Het is zover. De spreekwoordelijke tijd breekt aan om terug te kijken en vooruit. Nou ja vooruit, in Brazilië is dat een rekbaar begrip. Ruim een jaar Het andere Brazilië, ik raak vergroeid met mijn blog. Dat komt niet door mezelf, maar door jullie, lezers. Zoals menig ander, heb ook ik ´statistieken` op Het andere Brazilië. Die liegen niet, tenminste het is te hopen. De laatste maanden krijg ik steeds meer aandacht, soms bezoeken zeventig mensen per dag mijn blog. Daar word ik stil van, het is veel meer dan ik ooit had verwacht. Aardig daarbij zijn de op- en aanmerkingen op de stukjes en plekken waar lezers wonen danwel waar ze vandaan naar de blog surfen.
De statistieken geven jammer genoeg niet aan wie achter de visite zit. Geen naam, internetadres. Het land, de plaats, tijdsduur en eventueel terugkerende bezoekjes wel. Ik zal een tipje van de sluier oplichten. Natuurlijk moet erbij worden opgemerkt dat een x-procent lezers op Het andere Brazilië terechtkomt, niet vindt wat het denkt te vinden en gelijk weer verdwijnt. Maar dan toch.
Zo is weken lang de blog intensief gelezen door iemand uit Dubai, in de Arabische Emiraten. Een Nederlander die in Arabië woont en bovenmatige interesse heeft in Brazilië? Leuke combinatie, ben verschrikkelijk nieuwsgierig naar wie het is, maar kom er waarschijnlijk nooit achter. Trinidad and Tobaco en Montenegro zijn nog twee van dergelijke voorbeelden. Het merendeel van de visites komt, zoals te verwachten, uit Nederland, Brazilië en België. In die volgorde. Ruim driehonderd plaatsen in Nederland en bijna honderd plekken in Brazilië worden geregistreerd. Veel Nederlanders in mijn nieuwe vaderland dus met interesse. Statistieken zijn niet alleen informatief, zeker ook onderhoudend. Twee plaatsen in Nederland, waar ik zeker van was, daar zal geen lezer vandaan komen, zijn uiteindelijk toch op het lijstje terechtgekomen. Staphorst en Urk! En Friesen, Limburgers, Drenten en Zeeuwen brengen schoorvoetend ook eens een bezoekje aan Het andere Brazilië, zo blijkt.
Ik vind het allemaal prachtig, het maakt niet uit. Opmerkingen bij de blogs kunnen er nooit genoeg zijn. Negatief, positief, het is me om het even. Als het hart spreekt, is het immer goed. Wie zegt dat ik de wijsheid in pacht heb? Het antwoord luidt: zeker te weten van niet. Soms zetten opmerkingen me aan het denken. Zoals die van Albert van der Steeg, die via Facebook liet weten na het lezen van een blog: ´´Jij ontmoet altijd van die interessante mensen!`` Kleine uitleg over Albert mag ik wel geven. Hij is ooit mijn oppas geweest, we hebben jaren contact verloren, maar dat is via internet hersteld. Hij woont in Nederland, samen met zijn eveneens aardige Engelse vrouw Sarah.
Die aanmerking van Albert, daar denk ik over na. Herlees wat blogs en kom tot de ontdekking dat het er niet ontbreekt aan mensen die wat te vertellen hebben. Het klopt. Zit je in de bus van Alkmaar naar Venlo, dan zal het niet zo snel gebeuren, denk ik, dat een opaatje of een hartchirurg het hart lucht. Maar er is meer. Ik zoek het ook op en dat is in Brazilië niet moeilijk. Na zeven jaar intenstief onder te zijn gedompeld in deze specifieke Latijns-Amerikaanse cultuur, en specifiek is-ie, staat de radar op scherp. Brazilianen zijn voor 99 procent open en verlegen om een praatje en niet verlegen om over zichzelf te vertellen. Wie het een beetje door heeft...
Als Nederlander en Braziliaans-Nederlander heb ik een voordeel. Ik kan vanuit een Nederlandse achtergrond naar Brazilië kijken en met een Braziliaanse blik naar Brazilië kijken. Uitleg geven als Nederlander, uitleg geven als Braziliaan. Dat levert weleens verwarring op. Ik kan uren lang met stukjes worstelen. Vooral ´s nachts. Dan loop ik door mijn kleine woonkamer heen en weer, neem een slok melk, vloek zachtjes, delete alles en begin opnieuw. Dan botsen die twee eigenschappen. En ik wil in mijn blog vooral aan Nederlanders die Brazilië niet of weinig kennen, uitleggen hoe het leven hier in elkaar steekt. Dat is de uitdaging.
Een ontboezeming. Zo stoei ik al maanden met een blog over tegenstellingen tussen de Braziliaanse en Nederlandse vrouw. Maar ik krijg het niet voor elkaar om het netjes op te schrijven. Waarom? Ik weet het niet. Het is zeer delicaat, sommige facetten. Het gevaar ligt op de loer voor seksist uit te worden gemaakt. Of voor discriminatoir. Ik ben een hoop, maar dat zeker niet. Respect voor de vrouw in alle opzichten staat hoog in het vaandel. Maar er zijn van die dingen...
Voorbeeldje. Jaren geleden in het Braziliaanse toeristische stranddorp Porto Seguro ontmoet ik een Limburgs stel. Op het strand, bij Axé Moi, één van die verschrikkelijke plekken in Porto Seguro die op (internationaal) toerisme zijn ingesteld. Het stel is de twintig, namen zijn me ontschoten. We raken aan de praat.
Na een paar biertjes worden de tongen losser. Joh, je woont hier? Wat doe je, hoe is het leven hier, geen heimwee naar Nederland? Zo begint het. Natuurlijk worden we om de haverklap bezocht door de typische strandverkopers, die van kokosmelk tot sieraden aanbieden. Eén van die verkopertjes draalt wat te lang als ik zeg dat we niets nodig hebben. Achter hem zie ik een jonge negerin staan. Ik zeg tegen de verkoper dat hij in mijn zicht staat. Hij draait zich om, ziet de negerin, moet lachen en verdwijnt.
De Limburgse moet ook lachen. Ze zegt: ´´Zulke meisjes lopen er niet in Limburg over het strand.`` Het gesprek neemt alras een wending. Het gaat alleen nog over contacten tussen de vrouw en de man in Brazilië. Voorzichtig opper ik: ´´Wat me zo opvalt hier, is dat het zo vrij is. Wat zeker ook negatieve kanten heeft. Maar laten we het positief houden. Een leuk contact met een leuke vrouw op een strand kan een heel prettige middag en desgewenste avond tot gevolg hebben. En als het respect blijft, en als het bij lekker kussen en beetje vrijen blijft, wat is het probleem?`` Ik kijk de Limburgse aan. ´´Na wat jaren hier, denk ik weleens, heb jullie Nederlandse vrouwen na een paar wijntjes dan nooit zin in die lekkere vent die naast je staat, op die zaterdagavond in je stamkroeg of discotheek. Dan stap je toch op hem toe en spreek je hem aan?`` De Limburgse knikt. ´´Natuurlijk is die zin er, maar dan zeg ik tegen mijn vriendin: ´Kijk nou joh, die lekkere vent heeft witte sokken aan. Witte sokken, dat past voor geen meter!` Daar letten we dan op.`` Ik blijf aandringen: ´´Maar onder die witte sokken kunnen hele sensuele voeten zitten.`` De Limburgse knikt weer en zucht: ´´Het is waar, maar dat beseffen we niet. Nederlands misschien?`` Ik hou het hierbij, alhoewel de vingers jeuken. Maar het is kerstmis en oudjaar, tijd voor bezinning niet waar?
En tijd voor herinneringen. Over Porto Seguro gesproken. Het is februari 2006, een zus van mijn vrouw, haar man, diens moeder, een neefje, mijn dochtertje en ik zitten voor acht dagen in een van de vele strandhotels aan de Avenida Beira Mar. Een hotel met drie zwembaden, twee voor kinderen, één voor volwassenen, het diepe. Het is de laatste avond, tegen zevenen, tijd voor het laatste vakantie-avondmaal. Het is stervens druk.
Een vierjarig jongetje zit in het kinderbadje. Hij staat op, klimt op het droge, loopt naar een houten brug over het diepe en springt in het water. Het jongetje kan niet zwemmen, zijn ouders letten even niet op. Na een paar tellen wordt het kind al uit het water gehaald. Het is echter te laat. Ik loop ernaar toe, had het beter niet kunnen doen. Moeder gilt, schreeuwt om eerste hulp. Vader buigt zich over zijn zoontje. Het zal veel te lang duren voor die eerste hulp komt. Het kindje sterft op de warme witte tegels naast die ´s avonds zo mooi verlichte brug. Waarom, ik weet het niet, altijd rond kerstmis denk ik aan die moeder, aan haar verwrongen gezicht, aan die uitstoot van kreten, het levenloze lichaampje van het jongetje. Aan de stilte van de menigte rond haar, aan de stilte die hele avond gedurende het diner. Niemand die wat zegt. En zulke stiltes in Brazilië zijn eng, buitenaards bijna. Het echtpaar komt uit São Paulo, is natuurlijk ook op vakantie. Hoe zal het hen nu vergaan, ik kom er nooit meer achter.
Overpeinzingen, zo voor kerst en oudjaar. Geluk en ongeluk, mooi en lelijk, liefde en verdriet, zoals het hoort bij het leven. Het is niet anders in Brazilië, maar vergeleken met Nederland af en toe een tikkeltje heftiger, wreder, intenser. Wellicht vormen die drie bijvoeglijke naamwoorden de drijfveer om niet te stoppen met schrijven over mijn leven en ervaringen in het continent.
Net als vorig jaar, ga ik ook voor de kerst weer naar Palmas, de hoofdstad van de Braziliaanse noorderlijke staat Tocantins. Samen met mijn vriendin. Weer twaalf uur een bus in. Zaterdag 18 december 2010 vertrekt die bus om 18.30 uur vanaf het grote busstation in Goiãnia. Het is een bewogen jaar geweest, waarin vriendin op 44-jarige leeftijd eindelijk na negen jaren gaat afstuderen aan de staatsuniversiteit. Lerares geografie mag ze zich gaan noemen. Negen jaar? Ja, ze heeft het in die periode zware tegenslag gekend, waardoor de studie is uitgelopen. Laat ik het daar op houden.
Tot op de laatste dag zal vriendin bezig zijn met haar universiteit. Letterlijk, want op de zaterdag van het vertrek moet ze voor dag en dauw op om naar de andere kant van de stad te bussen. Daar is even na achten een samenkomst van afgestudeerden in spé. Die gaan op de foto, moeten die verschrikkelijke zwarte toga´s passen. Vriendin had me al weken tevoren verzekerd, na 15 december is er niets meer te doen, is het kerstvakantie. Weet je het zeker schat? Ja en hou op met dat gezeur. Na 15 december? Donderdag 17 december om zeven uur ´s avonds is de verdediging van haar eindscriptie gepland, voor drie gecommiteerden. Het zal Brazilië weer niet zijn, maar ik zal nooit meer zeuren. Beloofd.
Tante van vriendin kent illegale taxi. Taxi´s in Brazilië zijn absurd duur en rijden altijd om. Haat. Dus ik wil die illegale wel naar het busstation laat op de zatermiddag. Nog wat. Ik ga de hele dag tot die taxi komt, slapen. Want je weet schat, in die bus en dan ´s nachts, klaarwakker hè. En als we zondagochtend tegen achten aankomen in het hete Palmas, staat uw familie massaal klaar voor een warm welkom. Zeggen dat ´pappa gaat douchen en slapen` kan echt niet. Bijpraten, barbecue, bier. Ik zie er naar uit.
Het is goed, zegt vriendin. Haar mobiel gaat. Bebel aan de lijn, één van haar beste vriendinnen. Een wereldmeissie. ´´Taxi? Vergeet het maar. Ik haal jullie op en breng jullie naar het busstation.`` Is dat even mooi geregeld? ´´Jawel``, en vriendin barst in lachen uit, ´´maar ze zegt erbij, we gaan een paar uur eerder, kunnen we lekker bij die bar in het busstation tapjes bier gaan drinken en hapjes eten. Op het afscheid en op kerstmis. Het is al afgesproken hoor.`` Zei ík iets over ergens naar uitzien?
Het is donderdag 16 december 2010, ´s ochtends vroeg, half zeven Braziliaanse tijd. Het is wel goed. Alle lezeressen en lezers worden een allerbeste kerst en oudjaar toegewenst en wederom bedankt voor de aandacht en het medeleven. Prettige overpeinzingen ook. Ik ben zaterdag voor een maandje uit internet-lucht. Op naar weer een mooie reis door een mooi land, dat onophoudelijk voor verrassingen zorgt. Verrassingen die op hun beurt zorgen voor een afwisselend en intens leven. Ik wil niets anders meer.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Je blog past precies in mijn zeer dubbele situatie. Op de 22e december vertrek ik met mijn Sarah wederom naar Engeland. We hebben een verblijf gepland tot 5 januari. Er zijn een aantal verplichtingen en de feestdagen vieren in Engeland is altijd erg prettig.
BeantwoordenVerwijderenMaar nu wordt exact op 22 december mijn 86-jarige moeder geopereerd. De grootste lol is van de trip af. We gaan toch, maar met de gedachte in het hoofd dat ik misschien eerder terug wil en moet. Maar we houden de moed erin.
Ik wens je hele fijne feestdagen met je lief en haar familie.
Tot volgend jaar!
Albert
Mocht je dit daar in Tocantins lezen: geniet ervan, Brugje. Boas Festas e um Muito Feliz Ano Novo!
BeantwoordenVerwijderenWaarom zie ik je verhalen niet meer? Ze zijn zo goed!
BeantwoordenVerwijderen