woensdag 23 november 2011

Vila Nova en het leegdrinken van een gifbeker

En soms kloppen scenario´s tot in de kleinste details. Alsof het zo hoort te zijn. Dat kan waanzinnig mooi zijn, maar ook erg wreed. Hoe dan ook, het blijft fascinerend. Zo´n scenario overkomt het Braziliaanse professionele voetbalcluppie Vila Nova uit Goiãnia. Een cluppie in de marge van het betaalde voetbal in het enorme Latijns-Amerikaanse continent, maar wel met een zeer fanatieke aanhang (zie foto rechtsboven). Nooit in Serie A gespeeld, de Braziliaanse eredivisie, maar al jaren steevast te vinden in Serie B, het Braziliaanse equivalent van de Jupiler League in Nederland. Soms, heel soms, lijkt het er op dat Vila Nova zal doorstoten naar het walhalla van het Braziliaanse voetbal. De Serie A, met fameuze clubs als Flamengo, Corinthias, Vasco da Gama, Botafogo, Internacional en Santos. Ieder seizoen kunnen er vier verenigingen uit de Serie B zonder nacompetitie promoveren. Maar nee, toch weer niet, Vila Nova verliest vier wedstrijden op rij aan het einde van de rit en blijft met lege handen en een vol hoofd frustraties achter.
Het huidige seizoen is bijna afgelopen: nog één speelronde op de agenda, nummertje 38, op zaterdag 26 november. In Brazilië lopen de seizoenen van mei tot en met november. Vila Nova begint met een uitwedstrijd tegen het uit de Serie A gedegradeerde Vitória uit Salvador (foto rechts). Gerenommeerde club uit de staat Bahia. Het is zaterdagavond 21 mei en Vila verliest met slechts 1-0. Dat kan en dat mag. Daarna lijkt het er even op. Ver weg van de vier degradatieplaatsen, dicht in de buurt van aartsrivaal Goiás, ook uit Goiãnia en ook vorig seizoen gedegradeerd, tot grote vreugde van alle Vilasupporters. Maar het mag uiteraard niet zo zijn. Dat het echter zo slecht zal gaan, dat voorspelt geen mens. Het wordt van kwaad tot erger. Vrijdagavond 4 november verliest Vila Nova zijn ´thuiswedstrijd` tegen Goiás met 3-2. Thuiswedstrijden van beide clubs worden altijd in het gemeentelijke stadion Serra Dourada gespeeld. Vila tegen Goiás en Goiás tegen Vila, het zijn dé voetbalklassiekers van het voetbalseizoen in de hele staat Goiás, waar Goiãnia de hoofdstad van is. Door het verlies degradeert Vila Nova praktisch naar Serie C, weer een divisie lager. Een wonder kan de club redden. Het wonder blijft uit.
Het is dinsdag 8 november, het gebeurt in het stadion Raulino de Oliveira in Duque de Caxias. Een grote stad met iets meer dan 855.000 inwoners, op slechts vijftien kilometer van Rio de Janeiro. De gelijknamige voetbalclub speelt thuis tegen Vila Nova. Duque de Caixas staat op de laatste plaats van de Serie B, is al weken gedegradeerd. Slechts twee keer winst in 35 wedstrijden. Dan hét scenario: de aftrap is om half negen ´s avonds, het is een troosteloze saaie doordeweekse avond, Vila Nova weet weer niet te winnen, speelt zonder inspiratie een onfatsoenlijk slechte wedstrijd, het wordt 1-1 en Vila Nova keldert officieel naar Serie C. En omdat alle details dienen te kloppen in een wreed scenario, het aantal toeschouwers blijft steken op 47 (foto boven, één van die 47, zowaar een supporter van Vila!).
Het komende seizoen in de derde betaalde voetbaldivisie van Brazilië heeft tenminste één voordeel. Niet meer voor thuiswedstrijden naar die betonnen sfeerloze kolos Serra Dourada. Maar naar het kleine knusse eigen stadion Onésio Brasileiro Alvarenga, kortweg OBA (foto linksboven). Daar kan ik op de fiets naar toe, een kilometertje of tien slechts. OBA kan officieel 10.000 toeschouwers bevatten, vergeet het maar, maximaal 7000 kunnen er in. Ik kom er vaak als Vila om het staatskampioenschap van Goiás speelt. In OBA is de voorliefde voor de rood-witten geboren, drie jaar geleden tijdens Vila Nova-Santa Helena (2-0).
Raymond komt morgennacht, donderdag 24 november, aan op het nationale vliegveld in mijn woonplaats. Een goede jeugdvriend van mij uit het verre Nederland. Hij zal moe zijn, het is een lange reis, via Amsterdam, São Paulo en uiteindelijk Goiãnia. Met tijdsverschillen en overstapvertragingen. Vrijdag slaapt hij maar uit. Dan leg ik het hem voor. ´´Gaan we zaterdag naar Serra Dourada? Vila speelt thuis tegen Sport Recife. De laatste wedstrijd van het seizoen.`` Tegenstander Sport uit het noordoosten van Brazilië staat vierde, met 58 punten en kan dus promoveren naar de Serie A. Maar het moet oppassen en zeker niet verliezen: vijf clubs zitten op het vinkentouw voor die begeerde vierde promotie-plek. De overige drie zijn vergeven.
Vila Nova-Sport begint om 16.20 uur. Het scenario van de wedstrijd lijkt er bij voorbaat een om de vingers bij af te likken. Regenbuien in het vooruitzicht, een troosteloze zaterdagnamiddag, een praktisch leeg stadion Serra Dourada (foto rechtsboven), een tegenstander die naar het walhalla van het Braziliaanse profvoetbal kan promoveren, een ongeïnspireerd en al gedegradeerd Vila Nova. Aan mij zal het niet liggen, ik heb er zin in. Helemaal leegdrinken die gifbeker, zo hoort het. Aan Raymond het laatste woord.

dinsdag 22 november 2011

Kerk, seksueel misbruik en celibaat

Het is eigenlijk oud nieuws. Maar afgrijselijke foto´s van deze Braziliaanse moord in 2007 verschijnen deze weken op het wereldwijde web. Het is werkelijk te goor voor woorden. Het verleden herleeft. Wat gebeurt er precies dat jaar op zaterdag 20 oktober in een wijk van de grote stad Maringá met ruim 350.000 inwoners in de zuidelijke staat Paraná van Brazilië? Een helaas ware geschiedenis, tot in de kleinste en gruwelijkste details.
Het is na zes uur in de avond. De tienjarige Márcia Andréia do Prado Constantino speelt op een voorplein van een van de evangelische Igrejas Assembléia de Deus die Maringá rijk is. Samen met andere kinderen. De ouders van het kleine meisje zijn lid van deze kerk en komen er regelmatig. Dat doet ook de 43-jarige Natanael Búfalo. Hij is ex-pastor van de evangelische gemeenschap en moet in 2001 voor jaren de cel in wegens een verkrachting. Na drie jaar komt Búfalo voorwaardelijk op vrije voeten, zoals dat heet. Een proeftijd, waarin hij die vrijheid dient te verdienen met onberispelijk gedrag. Het zal echter faliekant misgaan.
De ouders bezoeken die zaterdagavond een dienst van Assembléia de Deus, samen met ongeveer 1300 andere gelovigen. In de wetenschap dat hun dochtertje (foto links) op enkele tientallen meters afstand met andere kinderen veilig buiten speelt. De dienst loopt na achten af. Moeder en vader Constantino zoeken op het plein naar hun dochtertje. Ze is er niet. Schrik slaat hen om het hart. Onmiddellijk wordt een grootscheepse zoektocht op touw gezet. Zonder resultaat. Pas de volgende ochtend, in een maisveld, iets buiten de wijk, wordt het levenloze, misbruikte en verbrande lichaam van het meisje gevonden. De dader van de laffe daad heeft geprobeerd om sporen uit te wissen door het lijk te verbranden. Dat is slechts deels gelukt. De dader wordt snel gevonden. Natanael Búfalo (foto links). Hij bekent en vertelt details over wat er is gebeurd. ´´Ik heb Márcia ontmoet om half negen voor de kerk. Ik riep haar en nodigde haar uit in de auto om een taart op te halen.`` Búfalo rijdt rechtstreeks met het meisje naar zijn woning, waar hij haar verkracht. Het zijn de laatste drie verschrikkelijke uren in het leven van Márcia. Na de verkrachting vermoordt de ex-pastor het meisje, gebruikmakend van een plastic zak van een nabije supermarkt. Die gaat om het hoofdje van Márcia en snijdt haar adem af. Búfalo legt het dode meisje in zijn auto, rijdt naar de maisplantage, besprenkelt het lijk met alcohol en steekt de brand er in. Om half twaalf komt Búfalo weer bij zijn huis aan, wast de auto, verwisselt het beddenlaken en draait de matras om. Minstens net zo wreed als de daad zelf, is het volgende: Búfalo gaat diezelfde nacht nog naar de evangelische kerk, om de ouders van Márcia te helpen met de zoektochten en bezoekt, voordat hij wordt ontmaskerd (foto rechts), ook de rouwdienst van het meisje en troost de familie. Genoeg zo. Búfalo moet voor 43 jaar, zes maanden en vijftien dagen de cel in. Bij goed gedrag blijven er ruim 25 jaar over. Dan is de ex-pastor bijna zeventig als hij weer op vrije voeten komt.
Religie en seksueel misbruik ´binnen en buiten de kerkmuren` is een actueel onderwerp in grote delen van de wereld. De laatste jaren komen met regelmaat van de klok steeds meer misstanden naar buiten. Ook in Nederland. Vandaar dit nieuws: ´´De Katholieke Kerk moet seksueel misbruik erkennen. De Katholieke Kerk dient meer te doen voor slachtoffers die op minderjarige leeftijd seksueel zijn misbruikt. Een betere opvang is aan te bevelen, evenals de aanstelling van speciale gecoördineerde hulpverleners.`` Een Nederlandse onafhankelijke commissie, die seksueel misbruik binnen de Rooms-Katholieke Kerk onderzoekt, stelt deze maatregelen dit najaar voor. Wim Deetman (foto links) is voorzitter van die commissie. De bekende CDA´er zit sinds 1 januari 2008 in de Raad van State. ´´Aandacht voor de geschiedenis die slachtoffers kwijt willen, moet er in de toekomst komen. U bent er niet met het nemen van maatregelen en dan zeggen: dat was het``, aldus Deetman. Klokk, een Nederlandse organisatie waarin twaalf slachtoffergroepen zijn verenigd, wil graag in gesprek met de Rooms-Katholieke Kerk, maar moet daarin zelf actie ondernemen. ´´Andersom blijft het stil``, wijst Klokk met nadruk op het taboe.
Ook najaar 2001, woensdag 28 september om exact te zijn. Politie pakt de 32-jarige pastor Alexandro de Oliveira da Cruz op in Sangão, een plaatsje met achtduizend zielen in de eveneens zuidelijke Braziliaanse staat Santa Catarina. Hij wordt verdacht van seksueel misbruik van verschillende jongetjes die zijn evangelische kerk Pentecostal Deus é Fiel bezoeken. Het seksueel misbruik zou gebeurd zijn in de woning van de pastor. Onder het mom van een retraite lokte hij de jongetjes in de leeftijden van elf tot zeventien jaar mee. Eerder, op vrijdag 1 juli, ondergaat de 37-jarige pastor Antônio Bezerra da Silva (foto rechts) van een andere protestantse kerk hetzelfde lot en wel in Cuiabá, hoofdstad van de staat Mato Grosso, met ruim 550.000 inwoners. De aanklacht tegen hem is duidelijk: seksueel misbruik van twee meisjes, van elf en veertien jaar, ook wederom in de eigen woning van de kerkelijke dienaar.
Brazilië, seksueel misbruik en niet te vergeten het celibaat. Voor niet-kerkelijken: celibaat betekent een bewuste keuze om ongehuwd te blijven. Omdat in veel kerken seksuele handelingen enkel binnen het huwelijk toegelaten zijn, houdt het celibaat dus volledige seksuele onthouding in. Voor het priesterschap in de Katholieke Kerk is het celibaat een vereiste, net zoals voor de intrede in een kloosterorde. Het idee is dat, doordat een persoon zich niet aan een aardse persoon bindt, een dichtere binding en een betere wijding van het leven aan God kan worden bereikt. Grote onzin, vind ik. Het leidt tot excessen, zoals seksueel misbruik. Veel Braziliaanse katholieke priesters hebben een relatie met een vrouw, of stiekem, met een man. Na ontdekking van schending van het celibaat stapt menig priester over naar de protestants/evangelische kerk, waar de pastors gewoon mogen trouwen. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat de Braziliaanse priesters al jaren strijden voor afschaffing van het celibaat. Om dat te bereiken stuurden 18.685 priesters in de 269 Braziliaanse bisdommen van het land begin 2008 nog een brief naar het Vaticaan. Uiteraard zonder resultaat.
Aanleiding voor de brief was onder meer de ontstane commotie na uitzetting van de 62-jarige Osiel Luiz dos Santos uit zijn priesterambt. Dat gebeurde in hetzelfde jaar 2008 in Goiãnia, in het centrale westen van Brazilië. Aartsbisschop Washington Cruz van de staat Goiás, waar Goiãnia de hoofdstad van is, nam die beslissing en voegde er aan toe dat alle kerkelijke huwelijken die Dos Santos na zíjn huwelijk binnen de godsmuren sloot, niet meer geldig zijn. En dat waren er heel wat, zo tegen de vierhonderd. De verbannen priester trad het verboden huwelijksbootje in op 27 september 1988 en ging gewoon door met het geven van missen, heilige communies en huwelijksplechtigheden.
Het verhaal van Dos Santos, die vijf kinderen heeft, is mooi. Op twintigjarige leeftijd begon hij met een priesteropleiding. Weer twintig jaar later, hij was al priester, ontmoette hij Cledma Maria de Castro. Liefde op het eerste gezicht en een huwelijk volgde (foto rechts, het gelukkige stel). De toenmalige aartsbisschop Antônio Ribeiro de Oliveira tikte hem op de vingers en dwong hem zijn priesterambt neer te leggen. Aan dovemansoren gericht, slechts een jaartje bleef Dos Santos wat op de achtergrond, daarna pakte hij met verve zijn kerkambt weer op. Tot de nieuwe aartsbisschop Cruz, die doorgaat voor een ´katholiek-streng-in-de-leer` er echt werk van maakte en Dos Santos definitief en zonder pardon tot in alle eeuwigheid van zijn priestergewaad ontdeed. Dat deed de man onnoemelijk veel pijn: ´´Wie volgens het celibaat wilt leven, moet dat doen. Wie het niet wilt, trouwt``, was zijn simpele maar afdoende commentaar. ´´Het huwelijk doet niets af aan de kwaliteit van mijn priesterambt.``
Dos Santos is zeker een ex-priester met gevoel voor humor. ´´Mijn vrouw betekent meer voor me dan iedere heilige``, katte hij in zijn commentaar na zijn uitstoting uit de kerk. Hoe heet die ex-priester ook alweer? Dos Santos. Dat betekent zoveel als ´De Heiligen`. Die naam zal hij houden, die kan geen aartsbisschop of een paus op welk aards leven waar dan ook van hem afnemen. Moge het een strale troost zijn. Amen.

vrijdag 18 november 2011

Persoonlijke brief aan collega Ernste

Beste Bert,

Hartelijk dank voor je immer positieve en onderbouwde reacties op Het andere Brazilië. Zoals die op ´Politie-actie tegen maffia in Rio de Janeiro` op 17-11-2011. Je schrijft: ´Inderdaad. De actie was uitvoerig aangekondigd, dus de drugshandelaars waren vertrokken. De beweging van B naar C was al ingezet. Een gemakkelijk succes voor de autoriteiten, waarvoor ze zich weer uitvoerig op de borst klopten`. Een reactie uit het hart gegrepen. Tussen ons gezegd, geschreven en gezwegen, soms baart de met name de internationale berichtgeving over mijn tweede vaderland mij ernstig zorgen. Een kritische houding ontbeert. Invallen in sloppenwijken in Brazilië is vaak en volkomen legitiem een journalistieke aanleiding om er over te berichten. Nieuws is nieuws, je weet het als geen ander. Beelden van het neerschieten door criminelen van een politie-helikopter in een favela in Rio de Janeiro zijn terecht de wereld overgegaan. Dat is al een tijdje geleden (foto boven). Actueler zijn de grootscheepse leger- en politie-acties om sloppenwijken te ontdoen van heersende professionele criminele organisaties. Met in het achterhoofd de komende Olympische Spelen en WK-voetbal in Brazilië. Maar waar blijft de kritiek en een scherpe analyse? Ben ik een zeikerd, te negatief? Lees ik niet goed? Natuurlijk, de ultra-linkse Braziliaanse pers zet kanttekeningen. Dat blijft echter marginaal. En internationaal? Het lijkt me op slechts vreedzaam volgen van het nieuws. Ik merk dan ook met name via Twitter dat veel Nederlandse liefhebbers en (beetje) kenners van Brazilië hoopvol zijn gestemd. Sloppenwijken die weer ademhalen, ontdaan van criminelen, ontdaan van het criminele juk. Het is waar, wie het Braziliaanse nieuws over het leven na politie-optredens in grote favela´s in São Paulo en Rio de Janeiro volgt, kan bijna niet anders tot genoemde conclusie komen. De situatie is verbeterd en verbetert. Het gaat de goede kant op, toch? Ik volg diverse Braziliaanse favela-sites, die erg leuk zijn, maar minder informatief, en luister naar radiostations en -piraten in sloppenwijken in São Paulo en Rio de Janeiro. Eenzelfde beeld doemt op. Opluchting, tevredenheid bij bewoners over de politionele schoonmaakacties. Nou dan, wat zeur ik? En, wie ben ik? Deskundig? Bezoek ik sloppenwijken, doe ik aan eigen waarneming? Neen, niet deskundig, bezoek die favela´s niet, woon er op honderden kilometers van af, in het centrale westen van Brazilië. Welk recht meet ik me aan? Maar Bert, ik ken de geaardheid van het beestje. Een Braziliaan is bovenal een optimistich mens. Een zwak lichtje in de duisternis wordt al snel een fel schijnende lamp. Een Braziliaan is ook bovenal trots op zijn land. Trots op het binnenhalen van Olympische Spelen, weet je nog wat voor feest het was in Rio na de bekendmaking ervan, nog meer trots op het komende wereldkampioenschap voetbal voor landenteams. Voetbal stroomt nu eenmaal door de Braziliaanse aderen. Daarbij, een Braziliaan houdt niet van kritiek, gaat daar moeilijk mee om. Je weet dat hier in dagelijkse gesprekken eerst oeverloos over koetjes en kalfjes wordt gesproken voordat mensen de euvele moed hebben om kritiek uit te spreken.
Ik schrijf het meerdere malen, val in herhalingen. Dat is niet goed. Maar ik wil benadrukken dat de Braziliaanse maffia en de Braziliaanse moderne georganiseerde misdaad zich niet zo gemakkelijk laten verjagen. Brazilië is enorm weids, heeft ondoordringbaar achterland. Waar beschermde indianenstammen wonen, die (gelukkig) geen weet hebben van de moderne wereld om zich heen. Waar moderne slavenarbeid bestaat, waar rijke herenboeren eigen wetten maken en eigen rechter spelen. Uitgerekend een perfecte schuilplaats voor criminelen. Het is maar een voorbeeldje.
Tot besluit. Ja, ik ben pessimistisch over een veilig(er) Brazilië in 2013 (voetbalevenement Confederations Cup), 2014 (WK) en 2016 (Olympische Spelen). Natuurlijk, de tijd zal het leren. Maar het is vroeg dag. Van mij mag de internationale pers meer en vooral kritischer schrijven over de Braziliaanse voortgang van het waarborgen van die door haar zo verheerlijkte en toenemende veiligheid. Misschien helpt het. Wat denk je Bert? Of ben ik toch te negatief, toch te Hollands, wellicht?

Hartelijke groeten van een collega uit een
afwisselend doornat en kurkdroog Goiãnia.

Bert Ernste is een freelance kwaliteitsjournalist, die afwisselend vanuit Utrecht en São Paulo werkt. Hij schrijft onder meer over Brazilië, Portugal, West Papua, Nederlands Nieuw-Guinea, media, bedrijfsjournalistiek en openbaar bestuur. En dat doet hij met veel kunde, zie zijn website (www.ernste.net). Ernste is behalve een aardig mens, een journalist die geen blad voor de mond neemt en weet waarover hij schrijft. Geen wonder, hij heeft ruim tien jaar ervaring in binnen- en buitenlandse journalistiek. Ernste schreef voor Het Financieele Dagblad, Economisch Dagblad, NRC Handelsblad en werkte voor radio en televisie.

woensdag 16 november 2011

Brazilianen kunnen niet schaken

Dat is leuk. De internationale schaakbond Fide begint donderdag 17 november met het wereldkampioenschap jeugdschaken in Caldas Novas. Dat is vlakbij mijn woonplaats Goiãnia, in het centrale westen van Brazilië. De kampioenschappen worden gehouden in het bekende Thermas di Roma. Caldas Novas is een toeristisch plaatsje in de staat Goiás en vermaard om haar natuurlijke hete zwavelbaden. Thermas di Roma is een sjiek hotel in Caldas Novas met veel van die hete baden en met grote conferentiezalen. In een van die zalen zullen ongeveer 1100 jongens en meisjes uit 67 verschillende landen en in de leeftijden van onder acht tot en met achttien jaar strijden om diverse titels. Die zijn netjes verdeeld over diverse leeftijdsgroepen.
De laatste speeldag is zondag 27 november. Nederland vaardigt slechts twee junioren af, te weten Hugo ten Hertog en Anna-Maja Kazarian. Andere Nederlandse jeugdschakers blijven thuis of kiezen voor een ander toernooi. Thuisland Brazilië is present met maar liefst 127 jeugdige schakers. Mooie plek, Thermas di Roma (foto linksboven). Met sauna´s, whirlpools, golfslagbaden. Overbodig te schrijven dat zeker een fors aantal schakertjes zwemkleding mee zal nemen naar hun wedstrijden. Vitorio Chemin, Gilberto Milos en Giovanni Vescovi (foto rechts). Zegt u die namen iets? Neen? Geen wonder. De eerstgenoemde is meester, de andere twee zijn grootmeesters in het schaken. Uitleg voor niet schakers: meester en grootmeester zijn hoge titels die te verdienen zijn met het behalen van veel goede resultaten in erkende nationale en internationale schaaktoernooien. Met alle respect, echte grote potten breken die Braziliaanse topschakers op internationale toernooien niet. Een Braziliaanse wereldkampioen? Vergeet het, verre van dat. Het nietige Nederland kan zich daarentegen op de borst kloppen. Max Euwe was wereldkampioen van 1935 tot 1937. En later de nationale trots Jan Timman, die in 1974 de grootmeesterstitel behaalde en dichtbij de kandidaatmatches is geweest om het wereldkampioenschap. Timman stond in 1982 op tweede plaats van de wereldranglijst achter de grote Russische schaker Anatoli Karpov. Dat zegt geen Braziliaan hem na.
Op Wikipedia ´in het Nederlands` zijn diverse lijsten te vinden van schakers. Ook eentje met ´bekende schakers`. Daar zijn Nederlanders en Belgen buiten gelaten, die vormen samen een eigen lijst. Precies 630 mannelijke schakers worden genoemd op ´bekende schakers`. Slechts twee Brazilianen, ja, daar zijn ze weer, Gilberto Milos (foto rechts) en Giovanni Vescovi. De vrouwelijke lijst, weer zonder Nederland en België, telt 47 namen. Geen Braziliaanse staat er bij. Of die lijsten deugen? Ja, verzekert de schrijver van deze blog. Hij is gek van schaken, komt echter niet boven een bedenkelijk niveau van huis, tuin en keuken uit, maar weet donders goed wie wie is en wie wat betekent of heeft betekend in de (internationale) schaaksport.
Voor wie het weten wil. Mijn schaakleven telt twee absolute hoogtepunten: een keer simultaan gespeeld tegen mijn Nederlandse idool Jan Hein Donner en voor het regionale toenmalige dagblad Brabants Nieuwsblad de Nederlandse topschaker John van der Wiel mogen interviewen. Ik had geluk om te mogen spelen tegen die gekke Donner, die op 27 november 1988 in Amsterdam overleed. Ik zat heel lang geleden een jaartje op de Schaakclub Leusden. Leden mochten zich inschrijven voor een simultaan tegen een Nederlandse grootmeester. Het was voor het goede doel, georganiseerd door een Amersfoorts ziekenhuis. Ik werd ingeloot. Donner speelde tegen zo´n dertig amateurschakers tegelijk. Dat is simultaan schaken. Ik was kansloos. Ik herinner me dat ik na een zet of tien stiekem een toren van Donner van het bord haalde, achter zijn imposante rug. Hij verblikte of verbloosde niet, toen hij terugkwam aan mijn bord, speelde door alsof er niets was gebeurd en hakte mij alsnog in enkele zetten volledig in de pan.
Jan Hein Donner (foto rechts) was vooral bekend om zijn vlammende columns. Zo schreef hij in 1968 in het Nederlandse damesblad Avenue: ´Vroeg of laat moest het ervan komen. Ik heb het zien aankomen en ik heb het ogenblik van de definitieve uiteenzetting gevreesd vanaf het moment dat ik mij als medewerker verbond aan dit blad voor vrouwen. Hoe pijnlijk het ook is, wij mogen niet schromen de waarheid onder ogen te zien: Vrouwen kunnen niet schaken`. Het was de hippietijd, de tijd van de Dolle Mina’s, de tijd van ontwakende vrouwenemancipatie. Met zijn mening lokte Donner dan ook een golf van protest uit. Een kwade Dolle Mina schreef in een ingezonden brief in de Avenue: ´Meneer Donner, u discrimineert. U bedoelt eigenlijk te zeggen dat negers niet kunnen schaken`. Waarop de onvergetelijke Donner in een naschrift antwoordde: ´Nee mevrouw, u begrijpt mij niet goed. Negers kunnen wél schaken, maar negerinnen niet`. Discussie gesloten.
Brazilië kent op schaakgebied deze scheiding der seksen niet. Want vrouw of man, Brazilianen kunnen amper schaken. Donner zou gerust durven te schrijven dat alle Brazilianen niet kunnen schaken. Daarmee scoort hij zeker een half punt, om in schaaktermen te blijven. Ik leg het aan mijn Braziliaanse (schaak-)vrienden in goede vrede immer als volgt uit: ´´Weten jullie waarom jullie zo slecht schaken? Omdat schaken vooruitdenken is. Wie speelt zonder vooruit te denken, zal nooit een goede partij op het bord zetten en kan beter stoppen. En waar zijn Brazilianen meesters en grootmeesters in? Juist, in níet vooruitdenken.`` Discussie gesloten, schaakmat, leg de koning maar neer.

dinsdag 15 november 2011

Zomerspelen: schending van mensenrechten


Het is voor de goede zaak en het is volkomen terecht. Gedwongen uitzettingen mogen de Olympische Spelen in 2016 in Rio de Janeiro niet bezoedelen. Dat is de kop boven een officieel persbericht dat Amnesty International op maandag 14 november 2011 de wereld in stuurt. Een noodkreet ook, in een brief verwoord, aan het Internationale Olympische Comité (IOC). ´´De Braziliaanse organisatoren van de Spelen moeten stoppen met huisuitzettingen van honderden families rond Rio de Janeiro.`` Het is een feit en niet alleen in Rio de Janeiro. Ook voor de Confederations Cup in 2013 en het wereldkampioenschap voetbal voor landenteams in 2014 worden in verschillende delen van het land veelal oude wijken rond nieuwe of verbouwde en peperdure stadions met de grond gelijk gemaakt (foto geheel boven: jongetje kijkt lijdzaam toe hoe zijn huis wordt afgebroken). Noodzaak, vindt Brazilië, om zo betere toegangswegen te creeëren en de veiligheid te garanderen. Families die er tientallen jaren wonen, moeten weg. Het is een regelrechte schande.
Amnesty International focust zich op de Olympische Zomerspelen in Rio de Janeiro. De brief aan het IOC is door meerdere organisaties en groepen ondertekend, zoals activisten, plaatselijke bewoners en de nog jonge internationale mensenrechtenorganisatie Witness. ´´Gezinnen met een laag inkomen hebben hun huis verloren of dreigen die te verliezen vanwege verbetering van de infrastructuur ten behoeve van het internationale sportevenement``, zo opent de brief. ´´Het dwingen van mensen hun woning te verlaten zonder voldoende voorafgaande kennisgeving, zonder voorafgaand overleg en zonder het bieden van adequate alternatieven is in strijd met de olympische gedachte en in strijd met internationale mensenrechten.`` Amnesty windt er geen doekjes om. ´´Het IOC moet van haar invloed gebruikmaken een einde aan deze praktijken te maken voor het te laat is. Het IOC mag niet medeplichtig zijn aan schending van mensenrechten in haar naam en dient openlijk en ondubbelzinnig alle gedwongen uitzettingen in Rio de Janeiro te veroordelen.``
In die brandbrief voorbeelden. ´´De bouw van drie nieuwe busbanen, de TransOeste, TransCarioca en de TransOlímpica (foto links), werken rond het Maracanã-stadion en modernisering van het havengebied hebben al geleid door ernstige schendingen. Die werken gaan echter gewoon door. Bewonerscomités van onder andere Vila Autodromo en Arroio Pavuna vechten nu tegen dreigende huisuitzettingen.`` Onderzoek door onafhankelijke (internationale) instanties wijst uit dat wel degelijk geweld is gebruikt bij gedwongen huisuitzettingen, meldt Amnesty in haar persbericht, ´´hetgeen de autoriteiten in Rio de Janeiro categorisch ontkennen. Die stellen dat altijd voldoende overleg plaatsvindt.`` Amnesty wijst die ontkenning naar het land der fabelen. ´´In de ergste gevallen is zonder enige aankondiging begonnen met het afbreken van woningen.``
Dan volgt een uiteenzetting van gebeurtenissen in Restinga, een prachtig natuurgebied aan zee dat tegen Rio de Janeiro aanligt (foto rechts). Officieel heet het Restinga da Marambaia. Restinga betekent niets anders dan zandbank in zout water. Het is in gebruik door het leger, dat er onder meer oefeningen houdt. Restinga heeft 42 kilometer strand. Natuurlijk wonen daar ook mensen, er is zelfs een heuse favela, een sloppenwijk. In de brandbrief het volgende: ´´Bulldozers komen aan in het gebied op 22 oktober in 2010 en beginnen met het afbreken van huizen en kleine winkels (foto linksonder). Huizen en winkels die er al meer dan twintig jaar staan.`` Bewoner Edilson komt aan het woord. Hij beschrijft de invasie: ´´Om tien uur in de ochtend arriveren machines, politiemensen en zwaar bewapende legereenheden. Zij beginnen met het leeghalen van woningen. Weigert een bewoner mee te werken, dan zetten ze een bulldozer in om de deur open te breken. Vervolgens volgt arrestatie en sloop, is de mededeling.`` Conclusie: veel van de families in Restinga, die er in vrede woonden en werkten, hebben sinds die dag hun huis en haard en werk verloren. Herplaatsing van kinderen op andere scholen is niet gelukt, hetgeen resulteerde in maanden gemist onderwijs. Amnesty: ´´Oud-bewoners hebben geen alternatieve woonruimte gekregen, geen financiële compensatie en dat betekent schending van mensenrechten.``
Het is niet de enige plek in en rond Rio de Janeiro waar op die manier te werk wordt of is gegaan. De brandbrief besluit met: ´´Wij erkennen dat Rio de Janeiro een adequate infrastructuur moet installeren om het succes en de veiligheid van het WK 2014 en de Olympische Spelen in 2016 garanderen. Maar dat moet worden uitgevoerd in een geest van overleg en in samenwerking met de getroffen gemeenschappen. Om ervoor zorgen dat de rechten van de bewoners worden beschermd in het totale proces.``
De actie van Amnesty International staat snel op internet en ook in het Portugees. De organisatie staat zeker niet alleen in het signaleren van betreffende misstanden. Rodrigo Martins van het linkse en kwaliteitsmagazine CartaCapital schrijft er ook over. Hij doet dat op de website van CartaCapital. Weer schrijnende voorbeelden. Eén ervan: de 44-jarige Francisca de Pinho Melo woont in de buurt Recreio dos Bandeirantes in Rio de Janeiro en ontdekt in juni 2010 dat haar eenvoudige woning op het traject staat van de nieuwe buslijn Transoeste. Zij probeert te onderhandelen met de autoriteiten. Het levert geen succes op. In december van hetzelfde jaar gaat de woning tegen de grond. Ze krijgt 11.000 reais schadevergoeding. ´´Dat is niet eens voldoende om een schuur te kopen met één kamertje. Mijn hele familie heeft geen werk meer. We hebben alles verloren. Hoe moet ik de school voor mijn dochter betalen? We zitten in een huurhuisje nu, en dat kost alleen al 250 reais per maand.``

zondag 13 november 2011

Politie-actie tegen maffia in Rio de Janeiro


Circa vijftienhonderd zwaar bewapende Braziliaanse politiemensen hebben zonder ook maar één schot te lossen deze zondagochtend de 13de november in hun niet aflatende strijd tegen de georganiseerde misdaad drie krottenwijken in Rio de Janeiro bezet. Het zijn, op de eerste plaats de internationaal bekende favela Rocinha, en de aanpalende wijken Vidigal en Chácara do Céu. De zorgvuldig geplande operatie begon exact om tien minuten na vier uur in de nacht van zaterdag op zondag.
De politiemensen behoren voor het grootste deel tot speciale elite-eenheden, zoals Batalhão de Operações Especiais (Bope) en Batalhão de Choque (BP Choque). Het zijn eenheden die vallen onder de categorie ´binnen zonder kloppen`. Op genoemd tijdstip reden zeg maar gerust geblindeerde legervoertuigen de krottenwijken binnen, gesteund in de lucht door vier helicopters van de Militaire Politie en drie vliegtuigen van de Burger Politie. Het duurt vaak ´even` voordat actie wordt ondernomen in Brazilië, maar is het zover, dan gaat het met alle krachten denkbaar in de hoogste versnelling vooruit. Alle toegangswegen naar de drie favela´s zijn geblokkeerd om te voorkomen dat voornamelijk drugsdealers kunnen ontsnappen. Daarbij zijn ongeveer dertienhonderd politiemensen betrokken. Die ´krijgsmacht` moet ook zorgen voor rust en controle buiten de krottenwijken. Luitenant-kolonel Réne Alonso van Batalhão de Operações Especiais laat om tien voor half zeven op deze zondagochtend in Rio de Janeiro aan de verzamelde Braziliaanse pers weten dat Favela da Rocinha officieel in handen van de politie is. ´´Wij zijn nu op zoek naar drugs en wapens van criminelen``, zegt Alonso, ´´de situatie in de wijk is kalm, er heerst geen paniek onder de bewoners. We zijn nog niet begonnen met huiszoekingen, we kijken eerst in voertuigen en buiten de woningen.`` Tot (gewapende) conflicten tussen de maffia en politie is het nog niet gekomen. Wel is door criminelen liters olie op straat gesmeten waardoor verscheidene politievoertuigen niet verder konden.
Het doel van deze opzienbarende bijna militaire operatie is het uitbannen van de maffia in betreffende drie gemeenschappen. Volgens politiewoordvoerders wordt in Rocinha de meeste drugs van Rio de Janeiro verhandeld en zijn criminelen er al tientallen jaren heer en meester. Een extra alarm heeft de operatie versneld: de vlucht van criminelen van een andere grote sloppenwijk in Rio de Janeiro, Complexo do Alemão, naar Rocinha. De operatie dient eveneens te leiden tot vestiging van weer een speciale vredespolitiepost in favela´s in Rio de Janeiro, de negentiende in dit geval.
Brazilianen en speciaal de inwoners van Rio de Janeiro zullen de invallen in de krottenwijken niet zo bijzonder meer vinden. Het is al jaren oorlog in vooral de grotere favela´s in de internationaal bekendste stad van het land. Politie en leger tegen drugsbendes. Brazilie maakt de afgelopen bijna twee jaar enorme haast met een ´grote schoonmaak`, want de WK 2014 en de Olympische Spelen in 2016 kloppen aan de Braziliaanse voordeur. De Olympische Spelen spelen zich geheel in Rio de Janeiro af en dan moet veiligheid uiteraard hoog in het vaandel staan.
Rocinha ligt tussen de betere woonwijken Gávea en São Conrado ingeklemd, in het zuiden van Rio de Janeiro, tegen de kust. Rocinha zou 69.300 bewoners tellen, 34.212 mannen en 35.144 vrouwen, volgens de laatste officiële cijfers. Die kunnen niet nauwkeurig zijn, er is eenvoudigweg nooit een exact beeld te krijgen wie waar en hoe lang in deze wijken woont en verblijft. De stad Rio de Janeiro telt in totaal iets meer dan 6,3 miljoen inwoners. Het aantal ´woningen` in Rocinha blijft maar stijgen, van 16.999 in 2000 tot 23.404 in 2010. De favela is maar liefst 874.612 vierkante meter groot. Rocinha kent drie scholen en zelfs drie creches. Desondanks behoren de bewoners, en dat is geen wonder, tot de laagst opgeleiden van de gehele staat Rio de Janeiro.
Brazilië en de strijd tegen de misdaad, Brazilië en de te waarborgen veiligheid gedurende komende internationaal vermaarde sportevenementen. Blijft het pappen en nathouden? Blijft het een schaak- en steekspel tussen maffia en politie/leger? Iedere keer als weer een grote drugsbaas of crimineel wordt opgepakt, pakt Brazilië breeduit. Iedere keer als weer na tientallen arrestaties in het hele land een belangrijke criminele organisatie is opgerold, schreeuwt Brazilie victorie van de daken. Maar het lijkt te vergeten dat een vacuum in een macht altijd wordt opgevuld. De vraag naar drugs blijft, het aanbod dus ook. Handel in illegale wapens blijft, er zijn kopers genoeg. De operatie van deze zondag maakt de achillespees van de drugsoorlog duidelijk. Politie veegt in stad A krottenwijk B schoon. Criminelen vluchten van krottenwijk B naar krottenwijk C in die stad. Krottenwijk C wordt ingenomen. Criminelen wijken uit naar stad B. Enzovoorts, maakt u zelf het rijtje maar af. Want waar een markt is, is een weg. Vele weggetjes, zeker die smalle slecht begaanbare bijna onzichtbare steegjes in krottenwijken, leiden uiteindelijk weer naar Rome. Of beter geschreven, naar Rio de Janeiro. Het is wachten op de volgende zet. Van wit of van zwart.

woensdag 2 november 2011

Voetbaljournalistiek in Brazilië en Nederland

Hugo Borst is een kanjer. Die Nederlandse (sport-)journalist kan schrijven (foto rechts). Of de lezer het met hem eens is of niet. Hij bijt weer lekker van zich af in zijn laatste column op de website van het AD. ´Voetbaljournalistiek is oorlog`, heet die column, gepubliceerd op woensdag 2 november 2011. Borst concludeert onder meer: ´Op de sportredactie van De Telegraaf na zijn de kranten en VI eensgezind over Oranje. Fascinerend om te zien hoe bijna iedereen die Bert van Marwijk en de 23 spelers zeven weken van dichtbij volgde er dezelfde mening op nahoudt. Al ben ik het er totaal mee oneens, ik respecteer de opinie van die ´volgers`...de standpunten van de ´volgers` zijn helder. Zij zijn diep onder de indruk geraakt van de prestatie van Oranje. Alle kwalificatiewedstrijden én zes wedstrijden op een WK zijn gewonnen`.
Duidelijke taal. Een ander fenomeen. Iwan van Duren (foto links). Hij is een gerespecteerd journalist van Voetbal International. Een goede ook. Ik ken Iwan persoonlijk, uit de tijd dat hij in De Kuip achter de goal op de noordzijde samen met zijn maatjes onze club Feyenoord volgde. Niet alleen thuis, ook uit. En fanatiek. Eén scene met hem zal ik nooit vergeten.
Het is dinsdag 25 mei 1993. Feyenoord is bijna kampioen, moet nog twee wedstrijden spelen en die winnen om PSV voor te blijven. Eerst de uitgestelde uitwedstrijd tegen MVV, op die gedenkwaardige zachte lenteavond in mei in Maastricht. Het is spannend. Gemiste strafschop van MVV, in de tweede helft komt Feyenoord op een 1-0-voorsprong. Wij staan achter de goal. Zo´n tien minuten voor het eindsignaal verlaat ik de tribune en ga buiten op een stenen trap zitten. Daar zit ook Iwan. ´´Ik kan het niet meer aanzien, te spannend``, zegt hij. Ik knik. Naar verloop van een minuut of twee besluiten we om de beurt te kijken hoe het gaat. ´´Nu moet jij``, maant Iwan. Bijna in de blessuretijd wordt het alsnog 2-0 (foto rechts, MVV-Feyenoord: Feyenoordverdediger John de Wolf vecht een robbertje uit met MVV-aanvaller Erik Meijer). Zes dagen later in Groningen, waar Feyenoord de landstitel pakt, heb ik Iwan niet gezien. Maar die lenteavond en die spanning, de ontlading nadien, zal ik nimmer vergeten. En Iwan evenmin. Mooie gast.
Van lente 1993 naar herfst 2011. Iwan van Duren heeft een idee: het geven van workshops/masterclasses en colleges voetbaljournalistiek. Het idee krijgt vorm en op donderdag 6 oktober begint in de Tilburgse Fontys Hogeschool Journalistiek de eerste van tien masterclasses. Voetbaljournalisten verlenen medewerking, zoals Willem Vissers van De Volkskrant en Tom Knipping van Voetbal International. Aan het einde van de cursus, zo melden de organisatoren ondere andere, ´´weet je bijna alles over het wedstrijdverslag, het interview, hoe journalisten en voorlichters met elkaar omgaan.`` Hugo Borst en Iwan van Duren. Twee Nederlandse journalisten die deugen en zich uitspreken over hun liefde voor voetbal en hun vak.
Voor hen moet Braziliaanse voetbaljournalistiek een ware gruwel zijn. Onafhankelijk? Kritisch? Onderzoeksjournalistiek? Doorvragen? Het zit anders in elkaar in het grootste Latijns-Amerikaanse land. Zeker, er zijn kritische voetbaljournalisten, columnisten (oud-speler Socrates bijvoorbeeld), maar zij blijven aan de zijlijn. Analyses van wedstrijden? Jawel, beperkt, geen echte diepgang. Het is voor Nederlandse journalistieke begrippen onvoorstelbaar dat anno 2011 in Braziliaanse dagbladen en op Braziliaanse internetsites immer het wedstrijdverslag bestaat uit een opsomming van wat er van minuut tot minuut gebeurt. En niet te vergeten, vermelding van de nieuwe posities van beide clubs op de ranglijst en wie hun volgende tegenstander is en waar.
Onvoorstelbaar ja. Want Brazilië is voetbalgek, voetbalgekker dan Nederland. Iedereen heeft een favoriete club, zelfs wanneer zij of hij geen verschil ziet tussen buitenspel en een doeltrap. Die dat wel ziet, luistert tijdens wedstrijddagen naar de radio, kijkt thuis of in een bar naar een live-uitzending via de kabeltv van de favoriete club of gaat natuurgetrouw naar het stadion. Wie dat allemaal mist, blijft nooit lang onwetend van uitslagen. Voetbal is gespreksonderwerp nummer één in Brazilië, wat het weer is in Nederland. Luttele minuten na een eindsignaal op straat rondvragen naar een uitslag biedt soelaas. En toch houdt de geschreven pers vast aan wedstrijdverslagen, die in Nederland al tientallen jaren niet meer worden geschreven. Ik herinner me de gevolgde lessen sportjournalistiek op de School voor de Journalistiek in Utrecht. Tijdens die lessen werd benadrukt dat het bij het schrijven van een wedstrijdverslag toch echt gaat om een kundige analyse. En geen opsommig van wie wanneer scoort. Dat was,voor de goede orde, beginjaren tachtig, vorige eeuw.
Het WK 2014 in Brazilië is in aantocht. Dankbaar onderwerp voor een kritische journalistieke benadering. Onderwerpen zat. Ricardo Teixeira is baas van de Braziliaanse voetbalbond en zou zichzelf verrijken met opbrengsten van wedstrijden van ´zijn` nationale elftal. Zou? Het ís zo. Publicaties verschijnen, copieën van persoonlijke rekeningafschriften. Maar er gebeurt niks. Omdat voetballers, voetbaltrainers, voetbalvoorzitters te heilig zijn. Omdat Brazilianen een directe kritische benadering verafschuwen, het is tegen hun cultuur in.
Het is zondag 30 oktober 2011. Via een illegale streamer volg ik op de laptop de live-uitzending van FC Groningen-Feyenoord. Met commentaar van Ron de Rijk (foto rechts). Die zich verstout om aan het einde van de eerste helft op te merken dat deze wedstrijd al gespeeld is. Het staat 3-0 voor Groningen, het wordt uiteindelijk 6-0. De Rijk heeft het gelijk aan zijn zijde, maar zou als sportcommentator in Brazilië op staande voet worden ontslagen. Diezelfde dag kijk ik op de televisie in mijn huisje in mijn woonplaats Goiãnia naar Vasco da Gama tegen São Paulo. Een klassieker, Rio de Janeiro tegen São Paulo en ook nog twee clubs die bovenaan aan de eredivisie strijden om het kampioenschap. De voetbalcommentatoren, in Brazilië altijd twee per wedstrijd, putten zich uit in superlatieven. Het lijkt genant, misschien is het zo, misschien valt het me niet meer op na negen jaar Brazilië. De wedstrijd eindigt in 0-0, soms is het spel amper om aan te zien. Veel gehark op het middenveld, buitenspelers die amper adequaat worden aangespeeld, aanvallers die te veel willen en daardoor weer balverlies lijden. De commentatoren houden zich daar niet mee bezig. Ze zien het wel, maar kritiek? ´´Wat een prachtig idee om die bal zo te spelen, jammer dat die aanvaller net even verkeerd stond.`` Tja. Omgekeerde wereld. Het zijn de commentatoren die een wedstrijd spannend houden. Ook een manier. Na afloop van de wedstrijd krijgen spelers direct een microfoon onder en een camera voor de neus. Heet van de naald. Directe emoties. Uitspraken verzanden al te vaak in clichés. Doorvragen is van een totaal andere wereld. Toch kijk en luister ik ernaar, sla het nooit over.
Het Braziliaanse nationale voetbalelftal (foto rechts) zit in een diepe dip. Het speelt voor geen meter. Tweeënhalf jaar nog, dan trappen die elf af voor het eigen WK in São Paulo. Brazilië zal nooit verder komen dan hooguit een achtste of kwartfinale. Gezien de huidige kwaliteiten. En de vooruitzichten zijn somber. Het tweede eigen WK kan zo maar een drama voor 190 miljoen voetbalgekke Brazilianen worden. Gelukkig snel jij me te hulp, Hugo. Aan het einde van genoemde column stel je: ´Grofweg, merk ik aan mensen die per mail reageren, valt Nederland op te delen in twee categorieën: realisten/feestvierders én romantici/idealisten. Het verhoudingspercentage is, schat ik, 66%-33%, in het nadeel van de romantici/idealisten. Zouden de 16 miljoen bondscoaches mogen stemmen hoe het Nederlands elftal verder moet dan stond de uitslag vast: met resultaatvoetbal`.
Beste Hugo, de spijker op de kop. Het is perfect verwoord. Het is tevens hét verschil tussen Braziliaanse en Hollandse voetbalbeleving. Romantici en idealisten? Dat zijn Brazilianen. Ze verafschuwen resultaatvoetbal. In de aanval en doelpunten maken, is het credo. Ze beseffen terdege dat Brazilië niet meer het Brazilië is van Carrincha, Pelé, Ronaldo, Romário, Socrates, Zico. Zorgen alom. Maar ze geloven heilig in hun zesde wereldtitel in juni 2014. Net als de ´Braziliaanse volgers`, om jouw termen te gebruiken. Omdat ook zij deel uitmaken van het zo romantische en idealistische volk.

maandag 31 oktober 2011

Ex-president Lula begint met chemokuur



De in zijn land immens populaire Braziliaanse ex-president Luiz Inácio Lula da Silva begint vandaag, maandag 31 oktober 2011, met een chemokuur tegen een kwaadaardig kankergezwel in zijn strottenhoofd. De 66-jarige Lula ondergaat de kuur in het Hospital Sírio Libanês in São Paulo, een befaamd peperduur particulier ziekenhuis met uitstekende medici. Een ziekenhuis ook dat al veel Braziliaanse beroemdheden heeft ontvangen.
Lula is acht jaar president geweest van Brazilië, van 1 januari 2003 tot 1 januari 2011. Dilma Rousseff, partijgenote van Lula, volgde hem op en is daarmee de eerste vrouwelijke president van Brazilië.
Lula besloot vrijdagavond 28 oktober naar het ziekenhuis Sírio Libanês te gaan. Hij had veel keelpijn. De ex-president woont in São Bernardo do Campo, op slechts 22 kilometer van São Paulo. Na een serie onderzoeken kwam er snel duidelijkheid: een kankergezwel in zijn strottenhoofd met een diameter van drie centimeter. Arts Roberto Kalil Filho, die Lula onderzocht, laat weten dat de ex-president tachtig procent kans heeft om van het gezwel af te komen. ´´Hij is behalve de aandoening verder kerngezond``, aldus de arts. De Braziliaanse arts Artur Katz, volgens de Braziliaanse pers een van de meest gerespecteerde oncologen in zijn land, zal de behandeling van Lula leiden. De ex-president is niet in paniek, maar vertelde wel aan zijn directe omgeving en beste vrienden dat hij bang dat de kuur ten koste gaat van diens stem. Die angst is te begrijpen. Lula reist na zijn presidentschap binnen- en buitenland af om er lezingen te geven en toespraken te houden over uiteenlopende politieke, economische en sociale onderwerpen
Lula is gisteren, zondag, gewoon thuis geweest. Samen met familie. Hij ontving geen visites, op aanrading van de staf in het ziekenhuis, om zo zijn stem te sparen (foto boven, Lula met een kleinzoon in de armen zondag in zijn woning). Ongetwijfeld keek hij ´s middags via de kabel naar de verrichtingen van zijn favoriete voetbalclub Corinthias uit São Paulo. Die won moeizaam thuis met 2-1 van Avai en nam daardoor de koppositie in de Braziliaanse eredivisie over van Vasco da Gama uit Rio de Janeiro, dat thuis met 0-0 gelijk speelde tegen Sáo Paulo.
Lula is niet de eerste in zijn familie die aan de wrede ziekte lijdt. Juni dit jaar verloor de ex-president zijn oudste zus Marinete da Silva, die op 72-jarige leeftijd stierf ten gevolgde van longkanker. De ex-president heeft met nadruk gesteld dat hij alle openheid verwacht van zijn artsen.
Op Facebook is deze dagen een morbide grap gesignaleerd. Een foto van Lula met Braziliaanse presidentssjerp (foto rechts) en daaronder een Portugese tekst die in het Nederlands vertaald hier op neer komt: ´Campagne: Lula laat zich door SUS behandelen. Haha`. SUS staat voor Sistema Único de Saúde en is 1988 in het leven geroepen. Gratis gezondheidszorg voor iedere Braziliaan. Zo´n 6500 ziekenhuizen in heel Brazilië vallen onder SUS. Patiënten die geen geld hebben voor een behandeling in een particulier ziekenhuis gaan en moeten daar wel heen. Met als gevolg overvolle ziekenhuizen, te weinig medisch personeel, te weinig medicijnen en ellenlange wachtlijsten. De grap is afkomstig van militanten in Brazilië. Zij vallen over het feit dat de politiek zeer linkse Lula naar een ´elite-ziekenhuis als Sírio Libanês` gaat.
Het is een minderheid, die deze grappen waardeert. Maar die minderheid is te begrijpen. Vooral de laatste maanden verschijnen in de Braziliaanse pers, op de Braziliaanse televisie, werkelijk schrijnende beelden van staatsziekenhuizen waar patiënten in gangen in stoelen en op dunne matrassen in nauwe hete gangen dagen wachten op een plekje in de enige en slecht uitgeruste operatiekamer (foto linksboven). Artsen maken overuren, zij weten het ook niet meer. Geen geld.
De meerderheid van het Braziliaanse volk houdt zich echter deze dagen niet bezig met problemen in de publieke gezondheidszorg. Alle ogen en oren zijn gericht op het zien en horen van goed nieuws uit dat elite-ziekenhuis. Dat Lula snel voor honderd procent beter wordt en hij zijn stem voor honderd procent zal behouden. Een absoluut markante stem. Lula slist namelijk en dat past hem als geen ander.

donderdag 27 oktober 2011

Waterplezier in Brazilië



Het is herfst in Nederland. Bladeren vallen van de bomen. Een nieuwe en waarschijnlijk strenge winter in het verschiet, mogen de voorspellingen van meteorologen kloppen. Het is lente in Brazilië. De regentijd begint, bomen en struiken geven nieuw leven aan overheerlijke vruchten. Een wellicht weer erg natte zomer ligt in het verschiet. Rivieren lopen over, ongetwijfeld weer overstromingen die de laatste jaren voor veel ellende zorgen. Complete dorpen onder water, mensen raken huis en haard kwijt en ze hebben al zo weinig. Wat een gekke wereld. Als Nederlanders in hun eigen landje opgewonden de schaatsen onderbinden om een tochtje op bevroren water te maken, moeten Brazilianen in hun eigen continent op hetzelfde moment het vege lijf redden voor massa´s niet bevroren water. Wat kan het toch verkeren.
Maar het draait ditmaal niet om de ellende dat water teweeg kan brengen, maar om de vreugde. Om waterplezier. En wat is er dan mooier dan een mooie lauwe schone zee, een mooi schoon wit strand en een mooie warme zon? Als het om (zonne-)baden gaat. Zeg het eerlijk. Niets toch? Geen zwembad, geen meer, geen rivier kan daar tegen op. Maar is het echt waar? Ontboezeming vooraf. Ik ben gek op water. Altijd geweest. Wat dat betreft zit ik in Brazilië gebeiteld. Het enorme land, meer dan honderdvijftig maal groter dan Nederland, heeft water om te baden in alle varianten denkbaar. Daar maak ik, als het even kan, dan ook dankbaar gebruik van. Zwembaden, warmwater-zwavelbaden, zeeën (Brazilië heeft 7.200 kilometer kustlijn, reken de strandwinst maar uit), meren en grote rivieren die op binnenzeeën lijken en verborgen riviertjes in het binnenland waar de vissen over de voeten zwemmen en het water gewoon te drinken is. Prachtig.
In Nederland veel naar de zee geweest. In de tijd dat ik in Roosendaal woonde en werkte, vaak naar de Zeeuwse stranden, zoals Dishoek (foto rechts). Maar ook naar Vlissingen, uiteraard Scheveningen en feestpaviljoens in Zandvoort, in de pubertijd naar een strandfeest in het Noordhollandse Bergen aan Zee, naar Ameland en Texel. In Nederlandse rivieren en meren heb ik nooit een duik genomen. Vanwege toename van vervuiling vraag ik me af of er nog wel schone rivieren of riviertjes in Nederland zijn waar een bad aan te raden is. Wie het weet, mag het me schrijven.
In Brazilië heb ik veel geluk. Mijn huis zal in drie verschillende staten, in drie verschillende plaatsen, staan. In de hoofdstad Goiãnia van de boerenstaat Goiás in het centrale westen, in het toeristendorp Porto Seguro aan zee, het zuiden van de staat Bahia, en in Poços de Caldas, het zuiden van de staat Minas Gerais. Drie plaatsen met veel badwater in de omgeving (foto boven, waterval in Poços de Caldas). Daarbuiten ken ik de stranden van Rio de Janeiro redelijk tot goed en ben eens een lang weekeinde in Búzios geweest.
Een nadere uiteenzetting over zee en strand in Brazilië. De mooiste stranden liggen in het noorden en noordoosten van het land. Dat zal geen geheim zijn voor een beetje Braziliëkenner. Op de stranden van Ipanema, Leblon en Copacabana in Rio de Janeiro valt altijd wat te beleven, maar het predikaat bounty krijgen ze van mij niet. Niet indrukwekkend. Daarentegen wel echt Rio de Janeiro. Op hete dagen en in het weekeinde bomvol. Met aparte gedeeltes om te (voet-)volleyen. Met knappe hoertjes, met gauwdiefjes uit favela´s (oppassen op uw spulletjes), de krottenwijken, met plaatselijke beroemdheden, met hele grote families. Het is aan te raden om bijna niks mee te nemen naar die stranden en baden in de zee af te wisselen met strandwandelingen. Om het volk van Rio in bijna naakt maar vol ornaat te bewonderen (foto rechtsboven, een vol strand op Copacabana).
Wie geen probleem heeft om in Rio de Janeiro in een bus of auto te stappen voor een rit van 165 kilometer, zou een keer naar Búzios moeten. Búzios is een schiereiland met een lengte van acht kilometer en kent 23 verschillende stranden en die zijn absoluut fraaier dan die in Rio. Het is wel erg toeristisch, maar dat is geen nadeel. Genoeg strand voor iedereen. Indrukwekkend zijn de kleinere strandjes, omgeven door rotsmassieven (foto links). Er is langs te zwemmen, maar dan moet je wel echt kunnen zwemmen. Dan kun je hier en daar een rots in en dat is adembenemend. De Braziliaanse vriend die mij uitnodigde voor een weekeindje Búzios zal ik nooit vergeten. Hij kende de stranden en het dorp. Met zijn auto reden we even buiten de bebouwde kom. ´´Ik zal je wat laten zien``, zei hij. Een stief kwartiertje en hij zette de auto neer op een type rotsplateau. ´´Uitstappen en meekomen``, gebood hij. Gedwee achter hem aan. ´´Kijk hier maar naar beneden``, wees de vriend met zijn rechterhand. Niet te geloven, wat een uitzicht. Ik telde zeventien strandjes, diep beneden mij. Schitterend, geen woorden voor. Ik zal hem vragen waar die plek precies was, dat weet hij zeker nog. Voor eventuele liefhebbers.
Andere stranden om nooit te vergeten, zijn te vinden in Santo André (foto rechts). Een onbekend vissersdorpje, vijfentwintig kilometer ten noorden van Porto Seguro, het zuiden van Bahia. De stranden van Porto en de dichtbij gelegen plaatsen Trancoso en Arraial d´Ajuda zijn bekend, vaak druk en fraai. Maar die in Santo André zijn maagdelijk en zeker nog fraaier. In het half jaar dat ik in Porto heb ik gewoond, ben ik er meerdere keren geweest. Eerst met een pont over de rivier João de Tiba, die uitmondt in de zee. Een gammele bus in voor een kilometer of vijftien landinwaarts. Het plaatsje laten voor wat het is en in niemandsland uitstappen. Een seintje aan de chauffeur is genoeg en de bus stopt. Door een soort mangrovebossen, een soort moeras, een door planten overwoekerd pad volgen. Oppassen, het is echt een weg banen. De lucht van zout water is te ruiken, het ruisen van de zee ook. Het nauwelijks zichtbaar pad gaat ongemerkt over in strandzand. De zee is dichtbij. Nog wat varens wegslaan en daar is het uitzicht der uitzichten. De beste bounty. Het is eb, het strand is breed en loopt honderden meters de zee in. Het water kabbelt, dit deel van Brazilië is beroemd om een rustige zee. Geen mens te zien. Geen strandstoel. Geen afval. Zeevogels verzorgen een balletvoorstelling in de lucht. Voor een allenig mens.
Het pleit lijkt beslecht, in voordeel van de zee. Wat kan nog meer indruk maken? Naar Aruanã dan maar, landinwaarts, een plaatsje met ruim zevenduizend inwoners aan de Rio Araguaia in de staat Goiás. Op slechts 310 kilometer van mijn huidige woonplaats Goiãnia. Rio Araguaia is een van de grotere rivieren in Brazilië, is exact 2.114 kilometer lang en er wordt de meeste vis van het land gevangen. In de vakantiemaanden juli en augustus is het laag water, het verschil kan tot zo´n zeven meter oplopen vergeleken met de regentijd in december. Enorme zandvlakten vallen droog en de creatieve Brazilianen bouwen daar complete houten barakken, bars en hutten op (foto boven). De vakantie vierende Brazilianen dagen in grote getalen op.
Met een Braziliaan mee die een motorboot heeft. Motorboot achter zijn auto en op weg naar Aruanã. Een uurtje of vier en de boot ligt in het water. Rio Araguaia (foto geheel boven). Dat betekent vliegende vissen, een soort dolfijnen, een soort steltlopers op zandvlaktes die niet bebouwd zijn. Plots oorverdovend gekrijs in de lucht. Het doet pijn aan de oren. Kleine groene papegaaien vliegen over. Op volle snelheid. Een groene wolk.

Ook toekans verblijden ons. Die vliegen aanzienlijk langzamer, zijn dus langer waar te nemen, oogsten meer bewondering. Ruim een uurtje varen en we zijn alleen op de rivier. Links en rechts oerwoud, er is goed te zien tot welke hoogte het water in december kan komen. Een oeroud cliché dient zich aan, wanneer de mens een bezoek brengt aan natuur die hem of haar overweldigt: wat zijn wij toch nietig.
Maar vanwaar het idee om een blog over waterplezier te schrijven? Nog geen vierentwintig uur geleden lag deze schrijver in een rivier. Het gevolg van een onaangekondigde ´uitnodiging` van kroegbaas en vriend Zé. Hij baat in zijn eentje al zo´n twintig jaar een onooglijk cafeetje uit in mijn woonwijk. Sluit en opent wanneer het hem uitkomt. Ik kom er graag en veel. Gisteren zat ook de baas van de aanpalende supermarkt op het terras bij Zé. ´´Zijn we weg?``, vroeg superbaas op gebiedende toon aan cafébaas Zé. ´´Waar naartoe?``, vroeg de aangesprokene. ´´Naar de rivier, gasflesje staat al in mijn busje. Jij hebt vlees en rijst, ik heb tomaten en ui. Even wat bier kopen, da´s alles. Zijn we nou weg?``, herhaalde de superbaas, nog indringender.
Zé begon haastig met het naar binnen dragen van terrasstoeltjes en -tafeltjes. Of er een klant aan een tafeltje zat of niet, het interesseerde Zé geen moer. Die klanten zijn het overigens gewend. ´´En jij gaat mee, zet je fiets ook maar in het café``, zei Zé tegen me. Het was geen vraag, geen aankondiging, maar een gebod. Ik haalde me schouders op en deed wat hij zei. In het vieze oude ooit gele busje van supermarkt Maravilha rijden we Goiãnia uit. Ik achterin, half liggend, half zittend op een verhoging. Busje heeft alleen voorin een bank. Voor chauffeur en bijrijder. Over een asfaltweg, een kilometer of acht. Dan gaat het linksaf, geen asfalt meer, maar een weg met kuilen, modder, rode aarde. Twintig minuten hobbelen we op snelheid door het glooiende binnenland van Goiás. Niks te zien, weilanden met koeien afgewisseld door dichte bossen.
Superbaas drukte op de rem: ´´We zijn er.`` Ik snapte er niks van, stapte uit. Rivier? Waar? Zé lachte zijn tanden bloot. ´´Hierheen!`` Een modderig pad, levensgevaarlijk, steil naar beneden. Beide heren daalden als klimgeiten af, met koeldoos bier en etenswaren en de gasfles. Welja. Voetje voor voetje waagde ik het er op. En ja hoor, eenmaal beneden, daar stroomde die, de rivier. Het wordt een eentonig verhaal, maar weer perfect. Gewoon met shortje en onderbroek het water in. Beide baasjes hielden schoenen en sokken aan. Omdat op de bodem van dergelijke riviertjes scherpe stenen en wortels van bomen kunnen liggen. Ik had slippers aan, dat werkte dus niet, die blijven steken in de modderige bodem. Maar ik ken dit soort rivieren (foto rechts). Weer voetje voor voetje, voorzichtig voelen en zoeken naar een hardere zandbodem. Altijd is er stroming, die naarmate de dag verstrijkt, sterker wordt. Goed uitkijken. Wie het gewend is, kan ermee spelen. Dicht tegen de ene kant aan stroomopwaarts lopen, het is meer schuifelen, en dan een duik, diagonaal met de stroom mee naar de andere kant. Een paar forse zwemslagen op het juiste moment. Voilá. Eén met de natuur. Heerlijk. De baasjes frituurden varkensvlees en rijst. Tomaten werden in rivierwater gewassen. Bordjes niet nodig, een mens heeft handen om mee te eten. Eén hand als bord, de ander als lepel. Klaar.
Rivier of zee? Strand of binnenland? Wat is nu mooier? Het is me in Brazilië om het even. Niet alleen een zee of een rivier wint het. Niet alleen het water an sich. Het is het hele pakket, de omgeving, de natuurschoon. Brazilianen die in het uitgestrekte binnenland wonen, dicht bij een rivier met zandbanken, zeggen over een uitje naar waterplezier: ´´We gaan vandaag naar het strand.`` Dan nemen ze echt geen vliegtuig naar de kust. Dan gaan ze naar hun eigen rivier, hun eigen zandbank. Is dat niet mooi genoeg?