jaar ben ik er ook bij hoor..

    BeantwoordenVerwijderen