dinsdag 11 mei 2010

Super (26)

Brazilië kent grofweg drie soorten supermarkten. Enorme grote koopcentra, met keldergarages voor auto´s, wat kleineren en buurtsupers. De grote centra trekken klanten uit de hele stad, de kleineren bedienen de wijken rondom en de buurtsuper zegt het zelf al. Ze hebben alle drie veel gemeen. Op de eerste plaats is dat het onvoorspelbare. Dat ondanks aankondigingen via folders en televisie het aangeprezen produkt niet voorradig is. Enorme blunder natuurlijk, het kan niet, maar daar heeft de Braziliaan wat op gevonden. Hij zal nimmer toegeven dat de goedkope houdbare melk nog onderweg is of domweg nooit zal aankomen. Hij zegt zonder blikken en blozen: ´´Die goedkope melk? Ah, die is net op, maar vanmiddag of morgen komt er nieuwe hoor.`` De klanten maken zich niet meer druk en shoppen door.
Op een stevige tweede plaats komen de winkelpaden. In koopcentra zijn ze breed en scoren ze een ruime voldoende. Maar daar hebben de Brazilianen wat op gevonden. Ze zetten midden op de paden, of aan de weerszijden, grote bakken neer met uitverkoopjes. Cd´s, speelgoed, damesslipjes. Maakt niet uit, maar die bakken staan altijd in de weg. Uitkijken ook, een enorme mand met duizenden cd´s is zo omver gereden.
In kleinere winkels zijn de paden geen paden meer, maar paadjes. Dat is laveren geblazen als een tegenligger ineens om een hoek verschijnt. Want uitzicht is er evenmin. Dat is niet vreemd, de huur van een winkelpand is hoog en de baas wil zoveel mogelijk produkten aanbieden. Dat wordt proppen en gaat ten koste van de bewegingsvrijheid van de klant.
Zijn winkelpaden wel breed genoeg, dan is het nóg geen garantie voor een vrije doortocht. Want de Braziliaan is gezegend met het talent volle winkelwagens precies midden op het pad te laten staan en meters verderop bij de fruitafdeling in discussie te gaan over prijzen van diverse bananensoorten. Eén kar gaat, die is voorzichtig opzij te duwen. Merkwaardig, het zijn er altijd twee. Haaks op elkaar geparkeerd met als gevolg een doodlopende weg. Het beste is de eigen kar te draaien en om te rijden. Want het kan even duren voordat de bezitters van de twee wagentjes terugkeren van hun besoignes en de route vervolgen.
Op de derde plek komen de kassa´s. Of er is iets kapot, de lade gaat niet meer open, of het losgeld is op en dan kan het goed eeuwen duren voor een nieuw zakje met muntjes de bestemming bereikt. Geduld is een schone zaak.
Het lijkt op een klaagzang, maar is het geenszins. Voor wie houdt van winkelen, is de Braziliaanse super een waar paradijs. Ik hou van winkelen. Een uur of twee in een supermarkt is geen uitzondering. Ik heb twee favorieten in mijn woonplaats. Eentje om de hoek en die bezoek ik bij voorkeur op de zondag. Dan zijn in Brazilië de buurtwinkels tot het middaguur open. Het is er tegen een uur of tien bommetje vol. Brazilianen halen op het laatste moment wat ze nodig hebben. Gauw nog even wat vlees voor de barbecue, frisdrank en koude blikken bier. En o ja, we zijn er toch, ook maar wat groente en fruit. Was het toiletpapier niet op? Even mobiel bellen naar de vrouw des huizes. Vooraf plannen? Boodschappenlijstjes? Ze bestaan, maar zijn zeldzaam. In mijn buurtsuper kan ik op die zondagen mijn kont niet keren. Heb ik eindelijk een wagentje, dan ren ik zo goed als het gaat naar een hoekje bij de broodafdeling. Daar is een verborgen plekje waar precies een winkelwagen in past.
Slaag ik erin, dan kan het feest beginnen. Buurtsupers heten niet voor niks buurtsupers. Het is niet alleen een winkel. De mensen kennen elkaar, omhelzen elkaar, praten, trekken een blikje bier open. Dat is overigens ten strengste verboden, plakkaten aan de wanden manen de klanten: ´´Wilt u niets proeven of openmaken voordat u heeft afgerekend.`` Niemand trekt zich er wat van aan.
Ouden van dagen worden keurig geholpen, maar pas nadat uitvoerig is gevraagd naar het wel en wee van de familie. Zijn er mooie meiden in de winkel, dan worden ze bijna door mannelijke klanten achtervolgd. De juffrouwen zijn er zich ter dege van bewust en giechelen wat. Recepten worden uitgewisseld en is er twijfel over de kwaliteit van een produkt, een omstander weet raad. De voetbaluitslagen van de zaterdagavond zijn uiteraard onderwerp van gesprek. Verder worden afspraken gemaakt voor feestjes, huisbezoekjes of om een lek dak te maken. De buurtsuper als buurthuis.
De andere favoriete super is een stuk groter en verder weg van mijn huis. Daar ken ik amper iemand. Een voordeel, kun je eens kletsen met vreemden. Het liefste ga ik in mijn eentje. Dan heb ik vrijheid. Eén keer ben ik op een zaterdagmiddag met een goede vriend naar die grote winkel geweest. Hij zat er doorheen, zijn huwelijk liep op het einde, had afwisseling en een luisterend oor nodig. Zaterdagmiddag is het druk. Immens lange rijen bij de vele kassa´s, wachttijden van een uur zijn geen uitzondering. Tijd genoeg dus voor een gesprek. Vriend monterde op die middag. Eindelijk aan de beurt, bekeek hij de kassajuffrouw eens goed. Op het naambordje las hij Véronica. Ik ging met een lege kar aan de andere kant staan om de gekochte spullen in te laden. Vriend nam de tijd en begon een gesprek met Véronica. Ik keek langs hem heen en zag een rij zonder einde. Hij zag niks. ´´Véronica, ik ben een triest mens. Mijn vrouw wil me niet meer, ik heb van alles geprobeerd, we gaan scheiden``, opende hij. Ik kuchte om zijn aandacht te trekken en schaamde me dood. Die mensen gaan hem zo lynchen, dat is zeker. ´´Nu sta ik hier bij jou en jij bent werkelijk een mooie meid. Ben je vrijgezel?``, ging vriend onverdroten door. Véronica vond het prachtig. ´´Niet dat ik iets van plan ben, want zie je, daar ben ik nog lang niet aan toe``, loog de vriend. Véronica begreep hem.
Het werd tijd voor een drastische maatregel, het kon niet langer. Ik schopte flink tegen de schenen van mijn vriend. ´´Wat doe je nou kerel, zie je niet dat ik in gesprek ben!``, reageerde het slachtoffer verbolgen. Ik maakte een hopeloos gebaar. Iets van opschieten en nu. De vriend begon te lachen. Ook hardop, net als zijn monoloog tegen Véronica. ´´Ja zeg, mag ik na alle narigheid even genieten?`` En hij richtte zich wederom tot de kassajuffrouw. ´´Dank je voor je tijd lieverd, je bent echt erg goed voor me. Kan ik trouwens het nummer van je mobieltje krijgen?`` De vriend zocht alvast naar zijn eigen telefoontje.
Ik reed met de kar vol boodschappen langzaam richting uitgang. Ieder moment kon de wachtende massa zich op hem storten. Hij moest het zelf maar uitzoeken, ik heb hem gewaarschuwd. Ik hield de adem in. Maar er gebeurde helemaal niks. Ik keek eens goed naar de rij. Tot mijn grote verbazing stonden tientallen mensen rustig met de armen over elkaar, geduldig luisterend naar de publieke versiertoer. Ze vonden het schitterend. Gratis theater. Daar kwam vriend aan. ´´Hé, ben je hier al. Bij de uitgang? Vanwaar die haast? Ik heb haar nummer. Ik bel haar vanavond. Misschien gaan we stappen. Volgende zaterdag weer? Bedankt in ieder geval, het was super.``

Geen opmerkingen:

Een reactie posten