

Terug naar het heden. Tussen de twintig en vijftig Oranje-diehards komen in juni naar Goiãnia. Natuurlijk zal ik hen helpen bij alles dat ze nodig hebben. Overnachtingen, vervoer, restaurants. Die hulp kan geen kwaad, want gringo´s die het Braziliaans-Portugees niet machtig zijn en de Braziliaanse cultuur niet kennen, worden helaas al te vaak financieel een beetje uitgekleed. Laat ik het respectshalve voor mijn nieuwe vaderland bij ´beetje` houden.
Die aardige Patrick belooft zelfs een kaartje voor me te regelen en dat is natuurlijk fantastisch. Want als de kaartverkoop in Brazilië voor deze wedstrijd gaat beginnen, dan wordt het met slaapzak en een paar flessen cachaça minimaal één nacht in een enorme rij voor een ticketoffice liggen. Die kaartverkoop wordt een gekkenhuis. Goiãnia ligt in het midden van het land, telt vijf buurstaten, ligt minder dan duizend kilometer van São Paulo (voor Brazilianen naast de deur). Officieel kunnen er zo´n 70.000 supporters in Serra Dourada. Maar honderdduizenden willen naar binnen, zonder enige twijfel. Tel uit uw winst. En dan met name in gedachten houden dat ik al een kaartje zou hebben. Bedankt Pat!

Patrick mailt: ´´Een kaartje voor het Oranjevak.`` Die zin blijft hangen. Waar zal dat Oranjevak moeten zijn? Serra Dourada heeft geen enkele afscheiding tussen vakken. Het is mogelijk om helemaal rond het stadion te lopen, want onderaan de zittribunes loopt een smal pad dat nergens wordt onderbroken.

Ons? Daar zit ´em nou net de kneep. Want ik heb nooit iets met Oranje gehad. Integendeel. Feyenoorders zijn in principe niet zulke Oranjefans, gezien de jaren dat het Nederlands elftal bijna louter bestond uit Ajacieden en PSV´ers. Een fanatieke Feyenoorder juicht niet zo snel voor een Ajacied of PSV´er, ook niet in landsbelang, ook niet in een ander voetbalshirt. Geboren uit frustraties? Zeker te overwegen, zit wat in. Maar het verdomt niet, het is nu eenmaal een ongeschreven rood-witte wet.
Dus hebben maatjes van eerste en laatste uur Jeroen Bezem en Paul Bode alle recht en gelijk van de wereld om me te tackelen over de komende oefeninterland. En over eerdere uitlatingen mijnerzijds over de ontluikende liefde voor Brazilië en diens nationale elftal. Als ik in euforie op Facebook schrijf ´Dat wordt een bomvol stadion met 70.000 Brazilianen en 45 Oranjefans in oranje shirts`, dan zet vermaledijde Bode zonder dralen zijn tackel in: ´Of zijn dat 69.999 Brazilianen, één Nederlander in een Braziliaans shirt en 45 Nederlanders in oranje shirtjes? Voor de dag ermee!!!` Ja, met drie uitroeptekens. Rustig Bode!!!

Verdediging. Vooraf. Deze oefeninterland wordt een unieke gebeurtenis in Goiãnia. De stad met 1,2 miljoen inwoners is zeker niet de aantrekkelijkste van Brazilië. Eigenlijk is er niet veel te doen. Nu komt Oranje naar Goiãnia. Dat dekelse Oranje dat favoriet Brazilië in Zuid-Afrika uit de wereldbeker voor landenteams stootte. Waarover Patrick Sneller mailt: ´´Dat was mijn finale!`` De Braziliaanse pers schrijft deze dagen: ´´Het is dé kans voor Brazilië om enigszins de schande van Zuid-Afrika uit te wissen.`` Ik had het al geschreven in een blog, maar doe het weer: dit wordt geen oefenpotje, dit wordt een serieuze wedstrijd.
Goiãnia zal eind mei/begin juni zinderen.

Paul en Jeroen, ik geef het toe, ik mag een opportunist zijn. Maar dit evenement laat ik me niet ontgaan. Mijn Braziliaanse shirtje laat ik mooi thuis. Het heeft ook geen enkele zin om te dragen. Ik ben Hollander voor de Brazilianen en dus voor Holland. Welk shirt ik draag.
Het belangrijkste is evenwel dit. Ik ga kort optrekken met een groep supporters van het Nederlandse Elftal. Échte supporters. In mijn belevingswereld. Die veel geld uitgeven en moeite doen om hun cluppie overal volgen. Die dezelfde taal spreken. Bij hen stroomt hetzelfde supportersbloed door de aderen als bij mij. Dat wordt ongetwijfeld naast het genot van Braziliaanse aandacht, bijpraten over wederzijdse persoonlijke ervaringen bij vooral wedstrijden in het buitenland. Dat laat ik me ook niet ontgaan.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten