De Internationale Vrouwenmars wordt maandag 8 maart gehouden. Talloze landen in de wereld doen mee. Ook in Brazilië zijn activiteiten gepland. Een mars door Sao Paulo moet het worden. De organisatie spreekt klare taal. ´´Als ook u de machograppen niet meer tolereert, walgt van seksistische liedjes op straat, in opstand komt tegen onderdrukking van de vrouw, dan wordt het tijd om te marcheren. Komt allen!´´ Een website is geopend met het programma en vrouwen in den lande kunnen nu al reageren op wat er komen gaat. De organisatie is optimistisch en verwacht wel ´drieduizend georganiseerde vrouwen uit alle staten van het land`.
Het is een nobel streven, die mars en de gedachte erachter. Het is te hopen dat het een drukte wordt van jewelste. Maar het is en blijft hopen tegen beter weten in. Brazilië is een macholand, en niet zo maar één.
Op 7 augustus 2006 is de wet Maria da Penha aangenomen, tegen vrouwenmishandeling. De wet draagt de naam van een Braziliaanse vrouw, die hedentendage met haar zestig jaar een felle voorvechterster is voor rechten van de vrouw. Haar ex-man, een Colombiaanse professor aan de universiteit, probeerde in 1983 tot twee keer toe Maria da Penha Maia Fernandes te vermoorden. De eerste keer werd ze neergeschoten, maar overleefde. De Colombiaan trachtte haar vervolgens te elektrocuteren. Maria raakte verlamd. Negen jaar later werd de professor veroordeeld tot acht jaar gevangenis. Maar hij kwam al na twee jaar vrij. Door allerlei juridische haarkloverijen, typisch Braziliaans, is die straf verminderd.
Hoe het ook zij, Maria da Penha gaat onverdroten door. Ze heeft enorme hoge en dikke muren te slechten. ´Haar` wet funcioneert niet na tevredenheid. Aangiftes worden gedaan, maar arrestaties blijven achterwege. Wie moet die verdachte mannen oppakken? Juist, andere mannen, die van de Militaire Politie bijvoorbeeld. En een grotere macho-organisatie dan de PM (Policia Militar) bestaat niet in Brazilië. Er zijn domweg politiemensen die weigeren om verdachten van huiselijk geweld in de boeien te slaan, al is er nog zo´n overtuigend bewijs.
Veel triester is dat menige vrouw geen moed heeft om aangifte te doen. Ze schaamt zich voor familie, de buurt. Dat niet alleen. Ze is ook bang. Die angst, voor represailles, weegt zwaarder dan de schaamte. Want wordt manlief opgepakt, dan komt hij een keer op vrije voeten. Misschien sneller dan het vrouwelijke slachtoffer lief is. Een gerechtelijk verbod op het betreden van de echtelijke woning, de woonstraat of zelfs de eigen buurt interesseert hem niks. Wraak, is al dat hem beheerst.
Wat de vrouwen ook afschrikt, is de afwachtende houding van de autoriteiten. Eind vorig jaar toonde het nationale televisiejournaal een brute moord. Een man drong op klaarlichte dag een kapsalon binnen en schoot zijn ex-vrouw dood. Kapsters en klanten vluchtten in paniek naar buiten. De dader rende eveneens weg, maar kwam na enkele tellen weer terug. Hij boog zich over de doodbloedende vrouw. Om vast te stellen of ze wel degelijk dood was. De moord was opgenomen door een beveligingscamera in de zaak. Familie van de overledene werd geïnterviewd. ´´Hij heeft haar zo vaak bedreigd. Dit was te verwachten. Ze heeft zo vaak naar de politie gebeld. Niks.``
De Braziliaanse vrouwenmars staat ook voor gelijke rechten tussen vrouw en man. Vrouwen doen hetzelfde werk als mannen, maar krijgen minder betaald. Vrouwen kiezen mannen om economische redenen. Er is een vrouwelijk overschot in het land en er is armoede, een man aan de haak slaan met een goed betaalde en vaste baan, biedt zekerheid. Wat in Nederland als wrange grap door machomannen over vrouwen wordt verteld, is in Brazilië helaas een wrede en droevige realiteit: ´Het enige recht van de vrouw, is het aanrecht`.
Een jongere zus van mijn vriendin woont in Palmas. Een vrouw van in de dertig. Sympathiek mens. Haar huis ligt schuin tegenover die van haar ouders. Twee andere zussen wonen vlakbij. Haar man is er zo één. Hij hoeft niet eens zijn mond op te doen. Het straalt van hem af. Hij verdient de kost met het geven van optredens. Een eenmansband, elektrisch orgel en zingen. Ook doet hij iets met de verkoop van duurdere kleren. Die koopt hij ver weg goedkoop en pakt zijn winst op een markt in zijn woonplaats.
Jaren geleden heeft hij haar meerdere keren mishandeld. Ze had wél de moed om aangifte te doen. Maar haar man vroeg op zijn knieën om vergiffenis. Ze trok de aangifte in. Het echtpaar woont nog steeds samen, in hetzelfde huis. Niets is veranderd. O ja, toch. Hij heeft haar verboden om zonder urgente reden het huis te verlaten als hij optreedt of op de markt staat. Bezoekjes aan familie, een straat oversteken dus, zijn tot een minimum teruggebracht. Familie is niet welkom in haar huis. Iedereen weet het, iedereen klaagt steen en been, niemand doet wat. Soms wordt gefluisterd dat het aan haar ligt. Waarom gaat ze niet weg bij hem. Ze kan amper meer van hem houden. Toch? Maar waar moet ze heen, zonder geld, zonder woning? Bij familie intrekken? Ze heeft haar eigen trots. En eten, kleren en een mooi dak boven haar hoofd. Dat telt. Ze zegt het zelf, maar het klinkt verre van overtuigend. Blauwe plekken worden zorgvuldig weggesmeerd met gezichtscrème of bedekt met kleren.
Nee. Het mag niet alleen maar de hoop zijn op een drukke Internationale Vrouwenmars in Sao Paulo, die 8ste maart, en veel publiciteit in heel het land krijgt. Het moet gewoon.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
U schrijft:
BeantwoordenVerwijderen"Nee. Het mag niet alleen maar de hoop zijn op een drukke Internationale Vrouwenmars in Sao Paulo, die 8ste maart, en veel publiciteit in heel het land krijgt. Het moet gewoon."
En twee blogs eerder gewoon uitgebreid schrijven over je bordeelbezoek alsof het een bezoek aan de bakker betreft.
Hoe dat te rijmen?
Nachrift Norbert Bruggeman aan Anoniem
BeantwoordenVerwijderenDat is zeker te rijmen. Want het gaat per slotte om het respect voor de vrouw. Dat is er wat mij betreft altijd geweest. Vandaar ook die blog over Edna. Dat heeft u dan niet goed begrepen. Wat u wel goed heeft begrepen is de vergelijking van een bezoek aan een bordeel met een bezoek aan de bakker. Ik vind het een beetje denigrerend, maar op de keper beschouwd: in dit land zit u er niet ver naast. Een bakker en een bordeel zijn beide volledig ingeburgerd in Brazilië.