maandag 6 december 2010

Voetbalbeleving (83)



Desolate professionele voetballers storten na het laatste fluitsignaal van de scheidsrechter ter aarde. Tranen de vrije loop. Drie van hen liggen op een rijtje, op hun rug, op een nat geregende grasmat en huilen aan één stuk door. Camera´s en microfoons boven hen. Camera´s bijna op de gezichten. Reporters willen woorden. Maar die woorden blijven uit, de voetballers zitten er compleet doorheen. Ze zijn in de twintig, jong nog. Maar een droom is stuk. Die ene goal is uitgebleven. Wat rest is degradatie naar de tweede divisie. Wat rest zijn tranen, die de grasmat nog natter maken dan dat die al is.



Het is zondagavond 5 december, kwart voor zeven in de avond. Plaats van handeling? Het stadion Estádio Barradão in Salvador, hoofdstad van de Braziliaanse staat Bahia. Vítoria weet niet te winnen van Atlético Clube Goianiense, kortweg Atlético genoemd, de kleinste maar wel oudste profclub uit mijn woonplaats Goiãnia. Het blijft na een zinderende wedstrijd 0-0. Het stadion puilt uit met 40.000 supporters. Vlaggen, vuurwerk, zingen. Veel ritmes, veel getrommel, dat hoort nu eenmaal bij het zwarte Bahia. Slechts een handjevol Atleticanos, zoals de supporters van de tegenstander zichzelf noemen. Vítoria moet winnen, met een goal verschil. Beide clubs staan op de laatste speeldag van de Serie A gelijk in het aantal punten en rond de degradatiezone. Atlético heeft echter een hoger aantal gewonnen wedstrijden en heeft dus aan een gelijkspel genoeg om zich op het hoogste niveau van het Braziliaanse profvoetbal te handhaven.
Het is de tweede helft, Atlético krijgt zowaar kansen. Het lukt Vítoria maar niet om te scoren, de tegenstander op eigen helft te houden. Ze zijn een paar keer dichtbij die ene goal, maar het lijkt erop alsof spanning verlamt. Het ontbreekt blijkbaar aan de wil om te winnen, aan onverzettelijkheid. De ploeg uit Goiãnia verdient het gelijke spel. Bijna blessuretijd. Televisiecamera´s zwenken naar de tribune. Biddende supporters van de thuisclub in beeld. Gezichten geschilderd in de clubkleuren, zwart en rood. Verf die doorloopt, vanwege tranen. De Leeuwen, bijna iedere club in Brazilië heeft een dierennaam als bijnaam, brullen, willen bijten maar hebben geen tanden. Ze klauwen, maar zonder nagels. De supporters voelen het onheil haarfijn aankomen. Daar zijn ze supporters voor. Een ware supporter weet dat soort gevoelens in zichzelf te herkennen, weet wanneer ze opkomen en ze zijn in 99 procent onafwendbaar en juist. Ditmaal ook, Vítoria komt het volgende seizoen niet meer uit tegen Flamengo, landskampioen Fluminense, Corinthias en São Paulo.
Aan de andere kant van het veld ook tranen, maar van geluk. Atlético heeft lang op de laagste plaats van de Serie A gestaan. Moederziel alleen onderaan. Maar is aan een moeizame inhaalrace begonnen en die race eindigt deze zondag in Bahia. Knap staaltje onverzettelijkheid. Trainer René Simões van Atlético troost zijn collega Antônio Lopes van Vítoria direct na de wedstrijd. ´´Ik heb tegen hem gezegd dat het voetbal nu eenmaal zo is. Ook de trieste zijde ervan moeten we leren begrijpen.`` Beide oefenmeesters hebben zelf zichtbaar moeite met hun eigen emoties.
Aan de zuidelijke kant van Brazilië een heel ander beeld. Fluminense is kampioen, na 26 jaar. Supporters nemen bezit van Zona Sul van Rio de Janeiro, de sjiekere en strandzone. De spelersbus gaat naar het beroemde Sambadrome. Daar zullen de spelers op een tribune de huldes van duizenden supporters in ontvangst nemen. Maar het regent en bliksemt. Gevaar voor inslagen. De spelers stappen niet eens de bus uit, die rijdt na korte tijd weer weg. Geen wanorde, geen teleurstelling, geen vandalisme. Supporters malen er niet om, trekken naar de bars en vieren hun eigen feestje. Dat feestje zal tot in de vroege uurtjes duren en wordt ongetwijfeld deze week voortgezet. De rivaliserende Flamengofans, die vorig jaar nog het kampioenchap van hún club vierden, kijken tandenknarsend toe. De carioca, bijnaam voor inwoners van Rio de Janeiro, loopt deze zomer met grote borst vooruit. Daar hebben ze al een handje van, maar nu helemaal. De hegemonie van São Paulo is doorbroken. Eindelijk. Twee jaar achtereen een landskampioen uit de eigen stad. Dat zullen de Paulistanen weten. Rio de Janeiro moet helemaal niks van die werk- en industriestad van Brazilië hebben.
Voetbalbeleving in Brazilië. Voor buitenstaanders soms onbegrijpelijk. Een liefde voor een club, die heel ver gaat. Het zit in de ziel van de Braziliaan, hij is ermee geboren en zal ermee sterven. Hij geeft het door van generatie op generatie, nooit zal die liefde enigszins verminderen of uitsterven. Kinderen krijgen namen van voetballers, stokoude supporters blijven naar het stadion gaan tot ze echt niet meer kunnen bewegen. Ze sterven aan hartaanvallen op de tribune, thuis voor de buis, op straat. Het zijn geen uitzonderingen.
Een werkelijk indrukwekkend tafereel speelt zich af op deze maandagochtend, de 6de december 2010, in Goiãnia. Het toneel is het kleine en knusse vliegveld Santa Genoveva. Doorgaans een toonbeeld van rust op een maandagochtend, zeker buiten de grote vakanties. Maar deze ochtend niet. Tweehonderd supporters van Atlético, met vlaggen en shirts en geschminkt, wachten hun spelers op. Die komen terug uit Salvador. Onder hen mooie geblondeerde spelersvrouwen, met baby´s in de armen. Papa speelt volgend jaar godzijdank weer in de Serie A. De baby´s hebben geen notie van wat er gebeurt, maar dragen wel Atléticoshirtjes.
Tot grote verbazing van het legioentje komen ineens voetballers en begeleiders van twee andere clubs uit die eredivisie het vliegveld binnen. Het zijn Goiás, de club uit Goiãnia die al weken is gedegradeerd uit de Serie A, en het populaire Corinthias uit São Paulo. Corinthias speelt dezelfde zondag als Atlético in Goiãnia tegen Goiás. Het is de laatste theoristische kans om landskampioen te worden, maar dan moet Fluminense thuis verliezen en de club uit São Paulo uit winnen. Het zal niet gebeuren, Fluminense wint met een schamele 1-0 thuis van Guarani, ook al gedegradeerd en is kampioen. Corinthias komt niet eens tot winst tegen een reserveteam van Goiás, 1-1 slechts.
Reserveteam? Ja, het is de reden dat Goiás deze maandagochtend op het vliegveld incheckt voor een vlucht naar São Paulo, om vervolgens door te vliegen naar Buenos Aires, de Argentijnse hoofdstad. Daar wacht de tweede en laatste wedstrijd in de finale om de Copa Sul Americana 2010. Zeg maar finale UEFA-Cup. Een absoluut onverwacht resultaat voor de ´groenen` uit Goiãnia, die er dit seizoen niets van bakten en terecht volgend seizoen in Serie B spelen. Maar voor die internationale cup hebben ze gevochten als leeuwen en haalden ze op miraculeuze wijze de twee finalewedstrijden. De thuiswedstrijd was eveneens miraculeus en met een ongekende strijdlust werd het veel beter geachte Indepedente met 2-0 verslagen. Woensdag 8 december wordt het oerspannend in een overvol en uitzinnig stadion in Argentinië. Oerspannend? Nee, het wordt oorlog, het is ook nog eens Brazilië tegen Argentinië, uh, Nederland tegen Duitsland.
Terug naar het vliegveld in Goiãnia. Het is een extra presentje, de aankomst van de delegaties van Goiás en Corinthias. De Atléticanos laten de gelegenheid om eens lekker te jennen niet aan hen voorbijgaan. Goiás wordt ingepeperd dat het Serie B gaat spelen. En dat hun veel bescheidenere en armere clubje op het nippertje wel in de Serie A is gebleven. Corinthias moet het ook ontgelden. Die heeft in de competitie twee keer Atlético verslagen, uit en thuis. Maar het is niet alleen schelden. Supporters in Atléticoshirt vragen handtekeningen, aan de Corinthiasspelers Dentinho, Jorge Henrique, Julio Cesar e Bruno César. Ze gaan zelfs op de foto met hen. De spelers tonen geen enkele terughoudendheid en voldoen in alle geduld aan de verzoeken. Corinthias vliegt zonder de grote sterren Ronaldo, Roberto Carlos e Elias, die al zondagavond het spelershotel in Goiãnia verlieten. Een kleine tegenvaller voor de Atléticanos. Maar niet lang. Terwijl spelers van de twee ´grote` teams gezamenlijk hun vliegtuig instappen voor een vlucht van dik een uur naar São Paulo, stapt de selectie van het ´kleine` Atlético uit. Natuurlijk zijn televisie en radio erbij. Spelers zijn duidelijk verbaasd over het aantal supporters dat hen opwacht. Weer natte ogen. ´´We hebben een finale van een wereldcup gespeeld in Salvador. Met een goed resultaat. De laatste weken waren spannend en zenuwslopend. We zijn dood- en doodmoe. Het moet volgend seizoen echt anders, dit is niet om vol te houden``, aldus getekende spelers van Atlético tegen supporters én pers.
Fluminense, Atlético Clube Goianiense, Vítoria. Drie voetbalclubs uit drie streken van Brazilië. Rio de Janeiro, Goiãnia, Salvador. Drie voetbalclubs met supporters die niet voor elkaar onderdoen. De één treurt, de ander feest. Het is zou oud als het voetbal zelf, zo gaat altijd aan het einde van de competities in het continent.
Maar het voelt anders aan in Brazilië en dat maakt het speciaal. De vreugde, maar zeker ook het verdriet. Ze zijn zo intens, worden zo diep gevoeld, en worden dan ook navenant geuit zonder enkele schaamte. De ziel gaat bloot, niets meer te winnen, niets meer te verliezen, het spel is uit, de zaken zijn gedaan. Gaat het leven door? Nee, het leven gaat niet door. Na het laatste fluitsignaal van de scheidsrechter stopt het leven. Morgen bestaat niet meer, nooit meer. Dat geldt voor alle winnaars en voor alle verliezers.

1 opmerking:

  1. gisteren heeft de oude diablo loiro mogen genieten hoe zijn oude team met 3-1 het grotere goias in het stof heeft laten bijten.

    Wat een prachtdag voor die oude baas om zijn team waarmee hij in 56 en 57 echt op de kaart stond te zien winnen.

    Zo dement als een deur aan het worden en samen met familie en vrouw naar het stadion om als toeschouwer dit keer alle doelpunten mee te schoppen.

    ACG is voor dit soort oude knarren een club waarbij je de eer van je shirt verdedigd tot je dood bij neer valt.

    Geraldo

    BeantwoordenVerwijderen