Brazilië telt af. Dat doet ze al meer dan een jaar. Ook op televisie, in de kranten. Dagelijks verschijnt een zinnetje op een sportpagina of de voorpagina. ´Nog maar 100 dagen voor het wereldkampioenschap voetballen in Zuid-Afrika begint`. Nu is het nog maar een maandje. Het land is er klaar voor. Foute zin eigenlijk, Brazilië is altijd klaar voor een WK. Het mag. Het enige land dat de wereldbeker vijf keer heeft gewonnen, het enige land dat nooit ontbrak op een wereldkampioenschap voor landenteams.
De huidige trainer Dunga heeft als speler aan drie WK´s meegedaan, in 1990, 1994 en 1998. Eén keer mocht hij zichzelf wereldkampioen noemen. Dat was in 1994 in de Verenigde Staten, waar zeker de saaiste WK-finale is gespeeld (0-0, na verlenging) en Brazilië de Italianen versloeg met strafschoppen (3-2).
Tijdens de kwalificatie voor het komende WK, waar Brazilië zich met gemak plaatste en dat is weleens anders geweest, kreeg Dunga veel kritiek. Hij is te nors, hij praat weinig met de pers, te gesloten, gebruikt veel spelers. De immer goed gekapte en jeugdige ex-speler van het nationale elftal bleef er kalm onder. Het resultaat mocht er zijn.
De kritiek is bijgedraaid. Het WK gaat beginnen, de selectie is bekendgemaakt, de kaarten zijn geschud. Het wachten is op de aftrap van het toernooi. Eén fameuze en favoriete speler is buiten de selectie gevallen. Het is Adriano, de bijna dertigjarige aanvaller van het Braziliaanse Flamengo, die in Europa bij het Italiaanse Internazionale furore maakte. De pers ondervraagt de trainer. Dunga pareert de aanvallen perfect en op zijn Braziliaans. ´´Waarom hij er niet bij is? Mijn hart spreekt een andere taal. Maar die taal is verkeerd. Ik moet denken aan het teamverband, daar past hij niet in en daarom heb ik voor een ander gekozen. Het heeft niets te maken met ´s mans kwaliteiten.``
Mooi verwoord. Het is waar, Adriano doet het goed in de aanval van Flamengo. De club uit Rio de Janeiro werd zowaar afgelopen seizoen weer eens landskampioen na zeventien jaar. Maar Adriano heeft kuren. Komt-ie weer niet op de training, zonder reden. Is-ie weer op een feestje in een krottenwijk geweest en zijn er via een mobiele telefoon opnames gemaakt dat hij gezellig aan het keuvelen is met een grote bandiet. Die opnames komen natuurlijk in de publiciteit. Moet-ie weer naar het politiebureau om zich te verantwoorden. Daarbij, Adriano houdt van een stevige slok. Zo´n man kan niet in de selectie.
Ander onderwerp. De huidige spelersgroep. Het verhaal is dat die geen speler herbergt met de nodige WK-ervaring. Die het elftal er op dode momenten doorheen kan slepen. Geen Ronaldo, geen Romario, geen Roberto Carlos. Allemaal jonge spelers zijn het nu, hoe moet dat dadelijk tegen een Engeland, een Duitsland of een Portugal? De pers houdt zijn hart vast. Maar Brazilianen zijn geen pessimisten. Dezelfde journalisten die tijdens de kwalificatie gal spuwden, zeggen vandaag zonder schaamte dat Brazilië favoriet is voor de wereldbeker. ´´Waarom niet? Ons land is altijd een kanshebber voor de titel.`` Over chauvinisme gesproken.
De laatste weken voor het toernooi zijn bijna net zo leuk als de wedstrijden zelf. Behalve dat dagelijkse aftellen, zijn er genoeg ´pre-WK-nieuwtjes`. De verkoop van televisies bijvoorbeeld. Vorig jaar zijn er in heel het land negen miljoen nieuwe toestellen verkocht. De Nationale Fabrikanten van Elektronische Produkten (Electros) verwachten dit WK-jaar er drie miljoen meer te verkopen. Geen Braziliaan denkt aan een snelle uitschakeling van zijn land. Je koopt toch geen nieuwe en dure televisie voor één WK-ronde?
Nog één. Brazilië heeft ontegenzeggelijk Afrikaanse wortels. Duizenden Afrikaanse slaven zijn destijds naar Brazilië vervoerd en er uiteindelijk gebleven. Het WK speelt zich af in Zuid-Afrika. Komt dat even mooi uit, vinden de scholen. Dus buigen tienduizenden leerlingen zich deze dagen over de geschiedenis van het Afrikaanse continent. Waar voetbal niet goed voor is.
Nog een paar dagen en dan staan ze er weer in mijn woonplaats Goiania. Vrouwen en mannen langs de grotere wegen en bij rotondes. Met Braziliaanse vlaggen, shirtjes, handdoeken en allerhande prullaria. In het groen, geel en blauw. Een grote hit tijdens dit WK wordt een doeken overtrek die de voorkap van de auto in zijn geheel bedekt. Ik heb ze al gezien, auto´s met die overtrekken. Fraai gezicht. Wat er op die overtrek te zien is? De Braziliaanse nationale vlag. Groen, geel en blauw.
De Braziliaan noemt ze gringo´s, iedereen die niet in Brazilië is geboren maar er wel woont. Gringo´s die gek zijn van voetballen en de mazzel hebben dat hun vaderland meedoet aan een WK hebben een mooie tijd voor en tijdens het toernooi. In de aanloop worden ze te pas en onpas ondervraagd. In mijn geval gaat het zo: ´´En? Wat gaat Oranje doen? Het is niet meer wat het is geweest, hè? Is de trainer goed? En? Voor wie ben je? Voor ons of voor hun? Hoe denk je over het Braziliaanse elftal?`` Een spervuur van vragen en ik neem de tijd om ze allemaal te beantwoorden. Ja, het is niet meer wat het is geweest en nee, ik ben geen supporter van Oranje. ´´Hè? Geen? Voor wie ben je dan?`` Gewoon, voor jullie. ´´Je steunt je eigen land niet!?`` Geen denken aan. Totale ongeloof en verbazing vallen mijn deel. Dan moet ik uitleggen. Dat ik een kwart eeuw clubsupporter ben geweest en dat die club behoorde tot de top drie van mijn land, maar in die kwart eeuw amper spelers leverde voor het nationale elftal. En dat Oranje bijna geheel uit spelers bestond van die andere twee clubs. En ik moedig geen speler van die clubs aan. Einde verhaal. Nog even, ik was en ben de enige niet.
De Brazilianen wijzen naar het voorhoofd. Dit gaat hen te ver. Supporters van de grotere clubs in hun land begraven alle denkbare onderlinge strijdbijlen en staan pal voor het nationale elftal. Wordt Brazilië geen wereldkampioen en verliest het in een kwartfinale, dan is de volgende dag er één van diepe rouw. Vlaggen zijn de nacht ervoor al weggehaald, niets wappert meer aan auto´s, huizen of bussen. De mensen lijken geruisloos over straat te gaan. Maar ze willen helemaal niet op straat lopen, ze willen opgelost zijn in het niets. Ze moeten de komende dagen een nationale catastrofe verwerken en dat valt hen zwaar. Niet alleen het nationale elftal heeft verloren, zijzelf ook. Het is van de gezichten af te lezen, de klap komt aan. Maar zo ver is het niet, zo ver komt het niet. Daar is de Braziliaan van overtuigd. ´´We gaan de zesde wereldtitel winnen. Mevrouw, doe mij nog maar zo´n spandoek. Die ja, in het groen, geel en blauw.``
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten