woensdag 2 november 2011

Voetbaljournalistiek in Brazilië en Nederland

Hugo Borst is een kanjer. Die Nederlandse (sport-)journalist kan schrijven (foto rechts). Of de lezer het met hem eens is of niet. Hij bijt weer lekker van zich af in zijn laatste column op de website van het AD. ´Voetbaljournalistiek is oorlog`, heet die column, gepubliceerd op woensdag 2 november 2011. Borst concludeert onder meer: ´Op de sportredactie van De Telegraaf na zijn de kranten en VI eensgezind over Oranje. Fascinerend om te zien hoe bijna iedereen die Bert van Marwijk en de 23 spelers zeven weken van dichtbij volgde er dezelfde mening op nahoudt. Al ben ik het er totaal mee oneens, ik respecteer de opinie van die ´volgers`...de standpunten van de ´volgers` zijn helder. Zij zijn diep onder de indruk geraakt van de prestatie van Oranje. Alle kwalificatiewedstrijden én zes wedstrijden op een WK zijn gewonnen`.
Duidelijke taal. Een ander fenomeen. Iwan van Duren (foto links). Hij is een gerespecteerd journalist van Voetbal International. Een goede ook. Ik ken Iwan persoonlijk, uit de tijd dat hij in De Kuip achter de goal op de noordzijde samen met zijn maatjes onze club Feyenoord volgde. Niet alleen thuis, ook uit. En fanatiek. Eén scene met hem zal ik nooit vergeten.
Het is dinsdag 25 mei 1993. Feyenoord is bijna kampioen, moet nog twee wedstrijden spelen en die winnen om PSV voor te blijven. Eerst de uitgestelde uitwedstrijd tegen MVV, op die gedenkwaardige zachte lenteavond in mei in Maastricht. Het is spannend. Gemiste strafschop van MVV, in de tweede helft komt Feyenoord op een 1-0-voorsprong. Wij staan achter de goal. Zo´n tien minuten voor het eindsignaal verlaat ik de tribune en ga buiten op een stenen trap zitten. Daar zit ook Iwan. ´´Ik kan het niet meer aanzien, te spannend``, zegt hij. Ik knik. Naar verloop van een minuut of twee besluiten we om de beurt te kijken hoe het gaat. ´´Nu moet jij``, maant Iwan. Bijna in de blessuretijd wordt het alsnog 2-0 (foto rechts, MVV-Feyenoord: Feyenoordverdediger John de Wolf vecht een robbertje uit met MVV-aanvaller Erik Meijer). Zes dagen later in Groningen, waar Feyenoord de landstitel pakt, heb ik Iwan niet gezien. Maar die lenteavond en die spanning, de ontlading nadien, zal ik nimmer vergeten. En Iwan evenmin. Mooie gast.
Van lente 1993 naar herfst 2011. Iwan van Duren heeft een idee: het geven van workshops/masterclasses en colleges voetbaljournalistiek. Het idee krijgt vorm en op donderdag 6 oktober begint in de Tilburgse Fontys Hogeschool Journalistiek de eerste van tien masterclasses. Voetbaljournalisten verlenen medewerking, zoals Willem Vissers van De Volkskrant en Tom Knipping van Voetbal International. Aan het einde van de cursus, zo melden de organisatoren ondere andere, ´´weet je bijna alles over het wedstrijdverslag, het interview, hoe journalisten en voorlichters met elkaar omgaan.`` Hugo Borst en Iwan van Duren. Twee Nederlandse journalisten die deugen en zich uitspreken over hun liefde voor voetbal en hun vak.
Voor hen moet Braziliaanse voetbaljournalistiek een ware gruwel zijn. Onafhankelijk? Kritisch? Onderzoeksjournalistiek? Doorvragen? Het zit anders in elkaar in het grootste Latijns-Amerikaanse land. Zeker, er zijn kritische voetbaljournalisten, columnisten (oud-speler Socrates bijvoorbeeld), maar zij blijven aan de zijlijn. Analyses van wedstrijden? Jawel, beperkt, geen echte diepgang. Het is voor Nederlandse journalistieke begrippen onvoorstelbaar dat anno 2011 in Braziliaanse dagbladen en op Braziliaanse internetsites immer het wedstrijdverslag bestaat uit een opsomming van wat er van minuut tot minuut gebeurt. En niet te vergeten, vermelding van de nieuwe posities van beide clubs op de ranglijst en wie hun volgende tegenstander is en waar.
Onvoorstelbaar ja. Want Brazilië is voetbalgek, voetbalgekker dan Nederland. Iedereen heeft een favoriete club, zelfs wanneer zij of hij geen verschil ziet tussen buitenspel en een doeltrap. Die dat wel ziet, luistert tijdens wedstrijddagen naar de radio, kijkt thuis of in een bar naar een live-uitzending via de kabeltv van de favoriete club of gaat natuurgetrouw naar het stadion. Wie dat allemaal mist, blijft nooit lang onwetend van uitslagen. Voetbal is gespreksonderwerp nummer één in Brazilië, wat het weer is in Nederland. Luttele minuten na een eindsignaal op straat rondvragen naar een uitslag biedt soelaas. En toch houdt de geschreven pers vast aan wedstrijdverslagen, die in Nederland al tientallen jaren niet meer worden geschreven. Ik herinner me de gevolgde lessen sportjournalistiek op de School voor de Journalistiek in Utrecht. Tijdens die lessen werd benadrukt dat het bij het schrijven van een wedstrijdverslag toch echt gaat om een kundige analyse. En geen opsommig van wie wanneer scoort. Dat was,voor de goede orde, beginjaren tachtig, vorige eeuw.
Het WK 2014 in Brazilië is in aantocht. Dankbaar onderwerp voor een kritische journalistieke benadering. Onderwerpen zat. Ricardo Teixeira is baas van de Braziliaanse voetbalbond en zou zichzelf verrijken met opbrengsten van wedstrijden van ´zijn` nationale elftal. Zou? Het ís zo. Publicaties verschijnen, copieën van persoonlijke rekeningafschriften. Maar er gebeurt niks. Omdat voetballers, voetbaltrainers, voetbalvoorzitters te heilig zijn. Omdat Brazilianen een directe kritische benadering verafschuwen, het is tegen hun cultuur in.
Het is zondag 30 oktober 2011. Via een illegale streamer volg ik op de laptop de live-uitzending van FC Groningen-Feyenoord. Met commentaar van Ron de Rijk (foto rechts). Die zich verstout om aan het einde van de eerste helft op te merken dat deze wedstrijd al gespeeld is. Het staat 3-0 voor Groningen, het wordt uiteindelijk 6-0. De Rijk heeft het gelijk aan zijn zijde, maar zou als sportcommentator in Brazilië op staande voet worden ontslagen. Diezelfde dag kijk ik op de televisie in mijn huisje in mijn woonplaats Goiãnia naar Vasco da Gama tegen São Paulo. Een klassieker, Rio de Janeiro tegen São Paulo en ook nog twee clubs die bovenaan aan de eredivisie strijden om het kampioenschap. De voetbalcommentatoren, in Brazilië altijd twee per wedstrijd, putten zich uit in superlatieven. Het lijkt genant, misschien is het zo, misschien valt het me niet meer op na negen jaar Brazilië. De wedstrijd eindigt in 0-0, soms is het spel amper om aan te zien. Veel gehark op het middenveld, buitenspelers die amper adequaat worden aangespeeld, aanvallers die te veel willen en daardoor weer balverlies lijden. De commentatoren houden zich daar niet mee bezig. Ze zien het wel, maar kritiek? ´´Wat een prachtig idee om die bal zo te spelen, jammer dat die aanvaller net even verkeerd stond.`` Tja. Omgekeerde wereld. Het zijn de commentatoren die een wedstrijd spannend houden. Ook een manier. Na afloop van de wedstrijd krijgen spelers direct een microfoon onder en een camera voor de neus. Heet van de naald. Directe emoties. Uitspraken verzanden al te vaak in clichés. Doorvragen is van een totaal andere wereld. Toch kijk en luister ik ernaar, sla het nooit over.
Het Braziliaanse nationale voetbalelftal (foto rechts) zit in een diepe dip. Het speelt voor geen meter. Tweeënhalf jaar nog, dan trappen die elf af voor het eigen WK in São Paulo. Brazilië zal nooit verder komen dan hooguit een achtste of kwartfinale. Gezien de huidige kwaliteiten. En de vooruitzichten zijn somber. Het tweede eigen WK kan zo maar een drama voor 190 miljoen voetbalgekke Brazilianen worden. Gelukkig snel jij me te hulp, Hugo. Aan het einde van genoemde column stel je: ´Grofweg, merk ik aan mensen die per mail reageren, valt Nederland op te delen in twee categorieën: realisten/feestvierders én romantici/idealisten. Het verhoudingspercentage is, schat ik, 66%-33%, in het nadeel van de romantici/idealisten. Zouden de 16 miljoen bondscoaches mogen stemmen hoe het Nederlands elftal verder moet dan stond de uitslag vast: met resultaatvoetbal`.
Beste Hugo, de spijker op de kop. Het is perfect verwoord. Het is tevens hét verschil tussen Braziliaanse en Hollandse voetbalbeleving. Romantici en idealisten? Dat zijn Brazilianen. Ze verafschuwen resultaatvoetbal. In de aanval en doelpunten maken, is het credo. Ze beseffen terdege dat Brazilië niet meer het Brazilië is van Carrincha, Pelé, Ronaldo, Romário, Socrates, Zico. Zorgen alom. Maar ze geloven heilig in hun zesde wereldtitel in juni 2014. Net als de ´Braziliaanse volgers`, om jouw termen te gebruiken. Omdat ook zij deel uitmaken van het zo romantische en idealistische volk.

2 opmerkingen:

  1. Braziliaans voetbal is niet het mooiste voetbal van de wereld. De beste spelers spelen in Europa of een of ander sheikdom waar ze veel geld verdienen. Maar Braziliaans voetbal is en blijft passie en emotie en dat maakt het ook wel weer leuk om naar te kijken en het te volgen. Ja....dan heb je de commentatoren. Misschien leuk voor Brazilianen maar ik kan mij voorstellen dat er ook Brazilianen zijn die zich eraan storen. Ik heb ze wel gehoord, dergelijke Brazilianen. Zij hebben kritiek op bv. de analist Neto. Die man zit daar een eind weg te leuteren en behandelt de kijker als een eerste klas imbeciel. Mij dus ook. Ik kijk en zie een doelpunt. Dan komt Neto...hij gaat nog eens haarfijn uitleggen hoe dat doelpunt tot stand gekomen is. Dat heb ik toch net zelf gezien en hoef toch niet nog een keer door hem herhaald te worden. Voor hem is ook alles en iedereen of een brincadeiro of een speler van hoge klasse. Bijna iedere Braziliaanse speler is in zijn ogen van wereldklasse. Julio Cesar is de beste keeper van de wereld. Neto heeft waarschijnlijk niet de wedstrijd Brazilië-Nederland tijdens het laatste WK gezien. En in zijn ogen heeft ook altijd de scheidsrechter het gedaan. De scheids fluit voor buitenspel en nadat Neto de situatie 1000 keer in de herhaling heeft gezien komt hij uiteindelijk tot de conlusie dat wat de scheidsrechter heeft gedaan toch wel heel erg was. Buitenspel was duidelijk. In Nederland zou zo´n man al lang ontslagen zijn maar Brazilianen genieten in het algemeen van dit soort bedenkelijke "jounalistiek".
    Dit alles neemt niet weg dat ik ieder weekend met plezier een of twee wedstrijden op tv zie en ervan geniet. En als dat niet het geval is zet ik de tv uit.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ha die Joop. Mooi commentaar. Klopt als een bus. En inderdaad, ook ik kijk met plezier.

    BeantwoordenVerwijderen