
Brazilië is een (sub-)tropisch land. Net zo groot als Europa, inclusief het oude Rusland. Brazilië kent veel vochtig oerwoud, droge binnenlanden en ruim zevenduizend kilometer strand. Makkelijk voor te stellen dat de flora enorm divers en fascinerend is. Eén van de grote attracties van het continent. Na acht jaar Brazilië blijft de natuur in dit land mij in alle opzichten nog steeds verrassen. Soms zo onbegrijpelijk mooi. Vraag het gerust aan andere Hollanders die in Brazilië wonen. Imposante heuvelgebieden met talloze watervallen in de staat Minas Gerais (foto boven), witte palmstranden in het noordoosten, het droge uitgestrekte binnenland.
Voor zover deze toeristische prietpraat. Het is slechts een inleiding, die de enorme diversiteit van de flora moet onderstrepen. Een diversiteit dus ook in vruchten. Ik hou het niet meer bij, maar rond de vijftig verschillende soorten heb ik al geproefd. Bezoekjes aan binnenlanden van Brazilië betekent immer eten van inheems fruit, in allerlei kleuren van de regenboog en met de meest exotische indiaanse namen. Soms zo bitter, soms zo zoet. Soms eerst de schil openbreken en het vruchtvlees opzuigen, soms met schil en al naar binnen werken. Dit fruit is niet in de handel, wordt niet op weekmarkten verkocht. Het groeit in het wild. Afkomstig van bomen en planten die alleen in die bepaalde regio te vinden zijn. Waar alleen de boerenfamilies die er wonen, van afweten. En het gaat niet alleen om de vrucht. Die bladeren zijn goed voor de stoelgang, die tegen maagstoornissen, die tegen een opgezette keel, die tegen diarree. Dat weten de boerenfamilies en profiteren dan ook volop van wat de natuur hen biedt.
Jatobá, caqui, ata en jaca zijn vier van mijn favoriete vruchten, die wel op weekmarkten en in de winkel te koop zijn. Caqui en ata worden veel gegeten, jatobá en jaca beduidend minder in Brazilië. Wat zijn het voor vruchten, hoe smaken ze en hoe zien ze eruit? Deze blog zal onmiskenbaar over Braziliaans fruit gaan.
Jatobá.


Het hout van de jatobáboom wordt voor veel doeleinden gebruikt. In huizenbouw, deuren van jatobá, tot aan kralenkettingen, ringen en kunst aan toe. Braziliaanse wetenschappers buigen zich of eten van de pulp goed is voor de mens. Ze komen tot de conclusie dat jatobá mentale weerbaarheid versterkt en zorgt voor innerlijke rust. Dat is mooi meegenomen. Maar niet te veel van eten, waarschuwen geleerden. Het is een sterke vrucht, overmatig gebruik kan het tegenovergestelde teweeg brengen. Ontregeling van het organisme van de mens. Het zal wel. Vijf jatobábomen staan op twee kilometer van mijn huisje. Ze dragen nu geen vrucht, het is te heet. Wachten is op het einde van de regentijd. Maart is een perfecte maand. Dan fiets ik met plastic zakken naar de bomen en raap de vruchten van de grond.
Caqui. De kennismaking met deze vrucht zal ik nooit vergeten. Jaren geleden. In een sjieke supermarkt zie ik grote tomaten in een speciaal doosje.
Niet zo duur. Beetje oranje-rood, dat wel. Vreemd, maar benieuwd, dus in het boodschappenkarretje. Thuis proeven. Hè, geen tomaat! Nee, caqui. Van oudsher een Chinese vrucht en erg populair in Japan en Portugal. Japanners namen zaden van de caquiboom mee naar Brazilië in het begin van 1900.

Zoals bij bijna elke vrucht in Brazilië bestaan ook van de caqui diverse soorten.
De meest bekende is de rode, die zo op een uit de kluiten gewassen tomaat lijkt. Is de vrucht rijp, dan heeft het sappig en stevig zoet vruchtvlees. Het velletje is op te eten, maar smaakt wat droger. Het beste is de caqui doormidden te snijden en uit te lepelen. De vrucht is gezond: calorie-arm en bezit ijzer, proteïnen, vitamines A, B1, B2 en E. Caqui leent zich zoals vele vruchten in Brazilië uitstekend voor het maken van een pefecte mousse (foto rechtsonder).

Caqui wordt gekweekt in de staat São Paulo en het zuiden van Brazilië. In Goiãnia het hele jaar door te krijgen, maar de beste tijd is mei en juni. Dan komen vrachtwagens van verre en parkeren langs grote in- en uitvalswegen. Ze openen de achterklep en spreiden vers fruit tentoon. Zoals ananas en sinaasappelen, maar ook caqui. Een doosje met zo´n acht caquis kost bijna niks, even voelen of ze niet overrijp zijn, kopen en smullen maar.
Ata.

Officieel is de naam fruta-da-conde. Mooie naam, betekent fruit-van-de-graaf in het Nederlands. Dat heeft een geschiedenis. Gouverneur Diogo Luis de Oliveira plant de vrucht in 1626 in Bahia. Hij draagt de titel Graaf van Miranda.

Jaca. Enorm hoge bomen, tot twintig meter. Te vinden in bijna geheel Brazilië, van de staat Pará in het noorden tot aan de staat Rio de Janeiro in het zuidoosten. Land van origine? India. In Brazilië vanaf de zeventiende eeuw. Eén vrucht kan vijftien kilo zwaar worden. Ze zijn spotgoedkoop, maar ook weer: je moet ervan houden. Het vette vruchtvlees is geel, lijkt meer op gelei.

De zaden zijn te koken en daarna als een soort pindaatje op te eten. Bij de borrel. Ik heb eens bij kennissen jaca met konijn gegeten. Warme jaca. Het vlees van het konijn krijgt zo een zacht zoet perziksmaakje. Overzalig. Daar moeten ze niets van hebben in Brazilië. Warm vlees met warm zoet. Ik heb mijn bordje aan een andere tafel opgegeten. Kwestie van een goede opvoeding. In sommige wijken van Goiãnia groeien jacabomen gewoon langs de weg.

De jaca heeft een reputatie. Zeker in de binnenlanden van de noordoostelijke staat Bahia, waar de vrucht destijds in eerste instantie werd gekweekt. In die binnenlanden woonden broodarme families die het land bewerkten. De jaca was hen onbekend. Niet lang. Kinderen werden slachtoffer van naar beneden vallende jacas. Tja. Een tien kilo wegende vrucht die onaangekondigd van vijftien meter hoogte naar beneden klettert en terechtkomt op een kinderhoofdje...
Over Braziliaans fruit geschreven. In opkomst: Braziliaanse danseressen met fruitnamen. Mulher Melancia, Mulher Moranguinho, Mulher Maçã, Mulher Pêra, Mulher Cereja. Oftewel achtereenvolgens de dames watermeloen, aardbeitje, appel, peer en kers. Platter dan plat bestaat niet. Ontstaan in het clubcircuit in Rio de Janeiro. In discotheken waar harde techno-funk wordt gedraaid en lichamen van de danseressen op podia uitdagend alle kanten opdraaien.
Wie is wie? Mulher Melancia is Andressa Soares, geboren op 28 maart 1988. De beroemdste, de eerste fruitdame ook, ze zal het tot in de Playboy schoppen. Ellen Cardosa wordt geboren op 13 de julho 1981. Beter bekend als Mulher Moranguinho. Stripster, danseres, ze zal het tot de carnavals-eretitel Koningin van het Slagwerk van een sambaschool in Rio de Janeiro schoppen. En dat is echt een titel.


Neem me niet kwalijk als dit nogal off topic is, en geneer u niet om het te verwijderen. Maar wij komen binnenkort naar Brazilie (Espiritu Santu, Vitoria, Guarapari) vanwege de radioactieve stranden aldaar. daar heb ik genoeg informatie over, maar ik zou ook graag in contact willen komen met Nederlanders in dat gebied. Ik probeer het maar, heeft U wellicht een suggestie? Alvast bedankt en vriendelijke groet, Theo Richel ( theo@richel.org )
BeantwoordenVerwijderen