donderdag 27 december 2012

Wondervrouw in haar element

Ze heet Arabela Ribeiro Ramos. Ze ziet op dinsdag 27 juni 1939 het levenslicht op het platteland
van het Braziliaans tropisch dorpje met de naam Carolina. Dat ligt in het diepe zuiden van de noordoostelijke staat Maranhão, tegen de rivier Rio Tocantins aan. In de tijd van Arabela een druk bevaren rivier met Carolina als haven (foto rechtsboven). Hedentendage een prachtig toeristisch stadje met ruim 24.000 inwoners. Met indrukwekkende watervallen. Daar zal Arabela echter niets van zien.
Zij is de tweede in de rij van elf kinderen van João Ribeiro en Dalzira Nascimento. Pa Ribeiro zal bijna zijn hele leven op het platteland werken. In het zweet des aanschijns. Arabela zal op haar beurt net als haar moeder elf kinderen baren, die allen gezond op het aardvlak leven. Met hetzelfde zweet voedt ze haar kroost op.
De 73-jarige Arabela leeft nu met echtgenoot, een zoon, een dochter en haar man (schrijver dezes blog) in een huisje in Taquaralto, een buitenwijk van de hoofdstad Palmas van de noorderlijke dunbevolkte staat Tocantins.
Arabela heeft indiaans bloed, gekregen van opa, van moederszijde. Arabela kent de natuur, weet alles van de natuur, is één met de natuur. Ze kijkt naar de hemel, als wolken zich aandienen en weet of het gaat regenen, wanneer, of het een stortbui wordt, slechts een buitje, met of zonder onweer en bliksem. Daar kan geen KNMI met alle technologie tegenop. Echt. Ik kan het natuurlijk niet nalaten haar op de proef te stellen. Zien is geloven. Een wolkje, een donderlucht, windvlagen (die meestal voorafgaan aan regenbuien in dit land) of ik begin. ´´Regen ma?`` Arabela kijkt een seconde naar de hemel, haalt haar schouders op. ´´Vandaag niet, het gaat aan de andere kant van de wijk plensen.`` Of: ´´Een stijf kwartiertje en dan gaat het hier loos.`` En ja hoor.
Over natuur geschreven. Achter haar huisje een grote tuin. Een soort moestuin. Met bomen die vruchten geven, zoals manga´s, met medicinale planten, hete pepers in alle kleuren en maten, kleine tomaatjes (jammie). Meer dan driehonderd verschillende planten. Pijn in het buikje, droog keeltje, loopneusje? Mams biedt een kopje thee aan. Eerst een blaadje of een takje in de tuin afbreken. Dan in water koken. Soms is het drapje zo verschrikkelijk vies dat het moed vergt om het binnen te houden. Of het helpt, wilt u weten? Moet daar nog een antwoord op volgen?
Arabela is een wondervrouw, niet iemand van veel woorden, maar daarentegen van heel veel daden. Ze is bizar creatief. Ze ziet geen dag stil. Ze maakt van lege plastic tweeliter limonadeflessen, draad, garen en stoffen erg mooie toiletpapierhouders (foto rechts). Diezelfde flessen snijdt Arabel aan een soort flarden en bevestigt ze aan een oude stok. Een bezem, goed om spinnenrag weg te halen. Een andere type bezem wordt gefabriceerd van takken van een acai-boom. Arabela gebruikt alles, gooit niets weg. Helemaal niets.
Echt een wonder is een maken van een hangmat. Niet te volgen. De hangmat in wording wordt gespannen tussen aan de ene zijde een versleten antieke wasmachine, die ze al heeft omgetoverd tot tafel, en aan de andere zijde een boom. Ze gebruikt de botte kant van een groot mes en een weefgetouwtje, gemaakt van houten ijslolliestokjes, jawel. Het werkt perfect. Op het gemakkie bewegen de handen van Arabela. Ze houden niet op. Af en toe stopt ze, kijkt ze, voelt ze. Het is goed zo, weet ze. ´´Moet je niet tellen om de hoeveel keer je een lus moet steken?``, vraag ik. Ze doet het om de zeven keer. Arabela lacht. ´´Nee hoor, ik hoef niet te tellen.`` Stomme vraag. Vroeger, heel vroeger, maakte ze van katoenpluis draden. En vervolgens doeken. Ja, ze heeft nog wat katoenpluis. Ze toont het. Uh, die draden? Hoppa, gaan die vingertjes weer, voorzichtig trekken, en daar verschijnt een sterke draad. Kind kan de was doen. Vergeet het maar. Hoe ik het ook probeer, ik krijg geen enkele millimeter draad uit dat verrekte pluis. Opgeven is beter.
Arabela maakte in drie dagen een hangmat die zeker tien jaar meeging. Noodzaak, want al haar kinderen sliepen in het ouderlijk huis in een hangmat. Evaldo, een van hen, vertrouwde me eens toe: ´´Pas na mijn trouwen, sliep ik voor de eerste keer in een bed. Dat was me wennen zeg.`` Arabela maakt op verzoek ook mini-hangmatjes voor kleinkinderen. Daar kunnen poppen in slapen. Schattig zijn ze, die hangmatjes, en ze kloppen, tot in het kleinste detail.
Arabela is niet gewend vroeg haar bed op te zoeken. ´s Avonds laat kruipt ze in de woonkamer achter een antieke zwarte Singer naaimachine. Die is ongetwijfeld nog te vinden in het Nederlandse Naaimachine Museum in Weert. De Singer heeft dat prachtig sonore geluid. Arabela herstelt er kleren. Of talloze kleine lappen afvalstoffen worden aaneengenaaid tot een compleet dekbed. Dat engelengeduld. Die kleine ogen. Niets ontgaat haar. Tellen? Da´s voor de dommen. Op de vloer vallen stukjes draad. Arabela trekt tijdens het naaien aan de lappen. Beetje naar links, beetje naar rechts. Knip knip, zegt een schaar. De Singer stopt niet. Het lijkt meer op boetseren. Dat is Arabela ten voeten uit. Een Braziliaanse wondervrouw in haar element.

2 opmerkingen: