Campina Grande is een grote stad in de noordoostelijke staat Paraíba en telt tegen de 700.000 inwoners. Campina Grande heeft veel industrie en is dé universiteitsstad in deze regio van Brazilië. Maar liefst zestien verschillende universiteiten zijn in Campina Grande te vinden. Daar moeten welhaast weldenkende mensen wonen, het kan niet anders. Het kan wel anders. Het is zaterdag 16 april 2011. Drie jongemannen beroven om half vijf in de vroege ochtend de 24-jarige Daniel de Oliveira Felipe met minstens dertig messteken van het leven. Verkeerscamera´s registreren de slachtpartij, die gebeurt op een hoek van de straten Presidente João Pessoa en Índios Cariris, op het grote industrieterrein van Campina Grande. Duidelijk is te zien hoe jongeren met messen op de travestiet inhakken. Steken in de hals, het hoofd en met name in het hart. Een wrede en barbaarse moord, concludeert de Braziliaanse pers unaniem.
De achtergronden. Daniel de Oliveira Felipe was travestiet en prostituee, ook bekend als Inete. Volgens familieleden zou hij verslaafd zijn aan drugs. Onder de verdachten van de moordpartij twee pubers van nog geen zeventien jaar, die inmiddels in handen van de politie zijn. Eén van hen verklaart dat om wraak ging. Een onenigheid ontstond over terugbetaling van achthonderd reais. Een hoop geld. Daniel zou dat een van de jongens afhandig hebben gemaakt na een seksprogramma. De politie spreekt van nog een vierde verdachte en pakt een tweede jongeman op. De overige twee zijn op de vlucht, maar zullen snel worden gevonden. Dankzij de camera´s.
Het is niet vreemd dat Daniel, of Inete, zich in een totaal verlaten deel van een grote stad prostitueert. Het zijn geliefde plekken, uitgestrekte industrieterreinen en koopcentra´s in grote Braziliaanse steden in de diepe nacht en vroege ochtend. Die nodigen uit, want daar loopt op die tijdstippen geen mens. Na winkelsluiting zijn die commerciële centra snel uitgestorven. Naargeestige buurten worden het en dus het nachtelijk domein voor zwervers, drugsverlaafden en straatprostituees, met name travestieten en homoseksuelen (op de foto onder het industriegebied in Campina Grande waar ´s nachts de prostituees hun klanten oppikken).
Meer nieuws. Na de wrede daad laten de jongemannen de neergestoken Daniel op de stoep doodbloeden en rennen naar een vluchtauto. Wegwezen. Daniel woonde bij familie in Campina Grande.
Het is dinsdag 25 januari 2011. Een 27-jarige homoseksuele doctorandus van de USP, de befaamde Universiteit São Paulo is slachtoffer van agressie. Het tijdstip? Weer vroeg in de ochtend, weer tussen vier en vijf uur. Wat gebeurt er? De doctorandus loopt zomaar een messteek op in zijn rechteroog op de Avenida Paulista in het centrum van de Braziliaanse metropool. Hij spreekt van homohaat. De dader is op vrije voeten, hij zal naar alle waarschijnlijkheid nooit worden opgepakt. Volgens A Folha, een Braziliaanse journalistieke kwaliteitswebsite, is het de vierde aanslag op homoseksuelen binnen twee maanden in hetzelfde stadsdeel. Het zou om een groep jongeren gaan die homo´s haat.
De doctorandus verlaat samen met een vriend ´s ochtends vroeg A Lôca, een bekende homodisco in São Paulo en ver daarbuiten. Zo´n tien jongeren passeren het tweetal en het volgende moment zit er een mes in een oog. Het slachtoffer: ´´Alles draaide. Mijn vriend zegt: ´Ren, want iemand heeft je zojuist in je gezicht gestoken.` Homofobie keert steeds vaker de kop op in Brazilië. Gebrek aan veilgheid op straat en opvoeding. Als de eigen familie in dit land een kind niet opvoedt met tolerantie, ligt er een taak voor de school.``
Het verhaal is nog niet ten einde. De doctorandus doet aangifte bij de Polícia Militar en Polícia Civil, de militaire en burgerpolitie. Hij zegt dat politiemensen hem van het kastje naar de muur sturen. Aanklacht homohaat? Dan moet je bij het speciale politiebureau zijn dat misdaden ten gevolge van discriminatie behandelt. En niet hier. ´´Ze dachten dat ik slachtoffer was van een of andere ruzie. Niemand pakte een politieradio, niemand stuurde een patrouille naar de plaats waar ik was gestoken. De politie deed helemaal niets.`` De volgende dag krijgt de doctorandus een telefoontje van een officier van de militaire politie. ´´Het is niet omdat jullie(lees: homoseksuelen) denken dat betreffende omgeving van jullie (lees: homoseksuelen) is en dat wij extra moeten surveilleren. Ik ging in discussie met hem en zijn houding aan het einde van het gesprek veranderde. Maar hij zei wel dat ik moet leren begrijpen dat deze fataliteiten nou eenmaal gebeuren.``
Het is maandag 4 april 2011. Grupo Gay do Bahia (GGB) legt een rapport op tafel. Feiten: 260 homofielen, lesbiënnes en travestieten worden vermoord in 2010 in heel Brazilië. Een stijging van 31,3 procent vergeleken met 2009 (aantal slachtoffers 198). Vergeleken met de afgelopen vijf jaar is er sprake van een stijging van maar liefst 113 procent. Antropoloog Luiz Mott (foto rechts) is een van de oprichters van de GGB. Hij verklaart: ´´Het aantal aanslagen op homoseksuelen is zeker hoger. Onze cijfers zijn gebaseerd op berichten in kranten, op internet en op statistieken van de GGB, die opkomt voor rechten van de homoseksuele gemeenschap. Brazilië kent geen officiële cijfers over deze soort van criminaliteit.`` Mott is geen domme man, hij is een gepensioneerde professor aan de federale universiteit van Bahia. GGB houdt sinds 1980 statistieken bij over homofobie. Zo zijn van de genoemde 260 slachtoffers, er 140 homofiel, 110 travestiet en 10 lesbies. In de staat Bahia worden de meeste homoseksuelen vermoord (29), gevolgd door de staten Alagoas (24), Rio de Janeiro (23) en São Paulo (23). Volgens GGB is het noordoosten van Brazilië het meest homofobisch. Het risico van een moordaanslag op een homoseksueel in het noordoosten ligt tachtig procent hoger dan in het zuiden en zuidoosten. Mott houdt van cijfers: 46 procent van de slachtoffers is jonger dan dertig jaar. De jongste was veertien, een travestietje, doodgeschoten in het noordoostelijke Maceió. Met veertien pistoolschoten. De oudste een gepensioneerde homofiel, met een mes doodgestoken in Palmares, dezelfde regio. Wrede moorden, martelingen, tot aan castraties toe. Brazilië, het land van de tolerantie, blijkt niet zo tolerant meer als het gaat om acceptatie van homo-, bi- en transseksualiteit.
Het is dubbel. Want in kleine en mannelijke kring geeft menig Braziliaanse man eerlijk te kennen het ´weleens gedaan te hebben met een travestiet of transseksueel`. En eerlijk, er zijn mooie travestieten en transseksuelen bij (foto links). Maar in het grote Latijns-Amerikaanse macholand, waar ook nog het geloof een sterke vinger in de pap heeft, is het credo heteroseksueel. Ik ken een Braziliaanse grote en fantastisch aardige en verre van bekrompen familie, met twee homozonen en één lesbische dochter. Breng ´het onderwerp` niet te berde bij ma en pa. Natuurlijk, ze beseffen het, maar erover praten, is uit den boze. In de doofpot, verzwijgen, of beter, in de kast met de seksuele voorkeuren van zonen en dochter. Helaas.
Decradi is een afkorting van Delegacia de Crimes Raciais e Delitos de Intolerância. De afdeling van de Braziliaanse politie die raciale criminaliteit en delicten van intolerantie onder zich heeft. Letterlijke vertaling. Zo´n afdeling bestaat en doet haar uiterste best.
Decradi geeft een begin dit jaar een persbericht uit: vijfentwintig gangs van autonome skinheads jagen op homoseksuelen en negers in de miljoenenstad São Paulo. Ze zijn vogelvrij verklaard. Politie verricht arrestaties, doet huisonderzoeken en neemt onder meer neo-nazistische literatuur en vlaggen in beslag (foto boven). De gangs bestaan hoofdzakelijk uit zestien- tot achtentwintigjarigen, afkomstig uit de twee laagste klassen van de Braziliaanse samenleving.
Ondanks actiegroepen, ondanks campagnes, ondanks wetten houdt uitkomen voor homoseksualiteit in Brazilië een risico in. Een risico op verkettering door familie en kennissen en nu dus ook een toenemende kans om in elkaar geslagen of zelfs vermoord te worden. Triest en een absurde gang van zaken.
maandag 18 april 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten