Ze zijn klein en mager. Niet groter dan 56 centimeter en niet zwaarder dan vier kilo. Ze hebben van die grote vragende en donkerbruine oogjes en van die karakteristieke lange ET-vingertjes. Het zijn Macacos-Prego, oftewel vrij vertaald ´spijkeraapjes`. Zo´n zestig in getal slechts en ze wonen op en rond het complex van de UFG, in het noorden van Goiânia. UFG staat voor staatsuniversiteit van Goiás en er zitten zo´n drieduizend leerlingen op. Het is een enorm complex, tegen bossen aan.
Zo´n zeven jaar geleden woonden de aapjes in die bossen. Met name in het weekeinde, tegen drie uur ´s middags, bezochten families met kinderen de aapjes. Om ze te voeren. Het was een aandoenlijk gezicht. Bananen, ander fruit, tot aan oud brood toe, de aapjes lustten er pap van. Ze klommen van de hoge bomen naar beneden, naar de hekken en gristen het eten uit de handen van de (kleine) mensen. Apies kijken in de ware zin des woords. Het leek zo onschuldig. Papa in de aanslag met fototoestel, zoontje houdt banaan omhoog, en wachten op het moment suprême. Klik!
Het is niet meer onschuldig, het is een groot probleem geworden. De universiteit breidde uit, bossen maakten plaats voor woningen. De apen raakten gewend aan het menseneten en verhuisden naar de universiteit. De leerlingen vonden de aapjes lief, dat zijn ze inderdaad, en voerden ze. Dat vonden de aapjes lekker en lieten hun natuurlijk voedsel voor wat het was: bladeren, eieren van vogels en kleine insecten.
Problemen regen aaneen. Want de aapjes klommen in de vele afvalbakken van de universiteit, op zoek naar voedsel. Ze werden ziek, ze aten plastic of papieren verpakkingen. Die verpakkingen kunnen dodelijk zijn voor de dieren. Apen begonnen met het binnenklimmen in universiteitsruimtes. Dat was en is makkelijk, het is warm in Goiãnia, centraal Brazilië, de ramen staan open. Eenmaal binnen richtten ze een ravage aan en beschadigden onder meer laboratoriummateriaal. Apen zijn slim, ze weten vanuit de eigen hierarchie wie zwakker is. Dat zijn de kleinere apen. vrouwenapen. Jonge kleine vrouwelijke studenten en kinderen kunnen daarom het slachtoffer worden van een aanval. Want apen zijn ook snel. Rats, en weg is de tas. Met mobiele telefoon, met allerlei papieren en portemonnee. Het gebeurde en gebeurt.
De maat is vol, concludeert de universiteit in 2008. Docenten en leerlingen van de afdelingen Biologie en Diergeneeskunde gaan zich ermee bemoeien. Een campagne wordt op touw gezet. Want de apen willen niet meer terug naar de bossen en vinden het prima zo, dichtbij de mensen. Folders verschijnen, voorlichting en onderzoek beginnen. ´Wilt u de apen alsjeblieft niét meer voeren`, is onder andere in de folder te lezen die de titel ´Terug naar de natuur` draagt. Ook plakkaten met dezelfde tekst binnen het universiteitsterrein. ´De apen moeten weer insecten eten, om ervoor te zorgen dat overlast in de universiteitsgebouwen en bij de buren vermindert`. Niet zomaar een aanbeveling, het stikt van honderden verschillende soorten insecten in bosrijke gebieden in Brazilië. Sommigen steken en dat kan verrekte pijnlijk zijn. Sluit ramen van labatoria, stop etensresten in de afsluitbare vuilnisbakken en ga eten en drinken in en bij kantines en niet meer in de vele groene parkjes. Meer aanbevelingen. Die zijn hard nodig, want Brazilianen zijn hardleers.
Het is een maffe situatie. De mens zoekt contact met de aap. Die staat op zijn beurt bekend om een snelle aanpassing aan een nieuwe levenssituatie. De mens brengt de aap schade toe, in de vorm van ziektes. Apen klimmen nu ook in grote vuilcontainers rond het universiteitscomplex, waar omwonenden afval in dumpen. Infecties in rottend mensenvoedsel, verpakt in plastic, liggen op de lieve aapjes te wachten. De aap brengt schade aan de mens toe. Ze vallen aan, dringen gebouwen en woningen binnen, vernielen en kunnen door een beet infecties op de mens overdragen.
Professor doctor Fabiano Mello van de UFG legt uit: ´´Je zou zeggen, vangen die apen en laat ze ergens anders los. Het zijn er maar zestig, niet? Makkelijk gezegd. Maar wat denk je als dat ergens anders in de buurt is van een plantage van bananenbomen. Dat zal de boer fijn vinden. De apen zijn nog gewend aan het voedsel dat ze krijgen en zullen ernaar op zoek gaan. Hebben ze infecties en breng je ze naar een bos waar andere apen wonen, dan kunnen die ook ziek worden.``
Moeilijk. Een oplossing ligt niet zomaar voor het oprapen. Het ziet ernaar uit dat de spijkeraapies gedoemd zijn samen te blijven wonen met de mensen. Een lange weg te gaan, maar vooruitgang wordt geboekt. Het voeren vermindert. Langzaam. De oudere apen snappen dat niet en beklimmen nog steeds de daken van universiteitsgebouwen, snellen op en neer, en bezoeken woningen. De jongere garde evenwel heeft in de gaten, geen eten meer, wat heb ik daar te zoeken?
De universiteit heeft, wreed gezegd, wel een nieuw en welkom studie-object gewonnen. Apen worden gevangen, bestudeerd en weer losgelaten. Tussen januari 2008 en december 2009 zijn maar liefst 16.659 bewegingen van de apen op de UFG bestudeerd. Wanneer komen ze in de buurt van de mensen, hoe vinden ze voedsel, waar blijven ze ´s nachts? Vuilnisbakken deugen niet, de aapjes klimmen erin, er moeten andere vuilnisbakken komen. Ook wordt met kunstmatige ingrepen geprobeerd de apen-populatie niet te snel te laten groeien.
Twee jaar studie, twee jaar serieus biologisch onderzoek. Met leerling-dierenartsen, studenten biologie, docenten en steun van officiële overheidsorganen op het gebied van milieu-vraagstukken. Het is goed dat het gebeurt, het is goed dat het eindelijk gebeurt. Maar of de zestig apen gezond en wel terugkeren naar hun eigen woongebied, blijft een onbeantwoorde vraag. Eén conclusie resteert: ze zijn er daar in Goiãnia vooralsnog maar mooi mee in de aap gelogeerd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten