maandag 6 december 2010

Die goeie ouwe Chico (84)



Het is onomkeerbaar. Wie zich echt interesseert voor Rio São Francisco in Brazilië wordt er onmiddellijk verliefd op. De indrukwekkende rivier is maar liefst 2.830 kilometer lang en heet in de volksmond Velho Chico. Dat betekent Oude Chico, met dien verstande dat Chico een afkorting is van Francisco. De rivier ontspringt op een hoogte van 1200 meter in de staat Minas Gerais, loopt door de staten Bahia, Pernambuco, Sergipe en Alagoas, alvorens zich in het noordoosten van Brazilië over te geven aan de Atlantische Oceaan. Wat Chico zo´n eigen gezicht geeft, is haar karakter. De rivier weerspiegelt het Braziliaanse leven in bijna al haar facetten. Pure schoonheid, droogte, regen, tegenstrijdigheden, armoede, rijkdom, veel strijd.
São Francisco een brede en kronkelende rivier, met een fascinerende tropische flora en fauna. Een rivier met grote zandbanken, als het waterpeil in de winter zakt. Een rivier die domineert, die ontzag inboezemt, die romantiek uitstraalt. Tientallen jaren wordt de ouwe Chico al in alle toonaarden bezongen. Het is echte liefde. São Francisco is ook een droevige rivier. Mensenhanden brengen onherstelbare schade toe aan de Chico, ze bouwen enorme waterkrachtcentrales en verleggen de loop. Aan de rivier liggen minstens vijfhonderd steden en dorpen. Voor het merendeel straatarme mensen zijn afhankelijk van Rio São Francisco. Ze leven van de visvangst, het vervoer over water, ze boeren. Ze leven bij gratie van hún rivier. Hún rivier? Daar denkt de landelijke overheid anders over. Die heeft plannen om de hele Chico te nationaliseren. En denkt niet aan de gevolgen van die ´egoïstische kapitalistische nationalisering`, vinden de bewoners.
Het idee van de rivierloop te veranderen en zo de ernstige problemen van droogte in het noorden en noordoosten van het land op te lossen, dateert uit de tijd dat Brazilië nog een keizerrijk was. Het werd weer actueel tijdens de regeringen van de presidenten Getúlio Vargas (1937-1945) en Fernando Henrique Cardoso (1994-1998). Maar tot en met de regering Lula zijn er protesten, zijn er felle discussies en acties. Het einde van cruciale omleggingen is niet in zicht, het lijkt op een gebed zonder einde.



Voor alle duidelijkheid, die droogte in het noordoosten van Brazilië is geen kinderspel. Maanden geen druppel water, tankwagens moeten afgelegen gebieden bevoorraden, oogsten verdorren, vee sterft onder de hete zon. Verleggingen op tal van plaatsen zouden zeker een uitkomst kunnen bieden. Maar vergaande plannen lokken vergaande protesten uit. Specialisten zeggen, doen die omleggingen, maar ook zorgen voor infra-structuur in het gebied. Een naar woord voor scholing, (financiële) hulp bij ontwikkeling van landbouw en wonen. Anders is het weggegooid geld en moeite. Andere staten, zoals Piauí, komen in het geweer. Ze vergeten ons, wij hebben ook last van de droogte, wij willen ook water van die rivier. Ho ho, zeggen de mensen die er altijd al hebben gewoond, na die omleggingen hebben wij geen water meer, of maar een klein beetje. Wat moeten we dan? Die waterkrachtcentrales. Ze zijn nodig voor stroomvoorziening in het noordoosten. São Francisco leent zich uitstekend voor die centrales. Maar het volk voelt zich gepasseerd, voelt zich onbegrepen en ziet de centrales als melkkoeien en inkomsten voor regering en rijke particulieren. Broeder Luiz Cáppio, die zijn leven lang opkomt voor de armen, begint op 26 september 2005 een hongerstaking in de stad Cabrobó, in de noordelijke staat Pernambuco. Tegen omleggingen. Hij krijgt steun. Alternatieve en milieu-organisaties zijn het eens met de broeder. Het helpt niks. De toenmalige minister Jacques Wagner weet op 5 oktober een einde aan de vastenperiode van de broeder te maken. Hij belooft beterschap. Cáppio is niet van gisteren en zegt onomwonden: ´´Komt er geen bevredigende oplossing voor die omleggingen, dan begin ik zo opnieuw.`` Een bevredigende oplossing blijft uit. De landelijke overheid kondigt in 2007 het begin van werkzaamheden aan, onder toeziend oog van het leger. De broeder pikt zijn hongerstaking 27 november 2007 weer op. Opnieuw steun, ditmaal van bekende Braziliaanse geografen, filosofen en theologen. Het baat niets.
Een sterk vermagerde Cábbio wordt op 19 december opgenomen in het ziekenhuis Unidade de Tratamento Intensivo in Petrolina. Hij besluit toe te geven aan medische hulp. De broeder sterkt aan, wordt beter, wordt bisschop en blijft tot op de dag van vandaag opkomen voor sociaal-zwakkeren en is één van de belangrijkste voormannen in de strijd tegen omleidingen van de rivier.
São Francisco herbergt een cultuur die ver teruggaat. De rivier is ooit van de Indianen geweest, uiteraard, de eerste bewoners van het land. Opará noemden de indianenstammen de rivier, voordat die de ouwe Chico werd genoemd. Indianen wonen er nog steeds, in reservaten, ze zijn een minderheid. Net als de zwarten, de negers, in hun eigen quilombos, de typische nederzettingen van een andere minderheid. Het stroomgebied van São Francisco is zo belangrijk, het irrigeert een oppervlakte van 641.000 vierkante kilometer. Niet gek dat er zoveel te doen is over omleggingen, bouwen van dammen en waterkrachtcentrales, angst voor vervuiling, bacteriëen en droogte.
Over een cultuuruiting van ouwe Chico gesproken. Wat te denken van de afschrikwekkende carrancas? Het zijn grote groteske gebeeldhouwde houten koppen, die vroeger, naar schatting rond 1800, voorop schepen werden bevestigd. Het is niet te achterhalen of het de indianen of negers zijn geweest, die met het maken van deze koppen zijn begonnen. Wel is het zeker dat ze alleen te zien waren op de São Francisco. Volgens overlevering en legendes werden de angstaanjagende koppen niet voor niets gemaakt. Ze moesten zorgen dat monsters van de rivier wegbleven en een gelukkige en behouden vaart garanderen. Dieren als enorme krokodillen en de surubim kwamen niet meer in de buurt van de boten. Een surubim is een vis die 1,80 meter lang kan worden, met een gewicht van tientallen kilo`s. De carranca wordt nog steeds gemaakt, uit hout, in plaatsen aan de Chico. Ze worden verkocht als souveniers aan toeristen.
João Zinclar was in zijn jonge jaren, tot zijn twintigste, metaalbewerker in een fabriek in zijn eigen land. Nu is hij een bekende Braziliaanse fotograaf, die op fraaie en subtiele wijze met zijn werk de ´strijd van alle dag` weet te vereeuwigen. Zinclar is altijd een linkse jongen geweest, militant zelfs, zoals hij het zelf zegt. Opkomen voor rechten van de arbeiders, zich sterk makend voor een sociale revolutie in Brazilië en daarbuiten. Zinclar reisde van 2005 tot 2010 met korte onderbrekingen vijf jaren langs de ouwe Chico en maakte een speciaal fotoboek, dat niet alleen de natuurschoon van het gebied toont, maar vooral ook de strijd om het bestaan van mensen die er wonen.
Interviews naar aanleiding van het fotoboek verschijnen in de linkse pers. Of de omstreden plannen voor en verwezenlijking van omleidingen en verleggingen hem hebben aangegrepen?



De militante Zinclar neemt geen blad voor zijn mond. ´´Betrokkenheid met dit onderwerp is onvermijdelijk als je daar gaat fotograferen. Mijn lens zag in vele gevallen een stervende rivier. Ook een milieu dat heeft geleden onder vele aanvallen van de mens. Het volk van de Chico, met haar een eigen cultuur en manier van werken, wordt bedreigd door de macht van het grootkapitaal. Het is pure oorlog tussen klassen. Landloze boeren tegen grootgrondbezitters, ambachtelijke vissers tegen machtige bedrijven, de komst van het internationale hotelwezen. Gezien mijn politieke achtergrond heb ik me via mijn werk geïdentificeerd met de strijd van het volk tegen nog meer aangekondigde omzettingen.``
Zo blijft Rio São Francisco en haar bevolking zich roeren. Zo blijft het botsen tussen belangen. Brazilië in notedop. Neem de Movimento Sem Terra, kortweg MST genoemd, de Beweging Zonder Land. Deze beweging bezet land van grootgrondbezitters. Het wil een eerlijkere verdeling van vruchtbare grond. Duizenden hectares blijven onaangeroerd, zijn slechts gekocht voor investering. Duizenden families lijden honger, hebben geen huis en inkomen, reizen rond. Waarom kunnen deze families niet op deze gronden blijven, ze ontginnen, er een boterham mee verdienen? Het is simpel gesteld, want de op puur Marxistische leest geschoeide MST krijgt hedendage veel kritiek. Terecht. Te veel geweld, ze houdt zich niet aan wetten die ze zelf heeft afgedwongen. Een boek is erover te schrijven. Wie gelijk heeft, het is moeilijk om een Salamonsoordeel te vellen. Het is wel zo dat een klein percentage van bizar rijke Brazilianen het grootste deel van vruchtbare gronden in het land in bezit heeft, zonder er iets mee te doen. Het is wel zo dat die gronden leven en werk kunnen bieden aan heel veel straatarme Brazilianen. Dergelijke gronden liggen ook bij de São Francisco. Vandaar dat MST er actief is. Vandaar dat confrontaties tussen gezag en Marxisten onvermijdelijk zijn. Zoals in heel Brazilië. Opnieuw een gebed zonder einde.
Afgezien van het recht en onrecht dat mensen elkaar aandoen in het stroomgebied van Rio São Francisco, is er een ander sterk gevoel. Dat de rivier zichzelf niet meer is, dat het niet meer zelf kan beschikken over haar eigen leven, haar eigen toekomst. Zoals het wél eeuwen is geweest. Het wekt medelijden op. Arme ouwe Chico, wat gaat er van je worden?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten