vrijdag 5 oktober 2012

Verhuizing?

Het is vrijdag 5 oktober in 2012. Het is half tien in de ochtend in mijn woonplaats Goiânia, het centrale westen van Brazilië. Het is bloedheet. Nog een uurtje en de zon bereikt haar hoogste punt van de dag. Dat betekent ruim 40 graden Celsius in diezelfde zon. Ik type weer bij de kapster van mijn lief. Niets verandert. We moeten verhuizen. Dat moeten we al anderhalve maand. Naar Palmas, hoofdstad van Braziliaans jongste staat Tocantins, een kleine duizend kilometer noordwaarts. Ons huisje is één grote bende, vol met ingepakte dozen. Al weken. We kamperen. Familie van lief belooft gratis verhuizing. Dat is pure noodzaak, er zijn geen centen. Verkering van zus van lief kent een chauffeur. Die heeft een vrachtwagen. Chauffeur is vriend van die verkering. Zus kent een politicus. Die helpt ze met diens campagne. Want het is zondag 7 oktober in het hele land verkiezingsdag. Raadsleden, burgemeesters en vice-burgemeesters worden gekozen, voor vier jaren. Politicus geeft centjes voor benzine, een broer van lief doet ook een duit in het zakje. Afspraken worden gemaakt. We komen die of die dag. Alles ingepakt? Mooi zo. Maar niemand arriveert die dag. Of een volgende. De eerste afspraak is er één van zeker twee maanden geleden. Daarna volgen om de twee á drie dagen telefoontjes vanuit Tocantins. Over verhuizen, ja . Het zal echter bij telefoontjes blijven. Het is vrijdag 21 oktober. Aankondiging, uit Palmas, waar een mens van schrikt. We komen! Niet de vriend van de verkering van de zus van lief komt. Een andere chauffeur. Oké. Als hij maar rijdt. De vrachtwagen heeft een niet af te sluiten laadbak. De vrachtwagen vervoert gasflessen. Niet zoveel hoor. In het midden van de laadbak is er ruimte zat. Oké, als de belangrijkste spullen maar meegaan, de rest verkopen we. Of slaan we op. Of er komt een andere oplossing. Gelukje. Broerlief Edmundo van lief rijdt mee. Voor de broodnodige hulp. Dat komt goed uit, ondergetekende kan al jaren vanwege zwakke rug, tegen hernia aan, niet sjouwen. Ten strengste verboden. Hoe laat vrachtwagen te verwachten is? Passend antwoord blijft uit. In de late ochtend, is de planning. O ja. En verder? Vaag wederom. Of chauffeur levert eerst die gasflessen af, neemt lege mee terug, of andersom. Of chauffeur komt eerst bij ons langs om in te laden, gaat met huisraad naar een onbekend adres om de volgende ochtend voor het krieken van de dag ons op te halen en naar Palmas te koersen. Voor alle begrip, en voor de overzichtelijkheid, met ons worden Edmundo en ik bedoeld. Lief blijft bij een zus, die dertig kilometer verderop woont. Lief blijft nog een paar maanden in Goiânia werken, om schulden te betalen, en ik ga aan de slag in Palmas. ´´Se Deus quiser``, zeggen de Brazilianen. Als God het wilt. Ga er nu goed voor zitten. Want wat er tot en met dinsdag 25 oktober gebeurt, is te zot voor woorden. Op een rijtje. Voor chauffeur en broerlief vertrekken, belt lief met familie. ´´Laat die chauffeur me bellen, als hij vrijdagochtend het plaatsje Nerópolis is gepasseerd. Dan zijn jullie bijna in Goiânia. Jullie rijden via onze wijk de stad in, het kan niet beter. Dan gaat Norbert met zijn fiets naar een rotonde, daar komen jullie vanzelf langs en hij loodst jullie naar ons huisje. Kwestie van nog geen drie kilometer.`` Perfect. Echter, geen telefoontje die vrijdagochtend de 21ste. Vrijdagmiddag wel. Van broerlief. ´´Bij een groot benzinestation op die doorgaande weg, na de rotonde. Daar ben ik.`` Oké. Eerst naar rotonde gefietst, grote weg op, naar dat benzinestation. Groot parkeerterrein, veel (grote) vrachtwagens. Geen gasfles te bekennen. Ik rij een rondje. Bij het bord van het benzinestation staat hij. Broerlief. Met een grote juten zak en twee rugzakken. Zonder vrachtwagen, zonder chauffeur. Ik snap er niks van. In de juten zak zit pequi, een speciale vrucht. Die ruikt! Edmundo legt uit. Chauffeur liet hem uitstappen, reed vervolgens door, vanwege die gasflessen en zal maandagochtend rond elf uur bij ons huisje voorrijden. Logisch. Wat rest? De juten zak achterop de fiets, dat gaat net, twee rugzakken aan schouders en lopend op huis aan. Edmundo blijft vrijdag slapen en gaat de volgende middag naar zijn zus, dezelfde die lief zal huisvesten. Zondag gaat vriendin naar kapster, ja, die van internet. Ik ga broerlief ophalen, dan zijn we maandagochtend vroeg met zijn drieën . Maandag inderdaad vroeg op, het loopt tegen elven, geen teken van leven van een chauffeur, geen gaslucht. Lief, die niet gaat werken, belt. Oeps. Chauffeur is in ziekenhuis. Hij plast bloed. Wellicht nierstenen. Kan niet rijden. Geen nood aan vrouw en man, hij belooft een andere chauffeur, die zijn plaats zal innemen. Deze vervanger laat telefonisch aan lief weten dat hij om vier uur ´s middags met vrachtwagen bij het grote benzinestation zal zijn. ´´Ik rij nu weg``, meldt hij maandagmiddag om drie uur aan lief. Geen misverstanden meer. Ik met de fiets naar het ontmoetingspunt. Het is half vier. Een uur later verschijnt Edmundo. Lopend. Nee, nog geen chauffeur, nog geen gasflessen, leg ik uit. Wij wachten gezamenlijk. Tot het bijna donker is. Dan belt Edmundo naar de chauffeur met de nierstenen. ´´Nee, vervanger zal niet meer aankomen, het is donker, dan verhuis je niet.`` Een reden? Die blijft uit. ´´Ikzelf?Nee, sorry, ben in het ziekenhuis, dokters laten me niet gaan.`` Fijn, dat weten we dan. Nou ja, we weten niks. Dinsdag weer vroeg op. Lief moet werken. Geen enkele notitie meer over welke verhuizing dan ook. Het wordt gekker. Rond elf uur ´s ochtends paniek. Edmundo krijgt telefoontje. Chauffeur, die van de nierstenen, staat bij het benzinestation. Met zijn vrachtwagen. Al een hele tijd. Probeert te bellen, krijgt geen gehoor. Zegt hij. Edmundo springt op mijn fiets en racet weg. Net vertrokken, of lief belt vanaf haar werk. Nee, je moet naar een ander benzinestation. Ja, die. Dáár is hij. Ga maar lopen. Snel. Einde bericht. Oké. Rustig blijven, ademhalen en op weg. Het is een kwartiertje lopen. Ik ben er bijna. Hé, daar staat een vrachtwagen met gasflessen. Op het nummerbord staat Palmas, Tocantins. Bingo. Ik maak kennis met een niet al te vriendelijke chauffeur. We rijden naar ons huisje. Drie straten. Ik leg hem uit dat Edmundo bij een ander benzinestation is, met mijn fiets, zonder mobiele telefoon. Zullen we hem niet ophalen? Daar ziet de chauffeur echter geen heil in. Fijne vent. Ik vraag hoe het met hem en met zijn nieren gaat. Hij zegt dat het gaat. Nog geen vier seconden thuis en Edmundo verschijnt. Joepie, we kunnen inladen. Niks joepie, niks inladen. Want chauffeur heeft het aan zijn nieren, nee, kan niet helpen. En ik kan met geen mogelijkheid samen met Edmundo een grote ijskast, een wasmachine en een bankstel door een nauwe gang slepen en boven mijn macht een vrachtwagen in tillen. De belangrijkste spullen. Nee hè. Op de fiets, op zoek naar loslopend volk in de straten. Niemand. Mensen werken, zijn thuis. Nee hè. Maandag nog klampte ik een buurman aan. Die kon helpen, zeker, maar na vijf uur ´s middags, want eerst naar de baas. Dat zag er goed uit. Maar hoe kon of kan ik zo plannen, afspraken maken? Ik zie het niet meer zitten en bel lief. Ze explodeert, zo heerlijk op zijn Braziliaans. Vrij vertaald: ´´Laat ze verrekken en vertrekken.`` En zo gebeurt het. Hoe het verder gaat? Niks aan de hand. Wederom veel telefoontjes over en weer. Goiânia-Palmas, Palmas-Goiâna. Wederom een serieuze aankondiging. Komende maandag, 8 oktober, zal er ´s ochtends een vrachtwagen arriveren. Voor een verhuizing. Met een chauffeur achter het stuur, met gasflessen, met of zonder nierstenen. Se Deus quiser.

3 opmerkingen:

  1. Mooi verhaal, Norbert, maar potverblomme!, allemaal niet zo leuk als je je leven op de rails probeert te krijgen. Hopelijk heb je het nu gehad met hindernissen bij het verhuizen. Sterkte!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bedankt jongen, hou je op de hoogte. Tja tis niet anders, we zijn afhankelijk.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Tja, Norbert, we kennen Brasil onderdehand en we weten dat je zulke dingen kunt verwachten. Maar je moet af en toe wel even slikken om sommige Brazilianen en hun gewoonten te accepteren. Ik zal hard voor je duimen dat god het nu echt wil en dat dwingend aan de chauffeur laat weten. Goede reis, boa viagem, naar Tocantins.

    BeantwoordenVerwijderen