Het is dinsdag 15 juni. Brazilië gaat zijn eerste wedstrijd spelen van het wereldkampioenschap voetbal voor landenteams 2010 in Zuid-Afrika. Eindelijk. Het WK is al vier dagen bezig en de Brazilianen kunnen niet meer wachten. De dag in mijn woonplaats Goiania begint vroeg, ik wil niets missen. Voor zeven uur naar de bakker, die om zessen de deuren opent. Het is druk, vrouwen en mannen dragen het zo bekende gele voetbalshirt van hun nationale elftal.
Een rekje met kranten bij de kassa. De regionale krant O Popular heeft een grote foto van de Braziliaanse trainer Dunga die tijdens een training een bal omhoog schiet. Daarboven een kop in koeienletters: 190 miljoen gaan naar de bal kijken! De bakker gaat een uurtje voor wedstrijd dicht. Zoals bijna alle winkels, tot aan banken toe. ´´Of ik weer openga, hangt af van het resultaat``, zegt hij. Klanten raken met elkaar in gesprek. ´´Het is koud in Zuid-Afrika tijdens de wedstrijd. Een nadeel``, zegt er een.
Snel naar huis met vers brood. Vriendin moet ´s ochtends stage lopen op een middelbare school. Zij is in opleiding voor lerares aardrijkskunde. ´s Middags is ´Psychologia I` afgelast. Het is vorige week ten sprake gekomen. De lerares kondigde aan les te geven tijdens het WK en dus ook tijdens Brazilië-Noord-Korea. Dat pikten de leerlingen niet. ´´Dan blijven we mooi met zijn allen thuis.`` De lerares koos eieren voor haar geld en laste de middagbijeenkomst af.
Het is acht uur. Televisie aan. Welke zender ook, het gaat over Brazilië. Reportages over alles en nog wat. Ziekenhuizen klagen. Tekort aan bloed. Een normaal verschijnsel in het land. Bloeddonoren zijn van levensbelang in Brazilië, letterlijk. ´´Tijdens het WK daalt het aantal bloeddonoren met veertig procent. Waarom? Mensen moeten hun verantwoordelijkheid nemen``, aldus een bezorgde en geïrriteerde ziekenhuisdirecteur. Maar directeur, over verantwoordelijkheid gesproken, die wordt juist wél genomen. Het volk kijkt op televisie naar Brazilië.
De laatste nieuwtjes over de selectie moeten aan bod komen. Ze ontbreken. Dunga houdt de deuren gesloten en de pers neemt hem dat niet in dank af. Ter informatie: spelers en trainers zijn in Brazilië bijna 24 uur per dag beschikbaar voor welk commentaar dan ook. Dit WK dus niet. Slechts nu en dan een persconferentie. Probleem? Welnee, de pers zoekt zelf wel wat uit de hoek. ´´Wist u dat we de langste selectie ooit hebben? Gemiddeld 1.82 meter.`` Gelukkig, een hele geruststelling.
Eerst zijn er die twee andere wedstrijden: Slowakije tegen Nieuw-Zeeland in de ochtenduren en later Ivoorkust-Portugal. Vooral die laatste wedstrijd is van belang, de twee ploegen spelen in dezelfde poule G als Brazilië en Noord-Korea.
Dunga gaat tijdens de laatste persconferentie voor de wedstrijd niet in op uitspraken van zijn Noordkoreaanse collega. Die zegt dat hij zich niets aantrekt van de faam van Brazilië en dat Noord-Korea voor een verrassing kan zorgen. ´´Wij kunnen winnen.`` Kim Jeong-Hoon heet de man. Hij lijkt zo te zijn weggelopen uit een slechte Chinese maffiafilm.
Een regionale televisiezender in de staat Goiás, waarvan Goiania de hoofdstad is, meldt een piek in de verkoop van voetbalattributen, vlees voor de barbecue, bier en...vuurwerk. Eigenaar van een grote zaak in feestartikelen in Goiania, vuurwerk is het hele jaar bijna overal te koop, verschijnt voor de camera: ´´Let goed op dat u legaal vuurwerk koopt met het originele etiket van het Braziliaanse leger op de verpakking. Lees goed de gebruiksaanwijzing.`` Geen overbodige mededeling. Een politieman toont op televisie zijn verminkte linkerhand. Een stomp, geen vingers meer. ´´Eigen schuld, geen aandacht besteed aan die gebruiksaanwijzing.``
Behalve knalwerk, gaan ook allerlei toeters, vuvuzela´s en trommels grif van de hand. Televisiepresentator: ´´Dat gaat toch voor geluidsoverlast zorgen.`` Reacties van een stel jongelui op straat: ´´Overlast? Hè? Brazilië speelt en daar hoort lawaai bij. Onderdeel van het feest, net als de barbecue en bier.``
Tijdens het oersaaie Nieuw-Zeeland-Slowakije tellen televisiepresentatoren af. ´´Nog geen zes uur meer voordat ons Brazilië begint.`` Even zijn ze opgewonden. Als de eerste helft op het einde loopt. ´´In de rust zenden we een voorbeschouwing uit over Brazilië-Noord-Korea. Dat mag u niet missen.``
Ivoorkust-Portugal gaat beginnen. Het voorgerecht. Laatste nieuws: Brazilië gaat spelen in het originele tenue, in twee graden boven nul en er is een windsterkte van twintig kilometer per uur. Dank u, het is genoteerd. Voor de wedstrijd de gebruikelijke reportage bij het stadion. Een dikke fan in het Portugese rood en groen draagt een grote Braziliaanse vlag met zich mee. Een televisiejournalist is verbaasd en ondervraagt hem over die vlag. Antwoord: ´´Ik heb jaren in Brazilië gewoond, ben Portugees en woon nu in Australië. Ik ben voor Portugal en Brazilië. Ik heb altijd feest.`` Wat een gek. Portugal en Brazilië zijn als Nederland en Duitsland, zijn als als Noord-Korea en Zuid-Korea.
Ivoorkust en Portugal spelen een harde eerste helft, die eindigt in 0-0. Ivoorkust is fysiek sterk, valt zeker niet tegen. Het Portugese wonderkind Cristiano Ronaldo van het Spaanse Real Madrid maakt weinig indruk, op één afstandsschot na. Hij loopt tegen een gele kaart op.
Vriendin komt thuis van stage. Ze vertelt. De dertig leerlingen in haar klas zijn niet alleen met hun hoofd bij de wedstrijd. Onder de verplichte schooluniformen zijn ze duidelijk zichtbaar: gele blousjes en geel-groene T-shirts. Verder, nagels gelakt in het groen en geel, haarbandjes in dezelfde kleuren.
Het voorgerecht is op. Ivoorkust en Portugal houden het op 0-0. Weinig smaak, alleen wat peper aan het einde, als Ivoorkust plots sterk aandringt. Ik ga fietsen, een rondje van zo´n vijftien kilometer door buitenwijken. Nog ruim twee uur voor de wedstrijd. Automobilisten racen op volle snelheid door de straten. De wagens zijn tot de nok toe gevuld met bier drinkende mensen. Ze zijn allemaal verkleed. Viesgroene en veel te grote pruiken op. Claxons klinken luid. Het voelt alsof ik door een halfvol stadion fiets. Op een motor een vader, een moeder en een baby. Papa voorop, mama achterop en de kleine tussen die twee ingeklemd. Alle drie in het geel en groen.
Op huis aan. Daar staat de televisie aan. Bij de buren en overburen blijkbaar ook, want de voorbeschouwing is duidelijk hoorbaar. Wat heet, we kunnen onze geluidsknop gerust op nul draaien. Het hoofdgerecht begint en het wordt met de tien minuten alsmaar stiller buiten. Brazilië bakt er niks van. Noord-Korea blijft gemakkelijk overeind. De scheidsrechter fluit voor rust. Geen goals. De televisiepresentatoren stellen de tientallen miljoenen kijkers gerust. ´´We beginnen de tweede helft opnieuw en vergeten de eerste 45 minuten.`` Brazilië zit die tweede helft beter in de wedstrijd. Meer snelheid, meer ruimte. Na tien minuten maakt rechtsback Maicon fraai 1-0. Brazilië ontploft. In ieder geval onze straat. Geschreeuw en vuurwerk van alle kanten. Het geknal klinkt als opluchting. Nog een kwartier en de tweede goal valt. Brazilië verwacht meer. Het tegendeel gebeurt. Noord-Korea scoort tegen, twee minuten voor tijd, het wordt slechts 2-1.
Een domper op de feestvreugde? Ja en nee. Ja, want kritiek klinkt duidelijk door tijdens nabeschouwingen. Het liep niet en te weinig goals. Veel te mager, die 2-1 tegen Noord-Korea. Tegen wie? Nee, want duizenden Brazilianen vieren volop feest op het strand in Rio de Janeiro, in de binnenstad van São Paulo en op een groot plein in Belo Horizonte. De televisie laat beelden zien. Het is overal een compleet gekkenhuis.
Desondanks ligt de eerste gang van het hoofdgerecht zwaar op de maag. Zondagmiddag om half vier kunnen de Brazilianen aanschuiven voor de tweede gang. Dan staat het veel sterkere Ivoorkust op het WK-menu. Dat wordt andere koek. Ik ga de straat op en spreek uit wat ik denk aan de feestvierders. ´´Hoe kan je dat nou zeggen gringo?``, is het eensluidende weerwoord, ´´het wordt alleen maar beter, veel beter.``
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten